zondag 10 februari 2019

Het Vergeten Gezin



Hoe vaak hoor ik mensen die misstanden in de jeugdzorg aan de kaak willen stellen niet beweren dat er ‘meer naar kinderen moet worden geluisterd’. Het is sympathiek bedoeld, in de veronderstelling dat er fundamenteel iets zal veranderen als niet langer over de hoofden van kinderen heen geregeerd wordt, maar strategisch is het een grote blunder om deze insteek te kiezen. Wie meent dat het in het belang van kinderen is om bij jeugdzorgorganisaties en beleidsmakers formuleringen als ‘beter luisteren naar kinderen’ of ‘het kind centraal stellen’ naar voren te brengen als oplossing voor de falende hulpverlening, schiet in zijn eigen voet. Simpelweg omdat je daarmee de taal spreekt van je vijand. Het is een grote misvatting dat jeugdzorgmensen en ouders uiteindelijk allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben, het zorgen dat kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien. Normale ouders willen dat hun kinderen veilig en gezond opgroeien, maar jeugdbeschermers willen ten eerste een boterham verdienen met het werk dat ze doen (het is gewoon werk ja) en ten tweede dat er naar ze geluisterd wordt. Naar hen geluisterd wordt en niet naar het kind. Het welzijn van het kind is niet de eerste prioriteit van de jeugdbeschermer, maar de wachtlijsten of de caseload waar ze mee rondlopen, de jeugdzorgmanager die ze in de nek hijgt om productie te draaien i.p.v. maatwerk, de teamleider die juridische dwang verkiest boven een menselijke benadering, de jeugdzorgbestuurder die de reputatie van de organisatie belangrijker vind dan transparantie, de tuchtrechtprocedure waar ze als een aal in een emmer snot onderuit proberen te komen, GGZ-professionals buitensluiten omdat ze liever zelf dokteren of speculeren over de psychische gesteldheid van kind en ouders, enz. Was het maar waar dat ouders en jeugdbeschermers hetzelfde doel hadden!

Is de stem van het kind authentiek?

“Meer naar kinderen luisteren”…. Is het de mensen die dat blijven roepen wel eens opgevallen dat juist bij alle zaken van ouderverstoting de stem van kinderen zwaar beïnvloed wordt door de kwaadwillende ouder die de andere ouder uit het leven van het kind wil wegsnijden? De stem van het kind is in dit soort zaken en in vele vergelijkbare situaties juist een hoogst onbetrouwbare informatiebron en wordt juist door jeugdbeschermers met graagte aangegrepen om hun juridische dwangmiddelen mee te legitimeren.(1) Het kind zijn/haar verhaal laten doen tegen de gezinsvoogd, de bijzonder curator, de rechter, de orthopedagoog, de zedenpolitie, de leraar op school, enz, enz, en in de meeste gevallen komt er geen echte kinderpsycholoog die een diepgaand integraal onderzoek doet aan te pas. De strategie van jeugdzorgwerkers en ouders met een wrok naar hun ex berust juist op het verzamelen van zoveel mogelijk belastend materiaal uit de mond van de kinderen. Niemand die weet of het ook de authentieke stem is van het kind of aangeleerde beschuldigingen afkomstig van ‘de hand die voedt’. Ik wil ervoor pleiten om minder naar kinderen te luisteren en meer te kijken naar concrete gezinssituaties, concrete gedragingen en competenties van ouders, tegenover een stapel losse en vaak tegenstrijdige beweringen uit een kindermond. Als er werkelijk professioneel onderzoek wordt gedaan naar het welzijn van het kind, lichamelijk, emotioneel en mentaal, los van de situatiegebondenheid waar het kind zijn of haar verhaal op afstemt, dan mag er van mij beter naar het kind geluisterd worden, maar iedereen die jeugdzorg kent weet dat dat toch niet gaat gebeuren. Het zou dan ook verstandig zijn te stoppen met het gebruiken van een terminologie die de tegenpartij in de kaart speelt.

De kindermelkers

Iedereen die zijn brood verdient met het helpen van kinderen (met of zonder de ouders) zal op de eerste plaats in een kind-kretologie uitdrukken. De stem van het kind, het belang van het kind, de wens van het kind, de wijsheid van het kind (New Age-variant), de rechten van het kind, het vergeten kind, de toekomst van het kind, de veiligheid van het kind, het behartigen van het kind (belang), het beschermen van het kind, de participatie van het kind (politieke brainwash) en zo kunnen we nog wel even doorgaan. (2) Waarom zou je als ouder, die in de ogen van de hele jeugdzorgketen (die allemaal eten uit dezelfde ruif) niet meer vertegenwoordigt dan een biologisch en ‘egoïstisch’ eigenbelang, je aansluiten bij de jubelende reidans van de kindermelkers? Er wordt daarmee juist een contraproductief effect bereikt, omdat mensen in de jeugdzorgketen ieder begrip dat ouders hanteren een heel andere betekenis toekennen dan zij zelf doen. Het belang van het kind staat voor de kinderredders diametraal tegenover het belang van ouders of zelfs het recht van het kind op ouders. (3) Ik heb in voorgaande artikelen reeds gezegd dat de verandering van ‘jeugdzorg’ naar ‘jeugdbescherming’ niet slechts een naamsverandering betreft. De benaming Veilig Thuis is ook niet toevallig gekozen, omdat bij iedere naamgeving door ouders aan het tegendeel moet worden gedacht. Veilig Thuis impliceert dat het thuis bijzonder onveilig is zonder de jeugdzorgwerkers en de Gecertificeerde Instelling, zoals ze zich zo keurig noemt, komt wel degelijk over de drempel om het kind te beschermen tegen het gevaar dat de ouders vormen.

