vrijdag 29 april 2016

‘Heksenjacht’ achter de dijken

Een zeer lezenswaardig artikel van Alexander van Gouwen op Geband van Joop (1), met een vlijmscherpe analyse van de werkelijke bedoelingen van de christelijke moraalridder van de ChristenUnie, Gert-Jan Segers in zijn strijd tegen de prostitutie. Dit nieuwe fenomeen van prostitutiebestrijding, uit de koker van het oprukkend christelijk fundamentalisme zoals het geïmporteerd wordt vanuit de Verenigde Staten, heeft in zoveel opzichten gelijkenis met jeugdzorg en het familierecht dat het tegelijkertijd lachwekkend is en diep triest. 

Het 'redelijke vermoeden', of het 'ernstige vermoeden', de blauwe plekken (met gewelddadige of normaal verklaarbare oorzaak), de dubbele binding bij de interpretatie van zorgelijke signalen (2) en daarbij de netelige positie van de rechter om met zulke wisselende en vage criteria 'recht' te spreken. En dan gaat het bij prostitutie nog over het strafrecht, waar normaal gesproken overtuigender bewijs nodig is dan in het civiel recht, waar enkel het 'vermoeden van ontwikkelingsbedreiging' soms al voldoende is voor de kinderrechter om een maatregel op te leggen aan een gezin. Dit geeft de gezinsvoogd van jeugdzorg (Veilig Thuis) of de Raadsmedewerker (Kinderbescherming) een onevenredig grote macht in de rechtszaal. Niet alleen in juridische zin zijn de overeenkomsten treffend, maar ook maatschappelijk gezien is er een vergelijk te maken met de strijd die Segers voert tegen prostitutie. 

De 'mishandelingslobby'

Het zoeken naar mishandelde kinderen wordt ieder jaar verder opgevoerd met  campagnes in de media en via scholen, wijkteams en ziekenhuizen, maar ze vinden nooit meer mishandelde kinderen dan in het jaar daarvoor, hoeveel campagnes ze ook voeren. Sterker nog, er wordt nu door de Nijmeegse wethouder Bert Frings bij het ministerie van Volksgezondheid en Welzijn aangegeven dat het maar eens over moet zijn met al die campagnes tegen kindermishandeling (3), omdat ze de capaciteiten niet hebben als gemeente om alle meldingen af te handelen en daardoor niet meer aan de acute gevallen toekomen. Het systeem werkt dus volkomen contraproductief, maar de mishandelinghysterie die al enige jaren woedt in ons land zal er waarschijnlijk niet minder om worden, want ook achter deze maatschappelijke trend gaat een sterke lobby schuil vanuit één specifieke hoek die haast sektarische trekken heeft, de Augeo Foundation (4). Ook zij hebben net als de christenfundamentalisten een internationale ambitie en zijn erop gebrand de mishandelde kinderen overal te vinden waar ze die vermoeden, zelfs als ze niet mishandeld zijn. Zoals Segers de prostitutie heel slim verpakt in het concept van ‘mensenhandel’, zo spreken jeugdbeschermers meestal niet over mishandeling, maar over ‘zorgen’ en ‘het belang van het kind’(want wie wil er nu niet voor de belangen van kinderen opkomen) waarbij de signalen die een vermoeden van kindermishandeling moeten ondersteunen even willekeurig zijn als die nu genoteerd worden door de zedenrechercheurs die ‘mensenhandel’ moeten vaststellen in de prostitutiebranche.

Vermoeden of bewijs

Ook de omkering van de bewijslast (de klant van de prostituee moet kunnen aantonen dat ze niet minderjarig is, of slachtoffer van mensenhandel) lijkt verdacht veel op het jeugdzorgtraject dat van ouders eist te bewijzen dat ze hun kinderen niet mishandelen, als daar vanuit de zorgprofessionals een ‘vermoeden’ van bestaat (‘denk niet aan een groene appel’). In het jeugd- en familierecht kan de rechter bij twijfel echter rustig een gedwongen maatregel opleggen van ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing, omdat onweerlegbare bewijzen niet nodig zijn en het credo ‘voorkomen is beter dan genezen’ de leidraad lijkt te zijn geweest de afgelopen vijftien jaar. In het strafrecht zal dat niet zo gemakkelijk gaan, want je kunt geen mensen opsluiten op basis van vermoedens alleen (tenzij de politie aan ernstige tunnelvisie lijdt) dus zullen zoals Van Gouwen betoogt in de meeste gevallen de overtreders (de klanten van prostituees die mogelijk slachtoffer zijn van mensenhandel) worden vrijgesproken en zal dan de reactie van Segers vermoedelijk zijn dat hij zwaardere straffen zal eisen, om uiteindelijk zelfs de beslissingsruimte van rechters te beïnvloeden door aanpassing van de wet.

