Bij
zijn optreden in De Wereld Draait Door liet de Rotterdamse burgemeester Ahmed
Aboutaleb zien dat hij het stokje heeft overgenomen van Geert Wilders als
voornaamste islamcriticus van ons land. En hij doet dat op een meer
constructieve wijze dan de PVV-voorman, die in zijn geheel van de islam verlost
wil zijn, zonder mogelijkheden aan te dragen voor het moderniseren en
humaniseren van deze derde wereldreligie. Aboutaleb heeft een nieuw begrip
geïntroduceerd in de integratiediscussie die de kern van het probleem raakt;
een ‘islamitische infrastructuur’ die ontbreekt in Europa.
Aboutaleb
heeft de Amerikaanse vicepresident Joe Biden wakker geschud met de stelling dat
het niet alleen van belang is om moslims te blijven betrekken bij de
samenleving, maar dat er ook een ideologische component is die het
integratieprobleem van moslims in het westen in stand houdt, waar kritisch naar
gekeken moet worden en waar werk van gemaakt moet worden om te komen tot een
ideologische integratie van de islam. Een islamitische infrastructuur dus, met
een humanistische interpretatie van islamitische waarden, zodat de moderne
ideeën van ontwikkelde moslims en de mythologische sprookjes van religieuze
escapisten niet door elkaar blijven lopen in onze samenleving. Een
samenleving die uit nood geboren zijn
eigen vrijheid gaat herontdekken en herwaarderen, nu aangevoerd door een
Marokkaans-Nederlandse burgemeester die minder knuffelbaar en politiek-correct bleek
te zijn dan velen ter linker en ter rechterzijde hadden
gedacht.
http://www.nu.nl/politiek/3999486/ongeveer-helft-moslims-vindt-democratie-geen-plek-heeft-in-islam.html
http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/334808
Het was enige tijd de vraag of Aboutaleb niet teveel een westers geluid liet horen als hij sprak over zijn eigen geloof, waarmee hij zich van zijn eigen moslimachterban vervreemdde. Veel gewone moslims zagen hem als een overloper die niets deed voor de emancipatie van de islam in het westen, omdat hij vooral sprak in termen van aanpassing aan de bestaande cultuur en de hier heersende normen en waarden, met als ultieme uiting daarvan de boodschap dat jonge moslims die het hier niet bevalt, die de verlokkingen van het jihadisme niet kunnen weerstaan, maar beter hun spullen kunnen pakken en vertrekken. Na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs sprak hij zelfs van ‘oprotten’.
Het was enige tijd de vraag of Aboutaleb niet teveel een westers geluid liet horen als hij sprak over zijn eigen geloof, waarmee hij zich van zijn eigen moslimachterban vervreemdde. Veel gewone moslims zagen hem als een overloper die niets deed voor de emancipatie van de islam in het westen, omdat hij vooral sprak in termen van aanpassing aan de bestaande cultuur en de hier heersende normen en waarden, met als ultieme uiting daarvan de boodschap dat jonge moslims die het hier niet bevalt, die de verlokkingen van het jihadisme niet kunnen weerstaan, maar beter hun spullen kunnen pakken en vertrekken. Na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs sprak hij zelfs van ‘oprotten’.
Maar
na zijn bezoek aan het Witte Huis tijdens een door Obama georganiseerde anti-terreurtop en na zijn politieke inspanningen in eigen stad
volgend op de aanslag in Parijs, komt Aboutaleb met een iets ander geluid dat
meer op de toekomst gericht is. Hij spreekt over de noodzaak voor vierhonderd in
Nederland opgeleide imams die goed Nederlands spreken, die de jongere generaties
moslims weten te bereiken en hen kunnen beschermen tegen ronselaars van het
jihadisme. Dit lijkt me de juiste weg om te volgen, maar het komt helaas wel
erg laat, nu het wereldwijde moslimfundamentalisme en extremisme al flink om
zich heen grijpen en het op touw zetten van een islamitische integratie op
intellectueel niveau in de Nederlandse samenleving (en in heel Europa) een
tijdrovend proces is. Het is verbijsterend om te moeten constateren dat de
politiek heeft gewacht tot er een miljoen moslims in ons land wonen, voordat ze
zich realiseert dat het gevaarlijk kan zijn dat er bij voortduring religieuze
ideeën in ons land worden onderwezen door buitenlandse imams, die onze cultuur
niet begrijpen of deze zelfs ronduit afwijzen. Hoeveel ‘haatbaarden’ zijn er
nodig en hoeveel aanslagen, voordat politici begrijpen dat de inhoud van ideeën
er wel degelijk toe doet en dat mensen vrijheid van religie verschaffen niet
betekent dat ze die vrijheid vanzelfsprekend waarderen of deze anderen gunnen.
