Gisteren
was het weer bijna raak. Een ternauwernood voorkomen slachting in de Franse Thalys
bij Arras in Frankrijk waarbij een Marokkaanse man met een kalashnikov, een
automatisch pistool, negen patroonhouders en een paar messen van plan was een
statement te maken.(1) Het gebeurt ondertussen zo regelmatig dat we er al bijna
aan gewend raken, de aanslagen op eigen bodem zoals die in het verleden enkel
in Bagdad of Islamabad voorkwamen. Het feit dat de aanslag werd uitgevoerd door
één enkel persoon laat zien dat het een fatale missie was voor de dader. Hij
had nooit kunnen ontsnappen en wilde zoveel mogelijk mensen om het leven
brengen voordat hij zelf aan de beurt was.
Geen gewoon
terrorisme
Een
duidelijk teken dat we niet te maken hebben met een gewone terroristische
aanslag (‘fascisme’ zoals links-intellectuelen en politiekcorrecte politici het
graag noemen), maar met een religieuze aanslag. Een dodencultus die zichzelf
een doel heeft gesteld in het hiernamaals met complete onverschilligheid voor
het leven hier op aarde. Bij aanslagen van seculiere terreurgroepen blijven de
daders vaak in leven. Ze plaatsen ergens een bom en zorgen dat ze zo snel
mogelijk bij die plek vandaan komen, om het later nog eens te kunnen doen. Zo
niet de islamitische fundamentalist, want die komt bij voorkeur zelf om het
leven, omdat het Paradijs volgens de Koran rechtstreeks toegankelijk is voor
degenen die hun leven geven voor het geloof. De aanslag op de Twin Towers in
New York, de talloze aanslagen op controleposten in landen in het Midden
Oosten, aanslagen op schoolbussen, ziekenhuizen, marktpleinen, café’s, etc,
zijn in de regel zelfmoordaanslagen die religieus gemotiveerd zijn. Er zijn
verscheidene verklaringen opgenomen van mislukte aanslagen van islamitische
mannen en vrouwen die met droge ogen vertelden dat ze van plan waren een zo
groot mogelijk aantal burgerslachtoffers te maken met hun acties.
Leven
in een dodencultus, zoals de islamitisch fundamentalisten doen gaat nog een
stap verder dan het doden van mensen voor een duidelijk doel. Een dodencultus
heeft geen doel hier op aarde, maar heeft enkel een afzetpunt nodig voor de
grote sprong in het geloof en dat is een dramatische daad die een blijk is van
dat compromisloze geloof in de ‘goede zaak’. Het vijandbeeld richting de
niet-gelovigen of verkeerd gelovigen is zover gecultiveerd dat er geen enkele
twijfel bestaat over de rechtvaardigheid van de daad. De enige nervositeit
bestaat in de onzekerheid of er wel voldoende slachtoffers zullen worden
gemaakt en of het wel zal lukken. Een dodencultus is geen normale terreur,
omdat het geen duidelijke bedoeling heeft. Als er al een aanleiding is in een
politiek-economische situatie, een gevoel van onderdrukt zijn, dan vermengd dat
gevoel van sociale rechtvaardigheid zich met een onwerelds doel geworteld in de
geloofsovertuiging en daarmee lijdt het ideaal continu aan inflatie(2). Als het
doel op aarde niet wordt gerealiseerd is het ook goed, want het martelaarschap staat
op zichzelf. Ongeacht of het beoogde politieke doel van de terreuraanslag een
kans maakt, constructief is of geloofwaardig, is het doden van de ongelovigen
een legitimatie op zich, want het zijn immers vijanden van de ware religie.
Martelarenstatus
Tijdens
de oorlog tussen Irak en Iran in de jaren tachtig werd goed zichtbaar hoeveel
liefde er bestond voor het martelaarschap en het hiernamaals. In deze zinloze
oorlog die talloze mensen het leven kostte, waren de begraafplaatsen het symbolische
middelpunt. Niet de overwinning van de dappere soldaten is waar we regelmatig
verslag van kregen, maar het martelaarschap van de gesneuvelden. Hoe voller de
begraafplaats, hoe heroïscher de strijd. Moeders van overleden zonen stegen maatschappelijk
enorm in status en zij die meerdere zonen verloren in de oorlog helemaal.
Kinderen werden over de mijnenvelden gejaagd met een ‘sleutel tot het paradijs’
om hun nek, want voor wie het leven miskent is niets op aarde heilig, zelfs
niet de onschuld van kinderen of mensen met een verstandelijke beperking die ze
ook vaak op pad sturen voor dit soort missies. Dit geeft mij altijd een gemengd
gevoel als ik burgerslachtoffers zie in het Midden Oosten en vrouwen gillend
van verdriet zich de haren uit hun hoofd zie trekken. Zijn ze werkelijk zo
aangedaan, of is het vooral een beeld dat ze willen projecteren voor
goedgelovige westerse mensenrechtenactivisten die maar niet willen begrijpen
hoe dol ze zijn op de dood?
