‘Islamofobie;
Een woord gecreëerd door fascisten, gebruikt door lafaards, voor het
beïnvloeden van idioten.’
Christopher Hitchens
Eén
van de grote vragen in het debat over de verhouding van de islam en de westerse
samenleving is het punt van de westerse identiteit. Op welke wijze zou de islam
-als zij als een bedreiging wordt gezien voor vrijheid en moderniteit- in
strijd zijn met westerse normen en waarden en waar ontleent het westen die aan?
Veel mensen schieten in de automatische reflex van het christendom als ‘religie
van eigen bodem’ tegenover de islam te stellen zelfs als ze persoonlijk niet
gelovig zijn, omdat ze zichzelf evengoed beschouwen als burgers van een
maatschappij met joods-christelijk erfgoed.
Op
sentimenteel niveau is deze reflex begrijpelijk, maar het is niet een aan te
bevelen weg om te bewandelen als westerse waarden werkelijk op het spel staan.
Ook als de islam niet als bedreiging wordt gezien van de westerse normen en
waarden en de dialoog gezocht wordt in een interreligieus streven, is het vooral
voor de islam zelf een misleiding om nadrukkelijk de overeenkomsten met de twee
andere religies ‘van Abraham’ te benadrukken, omdat voor niet-religieuze mensen
dit streven kant noch wal raakt. En dat zijn met name de mensen die over de
streep getrokken moeten worden om de vermeende islamofobie terug te dringen; de
niet-gelovigen of agnosten. Voor de vraag of de islam geïntegreerd zijn plaats
kan vinden in de westerse samenleving is het niet ter zake doende of er veel of
weinig overeenkomsten zijn tussen de drie openbaringsreligies Jodendom,
christendom en islam.
‘Ach, dat is nou
aardig’…
Vanuit
het standpunt van de moderniteit is openbaringsgeloof per definitie een
verdacht verschijnsel, omdat het een overtuiging betreft die de hoogste
autoriteit niet legt bij het eigen geweten maar bij een geopenbaarde waarheid
uit een ver verleden. Vanzelfsprekend zullen gelovigen die elkaar zoeken in de
interreligieuze dialoog veel begrip hebben voor elkaar, omdat ze allemaal
hetzelfde uitgangspunt hanteren van een bezielde werkelijkheid en een gewilde
schepping. Wanneer de spirituele kern van iedere religie centraal wordt gesteld
dan vindt men elkaar al gauw, met voor de formaliteit zo af en toe ook een ‘discussie
op inhoud’ om de indruk wekken de eigen identiteit niet zomaar te hebben
prijsgegeven.
De
atheïst staat er lachend bij te kijken. Drie religies die vanuit het verleden
zijn opgezadeld met een absolute waarheid waarmee ze zichzelf boven anderen
hebben gesteld en zich van ze afgescheiden, die in de moderne tijd verwoede
pogingen doen om te laten zien dat die absolute waarheid best elastisch is. Als
de moderniteit, de menselijkheid en leefbaarheid het vereisen kan er wel wat aan
die stellige waarheden worden afgedaan. ‘Wij hebben gelijk, maar jullie ook een
beetje.’Ach, dat is nou aardig. Wat een gewillige opstelling van de dienaren
van het allerhoogste gezag zoals vastgelegd in het onfeilbare boek. Het is
weliswaar de Waarheid die ze verkondigen, maar aangezien er niet bijster veel
mensen zijn die dit geloof nog delen moet er met de expressie van die
overtuiging zuinig omgesprongen worden. Het is vooral waar op zondag, samen met
de andere gelovigen die hetzelfde hebben meegekregen in hun opvoeding.
