Hoe
vaak hoor ik mensen die misstanden in de jeugdzorg aan de kaak willen stellen niet
beweren dat er ‘meer naar kinderen moet worden geluisterd’. Het is sympathiek
bedoeld, in de veronderstelling dat er fundamenteel iets zal veranderen als
niet langer over de hoofden van kinderen heen geregeerd wordt, maar strategisch
is het een grote blunder om deze insteek te kiezen. Wie meent dat het in het
belang van kinderen is om bij jeugdzorgorganisaties en beleidsmakers formuleringen
als ‘beter luisteren naar kinderen’ of ‘het kind centraal stellen’ naar voren
te brengen als oplossing voor de falende hulpverlening, schiet in zijn eigen voet.
Simpelweg omdat je daarmee de taal spreekt van je vijand. Het is een grote
misvatting dat jeugdzorgmensen en ouders uiteindelijk allemaal hetzelfde doel
voor ogen hebben, het zorgen dat kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien.
Normale ouders willen dat hun kinderen veilig en gezond opgroeien, maar
jeugdbeschermers willen ten eerste een boterham verdienen met het werk dat ze
doen (het is gewoon werk ja) en ten tweede dat er naar ze geluisterd wordt. Naar
hen geluisterd wordt en niet naar het
kind. Het welzijn van het kind is niet de eerste prioriteit van de
jeugdbeschermer, maar de wachtlijsten of de caseload waar ze mee rondlopen, de jeugdzorgmanager
die ze in de nek hijgt om productie te draaien i.p.v. maatwerk, de teamleider
die juridische dwang verkiest boven een menselijke benadering, de
jeugdzorgbestuurder die de reputatie van de organisatie belangrijker vind dan
transparantie, de tuchtrechtprocedure waar ze als een aal in een emmer snot
onderuit proberen te komen, GGZ-professionals buitensluiten omdat ze liever
zelf dokteren of speculeren over de psychische gesteldheid van kind en ouders, enz.
Was het maar waar dat ouders en jeugdbeschermers hetzelfde doel hadden!
Is de stem van het
kind authentiek?
“Meer
naar kinderen luisteren”…. Is het de mensen die dat blijven roepen wel eens
opgevallen dat juist bij alle zaken van ouderverstoting de stem van kinderen
zwaar beïnvloed wordt door de kwaadwillende ouder die de andere ouder uit het
leven van het kind wil wegsnijden? De stem van het kind is in dit soort zaken
en in vele vergelijkbare situaties juist een hoogst onbetrouwbare
informatiebron en wordt juist door jeugdbeschermers met graagte aangegrepen om
hun juridische dwangmiddelen mee te legitimeren.(1) Het kind zijn/haar verhaal
laten doen tegen de gezinsvoogd, de bijzonder curator, de rechter, de orthopedagoog,
de zedenpolitie, de leraar op school, enz, enz, en in de meeste gevallen komt
er geen echte kinderpsycholoog die een diepgaand integraal onderzoek doet aan
te pas. De strategie van jeugdzorgwerkers en ouders met een wrok naar hun ex
berust juist op het verzamelen van zoveel mogelijk belastend materiaal uit de
mond van de kinderen. Niemand die weet of het ook de authentieke stem is van
het kind of aangeleerde beschuldigingen afkomstig van ‘de hand die voedt’. Ik wil ervoor pleiten om minder naar kinderen te luisteren en meer te kijken naar
concrete gezinssituaties, concrete gedragingen en competenties van ouders,
tegenover een stapel losse en vaak tegenstrijdige beweringen uit een kindermond.
Als er werkelijk professioneel onderzoek wordt gedaan naar het welzijn van
het kind, lichamelijk, emotioneel en mentaal, los van de situatiegebondenheid waar
het kind zijn of haar verhaal op afstemt, dan mag er van mij beter naar het
kind geluisterd worden, maar iedereen die jeugdzorg kent weet dat dat toch niet
gaat gebeuren. Het zou dan ook verstandig zijn te stoppen met het gebruiken van
een terminologie die de tegenpartij in de kaart speelt.
De kindermelkers
Iedereen
die zijn brood verdient met het helpen van kinderen (met of zonder de ouders)
zal op de eerste plaats in een kind-kretologie uitdrukken. De stem van het
kind, het belang van het kind, de wens van het kind, de wijsheid van het kind (New
Age-variant), de rechten van het kind, het vergeten kind, de toekomst van het
kind, de veiligheid van het kind, het behartigen van het kind (belang), het beschermen
van het kind, de participatie van het kind (politieke brainwash) en zo kunnen
we nog wel even doorgaan. (2) Waarom zou je als ouder, die in de ogen van de
hele jeugdzorgketen (die allemaal eten uit dezelfde ruif) niet meer
vertegenwoordigt dan een biologisch en ‘egoïstisch’ eigenbelang, je aansluiten
bij de jubelende reidans van de kindermelkers? Er wordt daarmee juist een
contraproductief effect bereikt, omdat mensen in de jeugdzorgketen ieder begrip
dat ouders hanteren een heel andere betekenis toekennen dan zij zelf doen. Het
belang van het kind staat voor de kinderredders diametraal tegenover het
belang van ouders of zelfs het recht van het kind op ouders. (3) Ik heb in voorgaande artikelen reeds gezegd dat de
verandering van ‘jeugdzorg’ naar ‘jeugdbescherming’ niet slechts een
naamsverandering betreft. De benaming Veilig Thuis is ook niet toevallig gekozen, omdat bij iedere naamgeving door ouders aan het tegendeel moet worden gedacht. Veilig Thuis
impliceert dat het thuis bijzonder onveilig is zonder de jeugdzorgwerkers en de
Gecertificeerde Instelling, zoals ze zich zo keurig noemt, komt wel degelijk
over de drempel om het kind te beschermen tegen het gevaar dat de ouders vormen.
