zondag 27 november 2011

Salvador Dali - een biografie




              'Het enige verschil tussen een gek en mij, is dat ik niet gek ben'

Zijn jeugd

Op 11 mei 1904 wordt de Spaanse schilder Salvador Dali geboren in het plaatsje Figueras in de provincie Catalonië als zoon van een notaris. Drie jaar voor zijn geboorte is een oudere broer gestorven die ook Salvador heette. Hierdoor wordt hij als kind ontzettend verwend door zijn moeder. Hoewel hij zich door haar graag in de watten laat leggen lijkt het wel of hij altijd aandacht tekort komt. Al op jonge leeftijd blijkt zijn belangstelling voor de schilderkunst. Een beroep waar zijn vader niet heel enthousiast over is, maar hij is vastbesloten zijn eigen weg te gaan. Mede door zijn eigenzinnigheid zal hij de meest absurdistische, surrealistische en mystieke schilder van zijn tijd worden.

In zijn jeugd laat Salvador een aantal vreemde gedragingen zien die deels samen hangen met het overlijden van zijn oudere broer, maar die ook hun oorsprong lijken te hebben in het eigenaardige karakter van de jongen zelf. In zijn eigen geschriften vermeldt hij een aantal eigenaardige en stuitende dingen die hij deed in zijn vroege jeugd. Zo duwt hij als vijfjarige zonder reden een ander jongetje van een brug vier meter naar beneden op de rotsen. Hierna rent hij naar huis om het aan zijn ouders te vertellen. Ook bijt hij een vleermuis de kop af nadat hij het diertje eerst heel lang heeft geknuffeld. Als hij zes jaar is geeft hij plotseling zijn jongere zusje van drie die op de grond rond kruipt een flinke schop tegen haar hoofd. Een andere keer striemt hij met een harde borstel midden in het gezicht van de dokter die zijn zusje haar oren wil onderzoeken. De arme man jankt van de pijn. 

Op zijn zestiende laat hij zich op school met opzet van een hoge trap naar beneden vallen waarbij hij gewond raakt. Vier dagen daarna doet hij hetzelfde en daarna nog eens. De krijsende gil die hij laat horen voordat hij zich laat vallen doet zijn schoolkameraden huiveren. Kenmerkend voor deze gedragingen is dat hij in plaats van een schuldgevoel juist een intense en extatische vreugde ervaart. Als deze jeugdige gedragingen in samenhang worden gezien met zijn latere extreme en impulsieve gedragingen (zoals het vernielen van een etalage in New York waar zijn kunst wordt tentoongesteld) lijkt een hedendaagse diagnose als ADHD niet onwaarschijnlijk. En mogelijk is dat niet het enige waar hij last van heeft. Hij zal later niet toevallig zijn visionaire manier van schilderen omschrijven als de ‘paranoïde kritische methode’.

Wat het leven van Dali als mens en als kunstenaar zo apart maakt is dat de impulsiviteit en buitensporigheid van zijn karakter zich paart aan een ongekend schilderstalent en een buitengewone gave voor het verkrijgen van publiciteit middels zijn excentrieke gedrag. In zijn eigen land -nog voor zijn echte roem in Parijs begint- is hij al een opvallende persoonlijkheid. Zo wordt hij vanwege zijn eigenzinnige mening en zijn kritiek op de docenten van de kunstacademie van Madrid weggestuurd.

“Mijn verlangen om voortdurend en systematisch het tegenovergestelde te doen van wat ieder ander doet, zet mij aan tot buitensporigheden, waarmee ik me al snel van een waarlijke populariteit verzeker in de artistieke milieus van Madrid.”

Zijn vader

Dali is in alles extreem en dit zet ook de relatie met zijn vader onder druk, die hij dwangmatig probeert voorbij te streven. Zijn vader is een redelijk onafhankelijke man die in het katholieke Spanje niet naar de kerk gaat, maar in plaats daarvan zijn liberale en atheïstische boeken leest, zoals die van Nietzsche. Dali wil veel verder gaan in het ‘vrijdenken’ dan zijn vader en dat geeft botsingen. 