Cijfermatige realiteit

En zo zal de heksenjacht compleet zijn, want dat is wat dit soort campagnes zijn. Ze staan in geen enkele verhouding tot het fenomeen van mishandeling of mensenhandel zelf, omdat ze uitgetild zijn boven de realiteit op grond van cijfers. Volgens prevalentie-onderzoeken naar kindermishandeling zouden er in iedere klas ‘twee tot drie mishandelde kinderen’ voorkomen, maar ze worden nooit gevonden. De realiteit van alledag is niet anders dan die van tien of twintig jaar terug, maar de hysterie van de preventie gaat steeds verder. De Meldcode voor kindermishandeling die werd ingevoerd voor ziekenhuizen met veel bombarie en grote succesverhalen vanuit de ontwikkelingsfase, leverde in de praktijk een landelijk beeld op van maar liefst 97% van meldingen bij vermoeden van kindermishandeling waar uiteindelijk ‘niets aan de hand’ was (5). Maar zeg dat niet tegen de wereldverbeteraars, want hun perceptie is veel belangrijker dan de haalbaarheid of zelfs de wenselijkheid van hun idealistische strevingen.  

Sven Snijer



(2)‘…dat zedenrechercheurs opeens alles interpreteerden als een signaal van mensenhandel: veel vrienden in je telefoon, weinig vrienden in je telefoon, veel contant geld op zak, weinig contact geld op zak, het was allemaal opeens een ‘signaal’ van mensenhandel…’ Het is hetzelfde bij vermoeden van kindermishandeling: ‘het kind is erg stil, erg druk, speelt niet samen, kan niet alleen spelen, heeft te weinig speelgoed, heeft teveel speelgoed, kind is onbeschermd, ouders zijn over-beschermend, …etc.



donderdag 28 april 2016

De definitie als oordeel


Michiel Leezenberg geeft in zijn boek ‘Islamitische filosofie’ (2002) een interessante uitleg over de betekenis van het werk van de filosoof Al Farabi voor de ontwikkeling van de islamitische logica, het onderscheid tussen begrip en oordeel.(1) Het stemt overeen met één van de meest voorkomende problemen in het islamdebat, zoals dat door prominente deelnemers wordt gevoerd. Het is een obstakel dat ik enige weken terug voor mijzelf al kenschetste als een ‘probleem van definities’. 

Meestal gaat het in het islamdebat al fout voor de discussie goed en wel begonnen is, omdat men geen overeenstemming heeft (en ook niet bereikt) over de definitie van woorden als ‘islam’, ‘cultuur’, ‘ideologie’, ‘geloof’, ‘kennis’, ‘authenticiteit’, etc, maar evengoed vol de strijd aangaat met de ideologische opponenten. Het resultaat daarvan is dat het verschil in definitie al snel beoordeeld wordt als een ‘verkeerde mening’, waardoor neutrale informatie-uitwisseling vrijwel onmogelijk wordt. Historische of theologische gegevens die niet passen bij het eigen oordeel worden al snel gezien als ‘gekleurde informatie’ met een foute intentie. Het zal de lezer niet verbazen dat ik daar momenteel vooral de rechtse denker mee bedoel, die de drammerigheid en het á priori morele gelijk van links schijnt te hebben overgenomen.

Representatie of bewering

Leezenberg schrijft over Al Farabi: 'Alle kennis is volgens Farabi opgebouwd uit de twee primaire elementen van tasawwoer (‘begrip’, ‘begripsvorming’ of ‘representatie’) en tasdieq (‘oordeel’ of ‘bewering’). (…) Anders dan begrippen kunnen beweringen op zichzelf waar of onwaar zijn.' En daar gaat het hier om, het verschil tussen hoe je iets definieert en hoe je er vervolgens over oordeelt. Mensen met een rechtse mening gaan meteen voor de inhoud en stellen de definitie van een woord haast gelijk aan het instrumentele gebruik ervan. Als je spreekt over de ‘gematigde islam’ beginnen ze meteen te roepen dat de gematigde islam niet bestaat, wat valt af te leiden uit de bronteksten. Dit slaat elke discussie dood, omdat het hier niet primair gaat over de juiste definitie van ‘islam’, maar over moslims die zich niet-gewelddadig opstellen, ongeacht of dat ‘islamitisch’ genoemd mag worden of ‘afvallig’. Door er onmiddellijk het stempel ‘afvallig’ of ‘halfslachtig’ (in de geloofsleer) op te plakken lijkt de discussie gewonnen, maar in feite is er van een discussie geen sprake.