Waar zijn kinderen eigenlijk veilig?

Om dan ook maar gelijk de hand in eigen boezem te steken, als beheerder van de blog Dark horse Essays ben ik zijdelings betrokken bij het samenwerkingsverband tussen Dark horse/ SOS-jeugdzorg en Jeugdbescherming Regio Amsterdam. Het platform waarop deze samenwerking tot stand komt, het met elkaar in gesprek brengen van ouders en jeugdbeschermers draagt de titel ‘Ieder kind veilig’. Een vraag die dan bij mij opkomt is: ”Waarom niet ieder kind gelukkig?” Of ieder gezin gelukkig? De nadruk op veiligheid is een regelrechte obsessie geworden in de politiek en jeugdhulpverlening en impliceert dat ouders een gevaar vormen voor hun kroost. Immers, de instantie heet niet ‘Veilig op School’ en laat dat nou net de plek zijn waar mijn dochter gevaar liep acht jaar geleden toen ze seksueel geïntimideerd werd op een heel kwetsbare leeftijd. (4) Vreemd genoeg kreeg de school geen grondig onderzoek, maar moest ons gezin negen maanden door een hel gaan om onder de verdenking van kindermishandeling/misbruik door ouders uit te komen. ‘Ieder kind veilig’? Goed, maar maak dan de hele samenleving tot verdachte en wantrouw iedere plaats, instantie, school, ziekenhuis, sportvereniging, etc, waar kinderen zich begeven. Als we het specifiek over gezinnen hebben en kinderen in de thuissituatie, moet het uitgangspunt een gelukkig kind zijn en een warme familieband. Een gelukkig gezin als hoeksteen van de samenleving, want we weten uit talloze onderzoeken dat kinderen uit stabiele gezinnen de meeste kans hebben om later een geslaagd en gelukkig leven te gaan leiden. Van je ouders neem je bewust en onbewust de meeste dingen over in je persoonlijkheidsvorming (ook nog genetisch zodat die context niet mag ontbreken), dus de absurde nadruk van onze overheid op het werven van nog meer pleegouders en het inrichten van meer gezinshuizen om kinderen ergens anders te plaatsen dan thuis, mag als een regelrechte aanslag worden beschouwd op de toekomst van onze jeugd.

Recht op gezinsleven?

Nu besef ik dat men de tegenwerping kan maken dat het kinderbelang ook het recht op gezinsleven omvat en dat daar verdragsartikelen aan gekoppeld zijn (EVRM 8), maar daar breng ik weer tegenin dat jeugdzorg en de politiek zich daar helemaal niets van aantrekken. De beeldvorming bepaalt de uitkomst van de meeste jeugdzorgzaken en de terminologie die wordt gebruikt veroorzaakt de beeldvorming. In plaats van vruchteloos te blijven hameren op het belang dat kinderen hebben bij contact met hun ouders, wil ik voorstellen om de nadruk te leggen op wie er allemaal belang hebben bij kinderen. Wie verdienen het meeste geld aan kinderen? Want dat zijn de mensen die, op grond van het feit dat kinderen de juridische molen van jeugdzorg nog niet begrijpen, zich het ‘belang van het kind’ en de ‘stem van het kind’ toe-eigenen, omdat hun professionaliteit (professie = hun boterham) suggereert dat zij dit kinderbelang beter en vooral onbaatzuchtiger zullen behartigen dan de ouders. (5) Als ouders spreken over de stem of het belang van het kind, is hetzelfde als spreken over hoe gevaarlijk ze zelf zijn (of de andere ouder is) voor het kind. Het is een vicieuze cirkel die niet kan worden doorbroken, want hoe men ook tegenover jeugdzorg staat, de veronderstelling dat het kind het centrale thema is en niet het integrale gezinsleven, zet de ouders automatisch in een verdachte hoek. Een kind kun je uit een gevaarlijke situatie weghalen, terwijl een gezin blijft waar ze is. Een gezin laten floreren vraagt een compleet andere benadering dan een kind veilig stellen of ‘naar een kind luisteren’, want dat is voor de jeugdbeschermers één pot nat. Gezinnen integrale hulp bieden van hoge kwaliteit is nog altijd het grote manco in de jeugdzorg en het ontbreken daarvan geeft de sociaal werkers van jeugdzorg niet alleen een juridisch voordeel, omdat zij daarmee automatisch de 'deskundige' zijn van het kindbelang, maar door het ontbreken van feitenonderzoek bij de vermeende ontwikkelingsbedreiging van het kind is het tegelijkertijd een mooie afdekking van falende hulpverlening.  

Sven Snijer







(5) http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2011/10/pedagogische-mishandeling-artikel.html