De suggestieve werkwijze van jeugdzorg
1. Jeugdzorg mag in medische dossiers
met of zonder toestemming van ouders;
2. En met opzet of door onkunde
(waarschijnlijk een mix van beide) door de keten van dossiers heen, maken ze
een mooi verhaal van wat ze tegenkomen. Immers, in het belang van het kind mag
je de waarheid best een beetje geweld aandoen (is dus niet gelijk aan
waarheidsvinding. Ondanks de mooie woorden doet jeugdzorg daar niet aan, in het
belang van het kind);
3. Hoezo ben ik zeer gewelddadig? Na
lang speuren in dossiers kwam ik er achter. In mijn medisch dossier van het UMC
Utrecht staat “Meneer was aan het vechten” opschreven door een arts in
opleiding. Hoe komt hij daarbij? Het ging om een eerste hulp bezoek van mij,
nadat ik door een ongelukkige val mijn sleutelbeen had gebroken. En dat vechten
dan? Het gebeurde op een cursus zelfverdediging bij mijn sportschool in Zeist.
Oftewel de bron is ongelukkig opgeschreven door een overwerkte arts in
opleiding met haast (avonddienst) en slechte communicatievaardigheden. Het moge
duidelijk zijn dat ik geen toestemming heb verleend in mijn medische dossiers
te snuffelen. Sterker nog: dat is mij niet eens gevraagd;
4. Als mensen van jeugdzorg zo’n citaat
“meneer was aan het vechten” tegenkomen, maken ze daar dankbaar gebruik van om
ouders in een kwaad daglicht te stellen. Overdreven? Ons dossier zit vol met
dit soort verdraaiingen om ons zwart te maken. Wij moeten slechte ouders zijn,
anders hebben ze geen zaak. Voor elk punt op hun checklist zoeken en fabriceren
ze op deze manier een onderbouwing. In de stukken die uiteindelijk bij de Raad
-die daar vaak zelf nog een keer een ‘conclusie-sausje’ voor hun eigen
checklist overheen doen- en de rechtbank komen, staan alleen de conclusies,
zonder de onderliggende onderbouwing en hoe ze die conclusie uit de dossiers
gehaald hebben, die dan zeer ernstig aandoen;
5. Het volgende citaat hebben ze daar
ook voor gebruikt ‘Nou, dat lijkt me ook niet verstandig om dat te doen, nee.
Want dan gaan we uit een ander vaatje tappen’. Ik doelde op een juridisch
vaatje, een advocaat inschakelen.
Top down werkwijze
jeugdzorg als oorzaak van dit soort dwalingen
Het is bekend dat zowel jeugdzorg als de raad top-down werken. Daarbij wordt veelvuldig van (vaak anekdotische)
drogredenen gebruikt gemaakt (een drogreden is dat er foutief overgegaan wordt
van premissen naar een conclusie https://nl.wikipedia.org/wiki/Drogreden). Dit zijn naar mijn
inzicht de stappen die dan gezet worden:
1. Er komt een melding
binnen vanuit de ’professionele’ wereld (artsen, school, instanties, etc.) of particulier /
burgers;
2. Onderbuikgevoel en ‘niet pluis
gevoel’ bij quick scan (‘triage’) van eerste melding door onderzoekers geven
aan dat er ‘iets mis is’ met het gezin. Dat is het uitgangspunt;
3. Er zijn dan checklists die,
gebaseerd op statistieken, aangeven waar je moet zoeken. Bijv. risicofactoren
als:
a. Slechte financiële situatie;
b. Chronische ziekte;
c. Ouders zijn vroeger zelf mishandeld;
d. Wonen in achterstandswijken;
e. Veel (ongeoorloofd!) schoolverzuim
(en dat heb je al snel: een paar uren volstaan);
f. Lage of geen opleiding ouders, etc.