Islambashers en 'linkse meningen'

Daarvoor moet je eerst afwachten wat de tegenpartij probeert te communiceren vanuit de overeenstemming van de definitie ‘niet-gewelddadig’. Want of de afwezigheid van geweld er nu is dankzij of ondanks de islamitische leer kan pas beoordeeld worden vanuit een eerste overeenstemming bij de definitie van niet-gewelddadig. (Los van de islam, begrijpt in principe iedereen wat er met ‘geweldloos’ wordt bedoeld). Maar dat geduld hebben islambashers niet, want ze kapen direct de definities en ondermijnen de tegenstander door neutrale historische feiten te demoniseren als ‘linkse meningen’, zodat ze zich niet hoeven te verdiepen in andere meningen dan die van zichzelf. Het verschilt in feite niet veel van de vroegere linkse demonisering van rechtse meningen, waarbij iedere keer als iemand de nadelen van de multiculturele samenleving wilde benoemen onmiddellijk de racismekaart werd getrokken.

Minachting

Ik vindt het prima als mensen het niet met mij eens zijn, maar ik wordt behoorlijk verveeld van die zelfbenoemde islamexperts die menen veertienhonderd jaar islamitische geschiedenis op militair, theologisch, cultureel, spiritueel en politiek gebied van haver tot gort te kennen en in zijn geheel te kunnen reduceren tot een boek. Als historische feiten ofwel worden ontkend (dat de islamitische wereld zorgde voor de overdracht van Griekse kennis naar Europa) of er minachtend wordt gedaan over driehonderd jaar Arabische filosofie, enkel omdat het mensen van een ‘foute’ religie betreft, dan voer je geen gesprek met elkaar. En dat is wat ik regelmatig meemaak wanneer ik de commentaren die worden gegeven op enkele van mijn meer gematigde artikelen probeer te beantwoorden. De beste discussies eindigen in een soort ‘wapenstilstand’ met een gedeeld midden van op zijn minst twijfel aan de haalbaarheid van het hervormen en moderniseren van de islam, terwijl het redelijkerwijs en in het algemeen belang wel het beste zou zijn. Niet vaak genoeg kan ik daarbij benadrukken dat er twee verschillende problemen spelen in de islam, die van een inhaalslag op het gebied van de modernisering en burgerlijke emancipatie en daarnaast het specifiek in de twintigste eeuw ontstane probleem van de politieke islam, die min of meer drijft op de onderontwikkeling van grote delen van de islamitische wereld. Maar let op wat er gebeurt wanneer je probeert dat onderscheid te maken! Precies zoals Bassam Tibi al schrijft in zijn boek ‘Islamism and Islam’ is ook mijn ervaring dat het merendeel van de mensen die zich met de islam bezighouden dit onderscheid niet willen maken of ze nu links zijn of rechts, want het komt ze gewoon niet uit.

Moedwillige onkunde

En dat is maar één van de problemen die het islamdebat internationaal gezien tot zo’n ondankbaar werkterrein maakt (tenzij je houdt van een uitdaging), want op elk denkbaar gebied bestaat er grote onenigheid over de definities die in het debat gehanteerd worden. De Amerikaanse president kent geen ‘islamisme’, maar enkel de vredelievende islam en daarnaast een kleine groep ‘terroristen’ die het verpesten voor de 'vredesreligie'. Het volkomen spiegelbeeld van deze houding is de bewering van rechtse denkers dat de terroristen juist bij uitstek de ‘ware islam’ vertegenwoordigen, een bewering die net zo stompzinnig is. Het is geen kennisgebrek, maar moedwillige onkunde die ervoor zorgt dat de definities zo gekozen worden dat er geen enkele speelruimte meer over is voor een normaal gesprek -of enige ruimte voor de moderne en ontwikkelde moslims in ons midden- want in werkelijkheid wordt er een politieke campagne gevoerd onder het mom van informeren. 

Barack Obama 

Voor een linkse president als Obama geldt dit eveneens, want de ware reden dat hij politiek wilde samenwerken met de zogenaamd gematigde islamisten in Irak na de val van Saddam Hoessein, is dat er buiten de islamisten geen geloofwaardige oppositie bestond die het land opnieuw vorm kon geven. Alleen de islamisten waren goed georganiseerd en hadden onder de bevolking voldoende draagvlak, zodat enkel de belofte van geweld afzweren voldoende was voor de Amerikanen om er vertrouwen in te hebben dat de Irakese ‘democratie’ zou slagen. Dat hier bijzonder weinig kans op was had hij kunnen afleiden uit het feit dat de islamisten die nu Irak besturen nooit hun radicale politiek-religieuze denkbeelden hebben afgezworen en dat in verkapte vorm de shari’a in de Irakese grondwet werd opgenomen (zonder dit met name te noemen), maar het heet dan ook niet voor niets een politieke beslissing. Uit nood geboren moest hij deze samenwerking aan gaan en vanaf dat moment kon de Amerikaanse regering niet anders doen dan blijven volhouden dat er ‘gematigde islamisten’ bestaan. 

