zaterdag 21 februari 2015

Aboutaleb - Nieuwe leider in het islamdebat

Bij zijn optreden in De Wereld Draait Door liet de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb zien dat hij het stokje heeft overgenomen van Geert Wilders als voornaamste islamcriticus van ons land. En hij doet dat op een meer constructieve wijze dan de PVV-voorman, die in zijn geheel van de islam verlost wil zijn, zonder mogelijkheden aan te dragen voor het moderniseren en humaniseren van deze derde wereldreligie. Aboutaleb heeft een nieuw begrip geïntroduceerd in de integratiediscussie die de kern van het probleem raakt; een ‘islamitische infrastructuur’ die ontbreekt in Europa.

http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/334808

Het was enige tijd de vraag of Aboutaleb niet teveel een westers geluid liet horen als hij sprak over zijn eigen geloof, waarmee hij zich van zijn eigen moslimachterban vervreemdde. Veel gewone moslims zagen hem als een overloper die niets deed voor de emancipatie van de islam in het westen, omdat hij vooral sprak in termen van aanpassing aan de bestaande cultuur en de hier heersende normen en waarden, met als ultieme uiting daarvan de boodschap dat jonge moslims die het hier niet bevalt, die de verlokkingen van het jihadisme niet kunnen weerstaan, maar beter hun spullen kunnen pakken en vertrekken. Na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs sprak hij zelfs van ‘oprotten’.

Maar na zijn bezoek aan het Witte Huis tijdens een door Obama georganiseerde anti-terreurtop en na zijn politieke inspanningen in eigen stad volgend op de aanslag in Parijs, komt Aboutaleb met een iets ander geluid dat meer op de toekomst gericht is. Hij spreekt over de noodzaak voor vierhonderd in Nederland opgeleide imams die goed Nederlands spreken, die de jongere generaties moslims weten te bereiken en hen kunnen beschermen tegen ronselaars van het jihadisme. Dit lijkt me de juiste weg om te volgen, maar het komt helaas wel erg laat, nu het wereldwijde moslimfundamentalisme en extremisme al flink om zich heen grijpen en het op touw zetten van een islamitische integratie op intellectueel niveau in de Nederlandse samenleving (en in heel Europa) een tijdrovend proces is. Het is verbijsterend om te moeten constateren dat de politiek heeft gewacht tot er een miljoen moslims in ons land wonen, voordat ze zich realiseert dat het gevaarlijk kan zijn dat er bij voortduring religieuze ideeën in ons land worden onderwezen door buitenlandse imams, die onze cultuur niet begrijpen of deze zelfs ronduit afwijzen. Hoeveel ‘haatbaarden’ zijn er nodig en hoeveel aanslagen, voordat politici begrijpen dat de inhoud van ideeën er wel degelijk toe doet en dat mensen vrijheid van religie verschaffen niet betekent dat ze die vrijheid vanzelfsprekend waarderen of deze anderen gunnen.

Een belangrijk nieuw argument in het islamdebat, tenminste uit de mond van een sociaal-democraat, was de stelling van Aboutaleb dat het niet altijd ligt aan werkloosheid en een sociale achterstandspositie die jongeren drijft tot extremisme en fundamentalisme. Er bestaat zelfs al een overheidsrapport(1) waarin het verband tussen criminaliteit en werkloosheid aan de ene kant en jihadisme aan de andere kant wordt bestreden, maar het is toch bevrijdend om het nu eens van een PvdA-kopstuk te horen. Mensen van alle maatschappelijke klassen kunnen gevoelig zijn voor jihadisme en de meeste Syriëgangers die zich bij IS willen aansluiten hebben gewoon een baan. Als voorbeeld van hoe verziekt de ideeën van mensen kunnen zijn die in dit land geboren zijn, sprak Aboutaleb over een aan hem gestuurde email afkomstig van een docente, die van een negenjarig jongetje te horen kreeg dat als ze een cartoon zou maken, hij haar zou doden. Je kunt toch moeilijk beweren dat een negenjarige zich zorgen maakt over zijn arbeidskansen in dit land en als wanhoopsdaad zich in de armen van IS moet storten. Het lijkt er eerder op dat vrij radicale ideeën gemeengoed zijn onder een deel van de moslims in ons land die we betitelen als ‘gematigd’. 

Je hoeft maar de Israël-Palestinakwestie aan te snijden en een stortvloed van antisemitisme komt over je heen, waarbij het onderscheid tussen de politiek van de staat Israël en meningen over joden als mensen geheel verdwijnt. Een schokkend filmpje op De Dagelijkse standaard, gemaakt door ‘Dit is normaal’ laat een drietal moslimjongeren zien in Gouda, die er zeer duidelijke ideeën op na houden over niet-moslims en wat daarmee gebeuren moet. Deze kinderen praten hun ouders na, want ze zijn nog niet oud genoeg om uit politiek-sociale interesse het internet af te zoeken naar Jihadistische predikers. Het sluit aan op de positieve reacties bij veel moslimjongeren op de aanslag in Parijs en de grote belangstelling voor de begrafenis van de Deense schutter, gisteren in Kopenhagen, waarvan een belangrijk deel hem niet persoonlijk kende, wat een steunbetuiging lijkt uit te drukken voor zijn daden. 

