Zelfregulatie
is een term die ik gebruik om iets aan te duiden dat al van oudsher bekend
staat als de ‘gulden middenweg’, een begrip dat in onze cultuur wordt opgevat
als een wat gezapige levenshouding die weinig spannends belooft, omdat het
lijkt alsof het een rem betekent op iedere heftige beleving of groots verlangen.
Het lijkt ook alsof die middenweg buiten onszelf ligt en we moeten
volgen in een spoor dat reeds is uitgezet, wat een lichte wrijving geeft met
ons moderne gevoel van zelfbepaling. Zelfregulatie is niets anders dan het
midden houden tussen de extremen zoals het ook in de oudheid werd bedoeld, maar
het woord ‘zelf’ maakt dat het voor mijn gevoel dichterbij staat en binnen de eigen verantwoordelijkheid ligt.
De
moderne mens heeft een negatieve associatie met woorden als zelftucht of
zelfdiscipline, die in het verleden synoniem waren voor zelfregulatie, omdat
het hard en bestraffend klinkt. Veel mensen hebben al het gevoel dat ze
zoveel moeten en proberen juist een moment en een gelegenheid te vinden om aan
alle dwang te ontsnappen. De moderne mens wil ‘uit zijn bol gaan’ en zich even
helemaal laten gaan om zich goed te voelen.
Toch
zien we keer op keer dat dit uit je bol gaan niet zonder risico’s is want in
toenemende mate vallen er doden onder jongeren door onverantwoord gebruik van
drank en drugs. Relaties staan in de huidige tijd onder grote druk door een
overvloed aan mooie en aantrekkelijke mensen en het welvaartsidee dat iedere
dag in het leven een ‘kans’ is zodat je jezelf van geen enkel pleziertje wilt
beroven. Er wordt ons voorgespiegeld dat we ons nooit mogen vervelen, omdat
overal wel iets leuks te doen is, als je maar positief blijft. Reclames maken
ons wijs dat we er voortdurend voor moeten oppassen iets te missen en suffig
thuis op de bank zitten terwijl anderen feest vieren. We leren van de
shampoo-reclames dat we ‘het waard zijn’ en van de loterij dat we niet die kans
op 10 miljoen moeten laten schieten, zodat straks de buren met dezelfde
postcode die wél een lot hadden gekocht ons kunnen uitlachen. Ieder mens kan tegenwoordig
opdreunen dat hij ‘alles uit het leven wil halen wat er in zit’ zonder te weten
hoe dit moet worden waargemaakt, omdat geluk voelt als een soort verplichting,
zoals vroeger iedereen automatisch geboren werd in ‘zonde’ ook zonder te
weten waarom.
Jonge mensen
zijn hongerig
In
de Telegraaf van een dag geleden was er een oproep van een GGZ-arts om bepaalde
feesten waarvan bekend is dat er veel drugs wordt gebruikt voortaan te
verbieden. Een pleidooi voor een ‘keiharde aanpak’ zoals die te verwachten valt
na een periode waarin het gedogen is verworden tot een totale
onverschilligheid. Opeens moet er flink opgetreden worden zodat de jongeren
zien dat het menens is en zich met een schok bewust worden dat ze op de
verkeerde weg zijn. Opeens komt het heldere zonlicht van de braafheid door de
mistwolken heen schijnen en zien jongeren het nut en het belang in van een meer
gereguleerd leven in overeenstemming met de burgerlijke maatstaven. Ik dacht
het niet.
Jonge
mensen zijn hongerig naar ervaring en hebben inderdaad vaak nog niet het
vermogen om realistisch de gevaren van bepaalde gedragingen in te zien als
iedereen om hen heen hetzelfde doet en hun ouders van mening zijn dat ze niet
te betuttelend mogen zijn, omdat dit jongeren zou belemmeren in het vinden van hun eigen
verantwoordelijkheid. Ik denk zelf dat je jeugdigen net zo lang moet
beschermen, disciplineren en voorlichten totdat ze met hun gedrag hebben laten zien dat ze
eigen verantwoordelijkheid aankunnen.
