donderdag 8 februari 2018

Feiten opleuken tot belastende verklaringen



De suggestieve werkwijze van jeugdzorg

1.     Jeugdzorg mag in medische dossiers met of zonder toestemming van ouders;

2.     En met opzet of door onkunde (waarschijnlijk een mix van beide) door de keten van dossiers heen, maken ze een mooi verhaal van wat ze tegenkomen. Immers, in het belang van het kind mag je de waarheid best een beetje geweld aandoen (is dus niet gelijk aan waarheidsvinding. Ondanks de mooie woorden doet jeugdzorg daar niet aan, in het belang van het kind);

3.     Hoezo ben ik zeer gewelddadig? Na lang speuren in dossiers kwam ik er achter. In mijn medisch dossier van het UMC Utrecht staat “Meneer was aan het vechten” opschreven door een arts in opleiding. Hoe komt hij daarbij? Het ging om een eerste hulp bezoek van mij, nadat ik door een ongelukkige val mijn sleutelbeen had gebroken. En dat vechten dan? Het gebeurde op een cursus zelfverdediging bij mijn sportschool in Zeist. Oftewel de bron is ongelukkig opgeschreven door een overwerkte arts in opleiding met haast (avonddienst) en slechte communicatievaardigheden. Het moge duidelijk zijn dat ik geen toestemming heb verleend in mijn medische dossiers te snuffelen. Sterker nog: dat is mij niet eens gevraagd;

4.     Als mensen van jeugdzorg zo’n citaat “meneer was aan het vechten” tegenkomen, maken ze daar dankbaar gebruik van om ouders in een kwaad daglicht te stellen. Overdreven? Ons dossier zit vol met dit soort verdraaiingen om ons zwart te maken. Wij moeten slechte ouders zijn, anders hebben ze geen zaak. Voor elk punt op hun checklist zoeken en fabriceren ze op deze manier een onderbouwing. In de stukken die uiteindelijk bij de Raad -die daar vaak zelf nog een keer een ‘conclusie-sausje’ voor hun eigen checklist overheen doen- en de rechtbank komen, staan alleen de conclusies, zonder de onderliggende onderbouwing en hoe ze die conclusie uit de dossiers gehaald hebben, die dan zeer ernstig aandoen;

5.     Het volgende citaat hebben ze daar ook voor gebruikt ‘Nou, dat lijkt me ook niet verstandig om dat te doen, nee. Want dan gaan we uit een ander vaatje tappen’. Ik doelde op een juridisch vaatje, een advocaat inschakelen.

Top down werkwijze jeugdzorg als oorzaak van dit soort dwalingen

Het is bekend dat zowel jeugdzorg als de raad top-down werken. Daarbij wordt veelvuldig van (vaak anekdotische) drogredenen gebruikt gemaakt (een drogreden is dat er foutief overgegaan wordt van premissen naar een conclusie https://nl.wikipedia.org/wiki/Drogreden). Dit zijn naar mijn inzicht de stappen die dan gezet worden:

1.     Er komt een melding binnen vanuit de ’professionele’ wereld (artsen, school, instanties, etc.) of particulier / burgers;

2.     Onderbuikgevoel en ‘niet pluis gevoel’ bij quick scan (‘triage’) van eerste melding door onderzoekers geven aan dat er ‘iets mis is’ met het gezin. Dat is het uitgangspunt;

3.     Er zijn dan checklists die, gebaseerd op statistieken, aangeven waar je moet zoeken. Bijv. risicofactoren als: 

a.      Slechte financiële situatie;
b.     Chronische ziekte;
c.      Ouders zijn vroeger zelf mishandeld;
d.     Wonen in achterstandswijken;
e.      Veel (ongeoorloofd!) schoolverzuim (en dat heb je al snel: een paar uren volstaan);
f.       Lage of geen opleiding ouders, etc.
Daarbij vergeten ze een belangrijke regel in de statistiek: het gaat maar één kant op. Dus: alle katten eten vlees, betekent niet dat alle vleeseters katten zijn. Dus: gezinnen waar kindermishandeling plaatsvindt hebben vaak een slechte financiële situatie, betekent niet dat in gezinnen met een slechte financiële situatie kindermishandeling plaatsvindt;

