Met zijn artikel ‘Het islamdebat’ op Republiek Allochtonië gooit socio-linguïst
en taalkundig antropoloog Jan Blommaert van de universiteit van Tilburg zijn
kont tegen de krib in de islamdiscussie en brengt nogmaals alle
links-relativistische stellingen naar voren waar al meermalen doorheen is
geprikt. Afgezien van zijn terechte verwijt dat veel islamcritici zich vaak net
zo irrationeel en dogmatisch opstellen in hun argumentaties als degenen die ze
een gebrek aan Verlichting verwijten, is de strekking van het artikel toch
vooral dat we alle moslims niet over één kam moeten scheren en dat de islam een
‘sociaal, politiek en cultureel feit is met grote historische diepgang’. Het
artikel is een historische en sociologische relativering van islamkritiek die
voor een deel geldig is, maar die ons niet helpt te begrijpen waar de huidige wereldwijde
crisis in de islam vandaan komt en waarom westerse critici zich steeds meer beginnen
te roeren. (1)
Een opmerking in het artikel van Blommaert die onmiddellijk
opvalt is dat de islam voor hem niet a priori speciaal of uitzonderlijk is,
maar ‘gewoon een religie’. Het is inderdaad gewoon een religie, maar religies zijn niet gewoon. Religies zijn geen
onschuldige concentraties van mensen die ‘homogeniteit van waarden en
praktijken’ bereiken zoals hij het eufemistisch uitdrukt, maar een verschijnsel
uit een andere tijd (of een onderdeel van een cultuur die nog leeft in een
andere tijd). Waar het altijd mis gaat in het islamdebat en waarom dit debat
zich ook iedere keer zo verhard, is dat de cultuurrelativisten geen
inhoudelijke discussie willen aangaan met de islam, zoals dat wel eeuwen lang
gebeurde met het christendom. Vanuit een links idee van ‘privacy’ durven ze
niet aan de persoonlijke overtuigingen van mensen te komen, die paradoxaal
genoeg juist door die sterk homogeniserende werking van religie helemaal niet
‘persoonlijk’ zijn.
Sharia for Holland
Ze vergeten voor het gemak dat het de publieke aanval is
geweest op christelijke geloofswaarheden die ze hun huidige vrijheid heeft
gegeven en dat er niemand aan de macht van de kerk had kunnen ontsnappen als
burgers het met de christelijke leer ‘persoonlijk’ niet eens waren geweest. Het
onderscheid dat Blommaert maakt tussen atheïsme (niet in God geloven) en
seculariteit (onderhuids, in de privésfeer) doet daarom in het maatschappelijk
debat over de islam niet ter zake, omdat de angst die velen hebben voor de
islam gebaseerd is op het feit dat een aantal moslimgroeperingen de grens van
hun privédomein naar het publieke domein juist willen overschrijden. En wel in
onze democratische rechtsstaat, niet in een of ander achtergesteld islamitisch
land. Sharia voor de UK ( Belgium, Holland) brengt landen als Iran en Saoedi-Arabië
naar onze voordeur en terecht dat velen daarvan griezelen. Maar het gaat niet
alleen over dit soort groepjes van fanatiekelingen, want ook van officiële
zijde geven verschillende regeringen van islamitische landen de ondubbelzinnige
boodschap dat ze de islam de beste religie ter wereld vinden die zoveel
mogelijk moet worden gepromoot, desnoods met geweld. (2)
Onmogelijkheid van godsdienstkritiek
Een geloofsaspect dat altijd wordt overgeslagen door
mensen die met de islam sympathiseren als maatschappelijke ‘underdog’ is het permanente
‘beledigd’ zijn van moslims, variërend van het willen verbieden van
islamitische afbeeldingen op zeepjes in de westerse supermarkt tot het
afbeelden van hun profeet in de krant. De boosheid van moslims wordt door hen
steevast toegeschreven aan de stigmatisering van hun religie, maar er is wel
wat meer aan de hand. Waar je nooit over hoort spreken in het islamdebat is het
begrip ‘Paradigma’, dat in het kader van de islam en moderniteit een uitstekende
term is om weer eens van stal te halen. Het is voornamelijk een
paradigmaverschil tussen het westen en de islamitische landen dat voor het
grootste deel van de problemen zorgt, maar dit wordt vaak onvoldoende uitgelegd.
