zaterdag 19 mei 2018

Gemeenten voeren geen regie over de wijkteams


Open brief aan de Minister van rechtsbescherming

Geachte heer Dekker,

Als redacteur van de blog Dark horse Essays en tevens vertrouwenspersoon in een wijkteam/jeugdzorg-casus, wil ik u op de hoogte stellen van de onverkwikkelijke praktijken die zich bij de wijkteams afspelen. Dit met het doel om voor u aanschouwelijk te maken wat het resultaat is van de Transitie die op 1 januari 2015 van start ging. De gemeenten in Nederland zijn in het algemeen niet in staat om regie te voeren over de jeugdzorg, noch in het vrijwillige, noch in het gedwongen kader en men laat de verantwoordelijkheid hiervoor graag over aan de sector zelf. Er zijn weinig wethouders jeugdzaken of beheerders van het Sociaal Domein bij de gemeenten te vinden die bovenop de wijkteams zitten om regelmatig de kwaliteit van hun werkzaamheden te controleren of machtsmisbruik en willekeur bij hulpverleners tegen te gaan. Het enige raadslid dat ik tot nu toe heb mogen ontmoeten met een heldere visie op de gemeentelijke jeugdzorg is Wim Willems van de gemeente Apeldoorn, (1) maar hij is een roepende in de woestijn, zoals jarenlang verschillende ouderplatforms en familie- en jeugdrechtadvocaten dat zijn geweest. 

De verdwenen casemanager

Bij al het amateurisme en de onwetendheid die ik heb mogen aanschouwen spant echter één gemeente de kroon. In die gemeente zijn ze er niet alleen als wijkteam niet in geslaagd te voldoen aan de opdracht van de rechter om in het vrijwillige kader de communicatie tussen twee gescheiden ouders weer op gang te brengen, maar laten ze zich schaamteloos leiden door de wensen van één van beide partijen en werken mee aan de chantagepraktijken van de advocaat van vader richting moeder (In jeugdzorg-jargon: ‘ingezogen worden in de casus’ of in de volksmond ‘partijdigheid’). Alsof dit nog niet genoeg is hebben ze na een periode van kritische feedback van de vertrouwenspersonen van moeder besloten dat vanaf heden er helemaal geen casemanager meer is die in de casus regie voert. Er wordt slechts een Kindbehartiger aangesteld die uitsluitend de agenda van vader en zijn advocaat zal volgen, omdat deze Kindbehartiger enkel met de kinderen in gesprek zal gaan (die volledig onder invloed staan van vader en oma vz, omdat ze daar hun hoofdverblijfplaats hebben) en niet met moeder. De omgang is stilgelegd, eerst door het wijkteam zonder rechterlijk besluit en later door de advocaat van vader die zich gedwongen zag hiervoor toch naar de rechter te gaan, omdat het manipuleren van moeder niet meer vol te houden was onder het toeziend oog van objectieve buitenstaanders. 

Advocaat wordt ‘casemanager’

Wat het betekent dat er geen casemanager meer op de casus zit, samen met feit dat de Kindbehartiger geheel en al geïnstrueerd zal worden door één van beide partijen, heb ik geschreven aan de contactpersoon van het Sociaal Domein waarop ik zoals bij al mijn eerdere mails géén, een verlaat of een ontwijkend antwoord verwacht te krijgen: 

Beste mevrouw,

Zoals ik het begrijp zal deze kindbehartiger aan de juridische strategie beantwoorden van H…., de advocaat van vader. De kindbehartiger lijkt vooralsnog niet over een eigen identiteit of eigen visie te beschikken, dus de facto is daarmee H… zowel advocaat als casemanager geworden. Het wijkteam staat erbij en kijkt ernaar.

Als de kindbehartiger zich in de casus laat inzuigen en eenzijdig haar werk doet (door beïnvloeding van H…., omdat het wijkteam geen regie kan voeren), zonder mee te wegen dat de kinderen een lange termijn-belang hebben bij het kennen van hun beide ouders, kan zij daar bij haar beroepsgroep op aangesproken worden middels een interne klachtenprocedure. 

In deze casus staat één ding als een paal boven water; dat vader niet in staat is om als volwassen man overleg te plegen met de moeder van de kinderen in het belang van de kinderen. En dat de kinderen bij voortduring door vader, zijn advocaat en het wijkteam worden misbruikt om hun moeder/oma mz onderuit te halen. Dat heet psychische kindermishandeling, maar dat weten jullie als zorgprofessionals natuurlijk beter dan ik.

Sven Snijer

Amateurs aan het roer

Ik wil u erop wijzen dat deze kinderen die in een hevig loyaliteitsconflict verkeren (kinderen spreken over zeer verontrustende dingen; zelfmoordneiging, seksueel misbruik, ect, naast veel ziekmeldingen en slechte cijfers op school) nooit zijn onderzocht door een echte professional, zoals een orthopedagoog-generalist of een kinderpsycholoog, wat broodnodig is gezien het spanningsveld waar de kinderen in verkeren, maar overgeleverd zijn aan sociaal werkers en hun speculaties, die niet over de universitaire kennis beschikken en zeker niet de klinische ervaring (j-ggz) om juist in te schatten hoe het werkelijk met de kinderen gaat. In plaats daarvan laten HBO-geschoolden zich eenzijdig dingen influisteren door zwaar beïnvloede kinderen, (2) waar één der strijdende partijen mee naar de rechter zal gaan. Door de afwezigheid van een casemanager kan de nieuw in te werken Kindbehartiger moeiteloos worden ingezet door de advocaat van vader als wapen in komende rechtszaken, zonder dat moeder (die geen gezag heeft) hier ook maar iets tegen kan doen. Dit is het resultaat van uw besparingen, dat gedurende het ontwikkelingstraject het voornaamste doel werd van de Decentralisatie. Nog meer macht voor onbekwame hulpverleners, nog minder rechten voor ouders en nog minder kwaliteitszorg voor kinderen. En de jeugdzorg was al zo’n puinhoop. In deze casus geeft de gemeente in feite een Kindbehartiger ‘cadeau’ aan één van beide partijen om te gebruiken naar believen. De advocaat van vader voert hier de regie, niet het wijkteam. En helaas is deze gemeente niet uniek.

