donderdag 27 oktober 2016

Het zinkende zorgschip


Net als de meeste onderdelen van de Decentralisatie die op 1 januari 2015 werd ingevoerd, blijkt ook de participatiewet niet of nauwelijks te werken. Het is oktober 2016 en nog steeds zijn de gemeenten niet in staat om voldoende beschutte werkplekken te realiseren voor mensen die anders op de sociale werkplaats aan de slag zouden gaan, maar die nu omdat het kabinet dat zo graag wil een ‘normale’ baan moeten vinden met behulp van de gemeente en het UWV. Het is de bedoeling dat ze bij reguliere bedrijven een werkplek vinden en de gemeenten hebben daarvoor ondersteunende instrumenten gekregen als loonkostensubsidie, werkplekaanpassingen en no-riskpolissen. Los van de technisch-bestuurlijke aspecten blijft natuurlijk de grote vraag: ‘Waarom moest dit allemaal zo nodig?!’

Verplicht 'normaliseren'

Het oude systeem met sociale werkplaatsen voor mensen die niet in staat waren een volwaardige betrekking te vervullen tegen minimumloon functioneerden prima, maar de vernieuwingsdrang in ons land gaat wel vaker tegen de realiteit van alledag in en bevat regelmatig ambitieuze plannen die zijn uitgedacht door mensen die zelf nooit op de werkvloer zijn geweest. Net als in het nieuwe onderwijs dat ten onrechte het predikaat ‘Passend’ heeft gekregen moeten in navolging van de speciale leerlingen nu ook de Wajongers ‘normaal’ worden en net als ieder ander vrolijk participeren in een samenleving die daar niet op is ingesteld. Waren de sociale werkplaatsen van nature ‘beschut’, bij de reguliere bedrijven moet deze beschutting nog worden ingevoerd en niet vrijwillig maar onder dwang, want waarom zou je als overheid goodwill kweken als je mensen ook tegen hun zin dingen kunt opleggen?

Er bestaan nu al bedrijven waar ze met alle liefde mensen met een arbeidsbeperking opnemen en extra ondersteuning en begeleiding bieden, maar dat zijn idealisten die zelf het idee hebben dat ze naast winst maken ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben naar de zwakkere spelers in het spel. De vraag is in hoeverre werkgevers die van zichzelf deze maatschappelijke verantwoordelijkheid niet voelen of er praktisch gezien geen invulling aan weten te geven opeens enthousiast en betrokken zullen raken met strafmaatregelen vanuit de overheid. En hoe leuk is het voor een jongere met een arbeidsbeperking om ergens gestationeerd te worden waar ze eigenlijk niet op je zitten te wachten?

Slechte voorbereiding van de Transitie

Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid neemt geen verantwoordelijkheid voor de slechte voorbereiding van de participatiewet (1), zoals dit kabinet ook geen verantwoordelijkheid neemt voor de chaotische toestanden in de jeugdzorg en j-gzz die het gevolg zijn van de Transitie, maar schuift de bal door naar de gemeenten. Die hebben geld en een instrumentarium gekregen dus daar moet men zijn, al zal ze wel even snel de wetgeving aanpassen om er druk op te zetten. Maar het was toch echt de regering die deze plannen indertijd met grote haast heeft doorgedrukt en de overgang van mensen van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) naar de Participatiewet onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid beter had moeten begeleiden. De gemeenten zijn sinds de Decentralisatie van kracht werd in hun nieuwe taakstelling zelf ook een beetje gehandicapt en een heleboel ‘toi, toi, toi’ van de Rijksoverheid lijkt daarbij niet echt te helpen. Zoals met de overige onderdelen van de naar de gemeenten gedelegeerde verantwoordelijkheden is het ook bij de Participatiewet onduidelijk wat de meerwaarde ervan is en vooralsnog lijkt het een verslechtering. Een moeizame overgangsfase van bijna twee jaar is al geen reden tot feestvieren, maar als het systeem straks helemaal is doorgevoerd zal het ten opzichte van de oude situatie waarschijnlijk niet veel beter zijn. 

Update 4 april 2018 Zembla: https://zembla.bnnvara.nl/nieuws/invoering-participatiewet-funest-voor-kwetsbare-mensen

Passend Onderwijs

Wanneer houdt het utopisch denken eens op en gaat men begrijpen dat bepaalde zaken zich in de loop van de tijd zo hebben ontwikkeld omdat daar een logica achter zit die door de praktijk werd ingegeven? Alle kinderen op Speciaal Basis Onderwijs en Speciaal Onderwijs moest men zo nodig ‘ontlabelen, demedicaliseren en normaliseren’ (2) maar de speciale onderwijsvormen werden in het verleden niet opgezet als een leuk experimentje. De praktijk wees uit dat er een bepaald aantal onderwijsschijven nodig was om kinderen op hun eigen niveau en in een veilige omgeving te kunnen ontwikkelen. Wat bedoelen de beleidsmakers eigenlijk met het woord ‘passend’ afgezien van nog meer eenheidsworst omdat dat het goedkoopste is? Het meest stuitende van de hele Decentralisatie is dat de zwakkeren in de samenleving of de kwetsbare jeugdigen helemaal niet centraal stonden bij de opzet van dit nieuwe stelsel. Het blijkt uiteindelijk één grote fantasie te zijn geweest uit de koker van idealisten zonder realiteitszin, die werd gesanctioneerd door de rekenmeesters die zich inhoudelijk niet voor de sociale omwenteling interesseerden (en het nog niet half begrepen), maar die het al lang goed vonden dat er een zuinig prijskaartje aanhing.