Sven Snijer 


woensdag 27 april 2016

Politieke strijd met een religieus alibi



Het recente artikel van Sam van Rooy over de islam op ‘Doorbraak’(1) is het zoveelste bewijs dat klagen over de moeizame integratie van moslims in Europa bij velen nooit een roep is geweest om hervormingen binnen de islam, maar een streven naar totale assimilatie van moslims met volledige uitwissing van hun religieuze identiteit.

Wie zo kan afgeven op moslimhervormers die hun eigen geloofsgenoten zo kritisch de maat nemen als Montasser doet, geeft daarmee de boodschap af dat het toch nooit goed genoeg is en dat het hele eerste deel van het artikel van Van Rooy in feite niet geschreven had hoeven worden. Hij had meteen kunnen beginnen met de alinea waarin hij uitlegt dat de leer van de islam zelf niet deugt en dat daarom geen enkele moslim ooit zal deugen, tenzij (zelf verklaarde) moslims elementaire delen van de islamitische leer links laten liggen. Het betoog van Van Rooy kan samengevat worden als ‘Goed gedaan Montasser. Applaus voor de scherpzinnige zelfkritiek (2), maar je deugt evengoed niet, want je blijft een moslim’.

Ik begrijp dat veel mensen in Europa zich in hun eigen culturele waarden en vrijheden bedreigd voelen, maar de realiteit is dat er 1.4 miljard moslims op de wereld rondlopen die we niet even kunnen wegtoveren. Als we de mogelijkheid tot modernisering en hervorming voor de islam bij voorbaat uitsluiten en in ‘geloofsafval’ onder moslims de enige oplossing zien voor het creëren van een veilige en stabiele wereld, dan zou ik zeggen ‘droom maar lekker verder’. Het westen is in politieke, economische en militaire zin op allerlei manieren verbonden met de islamitische landen en de politieke waarheid is dat we ons de absolute vrijheid helemaal niet kunnen veroorloven op dit moment, tenzij we onze auto laten staan en enkel nog met de fiets op vakantie gaan of naar het werk rijden. Ook zullen we dan de afzetmarkt voor westerse wapens in het Midden Oosten moeten opgeven, evenals onze militaire steunpunten in Saoedi-Arabië, Pakistan en Turkije. Er zouden bovendien geen grote Europese voetbalclubs meer gesponsord mogen worden door Golfstaten, want ook dat zou immoreel zijn. Maar islamcritici houden zich liever bezig met de ideologische strijd dan met de politieke realiteit waar wij ons als westerse landen ingewikkeld hebben.

Bronteksten niet maatgevend

Net als zijn vader Wim van Rooy is Sam van Rooy erg gefixeerd op de bronteksten en hij denkt dat een complete religie met haar 1400 jaar geschiedenis verklaard kan worden uit de Koran, hadith en Sira. Hoe onzinnig dit is, blijkt wel uit zijn misvatting dat de islam in grote delen van de wereld zou zijn verspreid door islamitische legers die geen ander doel hadden dan andere culturen omver te werpen en te onderdrukken. Dit is om twee redenen niet juist, want zelfs de gewelddadige eerste honderd jaar van de Arabische expansie vlak na de dood van Mohammed heeft niet geleidt tot doen verdwijnen van andere culturen. De islam was als religie juist zeer goed in staat om haar heerschappij op te leggen aan andere volkeren, terwijl deze hun eigen identiteit mochten behouden, zij het dat ze de dhimmi-belasting moesten betalen en geen nieuwe kerken of tempels mochten bouwen in veroverd islamitisch gebied. Maar van gedwongen assimilatie was meestal geen sprake, want in het Huis der Wijsheid, de wetenschappelijke en filosofische school die werd gesticht in Bagdad waren het veelal Syrische christenen die de vertalingen verzorgden van de Griekse filosofische en medische teksten naar het Arabisch. Ook van de Perzische cultuur nam de islam veel literaire en mystieke elementen over die zich geheel verstrengelden met het islamitisch geloof. Naar alle waarschijnlijkheid zijn veel niet-moslims in de loop der eeuwen tot de islam overgegaan om praktische redenen, om zo af te komen van de dhimmi-status en vaak ook voelden zich aangetrokken tot de islamitische mystiek, die tot het jaar 1700 grote invloed uitoefende in de islam.

