dinsdag 20 november 2018

Zwarte Piet is niet racistisch


Tien jaar terug vond ik Sinterklaas en Kerst nog commerciële feesten die in een cultuur van voortdurende overvloed voor mijn part afgeschaft mochten worden, want waarom kinderen en volwassenen met cadeautjes overladen die alles al hebben? Maar sinds een kleine groep linkse militanten de laatste jaren systematisch de aanval heeft geopend op ons nationale erfgoed (het Sinterklaasfeest, Kerst komt vast later aan de beurt) ben ik een groot voorstander geworden van zwarte piet. Een pikzwarte piet wel te verstaan, want die roetveegpieten zijn niet alleen geen gezicht, ze zijn vooral een uiting van de halfslachtigheid van onze cultuur waarin we steeds tevergeefs proberen het iedereen naar de zin te maken. Een zwarte piet of helemaal geen piet. Een clown is ook niet een beetje geschminkt, want als je een show neerzet moet je het goed doen.

Links heeft bij voorbaat gelijk

Wat vooral opvalt aan alle deugneuzen ter linkerzijde die vinden dat zwarte piet hervormd dan wel afgeschaft moet worden, is dat ze graag met iedereen in gesprek gaan, in de vaste overtuiging dat dan voor iedereen duidelijk zal worden dat het Sinterklaasfeest in zijn huidige vorm racistisch is. Feitelijk willen ze dus geen ‘gesprek’, maar de ruimte krijgen om hun apriori gelijk aan te tonen. Ze hebben al gelijk, alleen het heeft nog wat tijd nodig om bij de rest van Nederland door te dringen. Arie Boomsma die als gutmensch van beroep ook graag een duit in het zakje deed, noemde gisteren een aantal zaken die in de loop van de tijd veranderd zijn om daarmee aan te tonen dat zwarte piet dus uiteindelijk ook wel zal verdwijnen. (1) Helaas ging zijn vergelijking mank, omdat de door hem genoemde zaken inderdaad een maatschappelijke achterstelling betekende van sommige groepen mensen en dieren (hij noemde een wat warrige verzameling), terwijl dat bij het Sinterklaasfeest niet aan de orde is. Wat sommige mensen bij zwarte piet voor ‘gevoel’ beleven heeft geen enkel verband met hun daadwerkelijke maatschappelijke positie of mensenrechten. Zo hebben christenen als Arie Boomsma het ‘gevoel’ dat Jezus leeft, maar het maatschappelijk feit is dat de rest van Nederland eigenlijk wel klaar is met de Bijbel, dat antieke boek waar het allemaal in staat.

”Tradities moet je niet veranderen, wordt er bijvoorbeeld steeds geroepen. In een debat zou je dan beginnen over stierenvechten, jagen, de doodstraf, vrouwen die niet naar school mogen, roken of andere tradities en gewoonten die werden ingehaald door de tijd.”

De mishandeling van stieren bij het Spaanse stierengevecht is een medisch feit en kan daarom terecht wegens dierenmishandeling worden afgeschaft als traditie. Dat vrouwen in het verleden niet mochten studeren of geen stemrecht hadden was een concrete maatschappelijke ongelijkheid voor de helft van onze bevolking. Die dingen veranderen door voortschrijdend inzicht. Het essentiële element bij slavernij en de latere afschaffing ervan, was dat men geleidelijk aan ging inzien dat je niet de ene mens vanwege huidskleur lager kunt stellen dan de ander. Dat was een overtuiging die tijd nodig had om te groeien, omdat mensen in het verleden makkelijk konden denken dat gekleurde mensen dom waren, omdat ze immers geen toegang hadden tot onderwijs en zichzelf niet konden bewijzen als in het bezit zijnde van meer kwaliteiten dan katoen plukken of huishoudelijk werk voor de slavenbaas. Naarmate er meer gekleurde mensen geschoold raakten en opklommen tot betere maatschappelijke posities verdwenen geleidelijk aan de vooroordelen. Daarom kunnen tegenwoordig zwarte mensen president, minister of legeraanvoerder worden in de VS of een beroemde artiest, acteur of sportheld.

