In
navolging van de gemeente Amsterdam gaan nu ook de Nederlandse Spoorwegen mensen
voortaan genderneutraal aanspreken, omdat mensen die zich niet geheel man of
vrouw voelen maar iets er tussenin, zich anders gekwetst en buitengesloten voelen.
‘Dames en heren’, ‘geachte meneer/ mevrouw’ wordt voortaan ‘beste mensen’, ‘beste
reizigers’, ‘geachte aanwezigen’ en in brieven van de gemeente Amsterdam ‘beste
bewoner’. Een aanpassing waar de transgender ‘personen’ (transgenders is ook al
fout) en mensen die er een beetje tussenin zitten zich meer door erkend voelen.
Het overheersende sentiment bij de voorstanders hiervan is dat niemand erbij
verliest, maar dat de sekse-twijfelaars er wel bij winnen. Een vreemde redenering,
omdat er talloze situaties denkbaar zijn waarbij de mensen die zich comfortabel
voelen binnen hun eigen lichaam en geslacht zich moeten aanpassen aan een kleine
minderheid die dat niet doet en die voor de zoveelste keer op eieren moeten
lopen vanwege de gevoeligheden van een marginale groep. In het verleden was
alles ‘racistisch’ of ‘seksistisch’ en nu is het ‘hokjesdenken’ waar de grote
meerderheid van beschuldigd wordt.
Om hoeveel mensen gaat het?
Er
zijn weinig overtuigende cijfers over hoeveel mensen precies transgender zijn of wisselend in hun gender-identiteit want volgens Movisie is één op de 250
mensen transgender (0,4 %) waarvan de
meesten zijn ‘geboren in het verkeerde lichaam’, terwijl een minderheid zich zowel
man als vrouw voelt, geen van beiden of de ene keer man en de andere keer vrouw.
(1) Het Sociaal Cultureel Planbureau komt met andere cijfers, want volgens hen voelt
4% van de Nederlandse vrouwen en 5,7% van de mannen in Nederland zich niet
thuis in het hokje ‘man’ of ‘vrouw’. (2) Uitgaande van een ruime schatting kunnen
we dus stellen dat het taalgebruik in het publieke domein zal worden aangepast voor
5% van de bevolking, terwijl de overige 95% van de samenleving zich op de
juiste manier aangesproken voelt zoals dat nu gaat op een perron:‘Dames en
heren, de trein naar Den Helder heeft enkele minuten vertraging…’. Die vijf
procent kan al iets naar beneden worden gebracht, omdat de transgenders die hun ‘transitie’ gehad hebben (voorheen ‘omgebouwd’)
zich zowel psychisch als lichamelijk man óf vrouw voelen. Na de operaties zijn
het innerlijk en het uiterlijk met elkaar in overeenstemming gebracht dus hier kan geen
probleem meer bestaan bij het aangesproken worden met ‘meneer’ of ‘mevrouw’.
Deze groep betreft echter maar een kleine 0,3%, die daadwerkelijk een transitie
ondergaat of hormonen gebruikt om het lichaam ‘aan te passen’. Dan blijft een
meerderheid over van die 5% die of ‘in het verkeerde lichaam’ zit of zich
zowel man als vrouw voelt, of nu eens man en dan weer vrouw.
Geachte heer/mevrouw
En wat is daar het
probleem mee, als je aangesproken wordt met twee geslachten in één zin? Ik
kan me voorstellen dat in het verleden, toen de hele samenleving zich uitdrukte
in de mannelijke vorm (de mens, ‘hij’) vrouwen zich een beetje als een
verminkte afgeleide voelden van het superieure wezen genaamd ‘man’, zeker toen
ze nog geen stemrecht hadden, geen studies mochten volgen en geen baan konden krijgen behalve als vroedvrouw, hulp in de huishouding of kinderoppas. Op zeker moment zijn we in de hij/zij-schrijfwijze gaan
gebruiken en 'geachte meneer/mevrouw' om de inmiddels gerealiseerde emancipatie
in maatschappelijke zin ook op papier te laten blijken. Maar welke transgender
of tweegeslachtelijk wezen valt buiten de boot als de aanspreekvorm geachte
meneer/mevrouw betreft? Voel je je zowel man als vrouw dan wordt je zelfs nog méér
aangesproken dan gemiddelde mannen of vrouwen, want allebei de woorden zijn dan van
toepassing en wanneer je een genderfluïde
bent (soms man, soms vrouw) dan kun je je het ene moment met de term vóór de
schuine streep identificeren (‘meneer’) en het andere moment met de term ná de
streep (‘mevrouw’). De enige groep die zich werkelijk nergens thuis voelt en
met de aanhef in twee geslachten zich toch geïsoleerd en onbegrepen blijft voelen is
het miniscule deel van die 5 % dat zichzelf omschrijft als 'noch man, noch
vrouw'. En daarvoor moet heel Nederland nu ‘genderneutraal’ aangesproken worden.
Pas op je taalgebruik!
