De
huidige stand van zaken bij het doorverwijzen naar j-ggz hulp door huisartsen
is dat het ‘Perspectiefplan’ dat huisartsen en/of mensen van het Ouder- en Kindteam
met ouders moesten invullen van de baan is. Wel volgen er nog gesprekken tussen
gemeenten en huisartsen/jeugdartsen om de samenwerking met de OKT’s te
verbeteren. Een plan van de gemeente om zich in verregaande mate te bemoeien
met zorgtrajecten lijkt voorlopig tegengehouden, maar we weten dat de hoge
zorgkosten vroeger of later zullen leiden tot manipulaties door gemeenten op
dit gebied en ouders dienen daarom alert te blijven op eventuele
ontwikkelingen. De wijkteams die de spil vormen van de Transitie zijn geen
publiekstrekkers gebleken en daarom moet er vanuit de gemeente alles aan gedaan
worden om ouders en kinderen erheen te loodsen, zonder dat de indruk wordt
gewekt van dwang of inperking van vrijheden.
Wat was er aan
de hand?
Naar
de wens van het vorige kabinet moesten de gemeenten de jeugdhulp effectiever gaan
organiseren en speerpunt daarbij was het bezuinigen op j-ggz. Omdat de
rechtstreekse doorverwijzing door de huisarts naar specialistische hulp
gegarandeerd wordt door de jeugdwet (1) probeerde de gemeente Amsterdam om
tenminste invloed te krijgen op het proces van doorverwijzen (wat ook al niet
zuiver is omdat rechtstreekse doorverwijzing geen enkele gemeentelijke bemoeienis inhoudt) in de hoop dat
huisartsen bij complexe gezinsproblematiek niet enkel een ggz-verwijzing zouden
uitschrijven, maar ouders eerst met hun kind naar het wijkteam sturen.
‘Verbazing en
ongenoegen’
De brief van wethouder Simone Kukenheim over de ‘nieuwe werkwijze specialistische jeugdhulp’ (2) waarin wordt gesproken over het aangeven van ‘intensiteiten’ en het opstellen van een ‘perspectiefplan’ door huisartsen bij doorverwijzing naar verschillende vormen van hulpverlening kwam over alsof het een voldongen feit betrof en schoot daarom de Huisartsenkring Amsterdam/Almere in het verkeerde keelgat.
“De gemeente
Amsterdam wil u door middel van deze brief informeren over de nieuwe werkwijze
specialistische jeugdhulp vanaf 1 januari 2018. Ook bevat de brief uitleg over
wat er voor u als huisarts verandert. ”
Behalve
dat het plan wrevel wekte door haar van bovenaf opgelegde karakter, had de Huisartsenkring
ook de nodige inhoudelijke bezwaren. Het eerste bezwaar betrof de wens van de
gemeente dat huisartsen bij iedere doorverwijzing een SPI aangeven; Segment,
Profiel en Intensiteit. Daar bovenop zou in geval van complexe
gezinsproblematiek nog eens een perspectief-plan moeten worden ingevuld dat de
hele sociale kaart van het gezin omvat. Een enorm tijd en geld verslindende
bureaucratische procedure die naar de mening van de huisartsen in strijd is met
de rechtstreekse doorverwijzing.
Segmentering van
de hulpvragen
De
segmentering van jeugdhulp is verdeeld in drie categorieën; A, B en C. Segment
A is lichte opvoedhulp of weerbaarheidstraining voor het kind, gegeven door het
wijkteam. Segment B betreft psychiatrische problematiek waarbij de huisarts een
inschatting moet maken van de ernst/zwaarte ervan en hoeveel behandelingen
ongeveer nodig zullen zijn. Segment C is complexe gezinsproblematiek zoals
schulden, werkloosheid, relatieproblemen bij ouders en natuurlijk ook
kindermishandeling, maar dat staat er niet expliciet bij. Wel vermeldt een
alinea in het eerste gedeelte van de brief: “En als ouders tijdelijk niet in
staat zijn om zelfstandig, of met behulp van hun sociale netwerk of
professionals, de veiligheid van hun kind te waarborgen komen de
jeugdbescherming, Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming in beeld.” (3)
Diagnostiek door
specialist
De
bezwaren van de Huisartsenkring gingen voornamelijk over de bureaucratische
werkwijze en de onmogelijkheid om van tevoren te kunnen voorspellen hoe lang
een j-ggz traject zal duren. ‘Dat is inherent aan problematiek jeugd GGZ. Een
goede diagnostiek wordt belemmerd als er te vroeg ingekaderd wordt.’ Daarnaast
zou de nieuwe werkwijze niet-medische taken bij de huisartsen leggen, die niet
zijn opgeleid om de zeer algemene doelen te bepalen die de gemeente wil
behalen. Tenslotte gaven de huisartsen aan dat het opstellen van een
perspectiefplan geen taak is voor de huisarts en dat het te belastend zou zijn
voor een gezin om hierin te participeren, omdat het veel beter door een j-ggz
specialist kan worden gedaan. Pas na de diagnostiek en het opstellen van het behandelplan
zou het contact met het Ouder Kind Team weer in beeld komen.