Daarbij vergeten ze een belangrijke regel in de statistiek:
het gaat maar één kant op. Dus: alle katten eten vlees, betekent niet dat alle
vleeseters katten zijn. Dus: gezinnen waar kindermishandeling plaatsvindt
hebben vaak een slechte financiële situatie, betekent niet dat in gezinnen met
een slechte financiële situatie kindermishandeling plaatsvindt;
4. In het eerste dossieronderzoek en gesprekken met instanties om het gezin heen (school, artsen, etc.) worden dit
soort checklists gebruikt. Daarbij worden suggestieve vragen gebruikt (bewijs
in ons dossier) en naar ‘ja’ gevist. En gekleurde inleidingen gebruikt.
Voorbeeld: aan de geïnterviewde wordt een lange
opsomming van de vermoedens die jeugdzorg heeft voorgedragen. Dit is vaak een
heftig verhaal, waarvoor geen of flinterdun ‘bewijs’ is. Dan wordt de vraag
gesteld: ‘Maakt u zich zorgen om het gezin?’ Antwoord: ‘Ja, als ik dit zo hoor
maak ik me zorgen om het gezin’. In het dossier komt te staan: “de familie/
huisarts/ school maakt zich ook zorgen om het gezin’. En daarbij wordt de
bekende onderhandelingstruc gebruikt ‘die en die maakt zich ook zorgen om het
gezin’ om het opgediste verhaal meer geloofwaardigheid te geven. In ons geval
werd mij een lijst van zo’n 30 contactpersonen (‘informanten’) onder de neus
geschoven die het allemaal eens zouden zijn met jeugdzorg: ‘dat over jullie
gezin zoveel verschillende dokters eigenlijk dezelfde zorgen aangeven…’ Bij
navraag blijkt over mensen die op die lijst staan als ‘supporters’ van de claim
van jeugdzorg, dat er bijvoorbeeld één helemaal niets wilde zeggen. Die staat
wel op de lijst als ‘supporter’. Wie zwijgt stemt toe? Daarna mocht de lijst
niet verder worden gecheckt;
5. Als vragen en tegenwerpingen
ongemakkelijk worden voor jeugdzorg hebben ze een scala aan uitvluchten en
gebruiken ze ronduit chantage:
‘U gaat wel erg in verzet’ (wat bij de Raad
terechtkomt als ‘ouders werken niet mee’ of ‘ouders zoeken de confrontatie’ of
‘ouders accepteren de hulp niet’, al naar gelang het onderwerp van de paragraaf
in het rapport). ‘Daar gaan we even niet op in’, ‘het ligt bij jullie
(problemen met instanties/ school)’, ‘dat is onze overtuiging’, ‘het gaat ons
er niet om dat wij iets kunnen bewijzen, wij willen dat het goed gaat met het
kind’, ‘hier kunnen we het zo even over hebben’, ‘er is veel strijd’, ‘ik ga
niet over individuele dokters (terwijl die wel tegen je in stelling worden
gebracht)’, ‘wij maken ons zorgen op basis van informatie die we hebben (welke
informatie dat is zeggen ze niet)’, ‘u gaat in op details, terwijl wij naar het
geheel kijken (terwijl dat geheel is opgebouwd uit die [onjuiste] details)’,
‘waar wij ons nog het meeste zorgen over maken is dat u zich geen zorgen maakt’
(hoe cool is dat? U bent verdacht omdat u zegt onschuldig te zijn), ‘het plan
van aanpak krijgt u terzijnertijd, want wij vinden op dit moment dat dat geen bijdrage
levert aan het positief beïnvloeden van …(nooit gehad)’, ‘ik hoef niet te
zeggen waarom jullie dingen doen, ik hoef geen motief’, ‘geen twijfel
mogelijk’, ‘wij zijn representant van wat er algemeen wordt gevonden. Ja en wij
proberen niet op alle details in te gaan…’, ‘ik vind u geagiteerd overkomen’,
‘hoe kan het AMK (Veilig Thuis) tevreden zijn, zodat we niet naar de Raad hoeven?’, ‘wij
hebben een melding hè en daarmee hebben wij de verantwoordelijkheid voor het
welzijn en de positieve ontwikkeling van jullie kinderen’, ‘ja, wat u nog niet
heeft is wat die mensen dan gezegd hebben, dat heeft u nog niet, maar dat
krijgt u nog wel (nooit gehad)’, ‘wij hebben iets anders gehoord (wat wordt
nooit duidelijk)’, ‘dit gaat niet over waarheidsvinding’, etc.;
6. Geconstateerde ‘feiten’ in en om het
huis worden omgebogen tot iets wat tegen de ouders / het gezin kan worden
gebruikt. Bijvoorbeeld in ons geval:
a. Bewering gepresenteerd als feit:
“Fietsen liggen verspreid door de tuin”. Doel: beeld oproepen van asociaal gezin.
