maandag 31 juli 2017

‘Genderneutraal’ is helemaal niet neutraal



In navolging van de gemeente Amsterdam gaan nu ook de Nederlandse Spoorwegen mensen voortaan genderneutraal aanspreken, omdat mensen die zich niet geheel man of vrouw voelen maar iets er tussenin, zich anders gekwetst en buitengesloten voelen. ‘Dames en heren’, ‘geachte meneer/ mevrouw’ wordt voortaan ‘beste mensen’, ‘beste reizigers’, ‘geachte aanwezigen’ en in brieven van de gemeente Amsterdam ‘beste bewoner’. Een aanpassing waar de transgender ‘personen’ (transgenders is ook al fout) en mensen die er een beetje tussenin zitten zich meer door erkend voelen. Het overheersende sentiment bij de voorstanders hiervan is dat niemand erbij verliest, maar dat de sekse-twijfelaars er wel bij winnen. Een vreemde redenering, omdat er talloze situaties denkbaar zijn waarbij de mensen die zich comfortabel voelen binnen hun eigen lichaam en geslacht zich moeten aanpassen aan een kleine minderheid die dat niet doet en die voor de zoveelste keer op eieren moeten lopen vanwege de gevoeligheden van een marginale groep. In het verleden was alles ‘racistisch’ of ‘seksistisch’ en nu is het ‘hokjesdenken’ waar de grote meerderheid van beschuldigd wordt.

Om hoeveel mensen gaat het?

Er zijn weinig overtuigende cijfers over hoeveel mensen precies transgender zijn of wisselend in hun gender-identiteit want volgens Movisie is één op de 250 mensen transgender (0,4 %) waarvan de meesten zijn ‘geboren in het verkeerde lichaam’, terwijl een minderheid zich zowel man als vrouw voelt, geen van beiden of de ene keer man en de andere keer vrouw. (1) Het Sociaal Cultureel Planbureau komt met andere cijfers, want volgens hen voelt 4% van de Nederlandse vrouwen en 5,7% van de mannen in Nederland zich niet thuis in het hokje ‘man’ of ‘vrouw’. (2) Uitgaande van een ruime schatting kunnen we dus stellen dat het taalgebruik in het publieke domein zal worden aangepast voor 5% van de bevolking, terwijl de overige 95% van de samenleving zich op de juiste manier aangesproken voelt zoals dat nu gaat op een perron:‘Dames en heren, de trein naar Den Helder heeft enkele minuten vertraging…’. Die vijf procent kan al iets naar beneden worden gebracht, omdat de transgenders die hun ‘transitie’ gehad hebben (voorheen ‘omgebouwd’) zich zowel psychisch als lichamelijk man óf vrouw voelen. Na de operaties zijn het innerlijk en het uiterlijk met elkaar in overeenstemming gebracht dus hier kan geen probleem meer bestaan bij het aangesproken worden met ‘meneer’ of ‘mevrouw’. Deze groep betreft echter maar een kleine 0,3%, die daadwerkelijk een transitie ondergaat of hormonen gebruikt om het lichaam ‘aan te passen’. Dan blijft een meerderheid over van die 5% die of ‘in het verkeerde lichaam’ zit of zich zowel man als vrouw voelt, of nu eens man en dan weer vrouw.

Geachte heer/mevrouw

En wat is daar het probleem mee, als je aangesproken wordt met twee geslachten in één zin? Ik kan me voorstellen dat in het verleden, toen de hele samenleving zich uitdrukte in de mannelijke vorm (de mens, ‘hij’) vrouwen zich een beetje als een verminkte afgeleide voelden van het superieure wezen genaamd ‘man’, zeker toen ze nog geen stemrecht hadden, geen studies mochten volgen en geen baan konden krijgen behalve als vroedvrouw, hulp in de huishouding of kinderoppas. Op zeker moment zijn we in de hij/zij-schrijfwijze gaan gebruiken en 'geachte meneer/mevrouw' om de inmiddels gerealiseerde emancipatie in maatschappelijke zin ook op papier te laten blijken. Maar welke transgender of tweegeslachtelijk wezen valt buiten de boot als de aanspreekvorm geachte meneer/mevrouw betreft? Voel je je zowel man als vrouw dan wordt je zelfs nog méér aangesproken dan gemiddelde mannen of vrouwen, want allebei de woorden zijn dan van toepassing en wanneer je een genderfluïde bent (soms man, soms vrouw) dan kun je je het ene moment met de term vóór de schuine streep identificeren (‘meneer’) en het andere moment met de term ná de streep (‘mevrouw’). De enige groep die zich werkelijk nergens thuis voelt en met de aanhef in twee geslachten zich toch geïsoleerd en onbegrepen blijft voelen is het miniscule deel van die 5 % dat zichzelf omschrijft als 'noch man, noch vrouw'. En daarvoor moet heel Nederland nu ‘genderneutraal’ aangesproken worden.

Pas op je taalgebruik!