Ik vind Aboutaleb de dapperste, duidelijkste en meest vooruitstrevende politicus op dit moment in het islamdebat en ondersteun het idee van een Nederlandse islam, die in de woorden van de Rotterdamse burgemeester ‘iets van Erasmus’ in zich moet hebben. Een westerse humanist dus. Iemand met relativeringsvermogen die de starheid van de orthodoxie kan doorbreken en een verbinding kan maken tussen filosofie en geloof, rede en hartstocht. Toch zit er  ook een heikel punt in deze benadering, omdat het precies dat doet waar veel moslims bang voor zijn; het relativeren van hun geloofswaarheden en op termijn mogelijk ook het ondermijnen van een aantal van hun belangrijkste geloofszekerheden. De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om aan religieuze waarden te twijfelen, heeft in onze cultuur geleid tot een proces van ontkerkelijking en van grote groepen mensen die nergens meer in geloven wat met een hogere macht te maken heeft. De doorgaande groei van de islam in Europa, waarbij ook in ons land steeds meer en steeds grotere moskeeën verrijzen, heeft alles te maken met de luxe maar illusoire positie waar de islam zich in bevind, van niet bekritiseerd worden op inhoud. Westerlingen beperken zich er meestal toe de Sharia af te wijzen en de segregatie aan de kaak te stellen (bijvoorbeeld het jihadisme bestrijden door middel van de geheime dienst), maar ze zijn zeer huiverig om islamitische geloofswaarheden zelf aan te vallen, terwijl daar juist de crux zit van de stagnerende integratie.

Sleutel hierin is de onbetwijfelbare heilige status van de profeet van de islam, die in historische termen helemaal niet zo’n onberispelijk figuur was als in de geïdealiseerde voorstellingen van hem. Een groot deel van de instemming van moslims met zijn daden, komt voort uit de vooronderstelling dat hij het ware geloof predikte en niet uit de aard van de daden zelf, die in verschillende gevallen de toetssteen van de mensenrechten die wij vandaag de dag hanteren niet zouden doorstaan. En dat is belangrijk, omdat de islamitische boodschap in zijn geheel van maar één persoon afkomstig is en daarom wordt deze ook afgeschermd voor alle kritiek. De biografie van Mohammed wordt met ‘islamitische ogen’ gelezen als een heilsgeschiedenis en niet met historische ogen, vertaald naar onze huidige tijd. Liet hij joden vermoorden of andere tegenstanders van zijn nieuwe leer? Dat is voor moslims ‘logisch’, omdat ze het ware geloof probeerden tegen te houden. Niemand vraagt zich af waarom Mohammed niet op zijn critici reageerde als een Mahatma Ghandi of soortgelijke niet-geweldadige pleitbezorgers van de goede zaak (Jezus keerde zijn andere wang toe). Waarom mocht de islam eigenlijk met militaire middelen verspreid worden en waarom mochten mensen gedwongen bekeerd worden, op straffe van executie of een positie als tweederangs burger met een speciale belasting? Dit zijn belangrijke historisch-theologische vragen.

Ik begrijp dat Aboutaleb geen zin heeft om die ‘filosofische discussie’ te voeren, omdat hij een praktische oplossing zoekt voor het nijpende tekort aan geïntegreerde imams -zoals ze die in de V.S. wel hebben- die in hoog  tempo de islam moeten helpen aarden in de westerse samenleving, zonder de blik gericht te houden op Arabische boodschappen van predikers die vrijheid gelijk stellen aan losbandigheid en losgeslagenheid en daarom op subtiele of openlijke wijze de Westerse normen en waarden verdacht maken. Ik begrijp dat hij niet vooruit wil lopen op de gevolgen van een geïntegreerde islam in Nederland en het gevaar van ontkerkelijking onder moslims, maar toch voorzie ik die ontwikkeling en naar ik aanneem ook veel moslims. Zeer weinigen kunnen hun geloof overeind houden in een samenleving waarvan de bevolking het in meerderheid zonder geloof kan stellen. Alleen de echt onderlegde filosofische en spirituele mensen kunnen dat, want voor de rest blijft het toch een kinderlijk soort EO-geloof dat zich zal handhaven. Een geïntegreerde islam zal zowel filosofisch onderlegd moeten zijn, als wetenschappelijk en spiritueel. Een hele opgave, waar bijzonder weinig tijd voor is en vanuit onze samenleving -door alle aanslagen door moslim-extremisten vanaf  de ‘Twin-towers’- ook weinig ontvankelijkheid. Toch neem ik mijn hoed af voor Aboutaleb, want hij is de enige politicus met realiteitszin, die het serieus probeert, zonder huichelarij, met een gemeend en geloofwaardig gevoel van verantwoordelijkheid.