Impliciet is het aanwezig in het betoog van mensen die beargumenteren dat de
islam geen Verlichtingsperiode heeft doorgemaakt, maar ik betwijfel of mensen
begrijpen dat het veel meer om het lijf heeft dan een politiek-cultureel
verschil. Het betreft een geheel andere denkwijze op collectief niveau en maakt
dat de beoordeling van veel aspecten van het maatschappelijk leven heel anders
verloopt. Vanuit het paradigmaverschil is godsdienstkritiek voor veel moslims gewoon
onbestaanbaar, want kritiek op het geloof of op de profeet zou voor hen
neerkomen op het beledigen van God zelf. En daarnaast is hun geloof zo verweven
met het cultuurmodel dat geloofskritiek ook veel onderdelen van het
maatschappelijk leven in het geding zou brengen.
Slechts één auteur
Een extra kwetsbaar punt voor de islam is dat deze religie
in beginsel afkomstig is van één persoon, die met zijn eigen boek de voorgaande
religies heeft gedevalueerd (de joods-christelijke boodschap zou ‘vervormd’ en ‘vervalst’
zijn) zodat twijfel aan de profeet twijfel is aan het fundament van de islam.
Een atheïst als Blommaert zou toch moeten durven zeggen dat Mohammed alles zelf
heeft verzonnen en geconstrueerd uit oudere verhalen. Een atheïst gelooft niet
in goddelijke openbaring, dus vanwaar al dat ‘respect’ als het op niet meer
betrekking heeft dan het menselijke streven naar een ideaal? Religie is een
restverschijnsel uit de premoderne tijd en het trekt ons in filosofische en
wetenschappelijke zin achterwaarts. Terecht geeft Blommaert voorbeelden van
religieuze invloeden in het westen die zich ook nog steeds (op hoog niveau)
vermengen met de rationaliteit van onze cultuur. En zeker is het gedrein van
Tibet-sympathisanten om herstel van het oude Tibet (dat hij aanvoert om het wat
breder te trekken) een roep om herstel van de feodale cultuur die eerder middeleeuws
is dan modern. Maar dat bewijst juist dat onze taak in het westen nog lang niet
klaar is. Dit soort argumentatie kan geenszins gelden als verzachtende
omstandigheid voor de islam, dat we zelf ook nog vaak irrationeel en dom zijn
en met twee maten meten. Ik sluit me op dit punt van harte bij de opsomming van
Blommaert aan. Het gehuichel van Amerikaanse evangelisten is voor mij niet
minder dom dan de brutaliteit van IS terroristen die bloedbaden aanrichten in
Irak en Syrië, want beiden leggen hun eigen verantwoordelijkheid ergens anders neer.
De weg van de Rede
Maar bij zijn eigen identiteit als ‘Verlichtings-denker’
heb ik enige flinke tegenwerpingen, want een verlichtingsdenker gelooft in een
betere wereld volgens het principe van de Rede en dat betekent geen vals
respect opbrengen voor mensen die de eigen verantwoordelijkheid buiten zichzelf
plaatsen in een boek. Voor een atheïst moet het in principe niet uitmaken om wat
voor soort literatuur het gaat, de Koran of De Aanslag van Harry Mulisch. Zou Blommaert
net zoveel respect opbrengen voor een samenleving gebaseerd op een gemiddelde
romanschrijver en zijn fantasieën? Waarom is de Koran dan anders? Mohammed kon
militaire middelen aanwenden om zijn ideeën aan anderen op te dringen, maar dat
maakt ze niet meer bijzonder. Vóór Mohammed bestond het heilige boek niet en vlak
na Mohammed was het opeens de onwrikbare grondslag van een goddelijk
geïnspireerde maatschappelijk orde, waarvan niemand meer mocht afwijken. Vreemd
toch? Twee andere boeken van beroemde schrijvers die de maatschappij naar hun
persoonlijke ideeën wilden veranderen zijn Das
Kapital en Mein Kampf van respectievelijk
Karl Marx en Adolf Hitler. Die hebben beiden ook maatschappelijke systemen
voortgebracht waarbij de protesterende minderheid werd weggedrukt voor het
grote ideaal.
