donderdag 26 februari 2015

Radicalisering - De cowboy-oplossing van de VVD


Het vrije westen is hard op weg om een nieuw soort ‘wilde westen’ te worden, met het laatste onzinnige initiatief van de liberalen in het parlement -ondersteund door SGP en CDA, maar volgens ‘profeet-op-klompen’ Geert Wilders nog niet ver genoeg gaand- om jihadisten hun paspoort af te pakken. Ze  gaan daarbij zover dat ze zelfs in het geval dat een jihadist maar over één paspoort beschikt, dit ook ingenomen zal worden met het gevolg dat hij stateloos wordt gemaakt. Dit gaat tegen alles in waar wij als westerse samenleving voor staan en ademt meer de defensieve houding van het conservatisme dan de ruimdenkendheid van het liberalisme. Met dit verschil, dat conservatieven wel consequent zijn.

Nu het gebrek aan visie van dit kabinet spreekwoordelijk is geworden en we in het integratiedebat politici de ene na de andere plank zien misslaan, wordt langzamerhand pijnlijk duidelijk hoe hopeloos ze zijn in Den Haag. Dat er nu oplossingen gepresenteerd worden ter bestrijding van radicalisering die in zichzelf even radicaal en onverenigbaar zijn met de moderne maatschappijopvatting als het kwaad dat ze willen bestrijden, omdat ze hoe langer hoe meer door Wilders in de hoek gedreven worden, is niet alleen zielig vanuit het oogpunt van bestuurlijk onvermogen, maar ook een schandvlek op mijn democratische rechtsstaat. Het verraste me te moeten constateren dat ik als overwegend rechtse denker, in de discussie bij Eva Jinek(1) tussen Groen-links fractievoorzitter Bram van Ojik en journalist Bart Schut, geheel kon meegaan in het standpunt van de eerstgenoemde, ook al werd hij in zijn visie door de ander heftig betwist. De standpunten van Schut hadden minder rationele inhoud dan de rustige uiteenzetting van Van Ojik, die van een bredere verantwoordelijkheid uitging dan Schut, die de plannen van Opstelten ondersteunde die voornamelijk gebaseerd zijn op angst en zelfbehoud, zonder enige rechtvaardiging in het kader van universele mensenrechten. En juist die universele mensenrechten zeggen wij als samenleving te willen verdedigen tegen het religieus extremisme.

Het terechte punt van kritiek op het plan van Opstelten door de GroenLinks-voorman, was dat wanneer wij een jihadist de toegang ontzeggen tot Nederland of Europa, wij impliciet aangeven dat het plegen van terroristische daden buiten ons continent wel in orde is, of tenminste dat wij het risico willen nemen dat niet-Europese burgers met de terreur worden opgezadeld die wij hier niet willen hebben. Een betere oplossing is volgens Van Ojik dat de jihadisten die misdaden hebben begaan worden opgepakt, berecht en opgesloten, zodat ze ook anderen geen kwaad meer kunnen doen. Het intrekken van hun lidmaatschap van onze samenleving maakt ze nog niet onschadelijk voor anderen en het is onze plicht als democratische rechtsstaat om ze te berechten, ook al is de bewijsvoering soms een probleem. Dat laatste is een slecht argument van de voorstanders van dit plan, want wij gooien ook geen gewone moordenaars over de grens als het moeilijk is om aan bewijs te komen voor hun misdaden. Integendeel, heel wat moordenaars en geharde criminelen waarvan de politie weet dat ze schuldig zijn, moeten worden vrijgelaten uit hun voorlopige hechtenis wanneer het harde bewijs ontbreekt en lopen vrij als een vogel in onze samenleving rond. Dat is de definitie van een rechtsstaat, anders dan een politiestaat. Dat sommige terroristen niet veroordeeld kunnen worden door moeilijk te verkrijgen bewijs, is geen reden om de regels van het spel te veranderen. Iedere veroordeelde terrorist zal getuigen van onze rechtsstaat, terwijl iedere jihadist die zijn nationaliteit wordt ontnomen  een brevet is van ons eigen onvermogen.