Zwarte piet als fictioneel karakter

Maar wat heeft dat met zwarte piet te maken? Mag zwarte piet niet stemmen, mag hij niet naar school, zijn er bussen waar hij niet in mag reizen samen met blanke mensen? Zwarte piet is een fictioneel karakter; hij bestaat niet. Het is een figuur uit een verhaal dat we al enkele eeuwen aan elkaar doorgeven en als we dan toch het gevoel centraal stellen, zoals politiek links dat graag wil, dan kunnen we constateren dat alle voorstanders van het Sinterklaasfeest en zwarte piet-oude stijl helemaal geen racistisch gevoel koppelen aan zwarte piet, de kindervriend die Sinterklaas helpt bij het uitdelen van snoep en cadeautjes aan kinderen van iedere huidskleur. Voor een ‘racistisch feest’ is het namelijk nodig dat de voorstanders van dat feest zwarte piet categorisch identificeren met gekleurde mensen in het algemeen, zoals je ze elke dag op straat tegenkomt, maar dan voor deze gelegenheid gekleed in een pak met veel te grote kraag, pofmouwen en veren om ze eens flink belachelijk te maken. Om ze door de vreemde uitdossing lekker voor schut te zetten en zo onze ware gevoelens over de gekleurde medemens te kunnen ventileren. Alsof we dat racisme de rest van het jaar krampachtig onderdrukken, maar eenmaal per jaar in december, dan mag het!

Hervormers of beroepshuilers?

Nederland is in het algemeen geen racistisch land, dus het zou wel erg vreemd zijn als dat land zich met hand en tand verzet om een racistisch feest te verdedigen tegen een groep verlichte hervormers die een groot maatschappelijke onrecht aan de kaak stellen waar één bevolkingsgroep onder te lijden heeft. Waar steeds meer mensen zich van afkeren is een stel zeikerds en beroepsslachtoffers die zichzelf alleen kunnen profileren door ergens tegen te zijn en die nadat ze met zwarte piet hebben afgerekend meteen het volgende element van westerse cultuuruiting zullen aanvallen, omdat volgens hen alles racistisch is waar ze eventueel een naar gevoel bij krijgen. En het is ook verslavend, want met z'n allen boos zijn verbindt zo lekker. Als gevoel het allesoverheersende ‘argument’ is in de zwarte pietendiscussie, neem dat gevoel van alle zwarte pieten-aanhangers dan ook eens serieus en analyseer wat zij ervaren bij dit fenomeen. De meeste kinderen hebben bij zwarte piet zelfs een positiever gevoel dan bij Sinterklaas, want die is als oude man uit een hiërarchisch geloofssysteem (bisschop van Myra) met een soms wat strenge blik, met zijn zware boek waarin alles staat over de kinderen in Nederland met betrekking tot hun (on)gehoorzaamheid aan ouders en leerkrachten, veel risicovoller om te benaderen dan die vrolijke pieten die de hele tijd met snoep strooien. Ik kan me nog goed herinneren dat ik op de kleuterschool me als een van de eersten bij Sinterklaas moest melden, die vooraf goed geïnformeerd was door de juf over al mijn kwajongensstreken. Ik kon wel door de grond zakken, maar gelukkig waren er nog de goedlachse zwarte pieten voor de morele ondersteuning om de strengheid van Sinterklaas een beetje af te zwakken.

De echte problemen  

Als ik me in de linkse mind-set verplaats kan ik tal van culturele gebruiken en feesten al bij voorbaat aanvallen als racistisch of seksistisch, maar omdat ik geen jankerd ben hou ik me liever bezig met echte problemen in de wereld: het wegsnijden van de rechtsbijstand voor de lagere inkomens (het is nu al prut, maar het wordt nog erger met de ‘mediation’ die straks iedereen door de strot geduwd krijgt waardoor je je eigen overheid niet meer ter verantwoording kunt roepen), het al veertig jaar falende jeugdzorgsysteem en bijbehorende corrupte rechtssysteem, de stille revolutie van het omschakelen van pleegzorg naar versnelde adoptie, omdat de stroom van buitenlandse adopties door diverse schandalen begint op te drogen en er toch geld verdiend moet worden in deze sector, de ACE’s-gekte die breed wordt geëvangeliseerd in tal van westerse landen die een regelrechte aanval op de gezinsintegriteit betekent, maar waarover we van overheidswege niets te horen krijgen omtrent de onderliggende ideologische wortels die de wetenschappelijke toetssteen op geen enkele wijze kunnen doorstaan. (2) En dat is alleen nog maar een maatschappelijk segment dat de afgelopen acht jaar mijn persoonlijke aandacht heeft gehad. Zo zijn er tal van echte problemen waar we het over zouden kunnen hebben in Nederland, maar politiek links is al twintig jaar volledig de weg kwijt sinds de grote slagen voor emancipatie en goede arbeidsvoorwaarden zijn gewonnen en ze grotendeels overbodig zijn geworden. Zo overbodig dat ze tegenwoordig zelfs samen met rechtse partijen meehelpen aan de afbraak van de verzorgingsstaat en de rechtsstaat zonder enig benul van hun identiteitsverlies.