Het
is naar mijn idee veel inspanning vereisend en naar verhouding weinig profijt
opleverend voor moslims om de dialoog te zoeken met christenen, omdat dit
geloof nog altijd in een achteruithollende fase is van haar geschiedenis en het
ziet er niet naar uit dat spoedig de kerken weer zullen vollopen. Wie probeer
je als moslims op die manier eigenlijk voor je te winnen? De identiteit van de
westerse samenleving is in het heden vooral bepaald door de wetenschap en de
zelfcultuur die persoonlijke keuzevrijheid en eigen smaak voorop stelt. Een
combinatie van het verlangen naar zelfontplooiing en een keuzebepaling op grond
van vergelijkend warenonderzoek en verstandelijke analyse. Er zijn geen
absolute zekerheden, alleen waarschijnlijkheden en percentages van
nauwkeurigheid. Er is bij de meerderheid overeenstemming in bepaalde ideeën
totdat die ideeën door nieuwe kennis toch weer zullen worden betwijfeld. Door
de wetenschappelijke methode bekritiseert de wetenschap ook zichzelf en daarom
blijft ze zich ontwikkelen.
De veilige context
van het geloof
Heel
anders dan bij religie, want daar zijn de waarheid en de bestudering van die
waarheid verbonden in één methode die tot weinig nieuwe inzichten kan leiden.
Er mogen alleen vragen gesteld worden binnen de context van de geopenbaarde
waarheid en ze zijn bedoeld om die geopenbaarde waarheid beter te kunnen
begrijpen. Nooit is de vooronderstelling dat er ook vragen gesteld kunnen
worden die de geopenbaarde waarheid zelf zullen ondermijnen, want zulke vragen
zijn naar hun aard al ‘ketters’ en een teken van de ‘slechte intentie’ van de
vragensteller. Op die manier blijft het geloof altijd veilig, terwijl er toch
heel wat gedebatteerd wordt over het geloof. Allemaal binnen de context van
de geoorloofde vragen. Het is in wezen niet anders dan bij sektarische
bewegingen als Scientology, waar het doel van de leer is om mensen ‘clear’ te
maken en te bevrijden van engrammen in het onderbewuste. Wie het met de methode
en ideeën van stichter Hubbard niet eens is wordt beschouwd als iemand die nog
niet ‘clear’ is, vandaar die kritische vragen.
Volgens
hetzelfde principe hoor ik veel moslims dezer dagen hun geloof verdedigen tegen
allerlei kritische uitingen van niet-moslims en met name niet-gelovigen, dat
mensen de ‘ware islam’ nog niet voldoende begrijpen. Het hele heil wordt
gezocht in het beter communiceren van de goede boodschap in de verwachting dat
de ‘negatieve beeldvorming’ dan wel zal verdwijnen. Alleen al het gebruik van
het woord ‘beeldvorming’ verraadt een goedgelovigheid die bij islamcritici
juist als bepalend wordt gezien voor de moeizame integratie van de islam in het
westen. Want waarom zou de beeldvorming van de islam in het westen geheel en al
op een verkeerd begrip van de islam terug te voeren zijn? Is het niet evengoed
mogelijk dat grote getale moslims zelf een onjuist of onvolledig beeld hebben
van hun eigen geloof? De kritiek op de islam van westerse zijde berust in veel
gevallen op een bijzonder goed ingevoerd zijn in de koran, hadith en de
islamitische geschiedenis. Het is juist de kennis die de bezwaren oplevert
(overigens uit islamitische bronnen) en het beeld versterkt dat de
uitbarstingen van religieus geweld uit naam van de islam zeker een basis hebben
in de geloofsinhoud en islamitische geschiedenis. Maar dat is nog iets anders
dan het gepraktiseerde geloof in onze tijd net zo gestalte te geven als
veertienhonderd jaar terug in Arabië werd gedaan.