Uiteindelijk gaat het niet om de
gezondheid van jongeren, maar om de redenen waarom ze die gezondheid waarderen
en er vrijwillig voor kiezen van hun lichaam en geest geen vuilnisvat te maken,
roofbouw te plegen op hun gestel en omgang te zoeken met figuren
die er een destructieve levensstijl op nahouden. De manier waarop veel jongeren
zichzelf naar de vernieling helpen is geen kwestie van niet om kunnen gaan
met seks, drank of drugs, maar op een dieper niveau niet om kunnen gaan met
zichzelf. Met de dubbelzinnige boodschappen waarmee jongeren bestookt worden
van aan de ene kant iets van hun leven maken, met ambitie en
professionaliteit, terwijl ze tegelijkertijd ‘gewoon zichzelf moeten zijn’ en
alle remmen los mogen gooien, waarbij keer op keer het cliché van ‘je leeft
maar één keer’ naar hun hoofd wordt geslingerd.
Waardeverlies door commercie
Ik
denk dat veel volwassenen jongeren onbedoeld in de war maken omdat ze het
eigenlijk zelf niet zo goed meer weten. Wat zijn de waarden van een cultuur
eigenlijk die in toenemende mate op geld is gebaseerd, waar een politiek
stelsel langzaam in de uitverkoop gaat en het speelterrein wordt van de
grootste multinationals? Hoe kun je je kinderen eigenlijk nog wijs maken dat
stemmen belangrijk is en ze geen stem verloren mogen laten gaan, als
onverschillig waar ze op stemmen het kabinet dat gevormd wordt gewoon de
plannen zal uitvoeren die al klaar liggen? Hoe leer je je dochter
de betekenis van seks, liefde en intimiteit als seks steeds meer een product
wordt en steeds meer producten met seks moeten worden geassocieerd om ze te
verkopen? Hoe leer je jonge mensen om hun geweten te volgen als de mensen op de
meest invloedrijke posities in onze samenleving dit regelmatig zelf ook niet
doen?
Als bedrijven gegijzeld worden
door hun eigen aandeelhouders, die geen belang hebben bij een gezonde
onderneming op de lange termijn, omdat ze het bedrijf op de eerste plaats zien
als een ‘geld-makerij’ zoals Henry Ford het lang geleden al verwoordde en geen enkele
interesse hebben in eerlijke en duurzame producten.
Mensen vluchten in het persoonlijke
domein als de kaders van de hun omringende maatschappij steeds minder duidelijk
worden. Maar op den duur is dat tevergeefs, want de maatschappelijke
werkelijkheid die we met elkaar delen is uiteindelijk onontkoombaar. Als er
geen beroepseer meer bestaat, maar alles draait om de snelle winst, met wat
voor soort waarden moeten we jongeren dan grootbrengen? Als we eerlijke mensen
van ze maken zullen ze in het maatschappelijk leven lelijk hun neus gaan stoten
en ontdekken dat alles van de corruptie en de vriendjespolitiek aan elkaar
hangt.
Dodelijk
verveeld
Mijn
vroegere conservatieve ideeën en mijn radicale afkeer van drank en drugs heb ik
door de jaren heen losgelaten want ik zie de middelen nu eerder als symptomen
van een schreeuw om hulp dan als het feitelijke probleem. Mensen die hun geest
constant benevelen en verdoven zeggen eigenlijk dat ze de druk van het leven
niet aankunnen en geen weg weten te vinden in met zichzelf omgaan.
Dit kan meerdere oorzaken hebben variërend van het wegdrukken van emotionele
pijn die stamt uit het verleden, maar ook vaak ordinaire verveling die
samenhangt met een stuk betekenisverlies door het wegvallen van religie, spiritualiteit
en algemeen gedeelde geestelijke waarden. Vroeger zopen mensen omdat hun leven
uitzichtloos was. Nu zuipen mensen omdat er teveel mogelijk is en er daarom ook
potentieel teveel dingen verloren zullen gaan waar ze eventueel ook voor hadden
kunnen kiezen. De economische crisis is voor een deel van de jongeren een
oplossing voor de zogenaamde welvaartsdepressie, het gek worden van de
keuzemogelijkheden. Met minder opties en meer moeite moeten doen om te
overleven, wordt het vanzelf wat rustiger in de bovenkamer. Een vernieuwde
kennismaking met de rauwe kant van het leven veroorzaakt door het langzaam
wegvallen van de sociale zekerheden doet bijna verfrissend aan.