Wereldwijde verspreiding van de islam

Daarmee kom ik op een ander belangrijk punt bij de verspreiding van de islam; de mystieke broederschappen. Onmiskenbaar is de islam in veel landen met geweld en bloedvergieten verspreid (daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen bezetting van land en de bekering tot het geloof), maar in diverse landen die vandaag de dag tot de wereld van de islam behoren kwam de verspreiding van het geloof voornamelijk tot stand door Arabische handelaren die de hele wereld afreisden en door soefi-broederschappen. Vooral de soefi-broederschappen waren erg succesvol in het verspreiden van de islam, omdat ze zich vanuit hun sterk subjectieve beleving van de islam makkelijk konden aanpassen aan nieuwe culturen en vaak een synthese bewerkstelligden tussen de bestaande culture en religieuze opvattingen die ze aantroffen en hun eigen leerstellingen. Dat er door de eeuwen heen maar één soort islam heeft bestaan en dat die geheel en al gewelddadig was, is in strijd met de historische en culturele feiten. De islamgeleerde Seyyed Hossein Nasr zegt hierover:

’De klassieke islam kende al een grote verspreiding over de gehele wereld, van China tot aan Marokko. Het klassieke christendom was meer lokaal (Europees) en de islam meer wereldwijd. Christendom was afgezien van minderheidsgroepen meer een etnische en religieuze homogene groep. In de islam was meer diversiteit vanaf het begin: Arabieren, Perzen, Turken (vanuit Azië), zwarte Afrikanen, Indiërs, Chinezen, Maleisiërs.’(3)

Dat de islam de meeste van die culturen in hun waarde liet blijkt uit het feit dat in Perzië driehonderd jaar na de verovering door de islam in de meeste provincies de helft van de bevolking nog steeds de religie van Zarathoestra toegewijd was. En omdat in de Perzische mystiek de voor-islamitische elementen tot een harmonieuze synthese werden gebracht met de islamitische geloofsleer gingen na verloop van tijd veel aanhangers van de oude religies over tot de islam. Vaak bleef de oude leer onderhuids bestaan via mystieke inwijdingsgenootschappen, die zich in uiterlijke zin islamitisch betoonden, maar geleidelijk aan werd de islam hun nieuwe identiteit. De Gnostische en neoplatoonse leerstellingen van een ver verleden zijn echter tot op de dag van vandaag een onderdeel gebleven van de Perzische (Iraanse) filosofie. De reden dat we Iran vandaag de dag associëren met religieuze onderdrukking, fanatisme en terreur heeft vooral politieke oorzaken die met gebeurtenissen in de twintigste eeuw verband houden.

Kruisvaardersrethoriek bij islamisten en islambashers

Het is een tijdrovende en welhaast zinloze bezigheid om islambashers als Van Rooy uit te leggen dat de christelijke cultuur op diverse momenten in de geschiedenis vruchtbare culturele en wetenschappelijke uitwisselingen heeft gekend met de islam, alsook goede handelsbetrekkingen en spirituele contacten (via de Tempeliers en het Arabisch Spanje), want dit wordt door hen gebagatelliseerd. Ook het gegeven dat soms christelijke monniken uit Frankrijk en Duitsland studeerden aan universiteiten in het Arabisch Spanje, samen met joodse geleerden, zien zij graag over het hoofd. Liever hanteren ze het beeld van de kruistochten, ook al was dit maar een onderdeel van de verhoudingen tussen  het christelijke Europa en de islam door de eeuwen heen. Moslims werden lang niet altijd als bloeddorstige veroveraars gezien, want er bestonden zelfs militaire bondgenootschappen tussen Europese leiders en islamitische heersers. Als Alexander Pope in 1734 zijn ‘Essay on Man’ schrijft met daarin een verwijzing naar de wervelende derwisjen uit Turkije, kunnen we daaruit opmaken dat in Europa mensen goed bekend waren met deze mystici: ‘…As eastern priests in giddy circles run, and turn their heads to imitate the sun..’. Niet alleen was men in Europa bekend met veel elementen van het islamitisch geloof en haar cultuur, er werd ook in veel opzichten waarderend naar gekeken.

Politieke islam en mislukt modernisme

Islamcritici willen niet begrijpen dat er in die tijd nog geen politieke islam bestond, het islamisme, waarvan de ideologie voeding heeft gegeven aan talloze terroristische groeperingen. De politieke islam is ontstaan als reactie op het mislukte proces van modernisering in de postkoloniale tijd. Het is te gemakkelijk om het mislukken van die modernisering geheel en al op de islam te schuiven en met name op de bronteksten, want tot het jaar 1500 heeft de islamitische wereld nooit enige hinder ondervonden van de bronteksten om in wetenschappelijke, spirituele of kunstzinnige zin vooruit te komen. Wel heeft men in het Ottomaanse rijk de wetenschappelijke revolutie in Europa sterk onderschat, die begon met de afschaffing van de wetenschappelijke idolen uit het verleden door de Engelse filosoof Francis Bacon. De islam werd niet alleen door Napoleon verrast toen die Egypte binnenviel in 1798, maar in feite door de moderniteit zelf.

