Open brief aan de Minister van rechtsbescherming
Geachte
heer Dekker,
Als
redacteur van de blog Dark horse Essays en tevens vertrouwenspersoon in een
wijkteam/jeugdzorg-casus, wil ik u op de hoogte stellen van de onverkwikkelijke
praktijken die zich bij de wijkteams afspelen. Dit met het doel om voor u
aanschouwelijk te maken wat het resultaat is van de Transitie die op 1 januari
2015 van start ging. De gemeenten in Nederland zijn in het algemeen niet in
staat om regie te voeren over de jeugdzorg, noch in het vrijwillige, noch in
het gedwongen kader en men laat de verantwoordelijkheid hiervoor graag over aan
de sector zelf. Er zijn weinig wethouders jeugdzaken of beheerders van het
Sociaal Domein bij de gemeenten te vinden die bovenop de wijkteams zitten om
regelmatig de kwaliteit van hun werkzaamheden te controleren of machtsmisbruik
en willekeur bij hulpverleners tegen te gaan. Het enige raadslid dat ik tot nu
toe heb mogen ontmoeten met een heldere visie op de gemeentelijke jeugdzorg is
Wim Willems van de gemeente Apeldoorn, (1) maar hij is een roepende in de
woestijn, zoals jarenlang verschillende ouderplatforms en familie- en
jeugdrechtadvocaten dat zijn geweest.
De verdwenen
casemanager
Bij
al het amateurisme en de onwetendheid die ik heb mogen aanschouwen spant echter één
gemeente de kroon. In die gemeente zijn ze er niet alleen als wijkteam niet in
geslaagd te voldoen aan de opdracht van de rechter om in het vrijwillige kader
de communicatie tussen twee gescheiden ouders weer op gang te brengen, maar
laten ze zich schaamteloos leiden door de wensen van één van beide partijen en
werken mee aan de chantagepraktijken van de advocaat van vader richting moeder
(In jeugdzorg-jargon: ‘ingezogen worden in de casus’ of in de volksmond
‘partijdigheid’). Alsof dit nog niet genoeg is hebben ze na een periode van
kritische feedback van de vertrouwenspersonen van moeder besloten dat vanaf heden
er helemaal geen casemanager meer is die in de casus regie voert. Er wordt
slechts een Kindbehartiger aangesteld die uitsluitend de agenda van vader en
zijn advocaat zal volgen, omdat deze Kindbehartiger enkel met de kinderen in
gesprek zal gaan (die volledig onder invloed staan van vader en oma vz, omdat
ze daar hun hoofdverblijfplaats hebben) en niet met moeder. De omgang is
stilgelegd, eerst door het wijkteam zonder rechterlijk besluit en later door de
advocaat van vader die zich gedwongen zag hiervoor toch naar de rechter te
gaan, omdat het manipuleren van moeder niet meer vol te houden was onder het
toeziend oog van objectieve buitenstaanders.
Advocaat wordt ‘casemanager’
Wat
het betekent dat er geen casemanager meer op de casus zit, samen met feit dat
de Kindbehartiger geheel en al geïnstrueerd zal worden door één van beide
partijen, heb ik geschreven aan de contactpersoon van het Sociaal Domein waarop
ik zoals bij al mijn eerdere mails géén, een verlaat of een ontwijkend antwoord
verwacht te krijgen:
Beste mevrouw,
Zoals ik het
begrijp zal deze kindbehartiger aan de juridische strategie beantwoorden van H….,
de advocaat van vader. De kindbehartiger lijkt vooralsnog niet over een eigen
identiteit of eigen visie te beschikken, dus de facto is daarmee H… zowel
advocaat als casemanager geworden. Het wijkteam staat erbij en kijkt ernaar.