Een
Tibetaanse monnik werd eens gevraagd wat hem het meeste was opgevallen aan
westerse spirituele zoekers. Hij antwoordde dat het hem opviel dat er weinig
westerlingen waren op het spirituele pad die in staat waren met één soort van
geestelijke oefening hun hele ontwikkeling te richten en hun discipline en
wilskracht op te bouwen. Ze gingen naar zijn idee teveel kanten tegelijk op en
probeerden van alles en nog wat. Ik herkende onmiddellijk wat hij bedoelde,
maar het kostte me nog jaren om voor mezelf een manier te vinden om mijn eigen
ontwikkeling op een eenvoudige wijze te richten en te stabiliseren. Bij iedere
nieuwe fase van je levenspad heb je als westerling toch steeds het gevoel dat
er opeens ‘van alles mogelijk is’ en je merkt dat je geest al begint te
anticiperen op dingen die misschien wel nooit zullen komen. De
verwachtingsvolle geest van de moderne mens is in veel opzichten een handicap
geworden, omdat het een virtuele benadering van het leven oplevert die niet
doet wat mogelijk is met wat beschikbaar is, maar die steeds hardnekkig
werkelijkheden blijft creëren los van het hier en nu.
Zoek het zelf
maar uit
Gameverslaving
is een ander voorbeeld van willen ontsnappen aan een maatschappij die
overweldigd. Je urenlang concentreren op een spelletje geeft de illusie van een
bereikbaar doel en haalt de gedachten af van de doelloosheid van je werkelijke
bestaan, of het is juist een manier om je geest permanent bezet te houden, om
thuis met jezelf alleen de stilte uit de weg te gaan of de intimiteit van een
goed gesprek met je levenspartner. Wegduiken, verschuilen, verdoven, dat is de
werkelijke oorzaak voor het gebruik en later het misbruik van allerlei
genotsmiddelen en verslavende gedragingen. Als duidelijke positieve waarden in
de opvoeding niet worden meegegeven, dan kunnen mensen niets anders dan door de
pijn heen gaan van het overschrijden van hun eigen grenzen om te ontdekken wat
die grenzen zijn en welke waarden ze willen nastreven om die grenzen voortaan
bij zichzelf te respecteren. Voor mijn gevoel laten we jongeren in onze cultuur
het allemaal teveel zelf uitzoeken waar ze met hun leven naartoe willen en gaat
er een hoop tijd verloren voordat ze eindelijk het goede spoor voor zichzelf vinden.
Daarbij lopen ze door bijvoorbeeld overmatig drankgebruik vanaf jonge leeftijd
flinke schade op aan de hersenen, zodat het de spreuk ‘je moet alles een keer
geprobeerd hebben’ niet altijd opgaat.
En
ook al zijn de gevolgen van het excessieve gedrag bij veel jongeren bekend; de
doden na house-feesten door verkeerde pillen of oververhitting van het lichaam
door te lang door te gaan op pepmiddelen, comazuipers die het avondje met hun
vrienden bijna niet konden navertellen, toch gaan ze er vrolijk mee verder,
zodat geconcludeerd kan worden dat we in een cultuur leven waar dit soort
verschijnselen helemaal geen afschrikkende werking hebben. De behoefte aan
aandacht die wordt verkregen met dit ‘sociale gedrag’ is kennelijk groter dan
de vrees voor de mogelijke gevolgen ervan. Het ontsnappen aan de innerlijke
leegte weegt toch zwaarder. Daarom zou het goed zijn als we jongeren weer
vertrouwd gaan maken met een bepaalde vorm van zelfregulatie, meditatie en
zelfreflectie om spirituele waarden te ontdekken naast het eenzijdige volstampen
van hun hoofden met ‘nuttige’ kennis. Want wat heb je eigenlijk aan kennis als
je zo weinig van jezelf begrijpt dat je met je toekomstige baan de middelen
gaat verdienen waarmee je jezelf in je vrije tijd naar de klote mag helpen?
Sven Snijer