'Law and order' mentaliteit

Want het argument tegen deze fantasieloze PVV-napapegaaiende overheidsplannen dat ik Van Ojik niet heb horen noemen, is misschien nog wel belangrijker in het kader van het islamdebat en de moeizame integratie van deze religie in de westerse samenleving. De jihadisten zijn of we dat nu leuk vinden of niet, een product van onze samenleving en het is weliswaar een jammerlijk product, maar het is gekweekt op eigen bodem. Het zijn polderterroristen, die hun geradicaliseerde vorm van geloof hebben kunnen cultiveren onder het toeziend oog van politie, justitie, jeugdzorg, onderwijs, welzijnswerk, integratiedeskundigen, moskee-medewerkers, interculturele stichtingen, buurtvaders, politieke wegkijkers en wat al niet meer. Het zijn terroristen, maar helaas zijn het onze terroristen. Wij hebben ze lange tijd geen strobreed in de weg gelegd als samenleving, omdat iedere kritiek op de islam werd afgedaan als ‘discriminatie’ en ‘fascisme’ en nu de ongewenste bijverschijnselen van een vreemd, niet geïntegreerd geloof met een andere mentaliteit dan de westerse aan het licht komen, wil men er opeens van verlost zijn, alsof er geen relatie bestaat tussen de stroom Syrië-gangers en de eigen struisvogelpolitiek decennia lang. Een moedwillige blindheid die door dit soort maatregelen alleen maar verder wordt bevestigd, omdat het stateloos maken van mensen op geen enkele manier bijdraagt aan het wegnemen van de voedingsbodem voor terrorisme. Het is een ‘law and order’-mentaliteit met een hoog blufgehalte, dat andere landen en volken zal opschepen met de rotte vruchten van ons falende integratiebeleid.

Het jihadisme kan alleen effectief bestreden worden als de werkelijke voedingsbodem wordt weggenomen en dat is niet het platleggen van een paar terreurnetwerken of het verbieden van bijeenkomsten van haat-predikers zoals in Rijswijk, al gaf dat wel een signaal af dat de overheid eindelijk een verband begint te zien tussen ideeën en maatschappijontwrichtende handelingen. Het echte probleem, de nieuwe ‘frontier’ in het islamdebat, is het doorbreken van de onbewuste overtuiging bij een meerderheid van moslims dat hun religie boven alle kritiek verheven is en zeker hun profeet, wat voor de niet-moslims weinig ruimte overlaat om hun eigen normen en waarden, burgerrechten en vrijheden te communiceren, als ze in die flauwekul meegaan. En tot dusver doen ze dat. Het is het onderscheid tussen de ‘vredelievende’ islam en de vervorming en verdraaiing (‘kaping’) ervan door extremisten, die door de politici zelf gemaakt wordt, die ervoor zorgt dat ze geen vat krijgen op de wijdverbreide gedoogmentaliteit onder gematigde moslims. De meesten van hen zullen zelf geen aanslagen plegen, maar de antiwesterse sentimenten kun je in sommige voorsteden in Europa van de straat scheppen en het mag dan geen verbazing wekken dat onder die grote groep mensen een bepaald percentage zal radicaliseren.

Democratie en islam

Het ideologische gat in het integratiedebat is en blijft inhoudelijke kritiek op de islam dat in de middeleeuwse zekerheid leeft van het ‘ware geloof’ te zijn, ook onder veel hoger opgeleide en geïntegreerde moslims, die even blind en naïef de onbetwijfelbare status van hun profeet onderschrijven als de ongeletterden onder hen. Maar nog erger is dat veel niet-moslims hetzelfde doen, door de scheiding tussen kerk en staat verkeerd te interpreteren en te denken dat de Staat en religie elkaar wederzijds met rust moeten laten. Dat gaat in het geval van de islam niet op, omdat deze religie ontworpen is als een geloofssysteem dat uitgaat van een islamitische maatschappij. Als het geen theocratie betreft, dan in ieder geval een samenleving met religieuze wetten en een rechtssysteem dat daar direct van afgeleid is. In dat licht moet het grote aantal moslims in ons land gezien worden -zoals bleek bij de hoorzitting radicalisering- dat geen plaats ziet voor een democratie in de islam(2). Volgens gelovige moslims omdat ‘mensen geen wetten kunnen maken, alleen God’. Hoewel de meeste moslim die hier wonen het maatschappelijk systeem in pragmatische zin accepteren, wordt onze scheiding van kerk en staat ideologisch dus niet omarmd door een grote groep moslims en dat is de echte wortel van de radicalisering. Het idee dat het allemaal van voorlopige aard is, die democratie en universele mensenrechten, omdat de islam het toch allemaal beter weet. Het is nog even afwachten tot er hier voldoende moslims wonen, dan kan in ons land de scheiding tussen kerk en staat ook ter discussie worden gesteld, zoals in Turkije.

Wie durft?