4.     In het eerste dossieronderzoek en gesprekken met instanties om het gezin heen (school, artsen, etc.) worden dit soort checklists gebruikt. Daarbij worden suggestieve vragen gebruikt (bewijs in ons dossier) en naar ‘ja’ gevist. En gekleurde inleidingen gebruikt.

Voorbeeld: aan de geïnterviewde wordt een lange opsomming van de vermoedens die jeugdzorg heeft voorgedragen. Dit is vaak een heftig verhaal, waarvoor geen of flinterdun ‘bewijs’ is. Dan wordt de vraag gesteld: ‘Maakt u zich zorgen om het gezin?’ Antwoord: ‘Ja, als ik dit zo hoor maak ik me zorgen om het gezin’. In het dossier komt te staan: “de familie/ huisarts/ school maakt zich ook zorgen om het gezin’. En daarbij wordt de bekende onderhandelingstruc gebruikt ‘die en die maakt zich ook zorgen om het gezin’ om het opgediste verhaal meer geloofwaardigheid te geven. In ons geval werd mij een lijst van zo’n 30 contactpersonen (‘informanten’) onder de neus geschoven die het allemaal eens zouden zijn met jeugdzorg: ‘dat over jullie gezin zoveel verschillende dokters eigenlijk dezelfde zorgen aangeven…’ Bij navraag blijkt over mensen die op die lijst staan als ‘supporters’ van de claim van jeugdzorg, dat er bijvoorbeeld één helemaal niets wilde zeggen. Die staat wel op de lijst als ‘supporter’. Wie zwijgt stemt toe? Daarna mocht de lijst niet verder worden gecheckt;

5.     Als vragen en tegenwerpingen ongemakkelijk worden voor jeugdzorg hebben ze een scala aan uitvluchten en gebruiken ze ronduit chantage:

‘U gaat wel erg in verzet’ (wat bij de Raad terechtkomt als ‘ouders werken niet mee’ of ‘ouders zoeken de confrontatie’ of ‘ouders accepteren de hulp niet’, al naar gelang het onderwerp van de paragraaf in het rapport). ‘Daar gaan we even niet op in’, ‘het ligt bij jullie (problemen met instanties/ school)’, ‘dat is onze overtuiging’, ‘het gaat ons er niet om dat wij iets kunnen bewijzen, wij willen dat het goed gaat met het kind’, ‘hier kunnen we het zo even over hebben’, ‘er is veel strijd’, ‘ik ga niet over individuele dokters (terwijl die wel tegen je in stelling worden gebracht)’, ‘wij maken ons zorgen op basis van informatie die we hebben (welke informatie dat is zeggen ze niet)’, ‘u gaat in op details, terwijl wij naar het geheel kijken (terwijl dat geheel is opgebouwd uit die [onjuiste] details)’, ‘waar wij ons nog het meeste zorgen over maken is dat u zich geen zorgen maakt’ (hoe cool is dat? U bent verdacht omdat u zegt onschuldig te zijn), ‘het plan van aanpak krijgt u terzijnertijd, want wij vinden op dit moment dat dat geen bijdrage levert aan het positief beïnvloeden van …(nooit gehad)’, ‘ik hoef niet te zeggen waarom jullie dingen doen, ik hoef geen motief’, ‘geen twijfel mogelijk’, ‘wij zijn representant van wat er algemeen wordt gevonden. Ja en wij proberen niet op alle details in te gaan…’, ‘ik vind u geagiteerd overkomen’, ‘hoe kan het AMK (Veilig Thuis) tevreden zijn, zodat we niet naar de Raad hoeven?’, ‘wij hebben een melding hè en daarmee hebben wij de verantwoordelijkheid voor het welzijn en de positieve ontwikkeling van jullie kinderen’, ‘ja, wat u nog niet heeft is wat die mensen dan gezegd hebben, dat heeft u nog niet, maar dat krijgt u nog wel (nooit gehad)’, ‘wij hebben iets anders gehoord (wat wordt nooit duidelijk)’, ‘dit gaat niet over waarheidsvinding’, etc.;

