De
multiculturele verrijking werd weer eens goed zichtbaar gisteren in Rotterdam
waar aanhangers van Erdogan een gebouw van het Nida belaagden, omdat zij banden
heeft met de Gülen beweging. Daarbij werden voor de tweede dag journalisten
lastig gevallen en bedreigd, omdat zij blijven rapporteren over de
ondemocratische streken van hun geliefde leider. (1) Er is vooralsnog niets dat
er op wijst dat Fetullah Gülen werkelijk achter de mislukte coup in Turkije zit
van enkele dagen terug, want de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Kerry
heeft de Turkse regering opgeroepen om de beschuldigingen richting Gülen te substantiëren
met geloofwaardig bewijsmateriaal. Als ze dat kunnen presenteren zal een
uitlevering in overweging worden genomen door de VS volgens de principes van
een normale rechtsgang. Dat bewijs is er niet en dus eist Turkije een
uitlevering op basis van de beschuldiging van ‘terrorisme’, iets waar meerdere
politieke tegenstanders van Erdogan mee te maken hebben evenals journalisten,
om zonder proces of met een schijnproces via door Erdogan aangestelde rechters achter
de tralies te verdwijnen.
Grote blijdschap
Je
zou toch zeggen dat de Nederlandse regering die dolblij was met het mislukken
van de coup en het overeind blijven van de democratische instituties in dat
land (althans de façade ervan) nu eens met een verklaring zou komen aan het
adres van de Turken hier in Nederland en tegelijkertijd gericht aan de Sultan van
de Bosporus dat de beschuldigingen naar de Gülenbeweging en de VS vooralsnog
geen enkele grond hebben en eerder lijken te passen bij de paranoïde houding
van een megalomane leider die overal vijanden ziet sinds hij en zijn vroegere kameraad
Gülen in 2013 uit elkaar gingen. De Turkse journalist en columnist voor de New
York Times Mustafa Akyol was aanvankelijk een aanhanger van de liberale koers
van Erdogan’s AKP toen zij zich in 2002 losmaakte van de politiek-religieuze Milli
Görus beweging en wilde inzetten op betere betrekkingen met de EU. Maar van dat
liberalisme is intussen weinig meer over nu de persvrijheid aan banden is
gelegd, het vredesproces met Koerdische nationalisten uiteen is gevallen en de aanslagen
van IS het land teisteren. Akyol noemt naast de autoritaire koers van Erdogan ‘de
strijdbare, verdeelde en cynische politieke cultuur in Turkije’ het grootste
probleem.
Het Turkse model
‘Wat
ging er mis?’ vraagt hij zich af in zijn artikel van 5 mei 2016 waarin hij een
analyse maakt van de cultuurverandering binnen de AKP de laatste jaren.(2) De
aanhangers van Erdogan hebben het vaak over een ‘samenzwering’. Sinds Turkije
door Erdogan te machtig en te onafhankelijk is gemaakt zouden er ‘schandelijke
samenzweringen’ gaande zijn in het Westen en hun bedrieglijke ‘agenten’ in
eigen huis zouden een campagne zijn gestart om een aanslag te plegen op de
Turkse democratie. Akyol noemt deze ‘samenzweringspropaganda en de
zelfrechtvaardiging die het reflecteert, en de haat waar ze voeding aan geeft
juist een deel van het probleem’. Overigens is dit samenzweringsdenken een
overblijfsel van de Milli Gorüs erfenis waarvan de leiders in het verleden
grote interesse hadden voor personen als Hassan al Banna en Seyyed Qutb van de
Egyptische Moslimbroederschap. In het gedachtegoed van de politieke islam
speelt het samenzweringsdenken een centrale rol en in de huidige AKP-cultuur leeft
het nog sterk maar richt het zich anders, van de ‘vijanden van de islam’ naar
de ‘vijanden van de Turkse democratie’ of wat Erdogan daar onder verstaat. Akyol
ziet echter geen signalen voor een terugkeer naar de islamistische wortels van
de partij zoals hun Kemalistische opponenten en sommige westerse waarnemers
denken. Het probleem is volgens hem veel banaler:
“De
AKP adopteerde een liberale koers vanuit noodzaak zonder er verder echt over na
te denken of door een echt proces van ideologische transformatie heen te gaan. Vanaf
het moment dat de partij de macht greep werden de leiders ervan erdoor verleid,
bedwelmd en gecorrumpeerd. De kaders en klassen die zich nu achter meneer Erdogan
scharen hebben voor het eerst in hun leven de beschikking over geld, prestige
en glorie. Ze schijnen vastbesloten dat niet meer te verliezen - ongeacht wat
dat betekent voor de Turkse democratie.” Er zijn verschillende zaken die de
visie van Mustafa Akyol lijken te bevestigen. Recep Tayyip Erdogan is misschien
toch meer een klassieke dictator die zoveel mogelijk macht naar zich toe haalt dan
een gevaarlijke religieuze leider, ondanks de afkomst van zijn partij. Zijn
gemorrel aan de grondwet, het vervangen van rechters en politiefunctionarissen,
zijn paternalistische houding, de retoriek over het belang van ‘moslim’ zijn
(tegenover seculier), het gebruik van het woord ‘terrorisme’ om iedere politieke
tegenstander uit de weg te ruimen, het opheffen van de onschendbaarheid van
parlementsleden (om dezelfde reden) en zijn ophitsende polariserende taalgebruik
zeggen waarschijnlijk meer over de persoon Erdogan dan over een
politiek-religieuze agenda.