Welke politicus durft daarover te spreken, in plaats van gezever over paspoorten? Welke politicus durft hardop te zeggen dat de historische feiten uit het leven van de profeet Mohammed er geen aanleiding toe geven om het idee te koesteren dat hij de ‘beste mens is die ooit heeft geleefd’, zoals vrijwel iedere moslim denkt? Welke politicus durft zonder omhaal te stellen dat er nooit, op geen enkele manier, een verband mag worden gezocht tussen de inhoud van een cartoon (hoe beledigend en kwetsend ook) en de ‘reden’ van een bloedige terreurdaad, omdat hij of zij begrijpt dat daarmee de rede zelf onderuit wordt geschopt en iedere discussie op inhoud volkomen zinloos is als we alleen nog die dingen bespreekbaar durven te maken waar we niet om zullen worden vermoord, wat vanaf dat moment vanzelfsprekend een steeds kleiner aantal onderwerpen zal zijn. Een glijdende schaal waar een flink aantal politici en redacties van kranten en nieuwszenders wereldwijd, al meteen vanaf wilden roetsjen vlak na de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs. Een vals respect vanuit de westerse overheden richting de islam, waar veel voorzichtiger mee wordt omgegaan dan met het reeds ‘getemde’ jodendom en christendom, die iedere aanspraak op goddelijke waarheid of ‘uitverkorenheid’ alleen in eigen kring durven te beleven zonder daar het maatschappelijk systeem mee te belasten, zorgt ervoor dat er tot een geheel overbodige ‘dialoog’ wordt opgeroepen die de verschillende partijen in onze samenleving dichter bij elkaar moet brengen. In werkelijkheid bedoelt men ‘de islam dichter bij de democratische rechtsstaat brengen’, maar dan zonder de indruk te wekken islamofobisch te zijn, omdat dat niet goed is voor de stembusuitslagen en onze handelsbelangen. De islam moet door een secularisatieproces heen op het niveau van de geloofsbeleving, want het is niet voldoende om afstand te nemen van een paar terreuraanslagen door -in de woorden van veel moslims en ook onze eigen politici- ‘extremisten die het zuivere geloof verdraaid hebben’. Moedwillig onkundig van het feit dat de islam met geweld tot ontwikkeling is gekomen, vanaf het religieus-militaire leiderschap van de profeet Mohammed, tot aan de uiterste grenzen van de expansie door de moslimlegers in de zevende en achtste eeuw.



Voordat we jihadisten als anomalieën van onze samenleving gaan beschouwen en hen niet alleen een paspoort, maar ook een toepasselijke strafmaat ontzeggen voor de gruwelijkheden die ze mogelijk begaan hebben, zou het misschien een idee zijn om de islam daadwerkelijk te helpen integreren in het westen door de politieke correctheid weg te werpen en als echte liberalen (vrijheid) en echte  socialisten (‘religie is opium voor het volk’) aan moslims duidelijk te maken dat wij ons eigen maatschappelijk systeem in het westen hoger achten dan de idealen van een religie (welke dan ook) omdat wij als moderne mensen geen respect hebben voor fantasie, taboe en romantisch mythologisch denken, tenzij in de sprookjesboeken die we ’s avonds voorlezen aan onze kinderen. Elk religieus idee dat de toetssteen van de rede niet kan doorstaan, is potentieel een gevaar voor de democratische rechtsstaat en helemaal als het afkomstig is van een religie die een geweldslegitimatie kent vanaf het allereerste begin. Het merendeel van de moslims in niet gewelddadig, maar dat komt niet door het geloof zelf. Mensen worden op zeker moment moe van geweld en zoeken manieren om samen te leven, ook met ongelovigen. Maar tot een openlijke bekritisering van gewelddadige elementen in de islamitische geloofsleer is het nooit gekomen, dus kan er door extremisten altijd worden verwezen naar de letterlijke uitspraken in het heilige boek, die vroeger ook letterlijk zo in de praktijk werden gebracht. Het wrange is dat extremisten de koran helemaal niet verdraaien, maar door een beweging terug naar hun geloofswortels, gewoon doen wat hun profeet ook deed, oorlog voeren en mensen dwingen tot bekering. Het enige verschil is dat IS veel willekeuriger mensen vermoord en dit speciaal doet om het westen angst aan te jagen en de aandacht op zich te vestigen.

Wat de politiek niet durft aan te pakken op subtiel niveau, de ontmythologisering van de islam, zoals jodendom en christendom dat hebben meegemaakt in de eeuwen die achter ons liggen, wordt nu aan de oppervlakte bestreden met draconische maatregelen die tijdelijk een gevoel van veiligheid moeten geven, maar die geen antwoord bieden op de vraag waarom jonge mensen die in ons land geboren zijn en het schoolsysteem hier doorlopen hebben, zich zo aangetrokken kunnen voelen tot een terreurbeweging die meedogenloos is, primitief en volkomen achterlijk wat betreft de waarde van een mensenleven. Dat is een interessantere vraag dan de kwestie van wel of niet paspoorten innemen, met het risico dat wij zelf als samenleving straks de toetssteen van de rede niet meer kunnen doorstaan, door met symptoombestrijding een klimaat te scheppen van ‘ieder voor zich’ waarbij andere landen in de wereld zich zullen afvragen wat daar in godsnaam vooruitstrevend of beschaafd aan is.

Sven Snijer