Ik heb in voorgaande publicaties betoogd dat de islam de kans verdient op integratie in de westerse samenleving door een proces van ‘verlichting’ door te maken net als de hier langer gevestigde religies, het jodendom en het christendom. Het is een groot probleem voor de islam dat de scheiding tussen kerk en staat zich zo plotseling moet voltrekken en dat er niet eeuwen overheen gaan van een geleidelijk oprukken van wetenschappelijke inzichten, die het  mythologische aura van de religie langzaam doen verdwijnen, zoals de zon de ochtendnevels. De islam komt uit een ander werelddeel, met een andere geschiedenis en met een zeer ongemakkelijke houding wat betreft godsdienstkritiek. Maar dat is geen excuus dat eeuwig blijft gelden voor de nieuwkomer en het is jammer dat westerse politici vanuit een vooroordeel over de meerwaarde van andere culturen (het was altijd een ‘verrijking’) nooit hun vingers hebben durven branden aan islamitische geloofswaarheden die in strijd zijn met ons maatschappelijk model. Ook Femke Halsema, de voormalig Groen Links-politica, heeft bij haar meerdelige documentaire over vrouwen in de islam van enkele maanden terug, een triest einde geschapen met haar afsluitende gedachte. Ze stelde dat de emancipatie van de islamitische vrouwen ‘hun’ zaak was en dat zij als westerse vrouw daar buiten stond. Een jammerlijke misvatting van de rol die de islam nu al speelt in het westen en niet alleen voor hier woonachtige islamitische vrouwen. Ook westerse vrouwen worden in hun eigen land al voor ‘hoer’ uitgemaakt op straat, dus het is niet langer een islamitisch vraagstuk.

De integratie van de islam in het westen vraagt om kritiek van westerse denkers en politici en het is zwak om aan de zijlijn te blijven staan en Aboutaleb alleen de hete kolen uit het vuur te laten halen, enkel omdat hij moslim is en het ‘mag zeggen’. Ik ben geen moslim en ik mag het ook zeggen, omdat ik nadenk over de manier waarop onze samenleving zich ontwikkelt. Enige kennis van de islam is daarbij wel nuttig, maar voor zover westerse burgers het gevoel hebben dat hun eigen normen en waarden onder druk komen te staan door een geïmporteerde religie, niet eens noodzakelijk. Ook wij mogen voor onszelf spreken, zoals moslimgelovigen de waarden van hun eigen religie of cultuur voorstaan. Het respect voor een religie hoeft niet hoger te staan dan respect voor het gedachtegoed dat onze samenleving groot heeft gemaakt vanaf de tijd van de oude Grieken. ‘Vrijheid van meningsuiting’ is een te zwak antwoord op het fundamentalisme, want het zijn de onderliggende overtuigingen die deze vrijheid constitueren die haar betekenis geven. Vrijheid kan niet bestaan zonder inhoudelijke kritiek op krachten die de vrijheid bedreigen en zonder het aan de kaak stellen van alles wat wij maar met vrijheid en rede in strijd vinden. En dat hoeft niet noodzakelijkerwijs ‘beledigen om te beledigen’ in te houden, maar we hoeven ook geen enkel onderwerp te schuwen omdat het ‘te gevoelig’ ligt. Gevoeligheid is bijzonder moeilijk meetbaar en het is ook geen argument.

Gevoeligheid en gekwetstheid zijn non-argumenten die een echte discussie smoren nog voordat ze begonnen is en ze veroorzaken een beerput van anti-westerse sentimenten in verband met een niet geïntegreerde islam. Godzijdank durft Aboutaleb dit te adresseren en roept hij moslims op om de hand in eigen boezem te steken en zich af te vragen waar deze antiwesterse houding in de eigen gelederen toch vandaan komt, in een land dat in principe alle mogelijkheden biedt en waar hijzelf een uitstekend voorbeeld van is. Ik zou graag zien dat westerse politici hetzelfde doen en zich afvragen waarom het ideologische gat in het integratiedebat -de religieusinhoudelijke discussie- zolang in stand gehouden werd. Waarom ze dachten dat onze vrijheid voldoende gevestigd was, vanaf het moment dat er definitief was afgerekend met de macht van de middeleeuwse kerk en dat elke nieuwe religie vanzelf in die geseculariseerde mal zou passen? Vrijheid is overduidelijk nooit vanzelfsprekend en na de zoveelste aanslag opeens populistisch gaan roepen dat wij het recht hebben om te beledigen, zonder uit te leggen waarom dat recht noodzakelijk is voor de vooruitgang van een kennismaatschappij en de bevordering van mensenrechten, maakt eerder een puberale indruk dan een filosofische. Als een in slaap gesukkelde schildwacht springen de politici ineens overeind en beginnen wild om zich heen te maaien nadat het alarm is afgegaan, maar ze zien eigenlijk nog steeds de vijand niet. Het is onmogelijk om de vrijheid te koesteren, maar het hete hangijzer om een religie op inhoud te bekritiseren uit de weg te gaan, omdat op die manier een mythologische kijk op de werkelijkheid in stand gehouden wordt en daarmee in potentie de verwerping van ons maatschappelijk systeem door immigranten, hun kinderen en zelfs hun kleinkinderen.