Als de kindbehartiger
zich in de casus laat inzuigen en eenzijdig haar werk doet (door beïnvloeding
van H…., omdat het wijkteam geen regie kan voeren), zonder mee te wegen dat de
kinderen een lange termijn-belang hebben bij het kennen van hun beide ouders,
kan zij daar bij haar beroepsgroep op aangesproken worden middels een interne
klachtenprocedure.
In deze casus
staat één ding als een paal boven water; dat vader niet in staat is om als
volwassen man overleg te plegen met de moeder van de kinderen in het belang van
de kinderen. En dat de kinderen bij voortduring door vader, zijn advocaat en
het wijkteam worden misbruikt om hun moeder/oma mz onderuit te halen. Dat heet
psychische kindermishandeling, maar dat weten jullie als zorgprofessionals
natuurlijk beter dan ik.
Sven Snijer
Amateurs aan het roer
Ik
wil u erop wijzen dat deze kinderen die in een hevig loyaliteitsconflict verkeren
(kinderen spreken over zeer verontrustende dingen; zelfmoordneiging, seksueel
misbruik, ect, naast veel ziekmeldingen en slechte cijfers op school) nooit
zijn onderzocht door een echte professional, zoals een orthopedagoog-generalist
of een kinderpsycholoog, wat broodnodig is gezien het spanningsveld waar de
kinderen in verkeren, maar overgeleverd zijn aan sociaal werkers en hun
speculaties, die niet over de universitaire kennis beschikken en zeker niet de
klinische ervaring (j-ggz) om juist in te schatten hoe het werkelijk met de
kinderen gaat. In plaats daarvan laten HBO-geschoolden zich eenzijdig dingen
influisteren door zwaar beïnvloede kinderen, (2) waar één der strijdende
partijen mee naar de rechter zal gaan. Door de afwezigheid van een casemanager
kan de nieuw in te werken Kindbehartiger moeiteloos worden ingezet door de advocaat
van vader als wapen in komende rechtszaken, zonder dat moeder (die geen gezag
heeft) hier ook maar iets tegen kan doen. Dit is het resultaat van uw
besparingen, dat gedurende het ontwikkelingstraject het voornaamste doel werd van
de Decentralisatie. Nog meer macht voor onbekwame hulpverleners, nog minder
rechten voor ouders en nog minder kwaliteitszorg voor kinderen. En de jeugdzorg
was al zo’n puinhoop. In deze casus geeft de gemeente in feite een
Kindbehartiger ‘cadeau’ aan één van beide partijen om te gebruiken naar
believen. De advocaat van vader voert hier de regie, niet het wijkteam. En
helaas is deze gemeente niet uniek.
Een vechtscheiding
financieren
De
gemeente betaalt vader in feite om zijn vechtscheiding te blijven voeren tegen
de moeder van de kinderen, want er is op geen enkele wijze inspanning verricht
door het wijkteam om het contact tussen vader en moeder weer op gang te brengen
(wat de opdracht was van de rechter en de voorwaarde waarop de
ondertoezichtstelling werd beëindigd). Dit is vanuit de inzichten van de
adolescentie-psychologie natuurlijk van het grootste belang voor de latere
identiteitsontwikkeling van de kinderen, dat ouders met elkaar blijven
communiceren. Dat kinderen niet gedwongen worden te kiezen tussen één van beide
ouders. Nu wil de ironie dat de advocaat van vader (die ex-gezinsvoogd van
jeugdzorg is en zich ook zodanig gedraagt) tevens geschoold is in mediation,
maar daar helemaal niets van laat blijken. In tegendeel, de kinderen zijn
primair een juridisch wapen om moeder en haar kant van de familie kapot te
maken met als enig alibi de ‘beweringen van de kinderen’. De kinderen die nooit
professioneel zijn onderzocht. Omdat de wijkteamleden zich niet meer durven te
laten lenen voor de eenzijdige presentatie van feiten, omdat ze inmiddels
voldoende op hun incompetente handelen zijn gewezen bij hun superieuren (die
niets bevestigen van onze klachten, maar wel de casemanager in rook laten
opgaan) moet nu de Kindbehartiger diezelfde rol gaan vervullen, wat uit het
verweer van advocaat vader blijkt bij het kort geding. Productie (x) laat zien
dat er een afspraak wordt gemaakt dat de Kindbehartiger op dezelfde partijdige
wijze zal handelen als de wijkteamleden hebben gedaan en dat de advocaat van vader
de regie heeft.