Met die moderniteit heeft een groot deel van de islamitische wereld nog steeds een probleem, want al wordt er veel westerse technologie geïmporteerd, men is nooit bereid geweest de culturele waarden over te nemen van de westerse beschaving die de wetenschappelijke ontdekkingen en de vrijheid van de moderne mens mogelijk hebben gemaakt. Dit komt omdat in de Arabische wereld de moderniteit gelijk werd gesteld aan politiek-militaire overheersing door het westen. Het ‘ware geloof’ (de islam) zou zich nooit de les kunnen laten lezen door niet-moslims en daarom probeerde men wel de wetenschappelijke vooruitgang te omarmen, maar niet de westerse cultuur van secularisatie, emancipatie, universele mensenrechten, gelijkheid van man en vrouw, rechten voor minderheden, atheïsme, enz. Men zag niet in dat bij een wetenschappelijke cultuur ook een wetenschappelijke denkwijze en burgerlijke emancipatie paste die geloofswaarheden kritische onder de loep kan nemen. Of beter gezegd, men besefte dit wel, maar probeerde het te voorkomen. Hervorming en modernisering waren in de islamitische wereld aan teveel geloofsrestricties gebonden om echt effectief te kunnen zijn. Het Saoedische koningshuis bijvoorbeeld, dat door de Britten in het zadel werd geholpen, wilde geloof en wetenschap strikt gescheiden houden, omdat haar politieke macht verbonden is met de stroming van het wahabisme, een reactionaire puriteinse vorm van islam, die vrij nieuw is in de geschiedenis.  

Europees antisemitisme in de islam

De politieke islam is in zijn geheel een uitvinding van de latere tijd en een reactie op de moderniteit en de westerse seculiere waarden. Het huidige wijdverbreide antisemitisme in de islam, dat voor een belangrijk deel haar inspiratie heeft gehaald uit westerse antisemitische documenten (Protocols of the Elders of Zion, Mein Kampf) die in de jaren dertig van Europese antisemieten werden overgenomen, is ook een moderne uitvinding en geen uitvloeisel van het conflict dat de profeet Mohammed had met de joden die zijn nieuwe leer niet wilden aanvaarden. Mohammed was wel verbitterd door de afwijzing door de joodse stammen van zijn profeetschap, maar hij predikte geen genocidaal antisemitisme, zoals het in Europa vanaf het begin van de twintigste eeuw werd gecultiveerd. Ook het wijdverbreide complotdenken in de islamitische wereld, de pathologische projectie van vijandbeelden en het afschuiven van de verantwoordelijkheid voor het eigen falen in politiek, economisch en wetenschappelijk opzicht, heeft vaak een verband met dergelijke geschriften. Met een goede zondeboktheorie kan veel verklaard worden en zo hoeft men niet naar zichzelf te kijken.

Moderne moslims verwerpen islamisme

Het is daarom vreemd dat islambashers zich zo vaak in krachtige bewoordingen uitlaten tegen de islamisten (en steevast traditionele moslims aan hen gelijk stellen), terwijl het toch in belangrijke mate de verregaande toegeeflijkheid van hun eigen politieke leiders is geweest die de militante vormen van islam zoveel ruimte heeft gegeven in onze samenleving, waar de meerderheid van ‘culturele moslims’ net zo onder te lijden heeft als de niet-moslims. Martin van Amerongen noteert over de Belgische wijk Molenbeek:

“Maar in de ‘wijken’ van Brussel oefenen zelfverklaarde islamitische leiders sociale terreur uit, onder andere via de officieuze ‘shariapolitie’ die toezicht houdt op de islamitische dresscode en of er geen alcohol wordt verkocht. De bevolking is doodsbang voor ze. Ik ken veel gewone, geslaagde moslims. Die trekken weg uit die wijken en gaan tussen de katholieke Vlamingen wonen. Daar worden ze niet lastiggevallen door baardmannen die vertellen hoe ze moeten leven.” (4)