Waar zijn kinderen
eigenlijk veilig?
Om
dan ook maar gelijk de hand in eigen boezem te steken, als beheerder van de
blog Dark horse Essays ben ik zijdelings betrokken bij het samenwerkingsverband
tussen Dark horse/ SOS-jeugdzorg en Jeugdbescherming Regio Amsterdam. Het
platform waarop deze samenwerking tot stand komt, het met elkaar in gesprek brengen
van ouders en jeugdbeschermers draagt de titel ‘Ieder kind veilig’. Een vraag
die dan bij mij opkomt is: ”Waarom niet ieder kind gelukkig?” Of ieder
gezin gelukkig? De nadruk op veiligheid is een regelrechte obsessie geworden in
de politiek en jeugdhulpverlening en impliceert dat ouders een gevaar vormen
voor hun kroost. Immers, de instantie heet niet ‘Veilig op School’ en laat dat
nou net de plek zijn waar mijn dochter
gevaar liep acht jaar geleden toen ze seksueel geïntimideerd werd op een heel
kwetsbare leeftijd. (4) Vreemd genoeg kreeg de school geen grondig onderzoek,
maar moest ons gezin negen maanden door een hel gaan om onder de verdenking van
kindermishandeling/misbruik door ouders uit te komen. ‘Ieder kind veilig’?
Goed, maar maak dan de hele samenleving tot verdachte en wantrouw iedere
plaats, instantie, school, ziekenhuis, sportvereniging, etc, waar kinderen zich
begeven. Als we het specifiek over gezinnen hebben en kinderen in de thuissituatie,
moet het uitgangspunt een gelukkig kind zijn en een warme familieband. Een
gelukkig gezin als hoeksteen van de samenleving, want we weten uit talloze
onderzoeken dat kinderen uit stabiele gezinnen de meeste kans hebben om later een
geslaagd en gelukkig leven te gaan leiden. Van je ouders neem je bewust en
onbewust de meeste dingen over in je persoonlijkheidsvorming (ook nog genetisch
zodat die context niet mag ontbreken), dus de absurde nadruk van onze overheid op
het werven van nog meer pleegouders en het inrichten van meer gezinshuizen om
kinderen ergens anders te plaatsen dan thuis, mag als een regelrechte aanslag
worden beschouwd op de toekomst van onze jeugd.
Recht op
gezinsleven?
Nu
besef ik dat men de tegenwerping kan maken dat het kinderbelang ook het recht
op gezinsleven omvat en dat daar verdragsartikelen aan gekoppeld zijn (EVRM 8),
maar daar breng ik weer tegenin dat jeugdzorg en de politiek zich daar helemaal
niets van aantrekken. De beeldvorming bepaalt de uitkomst van de meeste jeugdzorgzaken
en de terminologie die wordt gebruikt veroorzaakt de beeldvorming. In plaats
van vruchteloos te blijven hameren op het belang dat kinderen hebben bij
contact met hun ouders, wil ik voorstellen om de nadruk te leggen op wie er
allemaal belang hebben bij kinderen. Wie verdienen het meeste geld aan kinderen?
Want dat zijn de mensen die, op grond van het feit dat kinderen de juridische
molen van jeugdzorg nog niet begrijpen, zich het ‘belang van het kind’ en de ‘stem
van het kind’ toe-eigenen, omdat hun professionaliteit (professie = hun
boterham) suggereert dat zij dit kinderbelang beter en vooral onbaatzuchtiger
zullen behartigen dan de ouders. (5) Als ouders spreken over de stem of het
belang van het kind, is hetzelfde als spreken over hoe gevaarlijk ze zelf zijn
(of de andere ouder is) voor het kind. Het is een vicieuze cirkel die niet kan
worden doorbroken, want hoe men ook tegenover jeugdzorg staat, de
veronderstelling dat het kind het centrale thema is en niet het integrale
gezinsleven, zet de ouders automatisch in een verdachte hoek. Een kind kun je uit
een gevaarlijke situatie weghalen, terwijl een gezin blijft waar ze is. Een
gezin laten floreren vraagt een compleet andere benadering dan een kind veilig
stellen of ‘naar een kind luisteren’, want dat is voor de jeugdbeschermers één
pot nat. Gezinnen integrale hulp bieden van hoge kwaliteit is nog altijd het grote manco in de jeugdzorg en het ontbreken daarvan geeft de sociaal werkers van jeugdzorg niet alleen een juridisch voordeel, omdat zij daarmee automatisch de 'deskundige' zijn van het kindbelang, maar door het ontbreken van feitenonderzoek bij de vermeende ontwikkelingsbedreiging van het kind is het tegelijkertijd een mooie afdekking van falende hulpverlening.
Sven Snijer