Dat
is het scharnierpunt voor de westerling die kritisch naar de islam kijkt, net zoals
naar alle andere religies die zich op de één of andere manier proberen te
onttrekken aan de toetssteen van de rede. Wie discussie blijft voeren over de
‘ware islam’ stapt niet uit de cocon van het geloofskader, maar rechtvaardigt
en verdedigt de geloofsinhoud op grond van zogenaamde onkunde aan de kant van
de niet-gelovigen. Die zouden als het ware de plicht hebben om de islam beter
te begrijpen en in de huid van de moslims te kruipen om hun geloof onder de
juiste condities en in de juiste context te verstaan. Nog afgezien van het feit
dat dit niet de verantwoordelijkheid is van de niet-of anders gelovigen, is het
grootste probleem daarbij dat er honderden moslimstromingen bestaan in de
wereld die allemaal menen te weten wat de ware islam is en die geloofsbroeders
hier vriendelijk mee vermanen ofwel ze heftig tot de dood toe bestrijden. Voor
één keer kan ik het met de linkse cultuur-relativisten eens zijn als ze zeggen
‘De islam bestaat niet’, want ten aanzien van het gemeenschappelijke beeld dat
moslims van hun eigen geloof aan niet-moslims uitdragen gaat dat zeker op. De
ene islamgeleerde zegt dat iedere moslim zelf mag kiezen wat hij aanvaardt of
verwerpt en de andere beweert stellig dat zijn broeders en zusters aan ‘gevaarlijke
dwalingen’ scheef gaan.
Het westen hoeft
de islam niet te begrijpen
Er
bestaat geen overkoepelend islamitisch gezag wereldwijd dat duidelijke lijnen
trekt, dus overal pakt het anders uit. De enige overeenkomst tussen al die
islamitische stromingen van links tot rechts en van gnostisch spiritueel tot
wahabistisch puriteins is dat de islam door het westen ‘niet begrepen’ wordt.
Ik denk dat het eigenlijke probleem heel ergens anders ligt. Het westen hoeft de islam niet te begrijpen, net zo
goed als we niet langer de Bijbelverhalen uit ons hoofd hoeven te kennen. Het
mag wel, maar dan als hobby of voor een televisiequiz. Veel moslims en ook
westerlingen verkijken zich erop dat een land als Amerika heel christelijk
overkomt alsof dat de dominante factor is van die samenleving, maar dat is
oppervlakkige schijn. De Amerikanen geloven in god als onderdeel van hun
nationalisme en ondernemerschap. Het is één van de vele gereedschappen in hun
arsenaal aan methoden voor een succesvol en gelukkig leven. Het geloof biedt
hen geen maatschappijstructuur, want er bestaat geen christelijke rechtspraak,
zoals de islam de sharia kent en voor veel liberale politici heeft het geloof
alleen betekenis als er bij verkiezingstijd zwevende kiezers overgehaald moeten
worden. Dan opeens gelooft Hillary Clinton ook in God.
De
structuur van de westerse samenleving is voortgekomen uit de
Verlichtingsidealen, die zowel de burgers beschermen tegen een mogelijk
tirannieke overheid, alsook de overheid tegen de blinde drift van een redeloze
massa. Overal zijn veiligheidsmechanismen ingebouwd om machten te scheiden en
met elkaar in evenwicht te houden, zodat het land gezamenlijk bestuurd wordt en
iedereen een zo groot mogelijke mate van inspraak heeft. Religie kan in
westerse landen een belangrijke rol spelen in het leven van individuele mensen,
maar die religieuze idealen krijgen invulling via een politiek systeem dat zelf
a-religieus is. Iedere burger in een westerse samenleving is door de overheid
beschermd tegen terreur en onderdrukking, ook uit religieuze hoek. De almacht
van religie in vroeger tijden bestaat niet meer, maar vanuit de gedachte van
een geopenbaarde waarheid met goddelijk gewicht moet er altijd rekening mee
worden gehouden dat religieuze groeperingen zichzelf een aparte en hogere
status zullen toekennen dan hun medeburgers. De wet moet voorkomen dat zij zich
ook als zodanig in het openbare leven zullen gaan manifesteren.
Heiligheid is niet meer wat het geweest is...