Terug naar de vraag of de gemiddelde man of vrouw er minder van wordt als hij/zij
aangesproken wordt met ‘mens’, ‘aanwezige’, ‘bewoner’, enz. Mijn antwoord
daarop is JA, zowel in actieve als in passieve zin, omdat ik niet alleen wordt
ontkend als man in mijn mannelijkheid (ik moet een ‘wezen’ zijn waar geheel toevallig een leuter aan hangt), maar ik ben
sinds deze maatregel van de lokale overheid ook min of meer verplicht om ieder onbekend
persoon die ik tegen kom niet langer met man of vrouw aan te spreken, zelfs niet
als de mannelijkheid of de vrouwelijkheid ervan afstraalt, want onbedoeld zou
ik mensen kunnen kwetsen. Een ‘stoere vent’ of een ‘flinke kerel’ heet nu ‘een
persoon met iets meer dan de gemiddelde hoeveelheid mannelijk hormoon’ en een ‘lekker
wijf’ is een wezen dat zich voor 99% identificeert met hetzelfde geslacht als
waarmee ze geboren is, al zijn er wel eens miliseconden van twijfel als ze
terugdenkt aan de experimentjes uit haar studententijd (lekker ‘ding’ is dan
beter). Het is nu mijn verantwoordelijkheid geworden om, zoals Beau van
Erven-Dorens het uitdrukte bij RTL-Late Night, 'mij niet te verspreken'. (3) Dat ik mij goed voel met mijn eigen geslacht net als 95% van de
Nederlanders is opeens een probleem geworden, want dat mensen zich kunnen laten
transitioneren of hormonaal behandelen met onze geavanceerde medische voorzieningen
is kennelijk niet voldoende om zich geaccepteerd te voelen. Wij buitenstaanders, ‘gewone’
burgerlijke mannen en vrouwen, zijn nu ook verantwoordelijk voor het innerlijk en de
innerlijke beleving van de ander met zijn/haar seksuele schommelingen en wisselende identificaties. Dat kan knap ingewikkeld worden. ‘Dag
mevrouw, oh sorry, dat was vanmorgen begrijp ik. Excuus! Dag meneer,
of kan ik beter zeggen ‘u beiden’, ‘geen
van beiden’…’gij die noch man noch vrouw zijt’ of ‘hen’ (niet te verwarren met
het ‘Hen’ van Plato als hoogste metafysische eenheid) of ‘jullie’…mag dat ook?
Jullie zijn tenslotte samen als man en vrouw bewoners van één lichaam…En als
jullie samen weglopen (allebei een been?) mag ik dan zeggen tegen iemand die
naast me zit: ‘Kijk, daar gaan zij’?
Verborgen leed in het paleis
Het
‘Wij’ koningin der Nederlanden, zoals prinses Beatrix zichzelf noemde, krijgt retrospectief
ook een heel andere betekenis. Was zij/hij haar tijd zover
vooruit?! En wat weten we allemaal niet dat we eigenlijk hadden moeten weten over haar/hem! Die arme
vrouw/man heeft in een gevangenis geleefd van onbegrip. En wij maar lachen en
zwaaien elke koninginnendag, terwijl er onder de oppervlakte zich een drama
afspeelde. Beatrix was een echte workaholic en dat is normaal gesproken een
mannenprobleem, want die kunnen moeilijk over emoties praten en storten zich in
het werk als ontsnapping. Had zij/hij daar last van omdat die andere kant van ‘hen’
niet begrepen werd? En toen maakte onze huidige koning Willem-Alexander (toen
nog prins) het erger door in de woorden van Youp van ’t Hek met een ‘lekker
wijf’ te trouwen. Wrijf het er nog maar eens in Alexander, dat je een echte ‘man’
bent! Je had een moederskindje moeten blijven, een twijfelaar, een eeuwige
vrijgezel, waarvan iedereen zich na verloop van tijd zou afvragen of hij
bindingsangst had of misschien van de andere kant was. Zoals met onze premier
Rutte, die ook wel de hand gehad kan hebben in de nieuwste aanspreekvormen in
Amsterdam en bij de NS.
Barbies en hagedismensen
Maar,
we zijn er helaas nog niet als we overstappen op genderneutraal taalgebruik en
iedere voorbijganger aanspreken met ‘Dag wezen’, want er zijn natuurlijk ook
mensen die zich helemaal niet identificeren met het mens-zijn. Talloze
schepsels op deze aarde vinden sowieso dieren veel aardiger dan mensen (doen
niemand opzettelijk kwaad = instinct), maar velen onder hen zouden
daadwerkelijk een dier willen zijn. Ze laten met plastische chirurgie hun
lichaam transformeren tot een kat, een hagendis of een barbiepop. Er zijn ook
mensen die een spirituele eenwording zoeken met een boom, een vlinder of met
Moeder aarde. Waarom moeten wij bekrompen lieden er altijd maar voetstoots
vanuit gaan dat de mensensoort maatgevend is in onze samenleving? Er zijn ook
mensen die zich aangetrokken voelen tot levenloze objecten en structuren, zoals
een muur of een metalen plaat (objectophilia).
Houden we daar wel eens rekening mee? In de aanhef van gemeentelijke brieven zou
ik daarom minstens enkele toevoegingen tussen haakjes zetten voorafgaand aan de
genderneutrale termen die de 0,5% gender: ‘weet niet/wisselend’ tevreden moet
stellen, zodat we meteen een einde maken aan elke vorm van uitsluiting. Namens de gemeente Amsterdam wordt het dan: ‘Beste
mens-dier-plant-voorwerp-planeet en universumbewoner (inclusief paralelle
universums) aan deze zijde van de zwarte gaten en alles wat we mogelijk tegenkomen aan de
andere kant…de huurstijging zal volgend jaar in uw wijk maximaal 3% bedragen'. Op zo’n manier krijgen we eindelijk een inclusieve
samenleving en zal niemand zich nog gekwetst of buitengesloten voelen. En dan hoeven we ook nooit meer getuige te zijn van wat zich enkele jaren geleden tijdens de Uitmarkt op het museumplein afspeelde, toen Ome Willem na zoveel jaar het podium op kwam om aan al die volwassen mannen en vrouwen die destijds nog gehersenspoeld konden worden door die stigmatiserende kinder-tv te vragen of er soms nog echte jongens en meisjes aanwezig waren en iedereen enthousiast begon te roepen en te juichen.
Sven Snijer