Moderniseren onder voorbehoud
Meerdere modernisten en hervormers in de islam hebben
geprobeerd de Koran als een stuk ‘cultuurgoed’ te beschouwen, maar dat gaat
volkomen mank. De islam is geen traditie die tot ons is gekomen uit lang
vervlogen tijden, zoals de vele Griekse mythen en sagen waar talloze
toneelstukken op gebaseerd werden in verschillende versies. De Koran was er plotseling,
werd dwingend aan de samenleving opgelegd met uitsluiting van andere ideeën (de
geschriften van de kritische tijdgenoten van Mohammed bestaan niet meer) en de
islamitische cultuur die eruit voortkwam werd hierdoor gestuurd en beperkt. Van
de Griekse en Romeinse mythologie kan iedereen gebruik maken, want het is een
open traditie. Het is voedsel voor astrologen, toneelschrijvers,
psychoanalytici, kunstenaars enz, en daarom heet het cultuur. Het is van ons
allemaal en het is eeuwig in ontwikkeling. Er is geen religieuze commissie die
bekijkt of we het allemaal wel ‘goed’ doen, op straffe van… Als de Koran een
stuk cultuur was geweest, dan zou Mohammed met zijn eigen literaire creatie hebben
kunnen aanschuiven bij de voorafgaande boeken in de ‘religieuze cultuur’ als de
Bijbel, de Zend Avesta of de Dhammapada. In de middeleeuwen verschenen er
regelmatig verhalen van schrijvers die zich baseerden op oudere bronnen en
iedereen wist dat. Ze gaven er vaak een andere draai aan en verbonden het
daarmee met hun eigen tijd, maar ze
diskwalificeerden de verhalenvertellers uit het verleden niet. Maar Mohammed
gaf niet slechts bewerkingen van voorgaande traditionele verhalen, hij verwierp
deze en verklaarde zijn eigen versie voor enige en eeuwig geldende waarheid.
De bronnen van de Koran
Wie de Koran ontleed ziet overduidelijk dat Mohammed
zich baseerde op specifiek Perzische (3), joodse en Oosters-christelijke
bronnen, wat een openbaring ‘rechtstreeks uit de hemel’ erg ongeloofwaardig
maakt. Het is rationeel en van verlichtingsdenken getuigend om dat hardop te
zeggen en te betwijfelen dat Allah het geopenbaard heeft. Allah is literair gezien
het Alter Ego van Mohammed, wat tot uiting komt in de talloze openbaringen in
de Koran die een bijzonder opportuun karakter hebben. Allah bemoeit zich
continu met triviale aangelegenheden om Mohammed bij alles te rechtvaardigen in
sociaal verband en laat het nu net de geloofwaardigheid van de profeet zijn die
tien jaar lang het hete hangijzer is in Mekka! De Koran loopt over van de
frustraties van Mohammed dat zo velen zijn boodschap niet willen aanvaarden en
daarom zwaait hij voortdurend met vergelding in het hiernamaals voor hen die
zijn religie verwerpen en overvloedige beloningen voor hen die hem aanvaarden. Zogeheten
allemaal in het belang van deze critici en hun zielenheil, maar in
werkelijkheid zijn het de overredingskunsten van een boodschapper met een
imagoprobleem.
De Koran bewijst ‘zichzelf’
Het fragmentarische karakter van veel teksten (waarin
hij helemaal niets uitlegt over de Bijbel of de Thora) maakt duidelijk dat de openbaringen
in de Koran meestal maar één functie hebben en dat is de geloofwaardigheid van
Mohammed bevestigen. Het is alsof Mohammed in een constante rap-battle verwikkeld
is met degenen die hem willen ‘dissen’. Waarom geloven ze hem nou niet, want
hij bedoelt het zo goed! En de kritiek dat Mohammed uit oudere bronnen zou
putten en christenen en joden zou napraten was in zijn eigen tijd al het
belangrijkste element van het conflict dat naderhand zou leiden tot het
militante karakter van de islam. En als zijn tijdgenoten al hun rationele
twijfels hadden bij de ‘goddelijke boodschap’, waarom hebben zoveel
wetenschappelijk denkende mensen in deze tijd daar dan zo’n moeite mee? Zijn zij
soms minder intelligent dan de tijdgenoten van Mohammed? Mensen die de islam
als cultuur blijven zien zijn helemaal geen verlichtingsdenkers, maar cultuur-relativisten
die de superioriteit van hun eigen op wetenschap en rede gebouwde cultuur
naar beneden halen door een vals respect op te brengen voor een
derdewereldgodsdienst die niet kan begrijpen dat we in het westen in een
antropocentrische maatschappij leven en niet in een (semi-)theocratie. De mens
richt zich in de moderne wereld niet langer naar een ‘door God gewilde’
maatschappelijke orde, maar richt de maatschappij in naar de menselijke maat en
naar datgene wat hij zelf humaan en redelijk vindt. Dat religie daar nog steeds
een plaats in heeft is meer een blijk van ‘levende geschiedenis’ dan een verwijzing
naar de toekomst. Religie bestaat nog steeds omdat ze nog niet geheel is
verdwenen, maar op termijn zal dat zeker gebeuren met alle huidige
manifestaties ervan.