Rommeltje. Feiten: fietsen staan voor bij de achterdeur en achter onder de
carport. Dat is inderdaad verspreid, maar roept een ander beeld op. Je kunt dit
trouwens pas constateren als je heel ver op het terrein bent geweest. Daar
waren wij niet bij en er is geen toestemming voor gegeven (huiszoekingsbevel);
b. Bewering gepresenteerd als feit: “Er
zitten rolluiken voor de ramen.”. Doel: beeld oproepen van asociaal,
teruggetrokken gezin. Feit: voor één woonkamer met raam op het Noorden zit een
rolluik (permanent) dicht. Dit is het enige raam met enkel glas en het tocht in
de winter;
c. En zo gaat het door. Er is altijd
wel iets op of aan te merken op de huishouding wat tegen de ouders gebruikt kan
worden. Verhalen daarvan zijn er genoeg;
7. Feiten uit het dossier worden ook
omgebogen om tegen de ouders te kunnen worden gebruikt. Hierbij wordt dan
selectief de onderbouwing van die feiten weggelaten.
Bijvoorbeeld in ons geval was er sprake van veel
schoolverzuim. Voor elke afwezigheid (verzuim) was een sluitende verklaring,
zoals artsenbezoek. In de rapportage van jeugdzorg is dan alleen sprake van
veel verzuim, ingebed in een verhaal dat er zorgen zijn om het kind. Veel
verzuim is daar dan een onderbouwing van. Er wordt niet bij vermeld dat voor
alle verzuim een geldige reden is. Volgens de checklists van jeugdzorg is
(alleen) ongeoorloofd verzuim een risicofactor. In ons geval is sprake van
geoorloofd verzuim. Maar daar heb je niet zoveel aan als je de ouders in een
kwaad daglicht wilt stellen. Ontlastende verklaringen en feiten zal je zelden
of nooit in dit soort jeugdzorgdossiers tegenkomen;
8. Uit die eerste fase van onderzoek
wordt dan een voorlopig rapport / bevindingen opgesteld. ‘Onderbouwd’ met de
(conclusies) uit de interviews (‘x / alle dokters / alle informanten maken zich
ook zorgen over het gezin’, etc.) en dossiers (‘meneer was aan het vechten’,
etc.). Gelardeerd met eigen suggestief ‘onderzoek’ (‘fietsen liggen verspreid
door de tuin’) en daadwerkelijke feiten, zoals veel schoolverzuim, maar dan
verdraaid. Alles bij elkaar krijg je dan een behoorlijk geloofwaardig verhaal,
als je niet kritisch forensisch bent onderlegd (gewend aan waarheidsvinding).
Dit is vaak een lijvig document dat niet de tekstuele verklaringen, rapporten
en dossiers bevat, maar alleen de conclusies van de onderzoekers en/of de door
hen gemaakte samenvatting van die dossiers, interviews etc. Dus deze stap is
voor de lezer niet te controleren. De eerste abstractie-stap. De basis voor de
status van ’waarheid’ en geloofwaardigheid van de (niet met waarheidsvinding)
onderbouwde beweringen van jeugdzorg is gelegd;
9. Van het lijvige document uit de
vorige stap wordt dan een samenvatting gemaakt. Het hoeft geen betoog dat dan
alle ‘onderbouwing’ uit de vorige stap van de gepresenteerde ‘feiten’ verdwenen
is en die ‘feiten / conclusies’ (dus) voor de lezer niet zijn te controleren.