Een
belangrijk nieuw argument in het islamdebat, tenminste uit de mond van een
sociaal-democraat, was de stelling van Aboutaleb dat het niet altijd ligt aan
werkloosheid en een sociale achterstandspositie die jongeren drijft tot
extremisme en fundamentalisme. Er bestaat zelfs al een overheidsrapport(1) waarin het
verband tussen criminaliteit en werkloosheid aan de ene kant en jihadisme aan
de andere kant wordt bestreden, maar het is toch bevrijdend om het nu eens van
een PvdA-kopstuk te horen. Mensen van alle maatschappelijke klassen kunnen
gevoelig zijn voor jihadisme en de meeste Syriëgangers die zich bij IS willen
aansluiten hebben gewoon een baan. Als voorbeeld van hoe verziekt de ideeën van
mensen kunnen zijn die in dit land geboren zijn, sprak Aboutaleb over een aan
hem gestuurde email afkomstig van een docente, die van een negenjarig jongetje
te horen kreeg dat als ze een cartoon zou maken, hij haar zou doden. Je kunt
toch moeilijk beweren dat een negenjarige zich zorgen maakt over zijn
arbeidskansen in dit land en als wanhoopsdaad zich in de armen van IS moet
storten. Het lijkt er eerder op dat vrij radicale ideeën gemeengoed zijn onder
een deel van de moslims in ons land die we betitelen als ‘gematigd’.
Je hoeft maar de Israël-Palestinakwestie aan te snijden en een stortvloed van antisemitisme komt over je heen, waarbij het onderscheid tussen de politiek van de staat Israël en meningen over joden als mensen geheel verdwijnt. Een schokkend filmpje op De Dagelijkse standaard, gemaakt door ‘Dit is normaal’ laat een drietal moslimjongeren zien in Gouda, die er zeer duidelijke ideeën op na houden over niet-moslims en wat daarmee gebeuren moet. Deze kinderen praten hun ouders na, want ze zijn nog niet oud genoeg om uit politiek-sociale interesse het internet af te zoeken naar Jihadistische predikers. Het sluit aan op de positieve reacties bij veel moslimjongeren op de aanslag in Parijs en de grote belangstelling voor de begrafenis van de Deense schutter, gisteren in Kopenhagen, waarvan een belangrijk deel hem niet persoonlijk kende, wat een steunbetuiging lijkt uit te drukken voor zijn daden.
Je hoeft maar de Israël-Palestinakwestie aan te snijden en een stortvloed van antisemitisme komt over je heen, waarbij het onderscheid tussen de politiek van de staat Israël en meningen over joden als mensen geheel verdwijnt. Een schokkend filmpje op De Dagelijkse standaard, gemaakt door ‘Dit is normaal’ laat een drietal moslimjongeren zien in Gouda, die er zeer duidelijke ideeën op na houden over niet-moslims en wat daarmee gebeuren moet. Deze kinderen praten hun ouders na, want ze zijn nog niet oud genoeg om uit politiek-sociale interesse het internet af te zoeken naar Jihadistische predikers. Het sluit aan op de positieve reacties bij veel moslimjongeren op de aanslag in Parijs en de grote belangstelling voor de begrafenis van de Deense schutter, gisteren in Kopenhagen, waarvan een belangrijk deel hem niet persoonlijk kende, wat een steunbetuiging lijkt uit te drukken voor zijn daden.