De Eeuwige Religie
Laat ik nog eens de vergelijking maken met een echte
culturele traditie op religieuze grondslag, het hindoeïsme. Dat is
daadwerkelijk een open systeem waar al duizenden jaren aan wordt toegevoegd
door uiteenlopende profeten, zieners, heiligen, filosofen en wijzen en het is
nog steeds niet afgesloten. Het heet ‘Sanatana Dharma’ - de Eeuwige religie,
omdat men in India begrijpt dat niemand het kan claimen en dat ook niemand het
kan verpesten. In deze traditie gaat het er niet om dat iemand juist heeft
gekozen voor het ‘ware geloof’, maar dat een mens groeit in zelfkennis, omdat volgens
de Vedanta-filosofie niemand ooit afgesneden is van de goddelijke realiteit. En
niemand voelt zich beledigd als de leer niet wordt aanvaard, want een persoon
schaadt daarmee enkel zichzelf en vertraagt hooguit zijn persoonlijke evolutie
met een paar extra levens. Ongeloof is geen misdaad en geloof geeft geen
onmiddellijke toegang tot het Paradijs. Mensen doden of gedood worden uit naam van het geloof
maakt geen ‘martelaar’ maar levert negatief karma op waar men zelf de prijs
voor moet betalen. Maar evengoed leidt het hindoeïsme ook aan de mankementen
van het mythologisch wereldbeeld zoals de islam en het christendom, omdat ook
hier het onderscheid tussen de archetypische werkelijkheid van de mythologische
verhalen (die een uitbeelding zijn van het innerlijke spirituele proces) en de
wetenschappelijke werkelijkheid niet altijd duidelijk is, maar in de diepere
lagen van de Vedanta-filosofie komt dit onderscheid helder naar voren.
Uiteindelijk hoeft in deze cultuur niets te worden aanvaard op het gezag van
een autoriteit van buitenaf.
Radicalen leiden het debat
Mensen die pretenderen zelf atheïst te zijn en
welwillend omgaan met openbaringsgeloven, laten de deur open voor allerlei
soorten van achterlijkheid en repressie die verbonden zijn met de
onfeilbaarheid van personen waarvan gezegd wordt dat ze boven kritiek verheven
zijn, zoals de profeet Mohammed. En hoe verlicht en ontwikkeld is dat? Het is
mooi makkelijk om jezelf ervan af te maken en te stellen dat een religie een
cultuur is, alsof die cultuur niet een specifieke doctrine kent die zichzelf daarmee
boven de rest van de samenleving plaatst.
Een groot percentage moslims in Nederland vond volgens recent
overheidsonderzoek dat de islam niet verenigbaar is met de democratie en dat is
rechtstreeks terug te voeren op het religieuze paradigma dat aan de moderne
tijd vooraf ging, dat goddelijke wetten boven menselijke wetten staan. Zo bezien
lijkt cultuurrelativisme de oplossing van lafaards en niet een teken van schappelijkheid,
redelijkheid of tolerantie. Het is typerend voor veel linkse denkers om alle
extremiteiten in de wereld tegenwoordig als ‘fascisme’ te bestempelen en daar (sinds
het bekend worden van de communistische strafkampen en massamoorden) enkel nog
een mentaliteit mee te bedoelen, in plaats van een welomschreven ideologie, wat
het fascisme en het communisme feitelijk zijn. Op die manier ontspringt ook de
islam de dans met haar ideologische ondersteuning van geweld tegen de
tegenstanders van het geloof, want je kunt je dan makkelijker richten op
individuele moslims die sociaal en vriendelijk zijn.