“Ik werd verbannen omdat ik té zorgvuldig en met een té letterlijke volgzaamheid de atheïstische en anarchistische lessen bestudeerd had in de boeken van mijn vader, die niet kon dulden dat ik hem in alles evenaarde en, vooral, dat mijn blasfemie nog veel bijtender was dan de zijne.” 

De echte problemen tussen hen beginnen op het moment dat hij van de kunstacademie wordt verwijderd. Hij weigert een examenopdracht over de schilder Rafael, omdat hij vindt dat hij 'zoveel weet' van Rafael dat hij zijn drie leraren niet in staat acht om hem hierover te examineren! Het is voor zijn vader die zelf ook een kunstliefhebber is pijnlijk om te zien hoe zijn zoon op die manier zijn kansen vergooit. Hoewel zijn vader veel van hem accepteert zal het toch tot een breuk komen met zijn zoon op het moment dat Dali gaat samenwonen met Gala, een gescheiden vrouw. Dali ontmoet zijn toekomstige vrouw voor het eerst op een bijeenkomst van surrealisten als ze nog getrouwd is met Paul Eluard. Ze voelen zich tot elkaar aangetrokken op een mysterieuze en onvermijdelijke manier. Niet lang na hun ontmoeting verlaat Gala haar echtgenoot en wordt de vrouw van Dali. Zijn vader die hier fel op tegen is, ontzegd hem hierop de toegang tot zijn huis.


De Surrealisten 

In 1929 als Dali vijfentwintig jaar is, treedt hij in Parijs toe tot de Surrealisten, een literaire en kunstzinnige beweging rond André Breton. De surrealisten streven naar maatschappelijke vernieuwing door in hun kunstuitingen de nadruk te leggen op de irrationaliteit en het onbewuste. Er heerst na de eerste wereldoorlog bij veel intellectuelen teleurstelling over de vooruitgangsidealen die gebaseerd waren op rationaliteit. De surrealisten willen in hun werk het onderbewuste laten spreken, de vrije associaties van de droomtoestand weergeven (invloed van Freud) zonder logica of moreel oordeel. Ze willen de kwaliteit van de menselijke ervaring verbeteren op het persoonlijke, sociale, culturele of politieke vlak door vrij te breken van beperkende gewoonten en structuren. De surrealistische kunst brengt voorwerpen die niet bij elkaar horen in één voorstelling bijeen, of plaats ze in vreemde verhoudingen of volgorde, om ‘onlogische en wonderlijke effecten’ teweeg te brengen. Dali sluit zich bij hen aan omdat hij gelooft dat ze in staat zijn de mens te bevrijden van ‘de tirannie van de praktische en rationele wereld’.

Het surrealisme is voor zijn ontwikkeling van groot belang omdat hij daarin alles kwijt kan wat hij aan inspirerende en krankzinnige ideeën met zich mee draagt. Zo vastbesloten als hij eens was om zijn vaders atheïsme naar de kroon te steken, zo zet hij zich er nu obsessief toe aan om de meest surrealistische surrealist te worden die de wereld ooit gezien heeft. Hoewel de surrealisten eerst blij met hem zijn, merken ze al gauw dat Dali binnen de beweging zijn eigen leventje gaat leiden. Hij streeft er heimelijk naar de beweging over te nemen, maar gaat geen directe confrontatie aan met Breton. Wel doet hij zijn best om deze zoveel mogelijk te irriteren door moedwillig politieke figuren te verwerken in zijn kunst (Hitler, Lenin, enz) die voor Dali zelf volstrekt geen politieke, maar louter surrealistische betekenis hebben. Hiermee stelt hij zich op kunstzinnige wijze boven de andere surrealisten, die allemaal direct of indirect, ook een politiek en maatschappelijk engagement hebben. Dali wil zich hier niet door laten beperken en staat graag op Bretons politiek correcte (marxistische) tenen door eindeloos over Hitlers’ weke ruggenvlees te spreken.  