De
vraag moet daarom volgens mij niet zijn in hoeverre het westen de islam
begrijpt, maar in hoeverre moslims het westerse systeem begrijpen en
aanvaarden. Wie de grondslagen van de westerse samenleving van harte aanvaardt
zal zonder moeite zijn geloof kunnen praktiseren en op geen enkel moment het
gevoel hebben in de eigen overtuiging te worden bedreigd. Wie het
cultuurverschil echter niet wil begrijpen en ten onrechte veronderstelt dat de
islam nog niet goed genoeg voor het voetlicht is gebracht om de ‘misverstanden’
over het ware geloof en het ‘zegel der profeten’ ongedaan te maken blijft
vooral in gevecht met zichzelf. De bekende islamitische prediker Khalid Yasin
sprak bij een voordracht voor zijn geloofsgenoten dat de cartoons in Denemarken
in feite de schuld waren van de daar woonachtige moslims,want als zij ter
plaatse beter hun best hadden gedaan om de ‘ware islam’ aan de man te brengen
en de schoonheid van het geloof te laten zien, zou geen enkele cartoonist ertoe
gekomen zou zijn om die verderfelijke tekeningen te maken! Zolang moslims dit
soort uitspraken nog voor zoete koek slikken en niet begrijpen dat het concept
‘heiligheid’ in het westen niet heilig meer is zullen deze valse verwachtingen
nog een hele tijd blijven voortbestaan, met alle gevolgen van dien aan beide
zijden.
Kennis
geeft alleen macht als zij de vrijheid heeft om de idolen uit het verleden neer
te halen. Vaststaande waarheden, eeuwige waarheden, eerbiedwaardige
autoriteiten, allen zijn ze een voorwerp van onderzoek en wat begint met een onschuldige
vraag eindigt vaak met de omverwerping van een heel ideologisch bouwwerk. Daar
is meestal veel tijd voor nodig, maar in het geval van de islam en haar
aankomst in het westen is die tijd er niet. Een overdreven respect voor vreemde
culturen vanuit westerse linkse kringen heeft ervoor gezorgd dat moslims niet
tegen zichzelf beschermd werden in de ontmoeting met de Rede. Een ontmoeting
die niet zonder kleerscheuren had kunnen
verlopen gezien de fundamenteel verschillende maatschappijvisie tussen de gelovige
moslims en de geseculariseerde westerlingen (en gedomesticeerde christenen).
Eerst werd de islamitische wereld overrompeld door de westerse mogendheden in
de koloniale tijd en toen zij zich tenslotte weer terugtrokken met achterlating
van westers georiënteerde machthebbers (‘marionetten van het westen’ in de ogen
van de meeste moslims) lieten ze een gespleten maatschappij achter van een
ontwikkelde bovenlaag die liberaal en wetenschappelijk dacht, terwijl de
bevolking van die landen traditioneel bleef denken en leven. ‘Moderniteit’ is
voor veel moslims nog steeds synoniem met het verlies aan islamitische waarden
bij de bestuurlijke elite in ruil voor westerse macht en welvaart.
De
moderne islambeleving zoals die naar voren komt bij gezaghebbende predikers die
vooral de jeugd aanspreken is vaak geheel gebaseerd op dit sentiment. Het
westen is voor hen niet het paradijs van de ongekende mogelijkheden, maar het
fata morgana van de tiran die zijn welvaart en macht heeft gebouwd over de rug
van de onderdrukte moslims. Het kunnen deelnemen aan de democratische
rechtsstaat in Europa of de Verenigde Staten is in hun ogen niet meer dan een
vergoeding voor wat de islam is aangedaan door het westen (en nog steeds wordt
aangedaan door economische uitbuiting) en een voorbereiding op de omkering van
de hele situatie als de islam uiteindelijk zal heersen over het westen, omdat
de islam ‘superieur’ is. Hoe vreemd en lachwekkend dit op veel westerlingen ook
overkomt, het is een diepgewortelde overtuiging van veel moslims dat de enige
weg om er weer bovenop te komen voor de islam er in bestaat om hun religieuze
piëteit in het goddeloze westen te laten infiltreren, zodat de ‘vijand’ van
binnenuit verslagen zal worden. Daarom zijn moslimgroeperingen ook zo actief
aan universiteiten, want daar worden de leidende figuren voor de toekomst
klaargestoomd. De politieke correctheid van het westen doet verder de rest. (Zo
probeerde de universiteit van Leiden een paar jaar terug de kerstboom te
verbieden om religieuze gevoelens van moslims te sparen, gelukkig zonder succes
dankzij de autochtone studenten. Maar hier zijn legio voorbeelden van ook in
andere Europese landen.)