Een duidelijk voorbeeld van hoe gewone moslims zich in meerderheid niet herkennen in de militante en puriteinse opstelling van islamisten, maar voor de harde islamcritici zijn dit natuurlijk geen echte moslims, want echte moslims zwaaien met een zwaard en willen alle niet-moslims onthoofden of op zijn minst hun levenswijze opdringen. Wie dat niet doet is geen ‘echte’ moslim en bijgevolg hebben er in de islamitische wereld door de eeuwen heen bijzonder weinig moslims gewoond! Alle redelijke, onderlegde, tolerante, wetenschappelijke, mystieke, kunstzinnige en humane moslims waren blijkbaar huichelaars, want volgens de heilige islamitische geschriften hadden zij zich allemaal met bloedvergieten moeten bezighouden. En zo vormt zich het Procrustesbed van de islam-hater; wie zich bezig houdt met jihadistische terreur is een echte moslim en wie zich redelijk en hervormingsgezind opstelt is een ‘afvallige’. En laten de radicalen van de politieke islam het nu net zo verwoorden… Ze zijn Sam van Rooy en zijn geestverwanten innig dankbaar, want er wordt hen veel werk uit handen genomen, als ook de autochtone Europeanen de welwillende en geïntegreerde moslims collectief verdacht maken. Want dat is de belangrijkste overeenkomst tussen de islamisten en de islambashers, ze hebben beiden vooral een politieke ‘drive’ en geven niet noodzakelijkerwijs een juist theologisch of historisch beeld.

Het ‘voorbeeld van Mohammed’ als afgezaagd voorbeeld

Als we kijken naar een stukje kritische zelfreflectie van Montasser ten aanzien van de islamitische gemeenschap vanuit cultureel perspectief, over meisjes die worden kort gehouden, terwijl jongens erop los leven en het gegeven dat een groot deel van de moslimgemeenschap niet heeft gestudeerd en niet genoeg kritisch nadenkt over de eigen patriarchale cultuur, dan beantwoordt Van Rooy dit met de welbekende verwijzing naar de bronteksten:

’Montasser zou moeten erkennen dat dit allemaal logische gevolgen zijn van een mohammedaanse gemeenschap die de oproepen en aansporingen in de Koran als heilig beschouwt - als het eeuwige, onveranderlijke, letterlijke woord van Allah - en die profeet Mohammed - oorlogshitser, krijgsheer, veroveraar, verkrachter, overvaller, slavendrijver, kindermisbruiker - als de perfecte mens en dus hét na te volgen voorbeeld ziet.’

Alles wordt bij hem verklaard uit de leer en altijd lopen bij dit soort van islamkritiek  twee zaken door elkaar heen; de traditionele islam die een probleem heeft met de moderniteit en mensenrechten door onderontwikkeling en politieke instabiliteit in veel moslimlanden en de uitgesproken afkeer van de moderniteit van de islamisten van de politieke islam, die elke vorm van secularisatie en culturele diversiteit afwijzen en uitsluitend volgens de shari’a willen leven, opgenomen in de grondwet. De traditionele islam biedt wel degelijk ruimte voor hervorming en modernisering en zou onder bepaalde voorwaarden geschikt kunnen worden gemaakt voor democratie, zoals in landen als Tunesië al is aangetoond. De politieke islam wil dit proces saboteren en de schuld van de misère in de islamitische landen afschuiven op de secularisatie zelf, die zij als een ‘joodse uitvinding’ beschouwen, speciaal ontwikkeld om de islam te vernietigen. Hoewel veel gewone moslims het samenzweringsdenken van de Pan-Arabische nationalisten en later de islamisten hebben overgenomen, zijn de meeste moslimgeleerden van de traditionele islam zich ervan bewust dat de politieke islam in meerdere opzichten een verschijnsel is van de moderne tijd en niet ‘authentiek’ of ‘puur islamitisch’. Dit wil echter niet zeggen dat het islamisme en jihadisme helemaal niets met de islam te maken hebben, want dat is weer het andere uiterste. De verbinding tussen de islam en het terrorisme is de totalitaire politieke ideologie van de islamisten, die westerse waarden afwijzen en zich met geweld of via de stembus richten op een islamitische staat, in het Midden Oosten, Azië of in Europa.

Een seculiere of een religieuze wereldorde

Het tragische van de opstelling van mensen als Van Rooy is dat zij juist de hervormingsgezinde en goed geïntegreerde moslims die waarschuwen voor de politieke islam het werk bijzonder moeilijk maken en dat goedwillende moslims zich in toenemende mate in dezelfde hoek gedrukt voelen als hun militante geloofsbroeders. Door een valse discussie te voeren over de tegenstelling ‘moslims/ niet-moslims’, die eigenlijk een tegenstelling behoort te zijn van een geseculariseerd wereldbeeld en een magisch-mythologisch wereldbeeld van onderontwikkelde landen, wordt het probleem met de dag groter en neemt de veiligheid van moslims en niet-moslims met de dag af. Wie zijn ongenoegen wil uiten over de veel te naïeve houding van politici ten aanzien van de mentaliteit en de motivaties van moslimimmigranten uit landen als Afghanistan, Pakistan, Syrië, etc, zou er beter aan doen om te differentiëren tussen de politieke islam en de traditionele islam en daarnaast tussen de moderne islam (tot voor kort bijvoorbeeld het seculiere Turkije, maar met Erdogan zijn we weer terug bij af) en de premoderne islam waarvan de opvattingen voor een deel onverenigbaar zijn met onze vrije en open westerse samenleving. Een hervormingsproces van de islam  kan zeker in Europa op gang gebracht worden, maar niet zo lang er van zowel de linker als de rechterzijde geen bereidheid is om te onderscheiden tussen een politieke en een traditionele islam.