Breuk met Surrealisten 

Ondanks dat hij meer dan eens te ver lijkt te zijn gegaan in zijn provocaties naar Breton weet Dali verscheidene moties van wantrouwen te overleven, niet in de laatste plaats vanwege zijn enorme succes als schilder. Hij brengt de surrealisten veel publiciteit en dankzij hem krijgt het surrealisme veel nieuwe impulsen. Langzaam maar zeker raakt hij ervan overtuigd dat niemand van de surrealisten zo ver wil gaan als hij en dat als gevolg hiervan geen van hen tot echt sublieme ervaringen kan komen. Hij drijft zijn provocaties tot het uiterste door en wordt uiteindelijk uit de groep gezet. Over het surrealisme zegt hij later: 

” Het surrealisme dat ben ik! En ik geloof daaraan, want ik ben de enige die er mee door gaat. Ik heb niets verloochend, nee, ik heb juist alles opnieuw bevestigd, gesublimeerd, gehierarchiseerd, gerationaliseerd, gedematerialiseerd en vergeestelijkt. Mijn huidige nucleaire mysticisme is slechts de vrucht, geïnspireerd door de Heilige geest, van de demonische en surrealistische ervaringen uit het begin van mijn leven.”  

New York 

Na zijn breuk met de surrealisten gaan Dali en Gala naar New York waar ze acht jaar blijven. Dali heeft er veel succes en krijgt veel opdrachten. Hij maakt er achttien grote schilderijen waaronder Christoffel Columbus, de Hallucinogene Toreador en het Laatste Avondmaal. In 1949 keert hij terug naar Europa om zich  definitief te vestigen in zijn geboorteplaats Figueras. Hij zal vanaf dan een leven leiden waarbij hij afwisselend in de openbaarheid verschijnt om de show stelen in New York en Parijs en periodes waarin hij in alle rust kan schilderen in zijn eigen huis. Vanaf 1960 tot 1974 werkt hij aan zijn eigen Dali-museum in Figueras dat ook fungeert als theater. Naast het schilderen houdt hij zich bezig met beelden, objecten, juwelen, interieurs, decors voor theaterstukken en vele andere zaken waar hij zijn veelzijdige creativiteit mee kan uitleven. 

In 1982 vindt de meest aangrijpende gebeurtenis in het leven van Dali plaats als zijn vrouw Gala Diakonoff op 89 jarige leeftijd overlijdt. Vanaf dat moment gaat het snel achteruit met hem. Als eerste doet hij een zelfmoordpoging door ‘uitdroging’. (Volgens één van zijn speciale theorieën kan iemand hiermee later weer tot leven worden gewekt) Het resultaat is dat hij zijn verdere leven geen vast voedsel meer kan doorslikken en door een sonde gevoed moet worden. Een andere keer verbrandt hij bijna levend doordat zijn nachthemd vlam vat, na een kortsluiting van het belletje naast zijn ziekbed waar hij voortdurend mee zit te spelen. Na de dood van zijn vrouw is Dali niet meer in staat noemenswaardige kunst te maken. Op 23 januari 1989 sterft hij aan een hartstilstand. Hij laat zijn gehele werk na aan de Spaanse staat. 

Zijn werk 

Dali was in zijn persoonlijk leven net als in zijn kunstwerken volkomen surrealistisch. Hij haalde zoveel dwaze toeren uit dat men zich soms afvroeg of hij gek was of dat hij een uitgekookte campagne voerde om meer geld te kunnen verdienen. Gezien zijn openlijke liefdesverklaring aan ‘goud en dollars’ is dat laatste zeker een deel van de waarheid. Maar Dali was niet gek. Met alles had hij een bedoeling en achter veel van zijn absurdistische ideeën zat een duidelijke strategie. Hij was behalve een excentriek en aandachtsbehoeftig mens, ook een doelgericht persoon die lang van tevoren wist waar hij wilde uitkomen. Het belangrijkste doel van zijn theatrale optredens was om te laten zien dat hij zich niet wenste te beperken tot de voorgeschreven regels van een bepaalde kunststroming. 

Universaliteit 

Voor hem ging het surrealisme niet alleen over het onbewuste, zoals bij Breton en de anderen, maar breidde het zich uit tot het gehele universum. Het omvatte ook wiskunde, atoomenergie, natuurmystiek, alles wat ‘eetbaar’ is, mode, uitvindingen, bloemen, erotiek en nog veel meer. Zijn zelfpresentatie vormde zo sterk een geheel met zijn schilderkunst dat het haast belachelijk is de twee te willen scheiden, zoals sommigen wilden doen die niet van zijn zelfingenomenheid gecharmeerd waren. Ook in zijn boeken en de interviews die hij heeft gegeven komt de ‘echte’ Dali naar voren. Alles wat hij schildert, ontwerpt, schrijft of zegt vormt één geheel. En alles, hoe absurd ook, heeft op de één of andere manier betekenis in zijn Daliaanse kosmologie.