Erdogan de
pragmaticus
Het
feit dat juist de islamist Devatoglu het veld moest ruimen omdat deze de
uitbreiding van de macht van Erdogan geen goed idee vond wijst eerder op een
vermindering van islamisme dan een toename. Het aanhalen van de banden met
joodse organisaties in de VS recentelijk is al helemaal niet te rijmen met
islamisme dat virulent antisemitisch is in haar kern.(3) Hoewel de banden met Israël
vanaf de machtsgreep van Erdogan aanvankelijk verslechterden lijkt er voor de
opportunistische Turkse leider nu weer een kans gelegen in verbetering van de relatie,
bijvoorbeeld in de strijd tegen IS en om uit het politieke isolement te geraken
waar hij door zijn machtspolitiek in terecht is gekomen. Zonder de
vluchtelingenkwestie waarmee hij een grote troefkaart in handen heeft richting
Europa was zijn positie internationaal onhoudbaar geworden, maar vooralsnog
wordt er na de mislukte coup voorzichtig voor hem geklapt door westerse leiders,
omdat ze hun breekbare vluchtelingendeal niet op het spel willen zetten met een
ongezouten mening over hoe ze hem echt zien.
Ondertussen
levert deze gedooghouding de Erdogan-aanhangers in ons land extra speelruimte
op om zich te manifesteren en ruimhartig de arrestatie van een Neder-Turkse columniste
te steunen (Ebru Umar), Gülenaanhangers in Nederland te belagen en met
journalisten op de vuist te gaan. De Turkse ‘democratie’ als exportproduct
waarbij er uitbundig met rode vlaggen met halve maan gezwaaid wordt door Turkse
Nederlanders die met ‘mijn land’ en ‘mijn regering’ Turkije en Erdogan bedoelen.
Zo ziet de Turkse leider het graag en de Nederlandse regering die aan eerwraak,
cliëntelisme en vervolging van onze columnisten nog niet genoeg waarschuwing
heeft, wacht rustig af hoe de etnische en politieke conflicten van de Turken op
onze bodem zullen worden uitgevochten, want de opruiende schreeuwer uit
Klein-Azië tegenspreken in zijn volksmennerij en de ophitsing van zijn
aanhangers in de diaspora, daar hoeven we voorlopig niet op te rekenen.
Sven Snijer
Het
lijkt erop dat het islamisme in Turkije niet enkel van Erdogan afhankelijk is
maar een eigen dynamiek kent met of zonder de grote leider. De recente toenadering tot Israël moet volgens verschillende analisten
vooral worden gezien als gevolg van de geïsoleerde positie waar Turkije in
terecht is gekomen in de regio, omdat het land niet de militaire, economische of
politieke macht heeft om de pan-Islamistische dromen te laten uitkomen van
voormalig premier Devatoglu die in 2001 in zijn boek ‘Strategic Depth’ schreef
dat Turkije ‘leider van de regio’ moest worden en zelfs een ‘wereldmacht’. Tot
aan de breuk tussen Gülen en Erdogan’s AKP in 2013 trokken ze lange tijd samen
op om Turkije meer islamitisch te maken en minder seculier. Ze werkten eveneens
samen bij het onderdrukken van kritische media wanneer zij kritiek uitoefenden
op de Gülenbeweging of Erdogans partij. De macht van de Gülenbeweging groeide
met toestemming van Erdogan die toeliet dat deze in grote delen van het
staatsapparaat infiltreerde, omdat dit de macht van de militairen kon terugdringen
en hun strikte scheiding van kerk en staat.