6.     Geconstateerde ‘feiten’ in en om het huis worden omgebogen tot iets wat tegen de ouders / het gezin kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld in ons geval:

a.      Bewering gepresenteerd als feit: “Fietsen liggen verspreid door de tuin”. Doel: beeld oproepen van asociaal gezin. Rommeltje. Feiten: fietsen staan voor bij de achterdeur en achter onder de carport. Dat is inderdaad verspreid, maar roept een ander beeld op. Je kunt dit trouwens pas constateren als je heel ver op het terrein bent geweest. Daar waren wij niet bij en er is geen toestemming voor gegeven (huiszoekingsbevel);
b.     Bewering gepresenteerd als feit: “Er zitten rolluiken voor de ramen.”. Doel: beeld oproepen van asociaal, teruggetrokken gezin. Feit: voor één woonkamer met raam op het Noorden zit een rolluik (permanent) dicht. Dit is het enige raam met enkel glas en het tocht in de winter;
c.      En zo gaat het door. Er is altijd wel iets op of aan te merken op de huishouding wat tegen de ouders gebruikt kan worden. Verhalen daarvan zijn er genoeg;

7.     Feiten uit het dossier worden ook omgebogen om tegen de ouders te kunnen worden gebruikt. Hierbij wordt dan selectief de onderbouwing van die feiten weggelaten.

Bijvoorbeeld in ons geval was er sprake van veel schoolverzuim. Voor elke afwezigheid (verzuim) was een sluitende verklaring, zoals artsenbezoek. In de rapportage van jeugdzorg is dan alleen sprake van veel verzuim, ingebed in een verhaal dat er zorgen zijn om het kind. Veel verzuim is daar dan een onderbouwing van. Er wordt niet bij vermeld dat voor alle verzuim een geldige reden is. Volgens de checklists van jeugdzorg is (alleen) ongeoorloofd verzuim een risicofactor. In ons geval is sprake van geoorloofd verzuim. Maar daar heb je niet zoveel aan als je de ouders in een kwaad daglicht wilt stellen. Ontlastende verklaringen en feiten zal je zelden of nooit in dit soort jeugdzorgdossiers tegenkomen;

8.     Uit die eerste fase van onderzoek wordt dan een voorlopig rapport / bevindingen opgesteld. ‘Onderbouwd’ met de (conclusies) uit de interviews (‘x / alle dokters / alle informanten maken zich ook zorgen over het gezin’, etc.) en dossiers (‘meneer was aan het vechten’, etc.). Gelardeerd met eigen suggestief ‘onderzoek’ (‘fietsen liggen verspreid door de tuin’) en daadwerkelijke feiten, zoals veel schoolverzuim, maar dan verdraaid. Alles bij elkaar krijg je dan een behoorlijk geloofwaardig verhaal, als je niet kritisch forensisch bent onderlegd (gewend aan waarheidsvinding). Dit is vaak een lijvig document dat niet de tekstuele verklaringen, rapporten en dossiers bevat, maar alleen de conclusies van de onderzoekers en/of de door hen gemaakte samenvatting van die dossiers, interviews etc. Dus deze stap is voor de lezer niet te controleren. De eerste abstractie-stap. De basis voor de status van ’waarheid’ en geloofwaardigheid van de (niet met waarheidsvinding) onderbouwde beweringen van jeugdzorg is gelegd;