De resultaten tot zover

Dit zijn de resultaten van de Decentralisatie tot nu toe: doorgaande PGB-ellende, wachtlijsten van drie tot zes maanden voor j-ggz (3) (soms schrijnende gevallen/ toegenomen bureaucratie), handelingsverlegen wijkteams (maar ook wurgcontracten en machtsmisbruik), problemen bij Passend Onderwijs (docenten overbelast en veel thuiszitters), Sociale Wijkteams zijn NIET de centrale toegangspoort geworden tot de jeugdhulp (waardoor geen preventie jeugdzorg, noch volumebeheersing j-ggz en torenhoge kosten voor gemeenten met toch al een ingebakken bezuiniging van 15%), slechte bereikbaarheid van jeugdzorginstanties (jungle),  kennisverlies door het sluiten van specialistische centra, Top-600 van geharde jeugdcriminelen is in enkele jaren gegroeid naar Top-1000, een extra bestuurslaag is nodig voor kleinere gemeenten bij bovenlokale hulpverlening, huisartsen en j-ggz behandelaars worden gedwongen hun beroepsgeheim te breken wegens aanhoudende meldingshysterie (Veilig Thuis), meer ongelukken met bejaarden die langer thuis moeten wonen (overbelasting van Spoed Eisende Hulp), Eigen Kracht wordt misbruikt door gemeenten om j-ggz uit te sparen (gezinnen worden gecriminaliseerd vanuit opvoed- of hulpvraag), privacyschending door gemeenten, de OKA in Amsterdam is nagenoeg ‘onzichtbaar’ ondanks een investering van vele tientallen miljoenen, hoogbejaarden moeten procederen voor extra uren thuishulp, Albert Heijn-medewerkers moeten bejaarden signaleren die ‘van de radar verdwijnen’ (4), buren moeten met overspannen mantelzorgers het gesprek aangaan(5),de validiteit van de participatiegedachte wordt door steeds meer professionals betwijfeld(6), de oude jeugdzorgdilemma’s zien we weer terug bij de wijkteams, de belofte van ‘één gezin-één plan-één regisseur’ wordt nog steeds niet waargemaakt, het ‘grijze gebied’ tussen vrijwillige en gedwongen hulp wordt steeds grijzer, gemeenten sturen de jeugdhulp niet zelf aan maar besteden het uit aan commerciële organisaties, er zijn voor de gezinsvoogdij geen concurrerende Gecertificeerde Instellingen (naast het oude Bureau Jeugdzorg) zodat er niets te kiezen valt, gemeenten kopen niet de beste jeugdhulp maar de goedkoopste, enz.

Nog even volhouden...

Dit is de bredere context waarbinnen de problemen met de Participatiewet moeten worden begrepen. Het is geen geïsoleerde kwestie en ook niet iets dat makkelijk ondervangen kan worden door wat middelen en maatregelen hier en daar, omdat het maar een klein onderdeel is van een sociale omwenteling die over de hele maatschappelijke breedte niet blijkt te werken. ‘Er een mouw aanpassen’ zoals gemeenten doen op diverse Transitieonderdelen of de toevlucht nemen tot noodmaatregelen, zoals staatssecretaris Van Rijn deed met zijn raadgeving aan ouders met kinderen op ggz-wachtlijsten om dan maar naar naburige gemeenten te gaan waar de zorg niet te krap was ingekocht, kan niet verhullen dat het systeem aan alle kanten faalt (7) en dat niet alleen de hoge verwachtingen niet worden waargemaakt, maar dat de kwaliteit van de jeugdhulp in ons land verder achteruit is gegaan en het was al niet best. Ik heb me wel eens afgevraagd hoe ons jeugdbeleid en de jeugdzorg er zou hebben uitgezien als zoals oorspronkelijk de bedoeling was de directe doorverwijzing van de huisarts naar j-ggz hulp was opgeheven en alle ouders in Nederland voor welke opvoed- of hulpvraag dan ook tot de wijkteams waren veroordeeld in een totalitair plan van staatsopvoeding dat de grondrechten van ouders en kinderen fundamenteel zou hebben aangetast, maar achteraf gezien denk ik dat het er niet veel beroerder zou hebben uitgezien dan het fiasco waar we nu met z’n allen getuige van zijn. We moeten nog even dapper volhouden, want vóór de verkiezingen zullen ze in Den Haag in ieder geval niets toegeven en naar alle waarschijnlijkheid zullen ze ook daarna nog wel een tijdje blijven ‘lachen en zwaaien’ op hun reeds zinkende zorgschip.

Sven Snijer