De mot en de
Kaarsvlam
De
dodencultus in de islam heeft twee belangrijke wortels. De eerste wordt
gevonden in de Koran als onfeilbaar boek dat martelaarschap aanprijst vanaf de begintijd
van het geloof en de tweede ligt in de Iraanse (Perzische) cultuur met haar
Shia-variant van het islamitisch geloof dat eeuwenlang een sterk mystieke expressie
heeft gekend. De radicale teksten in de Koran zijn al vaak genoemd en hoeven hier
niet herhaald te worden, maar de oorsprong van het doodsaspect van met name het
Iraans (geïnspireerde) terrorisme is minder bekend. Het is in feite een
perversie van het ooit zo dichterlijke spirituele beeld uit de Perzische
mystiek van de ‘Mot en de kaarsvlam’, dat terug gaat tot de voor-islamitische
tijd.(3) De mot die vrijwillig de kaarsvlam invliegt, wat symbool stond voor de
opoffering van het menselijk ego aan de goddelijke liefde. Het vuur waar de mot
zich in stortte, was een beeld van de alles verterende liefde van een hogere
macht waar de zelfzucht van de gelovige in verdween als hij zich maar genoeg
van zijn wereldse verlangens kon afkeren. De mystieke eenwording met de
Geliefde (Allah) als voltooiing van een spirituele ontwikkelingsweg, wat in zo vele
gedichten en verhalen als metafoor is gebruikt. Het had niets te maken met de
letterlijke dood of met enige vorm van geweld.
Mythologisch-religieus
paradigma
Dat
een aangeboren gevoel voor dramatiek de Iraniërs echter niet vreemd is komt ook
tot uiting op andere manieren van religieuze beleving, zoals processietochten
waarbij ze zichzelf open snijden en opzettelijk laten bloeden uit hun hoofd (ook
kinderen) om het martelaarschap van Hussein, de kleinzoon van Mohammed te
herdenken. Ondanks dat het een ‘feestelijk gebeuren’ is, gaat het er toch allemaal
net even anders aan toe dan bij ons eigen carnaval. De bedoeling van dit soort
van magisch-mythologische praktijken ontgaat ons westerlingen volkomen, omdat
we al zover af staan van die middeleeuwse onwetendheid die honderden jaren
achter ons ligt, toen ook wij uit naam van het geloof onszelf blootsvoets en kastijdend
met zwepen kwelden om bijvoorbeeld de pestepidemie te keren, omdat God ‘vertoornd’
op ons was. Zo letterlijk wordt er nog over het leven en de lotsbestemming van
de mens gedacht in landen waar het mythisch-religieuze paradigma nooit is
betwist door rede en wetenschap en waar ondanks moderne techniek (kernenergie)
deze sprookjesachtige idiotie gewoon kan doorgaan.
Om als westerling de hand
nog maar eens in eigen boezem te steken, het is evenzeer doodeng om een
Amerikaanse president aan het roer te hebben zoals nog niet zo lang geleden George
W. Bush, die dacht dat met de door hem geïnitieerde tweede Golfoorlog ook
tegelijk de Bijbelse Eindtijd was begonnen. Ook dat is misselijkmakend en een
modern land onwaardig, maar er zijn in onze westerse cultuur met haar
duidelijke scheiding tussen kerk en staat gelukkig voldoende maatschappelijke
krachten aan het werk die dit soort van mythologische dwaasheden terugdringt naar
de stoffige vitrinekast waar ze in thuishoren. De religieuzen hebben hun mythologische kijk op de werkelijkheid
grotendeels verloren (ook al zijn er wederoplevingen in Rusland, Turkije en Afrika) en de
definitieve onttroning van religie is op handen. Ze proberen het nog wel, maar
bij ons hebben de dood en de eindtijdverwachting het inmiddels verloren van het
leven.
Levensbevestigend
Primair
zijn we in het westen een levensbevestigende cultuur, maar die kan jammer genoeg
soms niet begrijpen hoezeer anderen verlangen naar de dood. Ze gaan er bij
voorbaat vanuit dat er dan iets ‘mis’ is gegaan, bij mensen die net als zij een
gelukkig en gezond leven hadden gewild, maar die door frustratie en pijn een ‘noodlottige’
weg hebben gekozen. Was het allemaal maar zo simpel, dan zouden onder de
terroristen niet ook hoogopgeleide personen uit de betere families worden gevonden.
Mensen met een dokters -of advocatendiploma, die perfect Engels spreken, de
westerse cultuur kennen, hier vrienden hebben gemaakt en een vrouw gevonden. Zou
het kunnen zijn dat volgens een bepaalde doctrine alles juist heel goed is
gegaan, wanneer er veel slachtoffers zijn gevallen? Nogmaals wijs ik erop
dat de dodencultus in veel gevallen een perversie is van een spiritueel ideaal,
maar veel mensen begrijpen al lang het verschil niet meer tussen de symbolische
dood en de letterlijke hang naar het hiernamaals, omdat de levende spirituele
traditie in de islam is gedegenereerd en verketterd, zodat de religieus-orthodoxe
boodschap van de vroege islam niet alleen in al haar eenvoud en primitiviteit
opnieuw op de voorgrond treedt in de huidige tijd, maar bovendien een extra
bekrachtiging krijgt van een verkeerd begrepen spirituele erfenis. Dat wij in
het westen op collectief niveau de mythologisch-religieuze zelfverachting zijn
ontstegen, moet ons niet blind maken voor het feit dat het voor miljoenen
mensen in deze wereld nog steeds een bloedserieuze zaak is waar ze alles voor
over hebben.
Sven Snijer
(2)Daarom houden de aanslagen ook nooit op, zoals bij een persoon die herhaaldelijk psychoses krijgt, omdat hem geen medicatie wordt verstrekt. Hierdoor wordt de realiteit van een normaal wereldbeeld niet hersteld.
(3)'Het
idee van het offer als een wedergeboorte van het leven kan gevonden worden in
Perzische mythen en in de oudste legenden, tradities en teksten van de Avesta.
Het geloof in zo’n wederopstanding was vrij gewoon in het Mazdeïsme, een Perzische
religie die gebaseerd was op de oude cultus van Ahura Mazda, letterlijk de
Wijze Heer, schepper van de wereld en helper van de mens.' Martyrdom and Ecstasy: Emotion Training in
Iranian Culture, by Sylwia
Surdykowska