Dit is de tweede abstractie-stap: samenvatting van de samenvatting. In deze
abstractie wordt vaak pas professioneel taalgebruik gebezigd. Dat betekent
juridisch en ‘jeugdzorg’ jargon. Dat is omdat het soms voorkomt dat rechters
doordringen tot dit niveau van het dossier, dus moet het wel professioneel en
geloofwaardig overkomen. En omdat dit naar de volgende partij (de Raad) in de
keten gaat. Het ‘dossier’ van de eerste stap wordt vaak als bijlage toegevoegd.
Dit gaat vaak naar de Raad voor de Kinderbescherming;
10. Het komt voor dat er nog een derde
abstractie-stap aan te pas komt, bijvoorbeeld als oplegbrief aan de rechter,
geschreven door de Raad als een samenvatting. Samenvatting, van de
samenvatting, van de samenvatting. Meestal een vrijwel exacte kopie van de
samenvatting van de vorige stap. Gelardeerd met wat eigen opmerkingen en
conclusies, om een eigen (grondig) onderzoek te veinzen. Vaak lezen de rechters
alleen deze samenvatting grondig en scannen ze de rest van het dossier (vooral
als er sprake is van spoed). Dit kun je vaak opmaken uit het vonnis. Het
onderliggende Raadsrapport zit vol met knip- en plakwerk uit de voorgaande
stappen. Wederom met eigen taalgebruik, tussen paragrafen en conclusies.
Wederom om een eigen (grondig) onderzoek te veinzen;
11. De vierde abstractie laag wordt door
de rechters gemaakt in hun vonnis. Dit is de belangrijkste. Hier wordt nog een
stap hoger professioneel (juridisch) taalgebruik gebezigd. Ook weer veel knip-
en plakwerk uit het Raads- en jeugdzorgdossier. Hierdoor krijgen die beweringen
met terugwerkend kracht een nog hogere status van waarheid (want de rechter
heeft het gezegd). Dit is van enorm belang voor de volgende stappen;
12. Tegenwerpingen en ontlastende
verklaringen en feiten van en voor ouders halen deze abstractie stappen zelden
of nooit. Ook niet in het uiteindelijke vonnis. Het gaat immers niet om een
onderzoek(srechter)/ strafzaak. Waarheidsvinding is niet belangrijk. Bescherming
van het kind en het belang van het kind staan voorop. En het belang van het
kind wordt bepaald door de partijen die er belang bij hebben dat het belang van
het kind in de ogen van de instanties niet overeenkomt met het belang van het
kind in de ogen van de ouders;
13. Vaak komt er nog een tweede of derde
rechtszaak achteraan. Vooral bij spoedzaken. En/of een hoger beroep. De clou is
dat voor die zaken de voorgaande vonnissen als dossier dienst doen. Met als
onderbouwing het Raadsdossier. Dat zijn heel veel abstractielagen tussen de
uiteindelijk uitspraak en de daadwerkelijke gebeurtenissen.
De jeugdzorg
en de Raad leunen sterk op drogredenering, zoals in de voorgaand beschreven
abstractie-stappen veel gebeurt, van het type: ‘"Dermatologisch
getest!" Immers, zolang de resultaten er niet bij worden vermeld, is dit
geen logisch argument om een bepaald product te kopen. Het product kan immers
slecht uit de test zijn gekomen. Vertaald naar jeugdzorg: ‘Informant x maakt
zich zorgen over het gezin’. Er wordt niet bij gezegd waarover informant x zich
dan zorgen maakt. Vaak heel iets anders dan waar jeugdzorg op doelt in haar
rapportage.
Auteur: een vader die zich ernstige zorgen maakt over de werkwijze van jeugdbeschermers, bij de redactie van Dark horse bekend.