zondag 8 november 2015

De halve waarheid in het islamdebat - deel 2



‘..a time in wich not only leaders of Islamism but also mainstream Islamic leaders, Western scholars, some journalists, and many others impose limits on what is permissible to think and say about Islam en Islamism..’
                                                                                               Bassam Tibi                                     

In het eerste deel van dit artikel heb ik geprobeerd uiteen te zetten waarom ik in grote lijnen de meeste islamcritici kan volgen, maar niet altijd in hun specifieke argumentaties, noch in hun extreme focus op de begintijd van de islam ten nadele van de gehele islamitische geschiedenis met haar talrijke culturele, wetenschappelijke en mystieke bloeiperioden, omdat ze met die houding onbewust de beeldvorming volgen van de jihadisten die zich eveneens baseren op de vroege islam, met negatie van de islamitische geschiedenis. Ze maken zich in spiegelbeeld beiden aan hetzelfde schuldig, maar dit punt vraagt nadere uitleg.  

Nog erger dan eenzijdige islamkritiek is de houding van de links-liberale elite in Europa die denkt met haar á priori morele gelijk elke vorm van kritiek op de islam van de hand te wijzen als ‘fascistisch’ of ‘racistisch’, wat vooral een uiting lijkt te zijn van het nog onverwerkte Europese oorlogsverleden. Om niet terug te vallen op de fascistische erfenis van het verleden via extreem-rechts, sluit men de ogen voor de fascistische en antisemitische elementen in de politieke islam en verguist haar critici, om zodoende op termijn de volgende Holocaust mogelijk te maken. 


Naar aanleiding van de discussie bij Buitenhof (1) heb ik me verder verdiept in de ideeën van Wim van Rooy middels diverse interviews. Zijn boek ‘Waar men niet over spreekt’ heb ik nog niet gelezen, maar uit de interviews door de jaren heen komt een goed beeld naar voren van hoe hij denkt over de islam. Zijn sympathie gaat weliswaar uit naar hervormers en liberale denkers in de islamitische wereld, maar omdat deze vaak te weinig weerklank vinden in eigen kring en in Europa vaak worden weggezet als onruststokers en provocateurs heeft hij hun ideeën niet tot leidend principe gemaakt in zijn eigen visie. En dat is jammer, omdat weinig weerklank vinden geen goed argument is om aan de logica te ontsnappen van denkers als Tibi. Naar mijn idee wordt door Van Rooy de islam als traditie geweld aangedaan en het christendom onnodig positief geportretteerd (wat ik van atheïsten helemaal slecht kan verdragen) en om die reden neem ik het woord geschiedvervalsing in de mond, hoewel ik het met zeker tachtig procent van zijn islamkritiek eens ben, zowel in culturele als in ideologische zin.

Het heetste hangijzer

Waar het westen en de in het westen wonende moslims beiden mee geconfronteerd worden, is een groeiend besef van de uitgebleven ontmythologisering van het geloof in de islamitische wereld. In het westen is de wetenschap opgerukt ten nadele van de kerk, die één voor één haar geloofswaarheden en dogma’s zag sneuvelen met als uiteindelijk gevolg de door kennis bekrachtigde geëmancipeerde burgers die de kerk verlieten, niet van plan om onbewijsbare geloofszaken en de macht van de kerk nog langer hun leven te laten domineren. De fout van het westen was te denken dat nieuwkomers vanzelf in dat spoor zouden volgen en met name politiek links heeft dat gedacht. Door de sociaal-economische inbedding van moslimmigranten in onze samenleving, die werd overgoten met een multicultureel sausje, zou hun afhankelijkheid van religieuze ideologie vanzelf minder worden. Ze zouden vreedzaam kunnen samenleven met christenen, humanisten, atheïsten of zelfs hun geloof vaarwel zeggen. Maar dat pakte heel anders uit. Geloofsafval is het heetste hangijzer in het hele islamdebat en je hoort politiek links er vrijwel nooit over. In de islam kwam de moderne wetenschap als een ‘product’ binnen, een technisch vernuft en niet als een bevrijding van dogma’s . Op geen enkel moment kwamen de islamitische geloofswaarheden in gevaar, want die strijd werd gevoerd in Europa.