“Het schilderaspect is bij mij het minst belangrijke. Waar het om gaat is de nagenoeg keizerlijke structuur van mijn genie. De schilderkunst is niet meer dan een oneindig klein gedeelte van dat genie. Ik druk me, zoals je weet uit door middel van juwelen, bloemperken, tuinen, erotiek, mysticisme.”

Hij was niet zomaar een exponent van het surrealisme. Eerder was het surrealisme een opstapje naar de wereld van het ‘goddelijke zwijn’ Salvador Dali. Om deze wereld aanschouwelijk te maken deed hij de meest uitzonderlijke dingen. Zo kwam hij voor een lezing aan de Sorbonne over ‘het kantwerkstertje van Vermeer en de Rinocheros’ aangereden in een rolls royce overdekt met duizend bloemkolen. In Rome kroop hij uit een kubistisch ei en hield een vlammende redevoering in het latijn. In Nice kondigde hij aan een film te willen maken over een vrouw die verliefd wordt op een kruiwagen. In Parijs hield hij na een lange optocht met een brood van vijftien meter dwars door de stad een hysterische toespraak over Heisenbergs’ kosmische lijm. In Londen verklaarde hij dat hij en Gala de incarnatie zijn van Castor en Pollux. “Gala en ik, wij zijn de kinderen van Jupiter”. In New York stapte hij in een gouden ruimtepak in een doorzichtige kogel, de ‘nieuwe manier van voortbewegen’. 

Naast zijn absurde gedragingen, heeft Dali ook serieuze pogingen gedaan om zijn ideeën over kunst over te brengen op de latere generaties. In zijn boek ‘Vijftig gereedschappen voor magisch vakmanschap’ zet hij uiteen wat de beste manier is om realistisch te schilderen. Hij neemt in het boek ook een schema op met een cijferbeoordeling van bekende schilders van vroeger tot nu. Ze worden beoordeeld op vakmanschap, originaliteit, inspiratie, ontwerp, genialiteit, mysterie, authenticiteit, enz. Hoog in deze lijst scoren Da Vinci, Velasquez, Vermeer en Rafael, terwijl Manet, Meissonier en Mondriaan zéér laag uitkomen. 

Dali heeft altijd gezegd dat hij ‘fotografisch’ wilde schilderen. Hij probeerde het visionaire beeld in zijn hoofd zo getrouw mogelijk op het doek over te brengen, alsof hij er een foto van had gemaakt. Met de ‘paranoïde kritische methode’ wilde hij het irrationele concreet en echt maken.

“Heel mijn eerzucht op het gebied van de schilderkunst, bestaat daarin om de voorstellingen van de concrete irrationaliteit met de heerzuchtigste nauwkeurigheid tastbaar te maken…voorstellingen die voorlopig noch door logische beschouwing, noch door rationele mechanismen zijn te verklaren of daartoe te reduceren.” 

“Ik geloof in magie, die uiteindelijk eenvoudig bestaat uit het vermogen de fantasie in de werkelijkheid te concretiseren. Onze overgemechaniseerde tijd onderschat de mogelijkheden van de irrationele fantasie, die weliswaar niet praktisch lijkt maar toch aan het begin staat van al deze ontdekkingen… " 

Tegen moderne kunst 

Dali wordt later in zijn leven een steeds hartstochtelijker voorstander van de klassieke kunst uit de renaissance. En gelijktijdig hiermee een fel tegenstander van de moderne kunst van zijn eigen tijd. Hij verklaart dat het zijn taak is de ware kunst te redden (Salvador = Redder) en de moderne kunst te vernietigen. Zijn werken worden langzamerhand steeds klassieker, katholieker, mystieker en toch blijven ze door en door surrealistisch. In het werk van Salvador Dali zijn traditie en moderniteit op een perfecte manier tot een synthese gekomen. Geest en Materie, geloof en wetenschap, hardheid en zachtheid, alles vormt een zuiver gedifferentieerde en harmonische eenheid.  