Je kunt het ook
omdraaien
Wat
er moet gebeuren om de islam beter te begrijpen is dat moslimorganisaties zelf
beter gaan aangeven hoe ze hun eigen plaats in de westerse samenleving zien en
hoe ze zelf denken bij te dragen aan de tolerantie die ze eisen van
westerlingen. Als angst voor de islam werkelijk ‘islamofobie’ genoemd mag
worden, angst voor iets dat ingebeeld is of een schromelijke overdrijving van een
probleem, dan verwacht ik een loyaliteitsverklaring van moslims in de richting
van de westerse maatschappij waar ze deel van uitmaken en niet dat ze continu
het verwijt maken aan hun ‘gastheer’ dat deze niet genoeg zijn best doet om zich
in hun cultuur in te leven. Ik begrijp de vraag niet om meer tolerantie van
westerlingen als moslima’s in het westen met een boerkha over straat willen
lopen. Je kunt het ook omdraaien. Hoeveel tolerantie hebben moslims ten aanzien
van de westerse samenleving die dit soort van moderno-fobische kleding
verafschuwt en het als uiterlijk symbool ziet van de afwijzing van het waardestelsel
dat hier al eeuwenlang in ontwikkeling is? Een waardestelsel dat vooralsnog een
stuk emanciperender en bevrijdender is dan welk religieus denkkader dan ook.
Zal een kleine aanpassing in kledingstijl zo’n afbreuk doen aan de innerlijke
intentie van de geloofsbeleving dat men liever permanent provoceert en reacties
uitlokt van mensen die de islam toch al met weinig genoegen zien groeien in deze contreien?
Om
te beginnen zou het wenselijk zijn als zowel moslims als westerse politici eens
ophielden met de chronische dissociatie-politiek door uitingen van religieus
geweld op islamitische grondslag te bestempelen als niet-islamitisch. Ten
eerste is het niet aan westerlingen om te bepalen wat wel of wat niet
islamitisch is, maar mogen moslims die vredelievend of gewelddadig zijn dat
zelf aangeven en ten tweede zou het prettig zijn als er in het westen op
academisch niveau iets meer confronterend vermogen wordt ontwikkeld en
islamstudies niet langer uitsluitend gebouwd worden op de opvattingen die
moslims van hun eigen geloof hebben. Een meer onafhankelijke wetenschappelijke
blik, uitgaande van het eigen rationele vermogen en westerse waardebepaling is hier
geen overbodige luxe. De islam uitleggen in de context van de koran en de
islamitische geloofswaarheden is geen wetenschap, maar een soort culturele theologieopleiding
als daar niet het contrast met het westerse waardestelsel tegenover wordt
geplaatst. De afgelopen decennia leken islamologen geen andere functie te
hebben dan een spreekbuis/ vertaalmachine te zijn voor de moslims, als tegengif
voor de ‘erfzonde’ van de vooringenomen christelijke en imperialistische
beeldvorming van de islam uit het verleden. Laten we daar nu eens een punt
achter zetten en concluderen dat we als westerse samenleving de ‘koloniale
blik’ intussen wel zijn overstegen en dat eerlijke inhoudelijke geloofskritiek
niet alleen hard nodig is in deze tijd, maar in onze samenleving ook een
wetenschappelijke plicht.
Sven Snijer