Ik
vind Aboutaleb de dapperste, duidelijkste en meest vooruitstrevende politicus
op dit moment in het islamdebat en ondersteun het idee van een Nederlandse
islam, die in de woorden van de Rotterdamse burgemeester ‘iets van Erasmus’ in
zich moet hebben. Een westerse humanist dus. Iemand met relativeringsvermogen
die de starheid van de orthodoxie kan doorbreken en een verbinding kan maken
tussen filosofie en geloof, rede en hartstocht. Toch zit er ook een heikel punt in deze benadering, omdat
het precies dat doet waar veel moslims bang voor zijn; het relativeren van hun
geloofswaarheden en op termijn mogelijk ook het ondermijnen van een aantal van
hun belangrijkste geloofszekerheden. De vrijheid van meningsuiting en de
vrijheid om aan religieuze waarden te twijfelen, heeft in onze cultuur geleid
tot een proces van ontkerkelijking en van grote groepen mensen die nergens meer
in geloven wat met een hogere macht te maken heeft. De doorgaande groei van de
islam in Europa, waarbij ook in ons land steeds meer en steeds grotere moskeeën
verrijzen, heeft alles te maken met de luxe maar illusoire positie waar de
islam zich in bevind, van niet bekritiseerd worden op inhoud. Westerlingen
beperken zich er meestal toe de Sharia af te wijzen en de segregatie aan de
kaak te stellen (bijvoorbeeld het jihadisme bestrijden door middel van de
geheime dienst), maar ze zijn zeer huiverig om islamitische geloofswaarheden
zelf aan te vallen, terwijl daar juist de crux zit van de stagnerende
integratie.
Sleutel
hierin is de onbetwijfelbare heilige status van de profeet van de islam, die in
historische termen helemaal niet zo’n onberispelijk figuur was als in de
geïdealiseerde voorstellingen van hem. Een groot deel van de instemming van
moslims met zijn daden, komt voort uit de vooronderstelling dat hij het ware
geloof predikte en niet uit de aard van de daden zelf, die in verschillende
gevallen de toetssteen van de mensenrechten die wij vandaag de dag hanteren
niet zouden doorstaan. En dat is belangrijk, omdat de islamitische boodschap in
zijn geheel van maar één persoon afkomstig is en daarom wordt deze ook
afgeschermd voor alle kritiek. De biografie van Mohammed wordt met
‘islamitische ogen’ gelezen als een heilsgeschiedenis en niet met historische
ogen, vertaald naar onze huidige tijd. Liet hij joden vermoorden of andere tegenstanders
van zijn nieuwe leer? Dat is voor moslims ‘logisch’, omdat ze het ware geloof
probeerden tegen te houden. Niemand vraagt zich af waarom Mohammed niet op zijn
critici reageerde als een Mahatma Ghandi of soortgelijke niet-geweldadige
pleitbezorgers van de goede zaak (Jezus keerde zijn andere wang toe). Waarom
mocht de islam eigenlijk met militaire middelen verspreid worden en waarom
mochten mensen gedwongen bekeerd worden, op straffe van executie of een positie
als tweederangs burger met een speciale belasting? Dit zijn belangrijke
historisch-theologische vragen.
Ik
begrijp dat Aboutaleb geen zin heeft om die ‘filosofische discussie’ te voeren,
omdat hij een praktische oplossing zoekt voor het nijpende tekort aan
geïntegreerde imams -zoals ze die in de V.S. wel hebben- die in hoog tempo de islam moeten helpen aarden in de
westerse samenleving, zonder de blik gericht te houden op Arabische
boodschappen van predikers die vrijheid gelijk stellen aan losbandigheid en
losgeslagenheid en daarom op subtiele of openlijke wijze de Westerse normen en
waarden verdacht maken. Ik begrijp dat hij niet vooruit wil lopen op de
gevolgen van een geïntegreerde islam in Nederland en het gevaar van
ontkerkelijking onder moslims, maar toch voorzie ik die ontwikkeling en naar ik
aanneem ook veel moslims. Zeer weinigen kunnen hun geloof overeind houden in
een samenleving waarvan de bevolking het in meerderheid zonder geloof kan
stellen. Alleen de echt onderlegde filosofische en spirituele mensen kunnen
dat, want voor de rest blijft het toch een kinderlijk soort EO-geloof dat zich zal
handhaven. Een geïntegreerde islam zal zowel filosofisch onderlegd moeten zijn,
als wetenschappelijk en spiritueel. Een hele opgave, waar bijzonder weinig tijd
voor is en vanuit onze samenleving -door alle aanslagen door moslim-extremisten
vanaf de ‘Twin-towers’- ook weinig ontvankelijkheid.
Toch neem ik mijn hoed af voor Aboutaleb, want hij is de enige politicus met
realiteitszin, die het serieus probeert, zonder huichelarij, met een gemeend en
geloofwaardig gevoel van verantwoordelijkheid.