Critici 

Kunstcritici weten vaak niet goed wat ze met Dali aan moeten. Zijn terugkeer naar de vroegere kunst, zijn uitstoting uit de surrealistische beweging, het uitweiden over zijn mystieke visioenen, zijn weigering geëngageerd te zijn of politiek stelling te nemen en tal van andere zaken die hem tot een cultureel ‘incorrecte’ figuur maken zouden genoeg moeten zijn om hem als kunstenaar van belang af te schrijven. Het probleem voor deze critici is echter dat Dali wel degelijk vernieuwing brengt op veel gebieden, ondanks zijn halsstarrige conservatieve en vervelende mystieke ideeën waar de postmoderne cultuur van die dagen zo graag vanaf wil. Dali is een vreemde mengeling van de meest hallucinerende subjectiviteit die in alle materie alleen maar geest ziet, alsook van een absolutistische objectiviteit die alleen gelooft in dingen die hij kan eten en zaken die wetenschappelijk zijn bewezen.

Hij irriteert de culturele elite in levensbeschouwelijke zin door in het ‘irrationele’ juist een hogere intelligentie te zien die terugvoert naar de mystici uit het verleden, alsook door zijn geloof in harde wetenschap die eveneens de opponent is van het existentialistische klimaat dat de individuele waardebepaling van de mens hooguit wil verankeren in sociaal-politieke  theorieën. Maar ze kunnen zijn genialiteit niet negeren en ondanks dat veel van de dingen die hij zegt en doet de culturele elite niet aanstaat, kunnen ze niet om zijn genie en vakmanschap heen. Bovendien is het onmogelijk om iemand te negeren die zo verschrikkelijk de aandacht op zichzelf blijft vestigen in de media als Salvador Dali!

Spirituele betekenis van Salvador Dali


Dali had een bijzonder relatie met zijn vrouw, want zij was de eerste die zijn volledige potentieel begreep en hem ervan doordrong dat hij groter was dan de surrealistische beweging. Ze vertelde hem dat er in deze zogenaamd revolutionaire beweging uiteindelijk net zoveel bemoeizucht en bekrompenheid heerste als in de burgerlijke maatschappij waar ze uit wilden ontsnappen. Dali en Gala waren een spirituele twee-eenheid en met haar als zijn muze, zijn ‘godin van de overwinning’, werd zijn kunst spiritueel klassiek.

“Gala heeft me van al mijn angsten genezen. Die aanvallen van waanzinnig lachen, die morbide stemmingen, zij maakte er een einde aan. Zij heeft mijn dwalingen tot klassieke vormen herleid en gesublimeerd. En het classicisme heeft me van de waanzin gered”

“Met de intuïtie van een medium had ze precies begrepen wat mijn voor iedereen zo onverklaarbare lachen betekende. Ze wist dat mijn lachen geheel en al verschillend was van het gebruikelijke ‘vrolijke’ gelach. Nee, mijn lachen was niet sceptisch; het was maniakaal. Mijn gelach was niet oppervlakkig; het was ineenstorting, afgrond, ontsteltenis. En van alle schrikaanjagende lachbuien die ze al van mij had gehoord, was deze tegelijk speciaal voor haar en de meest catastrofale, degene waarmee ik mij van de grootste hoogte naar beneden aan haar voeten wierp! Ze zei:‘Mijn kleine jongen! We zullen elkaar nooit meer verlaten.” 

Wat opvalt in de psyche van Dali is dat hij samen met zijn meesterschap over het irrationele, ook altijd in staat is geweest het leven zuiver rationeel te benaderen. Niet voor niets was hij geïnteresseerd in de nieuwste wetenschappelijke ontdekkingen. Hij verweet andere kunstenaars zwakte en onvolledigheid, omdat voor hen alléén het irrationele bestond. 