De lulligheid van links

Links is overgestapt op allerlei lullige dingetjes zoals genderneutraliteit en gender-fluïditeit of een ‘geluksambtenaar’ bij de gemeente (3), omdat de linkse partijen zichzelf in het integratievraagstuk sinds de komst van migranten uit moslimlanden in een ideologische spagaat hebben gebracht. De moslimarbeiders van weleer (automatische PvdA-stemmers) bleken na drie generaties niet slechts arbeider meer te zijn, maar in toenemende mate zichzelf als moslim te zien, wat een beetje is gaan schuren met het oude linkse adagium dat religie opium voor het volk is. Totaal verward kijkt de meerderheid aan de linkerflank van het parlement nog altijd liever weg van dit gegeven met het alibi van de ‘andere cultuur’ i.p.v. oprukkende geloofsdogmatiek en het ‘respecteren van elkaars verschillen’ (het christendom afbranden is geen punt), ook al betekenen die verschillen soms dat fundamentele  mensenrechten als de gelijkheid van man en vrouw op het spel komen te staan met sharia-rechtbanken om echtscheidingszaken te regelen. Een groeiend aantal moskeeën in Amsterdam blijkt vatbaar voor streng Salafistische invloeden vanuit Saoedi Arabië en de golfstaten, waarin afkeer van westerse waarden het speerpunt is van de prediking, (4) maar laten we het vooral hebben over hoe racistisch zwarte piet is. Dat is natuurlijk het echte maatschappelijke probleem waar we ons druk over moeten maken en vooral daarbij verzwijgen dat veel van de gekleurde mensen die hier nu wonen indertijd vrijwillig vanuit Suriname hierheen kwamen toen Desi Bouterse de macht greep. Want dat zou zo’n vreemde contradictie geven, vluchten naar een racistisch land dat er lol aan beleeft gekleurde mensen te bespotten.

Jesse Klager weet het beter…

Jesse Klaver vertegenwoordigt zo’n beetje alles wat mij aan modern links tegen staat en hij versterkte dit nog eens met zijn reactie op het facebook-artikel van Klaas Dijkhoff over de demonstraties van links en rechts tijdens de intocht van Sinterklaas. Dijkhoff schreef een genuanceerd stuk dat de ‘zwarte piet’ niet naar één van beide zijden schoof, maar benadrukte dat aan beide kanten radicale elementen bezig waren een kinderfeest te verknallen. Klaver antwoordde daarop met zijn linkse alwetendheid dat het verbieden van demonstraties bij de intocht zelf (vanwege het gevaar voor kinderen als het uit de hand mocht lopen) geen oplossing was, omdat het natuurlijk gewoon allemaal racistisch was en dat we dat vooral moesten blijven benoemen. (5) Dit is wat de linkse medemens bedoelt die de hele tijd roept dat we met elkaar in gesprek moeten gaan en dat het zo’n ramp is dat het nu steeds ‘wij’ tegen ‘zij’ is, alsof dat niet door de hele geschiedenis heen het geval is geweest. Katholieken tegen protestanten, republikeinen tegen prinsgezinden, aristocraten tegen burgers, subjectieve muzikanten (Franz Liszt) tegen voorstanders van objectieve muziek (Brahms, Joachim), etc.

Polarisatie als links argument

Deze zogenaamd neutrale klaagzang verhult het impliciete linkse standpunt, dat indien we maar allemaal net zo aardig voor elkaar waren als de linkse mensen pretenderen te zijn, dat er dan over alle belangrijke maatschappelijke kwesties in het geheel geen meningsverschillen meer zouden bestaan. De rotstreek die politiek links ons op dit moment levert is dat ze opzettelijk verwarring sticht op het punt van diversiteit en gelijkheid. Mensen van verschillende culturen en rassen zijn gelijk in de zin van de algemene rechten van de mens, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal, elke subcultuur afzonderlijk, het gelijk aan hun kant hebben. Er is een verschil tussen gelijk zijn en gelijk hebben. We zijn gelijk in het recht van meningsuiting, recht op scholing, rechtsbijstand (nu nog wel), medische voorzieningen, veilige arbeidsomstandigheden tegen een eerlijk loon, maar we hebben niet allemaal een even goede en onderbouwde mening. En gevoelens over tal van onderwerpen mogen er zijn, maar ze hebben geen bewijskracht en ze zijn voor een ontwikkelde samenleving niet bepalend en geen enkele reden voor de meerderheid om zich door een minderheid de wil te laten opleggen.

Sven Snijer