Jurken en baarden
Het is feitelijk een miskenning van de religieuze
boodschap van de islam die wordt gedegradeerd tot cultuur, waarvan de ambities voor
veel gelovigen verder gaan dan een mooi geïntegreerd stukje stof te worden in
de multiculturele lappendeken van onze samenleving. In het theologisch
paradigma moet het ‘ware geloof’ nog steeds overwinnen en dat mag voor een
aantal in het westen gevestigde moslimorganisaties best gepaard gaan met een
tijdelijke schijnaanpassing aan de democratische rechtsstaat om tenslotte het
systeem tegen ons te gebruiken. Als je ziet dat er in een modern en ontwikkeld
land jonge mannen over straat lopen in jurken met baarden, die roepen dat ze
onze democratie niet respecteren, de rechtbank niet, dat homo’s de doodstraf
verdienen, dat ze gescheiden onderwijs willen voor mannen en vrouwen en dat ze
hier over vijftien jaar de baas willen zijn, dan moet er bij ieder rationeel en
‘verlicht’ mens toch een alarmbelletje gaan rinkelen. En het is inderdaad niet
de meerderheid van de moslims in het westen die zich zo manifesteert, maar de meerderheid
spreekt het ook niet tegen. Dat komt omdat moslims hun eigen religie enkel kennen
als cultuur en traditie en vrij onbekend zijn met de letterlijke inhoud van hun
geloofsteksten. De radicalen die wereldwijd in het islamdebat de boventoon
voeren en die drijven op de politieke instabiliteit en economische onzekerheid
van veel islamitische landen, kennen hun geschriften wel en dat brengt
gematigde moslims regelmatig in verlegenheid.
Een islamitische infrastructuur
Aanvankelijk had ik nog een welwillende houding
tegenover het voorstel van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb voor een
islamitische infrastructuur, om te komen tot in Nederland opgeleide en
geïntegreerde imams, maar hoe langer ik er over nadenk, hoe meer de twijfel daarover
begint te groeien. Voor een echte integratie zal het feitelijke leven van
Mohammed onder de loep moeten worden genomen, inclusief zijn veelwijverij, zijn
seksslavinnen, zijn geweldslegitimatie en het sterk autobiografische karakter
van de openbaringen die meer onthullen over de mens Mohammed en zijn
omstandigheden dan over de goddelijke realiteit. Alleen op die manier kunnen de
Koranteksten in hun historische context worden geplaatst en dat is nodig om de universele
toepasbaarheid ervan te bestrijden die nu aanleiding geeft tot een
ongedefinieerde ‘strijd tegen de ongelovigen’ gedurende een onbeperkte
tijdspanne. Maar als aan de universele betekenis van de teksten wordt getwijfeld
komen moslims op een hellend vlak, want wie aan één aspect van de leer begint
te betwijfelen kan een domino-effect verwachten voor de rest van de geloofszekerheden.
De dubbele binding
Daarom zijn islamitische uitleggingen in de historische
context ook uitsluitend bedoeld om Mohammed ‘s optreden onder alle
omstandigheden te rechtvaardigen als het meest zuivere rolmodel denkbaar en
nooit om zijn boodschap te relativeren. De
meeste islamitische ‘modernisten’ van vandaag willen moderniseren binnen de
islamitische context van een onbetwijfelbare goddelijke openbaring, waarbij ze
enkel de interpretatie van bepaalde zaken willen veranderen, maar nooit het
geloof in de openbaring zelf. En daarmee is het verlichtingsproces voor de
islam in feite onmogelijk, want kritiek op de profeet betekent kritiek op de
Koran en de Koran is de enige bron die moslims hebben. Het is een ‘dubbele
binding’ waar ze niet uitkomen. Echte moderniteit betekent een kettingreactie
van twijfels op gang brengen omtrent de theologische waarheid en de Koran en
Mohammed afschermen van alle kritiek betekent indirect het in stand houden van
fundamentalisme en terrorisme, want zo lang niemand betwist dat Mohammed’s boodschap
onfeilbaar is mag iedereen uit de geschriften halen wat hij nodig heeft voor
zijn eigen zaak.
Sven Snijer
(2)”The Muslims
are required to raise the banner of jihad in order to make the word of Allah
supreme in this World, to remove all forms of injustice and oppression, and to
defend the Muslims.”
(Website of Islamic Affairs Department (IAD) of the Saudi
Arabian Embassy in Washington DC, november 2003). Bron: ‘The Truth about Muhammad’,
Robert Spencer.
(3)Beschrijvingen
van het Paradijs in de Koran bijvoorbeeld hebben opvallende overeenkomsten met
de beschrijvingen ervan in de Perzische religie van Zarathoestra en zelfs met
de geschriften van de hindoes (die beiden wortels hebben in de Indo-Iraanse
cultuur) Ze zijn nergens te vinden in de geschriften van joden of christenen,
in welke traditie Mohammed zichzelf graag ziet als profeet.