Een vechtscheiding financieren

De gemeente betaalt vader in feite om zijn vechtscheiding te blijven voeren tegen de moeder van de kinderen, want er is op geen enkele wijze inspanning verricht door het wijkteam om het contact tussen vader en moeder weer op gang te brengen (wat de opdracht was van de rechter en de voorwaarde waarop de ondertoezichtstelling werd beëindigd). Dit is vanuit de inzichten van de adolescentie-psychologie natuurlijk van het grootste belang voor de latere identiteitsontwikkeling van de kinderen, dat ouders met elkaar blijven communiceren. Dat kinderen niet gedwongen worden te kiezen tussen één van beide ouders. Nu wil de ironie dat de advocaat van vader (die ex-gezinsvoogd van jeugdzorg is en zich ook zodanig gedraagt) tevens geschoold is in mediation, maar daar helemaal niets van laat blijken. In tegendeel, de kinderen zijn primair een juridisch wapen om moeder en haar kant van de familie kapot te maken met als enig alibi de ‘beweringen van de kinderen’. De kinderen die nooit professioneel zijn onderzocht. Omdat de wijkteamleden zich niet meer durven te laten lenen voor de eenzijdige presentatie van feiten, omdat ze inmiddels voldoende op hun incompetente handelen zijn gewezen bij hun superieuren (die niets bevestigen van onze klachten, maar wel de casemanager in rook laten opgaan) moet nu de Kindbehartiger diezelfde rol gaan vervullen, wat uit het verweer van advocaat vader blijkt bij het kort geding. Productie (x) laat zien dat er een afspraak wordt gemaakt dat de Kindbehartiger op dezelfde partijdige wijze zal handelen als de wijkteamleden hebben gedaan en dat de advocaat van vader de regie heeft.

Waar is de doorzettingsmacht?

Deze casus is exemplarisch voor hoe het er al decennia lang in de jeugdzorg aan toe gaat en de Transitie had aan dit soort praktijken juist een einde moeten maken. Ik breng u de beroemde oneliner in herinnering: ‘Eén gezin, één plan, één regisseur’. Er is in deze casus noch een plan, noch een regisseur en een toch al gebroken gezin drijft steeds verder naar de afgrond, omdat de hulpverleners een deel van het probleem zijn geworden (en feitelijk steeds zijn geweest). Ze zijn het medicijn dat werkt als een gif, omdat de dokter afwezig is en de assistenten voor dokter zijn gaan spelen. De succesformule van de Transitie was dat er een wijkteamleider/generalist zou komen met ‘doorzettingsmacht’ die goed het onderscheid zou kunnen maken tussen sociale problematiek en ggz-problematiek. (Waar die verwachting op gestoeld was weet niemand) Wat ik heb gezien is een wijkteam-coördinator die op geen enkel inhoudelijk aspect van ingediende klachten ingaat en zich verschuilt achter de juridisch adviseur van de gemeente en achter de advocaat van vader. Terwijl het mandaat ligt bij het gemeentelijke wijkteam in het kader van ‘vrijwillige hulp’, wat betekent dat indien het wijkteam niet in haar opdracht slaagt, er zou moeten worden ‘opgeschaald’ naar een beschermtafel of Raad voor de Kinderbescherming, zodat opnieuw de rechter een uitspraak kan doen. Deze gemeente is niet alleen incompetent, maar kan de casus tevens niet uit handen geven en voorziet één der strijdende partijen van een carte blanche op kosten van de gemeente.

Nog steeds geen aansprakelijkheid

Een ander adagium voor de Transitie was het versterken van de “Eigen regie” van ouders. Ik heb nergens gelezen dat de advocaat van één van beide ouders de regie zou krijgen, maar ik kan me wel voorstellen dat dit één van de bedroevende resultaten is van een slecht voorbereide Transitie waar de meeste gemeenten gewoon mee zijn overvallen. Ze hadden geen idee van wat er structureel mis gaat in deze sector en hebben vanuit hun onderbuikgevoel de verantwoordelijkheid voor het ‘grote onbekende’ maar gedelegeerd aan ex-jeugdzorgwerkers. De wijkteams gedragen zich nu als het vroegere Bureau Jeugdzorg en bij problemen rent men net zo hard naar de jurist, al is dit nu de gemeentelijke jurist (3). Aansprakelijkheid is er net zo min als in het oude systeem en betere klachtafhandeling ook niet. Je zou denken dat degene die betaalt graag waar wil voor zijn geld, maar de complexiteit van het corrupte jeugdzorg-systeem (inclusief het falende jeugd- en familierecht) maakt dat ze liever een te hoge rekening betalen dan dat ze ergens hun vingers aan branden. Liever een te dure jeugdzorg, dan als wethouder persoonlijk aansprakelijk worden gehouden voor de jeugdzorg-incompetentie, die in opdracht van de landelijke overheid in de stad is ingekwartierd. Het SKJ regelt de klachten en de gemeente moet zoveel mogelijk duiken, want het afschuiven van iedere systeemverantwoordelijkheid, zoals de landelijke overheid altijd heeft gedaan, dat kunnen de gemeenten natuurlijk ook.

Sven Snijer