Aboutaleb vraagt niet voor niets om ‘goedgebekte imams’ die hoger opgeleid zijn, omdat hij begrijpt dat het vooral de onbewuste overtuigingen zijn die een voedingsbodem zijn voor radicalisering. We hoeven niet hoofdelijk iedere moslim in het westen te benaderen en te vragen of hij of zij de aanslag in Parijs verwerpt en er afstand van neemt. Het werkelijke probleem is een algemeen aanvaard idee onder moslims dat hun religie helemaal niet bekritiseerd kan worden, omdat alle geweldpleging door moslims wereldwijd helemaal niets met de ‘echte’ islam te maken heeft. Waarbij sommigen (in overheidsdienst zelfs) nog zo stom en brutaal zijn om te beweren dat moord en doodslag door IS in het Midden Oosten eigenlijk het werk is van ‘zionisten’, omdat ze werkelijk niet kunnen geloven dat hun ‘vredesreligie’ op inhoudelijke gronden voeding zou kunnen geven aan het geweld. De realiteit aanvaarden dat dit verband er wel is, vormt een noodzakelijke voorwaarde om onderscheid te kunnen maken tussen het geweld dat vanaf het ontstaan van de islam gelegitimeerd is (ook in het heilige boek) en de geloofsbeleving van moderne en ontwikkelde moslims die hier afstand van nemen. Het is namelijk de vraag op welke gronden ontwikkelde moslims afstand nemen van religieus gemotiveerd geweld. Naar mijn idee is dat op basis van niet-religieuze motivaties, die meer van doen hebben met mensenrechten en het respecteren van de grondwet, dan met religieuze voorschriften en idealen.

Politiek correcte meningen zoals die van Obama recentelijk, dat extremisten de echte islam ‘gekaapt’ hebben, verhullen hun eigen politiek-strategische belangen in het Midden-Oosten, waar uiterst breekbare allianties met islamitische landen gekoesterd moeten worden om als wereldmacht niet al te imperialistisch over te komen. Maar als we eerlijk zijn is het handen afhakken in Saoedi-Arabië ook bepaald geen misinterpretatie van het ‘ware geloof’, maar de normale consequentie van het geloofssysteem. Een politieke bondgenoot is toch iets anders dan een zielsverwant of een gelijkgestemde geest. In dat licht is er een zorgelijke ontwikkeling gaande in Turkije op dit moment met betrekking tot de scheiding van kerk en staat, die daar steeds verder onder druk komt te staan. De Amerikanen gaan met vierhonderd van hun eigen militairen Syrische opstandelingen trainen op Turks grondgebied, volgens henzelf om tegen IS te strijden, maar volgens de Turkse regering om het bewind van Assad te ondermijnen. Hier zie je al hoe religie en politiek gescheiden wegen gaan en het is de vraag of dat goed blijft gaan als de echte islamdiscussie niet gevoerd zal  worden.



Aboutaleb heeft de Amerikaanse vicepresident Joe Biden wakker geschud met de stelling dat het niet alleen van belang is om moslims te blijven betrekken bij de samenleving, maar dat er ook een ideologische component is die het integratieprobleem van moslims in het westen in stand houdt, waar kritisch naar gekeken moet worden en waar werk van gemaakt moet worden om te komen tot een ideologische integratie van de islam. Een islamitische infrastructuur dus, met een humanistische interpretatie van islamitische waarden, zodat de moderne ideeën van ontwikkelde moslims en de mythologische sprookjes van religieuze escapisten niet door elkaar blijven lopen in onze samenleving. Een samenleving  die uit nood geboren zijn eigen vrijheid gaat herontdekken en herwaarderen, nu aangevoerd door een Marokkaans-Nederlandse burgemeester die minder knuffelbaar en politiek-correct bleek te zijn dan velen ter linker en ter rechterzijde hadden
gedacht.

http://www.nu.nl/politiek/3999486/ongeveer-helft-moslims-vindt-democratie-geen-plek-heeft-in-islam.html

Sven Snijer