Ongeacht de persoonlijke drijfveren van Recip Tayyip Erdogan kent het islamisme in Turkije een lange geschiedenis. Volgens journalist Behlul Ozkan gebruikte de Turkse staat -anders dan seculiere dictators van islamitische landen in de regio- de islamisten als bondgenoot in de Koude Oorlog tegen het communisme waardoor ze zich vrij konden uiten en organiseren.(1) Vanaf 1970 hebben ze met verschillende partijen meegedaan aan Turkse verkiezingen en deelgenomen aan coalities. Islamisten waren vanaf de jaren ’90 burgemeester van Istanboel (Erdogan) en Ankara en het is daarom verkeerd om te denken dat ze een marginale onderdrukte groepering waren (vanwege militaire coups) die het Turkse systeem van buitenaf zou veranderen. De islamisten zijn al 45 jaar lang een integraal onderdeel van het systeem. Het islamisme van Erdogan is steeds ongrijpbaar geweest, omdat men in Turkije en de rest van de wereld graag wilde geloven in liberalisering van het politiek-islamitische gedachtengoed van de nieuw gevormde AKP in 2002. Met ideologische wortels in de Mili Görus-beweging werd het nooit helemaal vertrouwd, maar door de economische voorspoed van Turkije was er minder oog voor het totalitaire aspect van Erdogan’s politiek en de neo-Ottomaanse sentimenten in de partij, vooral in de persoon van Devatoglu.
Ongeacht de persoonlijke drijfveren van Recip Tayyip Erdogan kent het islamisme in Turkije een lange geschiedenis. Volgens journalist Behlul Ozkan gebruikte de Turkse staat -anders dan seculiere dictators van islamitische landen in de regio- de islamisten als bondgenoot in de Koude Oorlog tegen het communisme waardoor ze zich vrij konden uiten en organiseren.(1) Vanaf 1970 hebben ze met verschillende partijen meegedaan aan Turkse verkiezingen en deelgenomen aan coalities. Islamisten waren vanaf de jaren ’90 burgemeester van Istanboel (Erdogan) en Ankara en het is daarom verkeerd om te denken dat ze een marginale onderdrukte groepering waren (vanwege militaire coups) die het Turkse systeem van buitenaf zou veranderen. De islamisten zijn al 45 jaar lang een integraal onderdeel van het systeem. Het islamisme van Erdogan is steeds ongrijpbaar geweest, omdat men in Turkije en de rest van de wereld graag wilde geloven in liberalisering van het politiek-islamitische gedachtengoed van de nieuw gevormde AKP in 2002. Met ideologische wortels in de Mili Görus-beweging werd het nooit helemaal vertrouwd, maar door de economische voorspoed van Turkije was er minder oog voor het totalitaire aspect van Erdogan’s politiek en de neo-Ottomaanse sentimenten in de partij, vooral in de persoon van Devatoglu.
Met
het recente conflict tussen de AKP van Erdogan en de Gülen-beweging dat sinds
de mislukte coup van enkele dagen geleden volledig op de spits gedreven wordt,
ontstaan er steeds hardere scheidslijnen in de Turkse politiek die het land hoe
langer hoe meer destabiliseren. De militairen, de Gülen-aanhangers en de AKP
zijn aparte machtsblokken geworden met voorlopig de laatste als winnaar, maar
de vraag is hoelang dit systeem van repressie kan worden volgehouden. Turkije
is feitelijk een dictatuur geworden en de tegenkrachten die hierdoor worden opgeroepen
zouden wel eens in het voordeel kunnen uitpakken van andere personen dan de
leiders van de AKP of Gülenbeweging. Het bericht van Dirk Vermeiren op facebook geeft aan dat er
zich onder de AKP-aanhang nog steeds traditionele islamisten bevinden (deze
keer ook met baarden en zedenpolitie; dat is nieuw voor Turkije!) en die zien nu hun kans. Erdogan kan immers alle hulp gebruiken om zijn eigen positie
te versterken en in het recente verleden heeft hij ook al laten zien het islamisme
van harte te steunen. Tijdens de Arabische Lente in 2011 werd door hem nadrukkelijk
contact gezocht met groepen als de Islamitische Broederschap van Morsi. Het
lijkt erop dat de ideologische lijn die werd uitgezet onder de inmiddels uit zijn
functie gezette premier Devatoglu geen politieke zoden aan de dijk heeft gezet
voor Turkije, maar nog wel breed gedragen wordt onder de Turkse bevolking. Mocht
Erdogan op zeker moment ten val komen, dan laat hij een hopeloos verdeeld
Turkije achter waar iedereen een diep wantrouwen heeft naar iedereen en waar
jihadistisch fundamentalisme van bijvoorbeeld IS goed wortel zou kunnen
schieten. En die hebben dringend behoefte aan nieuw grondgebied nu het in Irak
zo langzamerhand onhoudbaar voor ze wordt en wat is er nu mooier dan voet aan
de grond krijgen in een NAVO-land?