Verdraaiing van de traditie

De huidige generatie moslimjongeren in Europa wordt tegen de verwachting in juist méér religieus en niet minder, wat een behoorlijke misrekening is, want de gevolgen daarvan blijven niet uit. De invloed op jonge moslims komt vaak uit de hoek van het islamisme/jihadisme (traditionele imams klagen dat jongeren de geschriften volgens ‘doe-het-zelf-principe’ verkeerd interpreteren) en zet ze actief op tegen westerse waarden en democratische principes. Dit is met name een probleem, omdat politici het verschil niet begrijpen tussen de traditionele islam en het islamisme, waardoor ze zijn gaan geloven dat het islamisme/salafisme een soort ‘revival’ is van de islam. Zoals Tibi heeft aangetoond gaat het om iets heel anders; een volkomen verdraaiing van de traditie, met verstrekkende gevolgen voor de veiligheid van Europa en de VS. De beweging is vooral moeilijk te bestrijden, omdat ze gebruik maken van de gezaghebbende teksten over het leven van de profeet zoals te vinden in de Hadith van Bukhari. Als radicale moslims (islamisten) daarmee schermen, over bijvoorbeeld het ter dood brengen van afvalligen, dan kunnen de zogenaamd gematigde moslims (traditionele moslims) daar weinig tegen inbrengen. Ten eerste omdat ze de meeste teksten niet kennen, want de feitelijke inhoud van de geschriften werd eeuwenlang overgelaten aan de theologen en juristen en ten tweede, omdat ze wordt wijsgemaakt dat de latere toevoegingen aan de islam door islamisten, een voortzetting zijn van de traditie en dus legitiem.

Khalid Yasin

Gewone moslims komen in een vreemde spagaat van aan de ene kant het geweld en de intolerante passages in hun religieuze teksten te willen omzeilen of  ‘in de historisch context’ te plaatsen, terwijl ze aan de andere kant als gelovigen worden aangemoedigd de profeet, die als voorbeeldig rolmodel geldt, in alles na te volgen. Voor de gemiddelde moslim die is opgegroeid met een volkomen geïdealiseerd beeld van de profeet zijn veel bronteksten waar ze niet eerder kennis van hebben genomen erg schokkend. Daar komt bij dat ook veel teksten en verhalen die ze wel kennen, in het licht van de moderne tijd met veel minder waardering worden uitgelegd dan in de eigen traditie die zonder meer uitging van het onbetwijfelbare ‘ware geloof’, waarin voor elk moeilijk aspect wel een vrome verklaring was verzonnen. 

Dat zien we in hedendaagse prediking van iemand als Khalid Yasin, die heel populair is onder moslimjongeren wereldwijd, die vertelt dat gewone mensen de ‘wijsheid van Allah niet kunnen begrijpen’ toen hij Mohammed gebood met een zesjarige te trouwen. De profeet was vierenvijftig en Aisha was negen toen hij voor het eerst gemeenschap met haar had. (2) Vanuit de theologie van de islam is het bijzonder moeilijk om het te veroordelen, want deze persoon bracht de boodschap van God, dus kon het niet verkeerd zijn. Een conclusie die volgt uit een onbewijsbare aanname, namelijk dat de Koran het woord van God is. De geloofswaarheid zit het rationele verstand, de goede smaak en de moderne rechten van de mens in menig opzicht in de weg. Ook de historische relativering dat kindbruidjes vaker voorkwamen in die tijd biedt hier geen uitkomst, want als boodschapper van God en ‘beste mens die ooit bestaan heeft’ had Mohammed, die wel met andere kwalijke praktijken afrekende in de toenmalige Arabische cultuur (zoals het levend begraven van pasgeboren meisjes) ook best een einde kunnen maken aan dit gebruik.

'Gematigde islamisten'

Het punt dat Wim van Rooy en veel andere islamcritici willen maken is dat culturele en religieuze vooroordelen en taboes de emancipatie en integratie van moslims in het westen tegenhouden en dat is voor een groot deel terecht. Maar ze vermengen helaas het probleem van de open godsdienstkritiek die in de islamitische wereld nooit mogelijk was, met de politieke islam en haar beïnvloeding van moslimjongeren in Europa en de VS (en wereldwijd). Door deze zaken niet uit elkaar te houden, de broodnodige verlichting voor de islam door rationaliteit toe te passen op geloofszaken en de toenemende invloed van een totalitaire en bewerkte islamitische ideologie op het westerse politieke bestel, wordt de islam als geheel verkeerd voorgesteld. Het gevaar daarbij is dat juist de ontwikkelde, geïntegreerde en succesvolle moslims in het westen worden buitengesloten en de minder ontwikkelde moslims sneller zullen radicaliseren en bijvoorbeeld naar Syrië afreizen. De slordigheid in het analyseren van de politieke islam en het weigeren te doorzien dat de ‘gematigde islamisten’ een verborgen agenda hebben, ook al doen ze zich modern en verdraagzaam voor, maakt dat rechtse krachten in de samenleving steeds feller tekeer gaan tegen de historische Mohammed aan wie de jihadisten zich zo graag spiegelen. Hoezeer er ook een direct verband bestaat tussen hun terreurdaden en passages uit de traditie, het is een associatief en gefabriceerd verband , omdat het niet wordt ondersteund door de traditie.