“Ik was niet van plan me te onderwerpen aan het irrationele ter wille van het irrationele, aan het narcistische en passieve irrationalisme zoals dat door de anderen beoefend werd, nee, volstrekt het tegenovergestelde zou ik doen, ik zou vechten voor de ‘overwinning van het irrationele’. Intussen lieten mijn vrienden zich overrompelen door het irrationele, ze bezweken zoals zoveel anderen, Nietzsche incluis, aan deze romantische zwakheid” 

Hij klinkt bijna platonisch als hij spreekt over een ‘weten’ dat de mens aangeboren is: 

“Dat het totale weten in ons gelegd is, daar twijfel ik niet een seconde aan. We zoeken niets wat niet reeds onder de koepel van de geest ligt besloten, en we zouden wiskunde noch Chinees kunnen leren wanneer de exacte wetenschappen en de talen niet reeds door onze slapende wateren zweefden”. 

Vóór alles kwam de spiritualiteit van Dali tot uiting in de veelomvattendheid van zijn benadering en zijn categorische weigering om iets te kiezen boven iets anders. Hij was een scheppend genie die voor zijn inspiratie het hele universum gebruikte en die van iedere serieuze mening van anderen bewust een karikatuur maakte, om het overzicht niet te verliezen over het grotere geheel. Hij deed zijn uiterste best om nooit iemand anders te worden dan Dali en om het transcendentale karakter van die missie goed te benadrukken, sprak hij in dat verband veel over de ‘Goddelijke Dali’. 

“Ik wil de verborgen krachten en wetten der dingen zien en begrijpen om ze te beheersen. Ik heb de geniale ingeving dat ik beschik over een buitengewoon wapen om tot de kern van de waarheid door te dringen: het mysticisme, oftewel de diepgaande intuïtie van dat wat is, de directe communicatie met het algehele, het absolute visioen door de genade van de waarheid, door de genade van God” 

Hij sprak steeds explicieter over de betekenis van zijn kunst en van het leven. Waar hij in zijn surrealistische tijd een verborgen betekenis in zijn werken vermoedde, heeft hij zich later bekeerd tot de openlijke mystieke beleving. Hij beseft dan dat zijn werk de voortzetting is van eeuwenoude tradities en een expressie van de ‘eeuwige wijsheid’. 

“De erotiek, de hallucinogene drugs, de atoomwetenschap, de gotische architectuur van Gaudi, mijn liefde voor goud – dat alles laat zich onder een gemeenschappelijke noemer brengen: God is alom aanwezig. Hetzelfde wonder heerst in het hart aller dingen en alle wegen leiden tot dezelfde openbaring: wij zijn kinderen van god en het gehele universum is gemaakt ter vervolmaking van de mens.” 



Citaten:

“Elke morgen als ik wakker wordt, ervaar ik een bijzondere verrukking…: de verrukking Salvador Dali te zijn, en in vervoering vraag ik me af wat hij vandaag weer voor wonderbaarlijks zal volbrengen, deze Salvador Dali”

“Het feit dat ik, zelfs op het moment dat ik schilder, de betekenis van mijn schilderijen niet begrijp, wil niet zeggen dat ze geen betekenis hebben”

“Een schilderij betekent waarlijk niet veel, vergeleken bij de magie die constant van mij afstraalt”

“Ik heb het altijd betreurd dat mijn vader niet kon begrijpen hoe uniek Gala was en wat zij allemaal voor mijn welzijn had betekend.”

“De jonge schilders van tegenwoordig geloven nergens in. Het is dus normaal dat een mens die nergens in gelooft, uiteindelijk zo goed als niets schildert, wat het geval is in de gehele moderne schilderkunst, inclusief de abstracte, esthetische en academische kunst”

“Laten we aannemen dat ik sterf. Ik zou niet willen dat men dan zomaar zegt:”Dali is dood”. Ik wil dat men eraan toevoegt:”Dali is weer eens anders dan anderen. Hij heeft zich laten invriezen”

“Ik heb al die tijd door de dichtheid van het verstrengelde en demonische vlees van mijn leven de hemel gezocht – de hemel! Betreurenswaardig is hij, die dit nog niet heeft begrepen!” 

Salvador Dali moest getuigen in een proces in New York. In zijn verklaring zei hij terloops dat hij ‘de beste schilder ter wereld’ was. Toen enkele vrienden hem er na afloop op attendeerden dat hij wel wat bescheidener had kunnen zijn, antwoordde Dali: ‘Ik moest het wel zeggen. Ik stond toch onder ede?”