Ik
heb in voorgaande publicaties betoogd dat de islam de kans verdient op
integratie in de westerse samenleving door een proces van ‘verlichting’ door te
maken net als de hier langer gevestigde religies, het jodendom en het
christendom. Het is een groot probleem voor de islam dat de scheiding tussen
kerk en staat zich zo plotseling moet voltrekken en dat er niet eeuwen overheen
gaan van een geleidelijk oprukken van wetenschappelijke inzichten, die het mythologische aura van de religie langzaam
doen verdwijnen, zoals de zon de ochtendnevels. De islam komt uit een ander
werelddeel, met een andere geschiedenis en met een zeer ongemakkelijke houding wat
betreft godsdienstkritiek. Maar dat is geen excuus dat eeuwig blijft gelden voor
de nieuwkomer en het is jammer dat westerse politici vanuit een vooroordeel over
de meerwaarde van andere culturen (het was altijd een ‘verrijking’) nooit hun
vingers hebben durven branden aan islamitische geloofswaarheden die in strijd
zijn met ons maatschappelijk model. Ook Femke Halsema, de voormalig Groen
Links-politica, heeft bij haar meerdelige documentaire over vrouwen in de islam van
enkele maanden terug, een triest einde geschapen met haar afsluitende
gedachte. Ze stelde dat de emancipatie van de islamitische vrouwen ‘hun’ zaak was
en dat zij als westerse vrouw daar buiten stond. Een jammerlijke misvatting van
de rol die de islam nu al speelt in het westen en niet alleen voor hier
woonachtige islamitische vrouwen. Ook westerse vrouwen worden in hun eigen land
al voor ‘hoer’ uitgemaakt op straat, dus het is niet langer een islamitisch
vraagstuk.
De
integratie van de islam in het westen vraagt om kritiek van westerse denkers en
politici en het is zwak om aan de zijlijn te blijven staan en Aboutaleb alleen de
hete kolen uit het vuur te laten halen, enkel omdat hij moslim is en het ‘mag
zeggen’. Ik ben geen moslim en ik mag het ook zeggen, omdat ik nadenk over de
manier waarop onze samenleving zich ontwikkelt. Enige kennis van de islam is
daarbij wel nuttig, maar voor zover westerse burgers het gevoel hebben dat hun
eigen normen en waarden onder druk komen te staan door een geïmporteerde
religie, niet eens noodzakelijk. Ook wij mogen voor onszelf spreken, zoals moslimgelovigen
de waarden van hun eigen religie of cultuur voorstaan. Het respect voor een
religie hoeft niet hoger te staan dan respect voor het gedachtegoed dat onze
samenleving groot heeft gemaakt vanaf de tijd van de oude Grieken. ‘Vrijheid
van meningsuiting’ is een te zwak antwoord op het fundamentalisme, want het
zijn de onderliggende overtuigingen die deze vrijheid constitueren die haar
betekenis geven. Vrijheid kan niet bestaan zonder inhoudelijke kritiek op
krachten die de vrijheid bedreigen en zonder het aan de kaak stellen van alles
wat wij maar met vrijheid en rede in strijd vinden. En dat hoeft niet
noodzakelijkerwijs ‘beledigen om te beledigen’ in te houden, maar we hoeven ook
geen enkel onderwerp te schuwen omdat het ‘te gevoelig’ ligt. Gevoeligheid is bijzonder
moeilijk meetbaar en het is ook geen argument.