Drie islamperioden

Voor een eerlijk islamdebat moeten we de historische werkelijkheid onderkennen dat de islam ook heeft bijgedragen aan de wetenschap, filosofie, kunst, architectuur, literatuur, mystiek, muziek, medische kennis, enz. En dat kan niet afkomstig zijn van godsdienstwaanzinnige barbaren. De islam was in beginsel een weinig ontwikkelde cultuur, maar is in de loop van eeuwen zichzelf overstegen (en haar stichter) door een synthese van de islamcultuur met de kennis, tradities, politieke en bestuurlijke kwaliteiten van de door hen veroverde volken. Er zijn drie islamperioden die we kunnen onderscheiden:

1 Mohammed en de Arabische expansie (eerste honderd jaar)
2. Middeleeuwse ‘brede islam’ (traditie).
3. Koloniale islam en postkoloniale tijd met groeiend extremisme en politieke islam.

Om met het derde punt te beginnen, de koloniale en postkoloniale tijd is voor moslims alleen maar pijnlijk, omdat in die periode de islam in verval raakte en er nooit meer van hersteld is. De tweede periode stemt overeen met hoe veel moslims hun eigen geloof en cultuur graag zien, een brede islam die stabiel was en die veel verscheidenheid kende, zowel in volkeren, talen, culturen als geloofsrichtingen (binnen de islam) en met redelijk goede betrekkingen met christenen en joden in verschillende bloeiperioden, met name in het Arabisch Spanje. De eerste periode is voor gemiddelde moslims een idyllisch sprookje, de ideale tijd toen de profeet leefde en de mensen die hem goed gekend hadden. De begintijd is ‘heilige geschiedenis’, maar heeft vanuit cultureel standpunt weinig te bieden. Alle grote prestaties van de islam zijn van de latere tijd en daarvoor heeft ze veel invloeden van andere culturen overgenomen. Deze ‘geïmporteerde invloeden’ is waar islamisten zich met name tegen verzetten en dit vormt de basis van hun antiwesterse houding. Voor islamisten is enkel de begintijd van belang en alles wat daarna kwam is verdacht, want dat gaf niet-islamitische invloeden. De oplossing van de politieke islam voor de wereldwijde crisis in de islam (als gevolg van met name de laatste driehonderd jaar neergang door westerse wetenschappelijke en militaire suprematie) is de ‘islamitische oplossing’, wat in de praktijk zoveel betekent als nog dieper wegzinken in het moeras van de achterlijkheid.

Het religieus-mythologisch paradigma

Ze verwerpen de tijd waarin de islam nog verschillende grote wetenschappers kende, beroemde mystici, bekwame chirurgen en architecten, wiskundigen en astronomen en idealiseren een beginnende geloofsgemeenschap in het zevende eeuwse Arabië. De feitelijke reden voor de crisis in de wereld van de islam, te weinig wetenschap en burgerrechten, versterken ze juist door hun regressieve geweldverheerlijking en monolithische geloofsbeleving. Hier moeten islamcritici juist niet in meegaan als ze de islam bespreken, want ze kunnen beter jonge moslims voorhouden dat hun eigen traditie anders is dan dat, breder, rijker en toleranter. Inhakken op de profeet Mohammed zet naar mijn idee weinig zoden aan de dijk om de ontmythologisering te bewerkstelligen voor een religie die op collectief niveau nog leeft in een religieus-mythologisch paradigma en niet in een wetenschappelijk-individueel georiënteerd wereldbeeld zoals dat van de westerse samenleving. Dat het centrale probleem voor de islam de moeizame omgang met de moderniteit is, daar zijn de meeste islamcritici het wel over eens, maar naar mijn idee is het eerder hun grenzeloze ergernis over de houding van de politiek-culturele elite in het westen die ze ertoe aanzet de islam met dwang te willen moderniseren (door harde woorden en schokkende onthullingen) dan een redelijk streven naar verlichting en emancipatie voor moslims. Want voordat ik dat laatste kan geloven, moeten ze eerst afstand doen van de belachelijk positieve waardering van het christendom als ‘beschaafde religie, met humaniteit en eigen verantwoordelijkheid’ alsof al het goede van de mens intrinsiek in dat geloof te vinden zou zijn (volgens Van Rooy in de bronteksten).