Waar is de
doorzettingsmacht?
Deze
casus is exemplarisch voor hoe het er al decennia lang in de jeugdzorg aan toe gaat
en de Transitie had aan dit soort praktijken juist een einde moeten maken. Ik
breng u de beroemde oneliner in herinnering: ‘Eén gezin, één plan, één regisseur’.
Er is in deze casus noch een plan, noch een regisseur en een toch al gebroken
gezin drijft steeds verder naar de afgrond, omdat de hulpverleners een deel van
het probleem zijn geworden (en feitelijk steeds zijn geweest). Ze zijn het
medicijn dat werkt als een gif, omdat de dokter afwezig is en de assistenten
voor dokter zijn gaan spelen. De succesformule van de Transitie was dat er een
wijkteamleider/generalist zou komen met ‘doorzettingsmacht’ die goed het
onderscheid zou kunnen maken tussen sociale problematiek en ggz-problematiek.
(Waar die verwachting op gestoeld was weet niemand) Wat ik heb gezien is een
wijkteam-coördinator die op geen enkel inhoudelijk aspect van ingediende
klachten ingaat en zich verschuilt achter de juridisch adviseur van de gemeente
en achter de advocaat van vader. Terwijl het mandaat ligt bij het gemeentelijke
wijkteam in het kader van ‘vrijwillige hulp’, wat betekent dat indien het
wijkteam niet in haar opdracht slaagt, er zou moeten worden ‘opgeschaald’ naar
een beschermtafel of Raad voor de Kinderbescherming, zodat opnieuw de rechter
een uitspraak kan doen. Deze gemeente is niet alleen incompetent, maar kan de
casus tevens niet uit handen geven en voorziet één der strijdende partijen van
een carte blanche op kosten van de gemeente.
Nog steeds geen
aansprakelijkheid
Een
ander adagium voor de Transitie was het versterken van de “Eigen regie” van
ouders. Ik heb nergens gelezen dat de advocaat van één van beide ouders de
regie zou krijgen, maar ik kan me wel voorstellen dat dit één van de
bedroevende resultaten is van een slecht voorbereide Transitie waar de meeste
gemeenten gewoon mee zijn overvallen. Ze hadden geen idee van wat er
structureel mis gaat in deze sector en hebben vanuit hun onderbuikgevoel de
verantwoordelijkheid voor het ‘grote onbekende’ maar gedelegeerd aan
ex-jeugdzorgwerkers. De wijkteams gedragen zich nu als het vroegere Bureau
Jeugdzorg en bij problemen rent men net zo hard naar de jurist, al is dit nu de
gemeentelijke jurist (3). Aansprakelijkheid is er net zo min als in het oude
systeem en betere klachtafhandeling ook niet. Je zou denken dat degene die
betaalt graag waar wil voor zijn geld, maar de complexiteit van het corrupte
jeugdzorg-systeem (inclusief het falende jeugd- en familierecht) maakt dat ze
liever een te hoge rekening betalen dan dat ze ergens hun vingers aan branden.
Liever een te dure jeugdzorg, dan als wethouder persoonlijk aansprakelijk
worden gehouden voor de jeugdzorg-incompetentie, die in opdracht van de
landelijke overheid in de stad is ingekwartierd. Het SKJ regelt de klachten en
de gemeente moet zoveel mogelijk duiken, want het afschuiven van iedere
systeemverantwoordelijkheid, zoals de landelijke overheid altijd heeft gedaan,
dat kunnen de gemeenten natuurlijk ook.
Sven Snijer