9.     Van het lijvige document uit de vorige stap wordt dan een samenvatting gemaakt. Het hoeft geen betoog dat dan alle ‘onderbouwing’ uit de vorige stap van de gepresenteerde ‘feiten’ verdwenen is en die ‘feiten / conclusies’ (dus) voor de lezer niet zijn te controleren. Dit is de tweede abstractie-stap: samenvatting van de samenvatting. In deze abstractie wordt vaak pas professioneel taalgebruik gebezigd. Dat betekent juridisch en ‘jeugdzorg’ jargon. Dat is omdat het soms voorkomt dat rechters doordringen tot dit niveau van het dossier, dus moet het wel professioneel en geloofwaardig overkomen. En omdat dit naar de volgende partij (de Raad) in de keten gaat. Het ‘dossier’ van de eerste stap wordt vaak als bijlage toegevoegd. Dit gaat vaak naar de Raad voor de Kinderbescherming;

10. Het komt voor dat er nog een derde abstractie-stap aan te pas komt, bijvoorbeeld als oplegbrief aan de rechter, geschreven door de Raad als een samenvatting. Samenvatting, van de samenvatting, van de samenvatting. Meestal een vrijwel exacte kopie van de samenvatting van de vorige stap. Gelardeerd met wat eigen opmerkingen en conclusies, om een eigen (grondig) onderzoek te veinzen. Vaak lezen de rechters alleen deze samenvatting grondig en scannen ze de rest van het dossier (vooral als er sprake is van spoed). Dit kun je vaak opmaken uit het vonnis. Het onderliggende Raadsrapport zit vol met knip- en plakwerk uit de voorgaande stappen. Wederom met eigen taalgebruik, tussen paragrafen en conclusies. Wederom om een eigen (grondig) onderzoek te veinzen;

11. De vierde abstractie laag wordt door de rechters gemaakt in hun vonnis. Dit is de belangrijkste. Hier wordt nog een stap hoger professioneel (juridisch) taalgebruik gebezigd. Ook weer veel knip- en plakwerk uit het Raads- en jeugdzorgdossier. Hierdoor krijgen die beweringen met terugwerkend kracht een nog hogere status van waarheid (want de rechter heeft het gezegd). Dit is van enorm belang voor de volgende stappen;

12. Tegenwerpingen en ontlastende verklaringen en feiten van en voor ouders halen deze abstractie stappen zelden of nooit. Ook niet in het uiteindelijke vonnis. Het gaat immers niet om een onderzoek(srechter)/ strafzaak. Waarheidsvinding is niet belangrijk. Bescherming van het kind en het belang van het kind staan voorop. En het belang van het kind wordt bepaald door de partijen die er belang bij hebben dat het belang van het kind in de ogen van de instanties niet overeenkomt met het belang van het kind in de ogen van de ouders;

13. Vaak komt er nog een tweede of derde rechtszaak achteraan. Vooral bij spoedzaken. En/of een hoger beroep. De clou is dat voor die zaken de voorgaande vonnissen als dossier dienst doen. Met als onderbouwing het Raadsdossier. Dat zijn heel veel abstractielagen tussen de uiteindelijk uitspraak en de daadwerkelijke gebeurtenissen.

De jeugdzorg en de Raad leunen sterk op drogredenering, zoals in de voorgaand beschreven abstractie-stappen veel gebeurt, van het type: ‘"Dermatologisch getest!" Immers, zolang de resultaten er niet bij worden vermeld, is dit geen logisch argument om een bepaald product te kopen. Het product kan immers slecht uit de test zijn gekomen. Vertaald naar jeugdzorg: ‘Informant x maakt zich zorgen over het gezin’. Er wordt niet bij gezegd waarover informant x zich dan zorgen maakt. Vaak heel iets anders dan waar jeugdzorg op doelt in haar rapportage.

Auteur: een vader die zich ernstige zorgen maakt over de werkwijze van jeugdbeschermers, bij de redactie van Dark horse bekend.