‘Vredesreligie’ of ‘moordmachine’

Zolang politiek links de islam uitsluitend als ‘vredesreligie’ blijft zien en politiek rechts de islam vooral beschouwt als een moorddadige ideologie die enkel komt ‘om te bezetten en te usurperen’ zullen uiteindelijk de extremisten er met de buit vandoor gaan in de vorm van een totale verdeeldheid en politieke chaos in Europa. Het onderscheid tussen de traditionele islam en het islamisme werd nergens zo goed aangetoond als in het Europees-islamitische land Bosnië, dat vóór de burgeroorlog in Joegoslavië een zeer gematigd land was. Na het militaire en politieke geblunder van de internationale gemeenschap in die regio en het uitroeien door de Serviërs van grote groepen Bosnische moslims, grepen in de naoorlogse periode de islamisten er hun kans en nu zijn de boerkas een algemeen verschijnsel geworden in het straatbeeld.(5) Het wrange is dat dit islamitische land ooit bevolkt werd door de christelijke sekte der Bogomielen, die indertijd vrijwillig tot de islam overgingen, omdat ze doodziek waren van langdurige vervolgingen door de katholieke kerk. In de moderne tijd werden ze wederom door het westen in de steek gelaten en hierdoor werd uiteindelijk de politieke islam haar toevlucht (met missionaire invloed vanuit de golfstaten). De Bosnië-kwestie verschafte eveneens de Turkse minister van buitenlandse zaken Davutoglu een alibi om zijn islamistische neo-Ottomaanse dromen verder uit te werken, (6) want overal waar het westen politiek faalt zijn islamisten er als de kippen bij om er in te stappen met hun ‘islamitische oplossing’.

‘Collectieve dwangneurose’

Het is jammer dat veel islamcritici dit soort ontwikkelingen negeren en altijd weer ‘Ja, maar…’ terugkeren op de leer van de Koran en hadith, terwijl die bronnen toch vooral in de postkoloniale en moderne tijd zo expliciet gewelddadig en antiwesters worden uitgelegd, met een overduidelijke allergie voor ‘geïmporteerde invloeden’, terwijl de islam feitelijk in haar geschiedenis van 1400 jaar talloze culturele invloeden heeft overgenomen van andere beschavingen en daar vaak beter van geworden is. In het verleden heeft ze zich daar ook nooit voor geschaamd, want kennis stond hoog aangeschreven in de islam, ongeacht de oorsprong ervan. Het bewijs voor de harde islamcritici dat de islam fundamenteel niet deugt en vanuit haar bronteksten geheel en al afgeserveerd kan worden, alsof er nooit een culturele brug tussen de islam en het westen heeft bestaan, wordt gevonden in de verklaringen van ex-moslims die uit eigen ervaring aantonen dat de islam een ‘mentale gevangenis en collectieve dwangneurose’ is, waaruit mensen met gezond verstand zich alleen maar kunnen bevrijden. Ik vindt dat een prachtige beschrijving van de politieke islam en ik hoop dat er meer mensen zullen komen die deze totalitaire ideologie kunnen onderscheiden van de brede, culturele islam van de traditie. Dat zou moslimhervormers als Montasser meer recht doen en bovendien is dat meer in overeenstemming met de eigen westerse waardering voor het rationele verstand boven de blinde emoties, die opgestuwd door de ‘culturele uitverkoop’ door onze eigen politieke leiders, geen ruimte laten voor iets anders dan een absolutistisch vijandbeeld uit naam van de vrijheid.

Sven Snijer


(1) Niet te kiezen tussen Dyab Abou Jahjah en Montasser AlDe’emeh


(3) Islam and the West, 2004 - Seyyed Hussain Nasr, The Teaching company


(5) Bassam Tibi, ‘Islamism and Islam’ http://www.bol.com/nl/p/islamism-and-islam/1001004011842286/ 

(6) http://www.spiegel.de/international/world/the-tribune-of-anatolia-america-s-dark-view-of-turkish-premier-erdogan-a-732084.html