Terug naar de vraag of de gemiddelde man of vrouw er minder van wordt als hij/zij aangesproken wordt met ‘mens’, ‘aanwezige’, ‘bewoner’, enz. Mijn antwoord daarop is JA, zowel in actieve als in passieve zin, omdat ik niet alleen wordt ontkend als man in mijn mannelijkheid (ik moet een ‘wezen’ zijn waar geheel toevallig een leuter aan hangt), maar ik ben sinds deze maatregel van de lokale overheid ook min of meer verplicht om ieder onbekend persoon die ik tegen kom niet langer met man of vrouw aan te spreken, zelfs niet als de mannelijkheid of de vrouwelijkheid ervan afstraalt, want onbedoeld zou ik mensen kunnen kwetsen. Een ‘stoere vent’ of een ‘flinke kerel’ heet nu ‘een persoon met iets meer dan de gemiddelde hoeveelheid mannelijk hormoon’ en een ‘lekker wijf’ is een wezen dat zich voor 99% identificeert met hetzelfde geslacht als waarmee ze geboren is, al zijn er wel eens miliseconden van twijfel als ze terugdenkt aan de experimentjes uit haar studententijd (lekker ‘ding’ is dan beter). Het is nu mijn verantwoordelijkheid geworden om, zoals Beau van Erven-Dorens het uitdrukte bij RTL-Late Night, 'mij niet te verspreken'. (3) Dat ik mij goed voel met mijn eigen geslacht net als 95% van de Nederlanders is opeens een probleem geworden, want dat mensen zich kunnen laten transitioneren of hormonaal behandelen met onze geavanceerde medische voorzieningen is kennelijk niet voldoende om zich geaccepteerd te voelen. Wij buitenstaanders, ‘gewone’ burgerlijke mannen en vrouwen, zijn nu ook verantwoordelijk voor het innerlijk en de innerlijke beleving van de ander met zijn/haar seksuele schommelingen en wisselende identificaties. Dat kan knap ingewikkeld worden. ‘Dag mevrouw, oh sorry, dat was vanmorgen begrijp ik. Excuus! Dag meneer, of  kan ik beter zeggen ‘u beiden’, ‘geen van beiden’…’gij die noch man noch vrouw zijt’ of ‘hen’ (niet te verwarren met het ‘Hen’ van Plato als hoogste metafysische eenheid) of ‘jullie’…mag dat ook? Jullie zijn tenslotte samen als man en vrouw bewoners van één lichaam…En als jullie samen weglopen (allebei een been?) mag ik dan zeggen tegen iemand die naast me zit: ‘Kijk, daar gaan zij’?

Verborgen leed in het paleis 

Het ‘Wij’ koningin der Nederlanden, zoals prinses Beatrix zichzelf noemde, krijgt retrospectief ook een heel andere betekenis. Was zij/hij haar tijd zover vooruit?! En wat weten we allemaal niet dat we eigenlijk hadden moeten weten over haar/hem! Die arme vrouw/man heeft in een gevangenis geleefd van onbegrip. En wij maar lachen en zwaaien elke koninginnendag, terwijl er onder de oppervlakte zich een drama afspeelde. Beatrix was een echte workaholic en dat is normaal gesproken een mannenprobleem, want die kunnen moeilijk over emoties praten en storten zich in het werk als ontsnapping. Had zij/hij daar last van omdat die andere kant van ‘hen’ niet begrepen werd? En toen maakte onze huidige koning Willem-Alexander (toen nog prins) het erger door in de woorden van Youp van ’t Hek met een ‘lekker wijf’ te trouwen. Wrijf het er nog maar eens in Alexander, dat je een echte ‘man’ bent! Je had een moederskindje moeten blijven, een twijfelaar, een eeuwige vrijgezel, waarvan iedereen zich na verloop van tijd zou afvragen of hij bindingsangst had of misschien van de andere kant was. Zoals met onze premier Rutte, die ook wel de hand gehad kan hebben in de nieuwste aanspreekvormen in Amsterdam en bij de NS.

Barbies en hagedismensen 

Maar, we zijn er helaas nog niet als we overstappen op genderneutraal taalgebruik en iedere voorbijganger aanspreken met ‘Dag wezen’, want er zijn natuurlijk ook mensen die zich helemaal niet identificeren met het mens-zijn. Talloze schepsels op deze aarde vinden sowieso dieren veel aardiger dan mensen (doen niemand opzettelijk kwaad = instinct), maar velen onder hen zouden daadwerkelijk een dier willen zijn. Ze laten met plastische chirurgie hun lichaam transformeren tot een kat, een hagendis of een barbiepop. Er zijn ook mensen die een spirituele eenwording zoeken met een boom, een vlinder of met Moeder aarde. Waarom moeten wij bekrompen lieden er altijd maar voetstoots vanuit gaan dat de mensensoort maatgevend is in onze samenleving? Er zijn ook mensen die zich aangetrokken voelen tot levenloze objecten en structuren, zoals een muur of een metalen plaat (objectophilia). Houden we daar wel eens rekening mee? In de aanhef van gemeentelijke brieven zou ik daarom minstens enkele toevoegingen tussen haakjes zetten voorafgaand aan de genderneutrale termen die de 0,5% gender: ‘weet niet/wisselend’ tevreden moet stellen, zodat we meteen een einde maken aan elke vorm van uitsluiting. Namens de gemeente Amsterdam wordt het dan: ‘Beste mens-dier-plant-voorwerp-planeet en universumbewoner (inclusief paralelle universums) aan deze zijde van de zwarte gaten en alles wat we mogelijk tegenkomen aan de andere kant…de huurstijging zal volgend jaar in uw wijk maximaal 3% bedragen'. Op zo’n manier krijgen we eindelijk een inclusieve samenleving en zal niemand zich nog gekwetst of buitengesloten voelen. En dan hoeven we ook nooit meer getuige te zijn van wat zich enkele jaren geleden tijdens de Uitmarkt op het museumplein afspeelde, toen Ome Willem na zoveel jaar het podium op kwam om aan al die volwassen mannen en vrouwen die destijds nog gehersenspoeld konden worden door die stigmatiserende kinder-tv te vragen of er soms nog echte jongens en meisjes aanwezig waren en iedereen enthousiast begon te roepen en te juichen.

Sven Snijer