Deze
bezwaren werden door de wethouder niet licht opgevat en het perspectiefplan
kwam te vervallen. Een grote geruststelling voor ouders, omdat op die manier
wordt voorkomen dat ggz-problematiek kan worden getransformeerd tot een
‘sociaal probleem’ door het wijkteam (besparen!) dat vervolgens een Eigen
Kracht Centrale bijeenroept voor gezinsondersteuning vanuit het eigen netwerk,
waarbij jan en alleman zich met het gezin gaat bemoeien terwijl Keesje gewoon
autisme heeft.(4) Om nog maar te zwijgen van de ‘drang & dwang’ die kan
worden opgelegd als de sociale probleemduiding door ouders niet wordt
geaccepteerd en zij tot hulpaanvaarding worden gedwongen onder dreiging van
kinderbeschermingsmaatregelen.
Sara Stegen @Stegen23 Vrije verwijzing is een recht. Niemand hoort op de
stoel van een arts te gaan zitten. Ik zie nu al dat wijkteams vertragend werken
op de hulpvraag en dat als ouders niet meewerken dat wijkteams dreigen met vt
melding of procedures vertragen.
Wijkteams alleen
voor lichte hulp
In
de benadering van de huisartsen moet de manier van doorverwijzen precies
omgekeerd verlopen ten opzichte van hoe de wethouder het beoogde. Niet bij
complexe problematiek eerst naar het wijkteam doorverwijzen, zodat de
beoordeling van de gezinssituatie en de ggz-problematiek gelijktijdig onder hun
regie komen, maar enkel de lichte hulpvragen doorsturen naar het wijkteam (ook
niet aan te bevelen, want ze maken daar van een mug een olifant) en de
specialistische hulp meteen indiceren wanneer dat nodig is. Stella Zonneveld, huisarts en
voorzitter Huisartsenkring Amsterdam Almere (HKA) schrijft op Medisch Contact over
het perspectief-plan (5) bij complexe gezinsproblematiek:
“Hoewel het hier om slechts een deel van de kinderen gaat, vinden we ook
hier niet dat de huisarts zelf een ingewikkeld perspectief-plan moet opstellen
of moet laten opstellen door een ouder- en kindadviseur. We juichen een
integrale aanpak toe, maar vinden dat de behandelaar bij de intake een integraal
plan moet opstellen en dat er geen vertraging in het proces van behandeling
moet optreden.”
Een misverstand?
Na
het artikel ‘Staatsbemoeienis met zorgtrajecten’ kwam van verschillende kanten het
bericht dat de rechtstreekse doorverwijzing gehandhaafd blijft en voorlopig is
dat zo, maar we moeten ons hierdoor niet in de luren laten leggen. ‘De vos verliest wel zijn haren, maar
niet zijn streken. Al in 2013 waren ze bezig om toegang tot specialistische
hulp aan allerlei voorwaarden te verbinden, zoals in Overijssel, waar enkel nog
een indicatie werd afgegeven na een Eigen Kracht Conferentie.
#vjc2013 “In Overijssel geeft Bureau #jeugdzorg enkel nog indicatie na @eigenkracht conferentie. Ziet men dit als het ideaal?”
(Prof.
dr. Robert R.J.M. Vermeiren (1968) is hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie
aan het LUMC, hoogleraar forensische jeugdpsychiatrie aan de VU en directeur
Patiëntenzorg van Curium-LUMC.)
Ik
heb de overschatting van de mogelijkheden van zo’n EKC en de misrekening en
naïviteit van de overheid op dit gebied beschreven in het artikel ‘Jeugdzorg
als gedecentraliseerde puinhoop’.(6) Dat de jeugdhulp veel goedkoper zou worden
door de inzet van vrijwilligers, zodat jeugdzorgprofessionals en
ggz-specialisten minder nodig zouden zijn was een mythe waar ze graag in wilden
geloven. Als ze middels een integrale aanpak ouders ‘in hun kracht’ zouden
zetten’ en hen de ‘eigen regie’ teruggeven zouden alle (financiële) problemen
verdwijnen als sneeuw voor de zon. Hoe dit soort van ‘besparing’ van tijd en geld
er in de praktijk uitziet onthult Anabel in ‘Veenbranden, leven van problemen’:
“Jeugdzorg vindt haar bestaansrecht in kinderen waar problemen mee zijn.
Of, vaker, ouders die niet in staat zijn hun kind goed te verzorgen en op te
voeden, zodat er problemen met het kind ontstaan. En eenmaal in hun greep,
worden kosten noch moeite gespaard om deze ouders te begeleiden. Vaak
noodzakelijk en prima, maar ze gaan door als dat eigenlijk niet nodig is.