Gevoeligheid
en gekwetstheid zijn non-argumenten die een echte discussie smoren nog voordat
ze begonnen is en ze veroorzaken een beerput van anti-westerse sentimenten in
verband met een niet geïntegreerde islam. Godzijdank durft Aboutaleb dit te
adresseren en roept hij moslims op om de hand in eigen boezem te steken en zich
af te vragen waar deze antiwesterse houding in de eigen gelederen toch vandaan
komt, in een land dat in principe alle mogelijkheden biedt en waar hijzelf een
uitstekend voorbeeld van is. Ik zou graag zien dat westerse politici hetzelfde doen
en zich afvragen waarom het ideologische gat in het integratiedebat -de
religieusinhoudelijke discussie- zolang in stand gehouden werd. Waarom ze
dachten dat onze vrijheid voldoende gevestigd was, vanaf het moment dat er
definitief was afgerekend met de macht van de middeleeuwse kerk en dat elke
nieuwe religie vanzelf in die geseculariseerde mal zou passen? Vrijheid is
overduidelijk nooit vanzelfsprekend en na de zoveelste aanslag opeens populistisch
gaan roepen dat wij het recht hebben om te beledigen, zonder uit te leggen
waarom dat recht noodzakelijk is voor de vooruitgang van een kennismaatschappij
en de bevordering van mensenrechten, maakt eerder een puberale indruk dan een
filosofische. Als een in slaap gesukkelde schildwacht springen de politici
ineens overeind en beginnen wild om zich heen te maaien nadat het alarm is
afgegaan, maar ze zien eigenlijk nog steeds de vijand niet. Het is onmogelijk
om de vrijheid te koesteren, maar het hete hangijzer om een religie op inhoud
te bekritiseren uit de weg te gaan, omdat op die manier een mythologische kijk
op de werkelijkheid in stand gehouden wordt en daarmee in potentie de
verwerping van ons maatschappelijk systeem door immigranten, hun kinderen en
zelfs hun kleinkinderen.
Aboutaleb
vraagt niet voor niets om ‘goedgebekte imams’ die hoger opgeleid zijn, omdat
hij begrijpt dat het vooral de onbewuste overtuigingen zijn die een
voedingsbodem zijn voor radicalisering. We hoeven niet hoofdelijk iedere moslim
in het westen te benaderen en te vragen of hij of zij de aanslag in Parijs
verwerpt en er afstand van neemt. Het werkelijke probleem is een algemeen
aanvaard idee onder moslims dat hun religie helemaal niet bekritiseerd kan
worden, omdat alle geweldpleging door moslims wereldwijd helemaal niets met de
‘echte’ islam te maken heeft. Waarbij sommigen (in overheidsdienst zelfs) nog
zo stom en brutaal zijn om te beweren dat moord en doodslag door IS in het
Midden Oosten eigenlijk het werk is van ‘zionisten’, omdat ze werkelijk niet
kunnen geloven dat hun ‘vredesreligie’ op inhoudelijke gronden voeding zou
kunnen geven aan het geweld. De realiteit aanvaarden dat dit verband er wel is,
vormt een noodzakelijke voorwaarde om onderscheid te kunnen maken tussen het
geweld dat vanaf het ontstaan van de islam gelegitimeerd is (ook in het heilige
boek) en de geloofsbeleving van moderne en ontwikkelde moslims die hier afstand
van nemen. Het is namelijk de vraag op welke gronden ontwikkelde moslims
afstand nemen van religieus gemotiveerd geweld. Naar mijn idee is dat op basis
van niet-religieuze motivaties, die meer van doen hebben met mensenrechten en
het respecteren van de grondwet, dan met religieuze voorschriften en idealen.
Politiek
correcte meningen zoals die van Obama recentelijk, dat extremisten de echte
islam ‘gekaapt’ hebben, verhullen hun eigen politiek-strategische belangen in
het Midden-Oosten, waar uiterst breekbare allianties met islamitische landen
gekoesterd moeten worden om als wereldmacht niet al te imperialistisch over te
komen. Maar als we eerlijk zijn is het handen afhakken in Saoedi-Arabië ook
bepaald geen misinterpretatie van het ‘ware geloof’, maar de normale
consequentie van het geloofssysteem. Een politieke bondgenoot is toch iets
anders dan een zielsverwant of een gelijkgestemde geest. In dat licht is er een
zorgelijke ontwikkeling gaande in Turkije op dit moment met betrekking tot de
scheiding van kerk en staat, die daar steeds verder onder druk komt te staan.
De Amerikanen gaan met vierhonderd van hun eigen militairen Syrische
opstandelingen trainen op Turks grondgebied, volgens henzelf om tegen IS te
strijden, maar volgens de Turkse regering om het bewind van Assad te
ondermijnen. Hier zie je al hoe religie en politiek gescheiden wegen gaan en
het is de vraag of dat goed blijft gaan als de echte islamdiscussie niet
gevoerd zal worden.
gedacht.
http://www.nu.nl/politiek/3999486/ongeveer-helft-moslims-vindt-democratie-geen-plek-heeft-in-islam.html
Sven Snijer