Gedwongen tot bescheidenheid

De eveneens uit Syrië afkomstige filosoof Sadiq Jalal Al-Azm heeft reeds in de jaren zestig een vernietigend essay geschreven over hoe het christendom door het verlies van haar dominante positie als gevolg van de wetenschappelijke opmars wel gedwongen was tot een houding van bescheidenheid, maar dat ze er niet om gevraagd had en het ook niet zonder slag of stoot had aanvaard. (3) In werkelijkheid was de christelijke gang naar de moderniteit een smadelijke nederlaag en een pathetisch gebeuren, waarbij zij zolang mogelijk probeerde vast te houden aan zekerheden die reeds door de wetenschappelijke onderzoekingen onderuit waren gehaald. En de hardvochtigheid van de katholieke kerk tegenover katharen, bogomielen en protestanten (die naar de Nederlanden vluchtten) mag als algemeen bekend worden verondersteld voor wie enige historische kennis heeft. Als we daarbij de pogroms optellen tegen joden in het christelijke Polen en de uitroeiing van joden door het op christelijke waarden gebouwde nazi-Duitsland en het algemeen aanwezige antisemitisme in Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten voor de oorlog (autofabrikant Henry Ford was een fanatieke  antisemiet) dan mag wel duidelijk zijn dat totalitair denken onze eigen cultuur ook niet vreemd is, maar dat gelukkig de rede en de menselijke waardigheid het voorlopig hebben gewonnen.
  
Gelijke behandeling

In plaats van scheve vergelijkingen te maken tussen religies zou ik er liever voor pleiten moslims de kans te geven de rationaliteit te integreren in hun geloof (voor zover ratio niet per definitie strijdig is met openbaringsgeloof) en ze niet anders te behandelen dan christenen in dat opzicht. Het is vreemd dat moslims door islamcritici aan de letterlijke inhoud van hun geschriften worden gehouden, terwijl ze bij christenen wel toestaan dat dezen een middenweg bewandelen tussen geloof en rationaliteit. Geloven dat Jezus de Zoon van God is, maar wetenschappelijk twijfelen aan de bewering dat hij over het water zou hebben gelopen. (Ik ben het met de dieptepsycholoog Carl Gustav Jung eens dat er kraak noch smaak zit aan het ontmythologiseerde christendom, maar het gaat hier in de eerste plaats om gelijke behandeling.) Dat willen de islamcritici in de regel de islam niet gunnen, omdat ze van mening zijn dat de islam zich niet netjes laat inpassen in het pluralistische model, maar vast blijft houden aan haar alleenrecht op de waarheid. En dat vermengen ze bovendien met de politieke islam en haar specifieke bedoelingen. Op deze manier komen we nooit uit de verwarring.

De jeugd heeft de toekomst...

De ontmythologisering is één ding, waarbij vooral wetenschappelijk onderwijs van belang is (wij moeten dus nooit toegeven aan ‘kwetsbare gevoelens’ van moslims rond het thema Holocaust) en de andere uitdaging die daar betrekkelijk los van staat, is de politieke islam die traditionele religieuze concepten versterkt en vervormt voor haar eigen doeleinden. Deze beiden zaken worden maar met moeite herkend en uit elkaar gehouden. Het gevolg daarvan is dat er kinderen van ‘gematigde moslims’ in de straten van Amsterdam West staan te juichen na de aanslag op de Twin Towers in New York (9-11) en de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs. De politiek-correcte elite die het onderscheid tussen islam en islamisme weigert te maken (of het gewoon niet begrijpt) blijft hardop roepen dat de islam vrede is en dat er overal wel een paar rotte appels gevonden worden. Een totale negatie van de onderliggende structuur waarmee het internationale terrorisme van de islam ideologisch is vormgegeven. Hoewel deze groep volgens Tibi maar drie tot tien procent van het totale aantal moslimgelovigen uitmaakt wereldwijd, hebben ze veel invloed omdat ze goed georganiseerd zijn in hun internationale oriëntatie. Hij waarschuwt al jaren in diverse publicaties dat de islamisten Europa op het oog hebben. Het feit dat dit niet door de politieke leiders wordt erkend, maar dat het wordt gezien als een zoveelste variant van dit ‘cultureel diverse geloof’ zorgt ervoor dat de islamcritici vervallen tot de methode van de islamisten en de islam verklaren tot één homogeen geheel waar niets goeds in te ontdekken valt. Net zoals politiek links er niets kwaads in kan ontdekken.

Sven Snijer



(2)Hoe pijnlijk dit soort zaken zijn in de moderne tijd, blijkt wel uit het feit dat verschillende moslimgeleerden van vandaag uit alle macht proberen de leeftijd van Aisha (en haar eerste geslachtsdaad) op te schroeven tot twaalf of zelfs negentien jaar, daarbij de gezaghebbende Hadith van Bukhari die negen jaar aangeeft passerend en zich te verlaten op minder betrouwbare Hadith of zelfs eigen Hadith samen te stellen.

(3)’De valsheid van het westerse christelijke denken van deze tijd’, Sadiq Jalal Al-Azm, 1969.