Ze bemoeien zich werkelijk met alles in zo’n gezin. Willen echt alles
weten. Alles onder het motto van het belang van het kind.(…) Moeder heeft in het verleden
psychische problemen gehad en dus wordt vergaderd, gepraat, vergaderd en nog
veel meer gepraat. Een stuk of zeven instanties zitten dan aan tafel en die
willen allemaal zich ergens mee bemoeien.(…) En alles is goed, dus worden er
steeds meer mogelijke problemen bedacht. De enige waar ze helemaal geen
aandacht aan schenken is het kind zelf! De vader wordt er woedend van maar weet
niet hoe hij het moet stoppen.” (7)
‘De dreigende beleidsklucht’
Voor de
Decentralisatie werd door jeugdzorgkenner René Clarijs al aangegeven dat de
jeugdzorgsector er een handje van heeft om alles wat innovatief is en jeugdzorg
deels overbodig zou kunnen maken te integreren in het bestaande hulpaanbod. ‘De
sector kapselt de innovatie in en zij wordt kalt
gestellt. De huidige, geïnstitutionaliseerde jeugdzorg heeft geen belang
bij innovatie.’(8) Nu is de grap dat er in de jeugdzorg onder gemeentelijke
regie niets is veranderd aan die werkwijze of mentaliteit. Het zijn nog steeds
dezelfde organisaties met nieuwe namen die op deze manier te werk gaan. Sterker
nog, de wijkteams die in de plaats moesten komen van het oude Bureau Jeugdzorg
hebben de werkwijze van haar overgenomen en liggen in dezelfde spagaat bij de
tegenstelling ‘zorg & veiligheid’ of het dilemma ‘sociaal probleem - ggz-probleem’.
De wijkteams hebben in drie jaar tijd op geen enkele manier aangetoond een
beter inschattingsvermogen te hebben dan de vroegere jeugdzorgmedewerkers,
klantvriendelijker te zijn of daadkrachtiger wanneer het nodig is. De
rechtspositie van ouders is nog even onduidelijk als voorheen (het ‘grijze
gebied’) en daarom blunderen ze vrolijk verder.
Rechtspositie versterken geeft
vertrouwen
Het gevolg
is dat vroeg of laat de ggz-hulp toch weer de zwarte piet krijgt toegespeeld, omdat
het met geen mogelijkheid voor te stellen is dat de zogenaamd ‘vrijwillige’
hulp effectiever zal worden en minder bedreigend voor ouders die ver weg willen
blijven van jeugdzorg. De gemeenten zullen toch ergens het geld vandaan moeten
halen dat met ineffectief en cliënt-onvriendelijk handelen verspild wordt.
Bovengenoemde René Clarijs was overigens wél een voorstander van het blokkeren
van de directe doorverwijzing naar j-ggz door de huisarts, omdat hij voorzag
dat anders de hele transitie zou mislukken. Daar heeft hij natuurlijk gelijk in
gekregen, maar zijn neo-marxistisch aandoende utopieën over hoe het dan anders
moet, kan ik niet onderschrijven. Gelukkig hebben we hem alleen nodig voor de probleemanalyse,
want de oplossingen zullen we op de eerste plaats moeten zoeken in het
juridische domein: rechtspositie van ouders verstevigen en ze betere
voorlichting geven over de mogelijke hulptrajecten los van de standaard-interventies
onder jeugdzorg-‘drang’, omdat anders alle hoopvolle vernieuwingen in het
sociale domein volstrekt kansloos zullen zijn. Het is jammer om te
constateren dat men na zoveel jaar nog steeds niet wil toegeven dat er meer aan
de hand was dan ‘verkokering’, ‘bureaucratie’ en ‘gescheiden financiële
stromen’ die een betere jeugdhulp in de weg stonden. Het was en is nog altijd
de verrotte jeugdzorgcultuur -in het vrijwillige en in het gedwongen kader- die
de hele machine peperduur, ineffectief en om moedeloos van te worden maakt. Anders
doorverwijzen zal daar echt niets aan veranderen.
Sven Snijer
(1)Art2.6, 1e lid, onder g, Jeugdwet directe
verwijzingsmogelijkheid door huisarts/specialist/jeugdarts https://vng.nl//files/vng/201502_factsheet_besluit_na_huisarts.pdf
(2)Brief Kukenheim, 20 juni 2017 https://amsterdam-almere.lhv.nl/actueel/nieuws/hka-vraagt-gemeente-nieuwe-werkwijze-specialistische-jeugdzorg-niet-te-voeren
(3)Indicatie en verwijzing
(4)Eigen Kracht als probleemgeneralisatie
(5)Medisch Contact https://amsterdam-almere.lhv.nl/actueel/nieuws/hka-vraagt-gemeente-nieuwe-werkwijze-specialistische-jeugdzorg-niet-te-voeren
(6) Jeugdzorg als gedecentraliseerde puinhoop http://svensnijer-essays.blogspot.nl/2016/10/jeugdzorg-als-gedecentraliseerde.html
(7)‘Veenbranden, leven van problemen’ http://www.heerenveensecourant.nl/nieuws/60590/veenbranden-leven-van-problemen/
(8) ‘De dreigende beleidsklucht van de transitie
jeugdzorg’