De afgelopen twee jaar bemerkte ik in het islamdebat steeds hetzelfde fenomeen in discussie met degenen die waarschuwen voor de ‘islamisering’ van Europa en de Verenigde Staten; het ontkennen van een principieel onderscheid tussen islam en islamisme. Volgens islambashers is er in essentie geen grens te trekken tussen de islam als religie en het islamisme als politieke uitingsvorm in de moderne tijd. Dit omdat de islam vanuit de bronteksten het geweld in zich zou dragen en omdat bij de profeet Mohammed de politieke, religieuze en militaire macht al verenigd waren. Daarom is voor hen iedere moslim een potentieel gevaar voor een open en tolerante samenleving. Het onderscheid tussen islam en islamisme zou gemaakt worden door ‘wolven in schaapskleren’ die de politieke islam aan het westen proberen te verkopen in een schijnbaar aangepaste vorm aan goedgelovige politici en academici, terwijl ze een geheime agenda voeren van sharia-wetgeving en afschaffing van de democratie zodra een numerieke meerderheid van moslims dat mogelijk maakt. Islamisme is voor deze mensen een term die moet verhullen dat niet alleen de politieke islamisten/ jihadisten een gevaar zijn voor de vrijheid en democratie, maar ook de gematigde mainstream van de islam, die vanzelf in het voetspoor van de islamisering zal volgen als deze zich voltrekt. Een mogelijkheid tot modernisering en hervorming in de islam wordt door hen uitgesloten en degenen die dit nastreven zijn bedriegers en huichelaars met heel andere bedoelingen. Ook de Syrisch-Duitse geleerde Bassam Tibi wordt regelmatig geplaatst in de hoek van onbetrouwbare lieden die het westen een valse islam voorspiegelen, omdat moslims zich ten diepste niet kunnen of willen aanpassen aan het westen.
Nu zal Bassam Tibi de eerste zijn om toe te geven dat de modernisering en hervorming van de islam moeizaam verloopt en in feite weinig kans maakt in de politieke en economische verhoudingen zoals die zich wereldwijd manifesteren, maar als er iemand is die continu gewaarschuwd heeft voor het islamisme en het inherente antisemitisme (‘genocidaal antisemitisme’) dat zelfs door professoren van Arabische universiteiten wordt onderwezen, dan is het Bassam Tibi wel.(1) Wat Tibi wordt verweten door felle anti-islamactivisten, is niet dat hij de minpunten van het islamisme probeert te verdoezelen, maar dat hij ons ten onrecht wijsmaakt dat het islamisme kan worden onderscheiden van de ‘gewone islam’, want daarmee zou het westen in de luren worden gelegd. Het in rechtse kringen veel geprezen boek ‘Waarover men niet spreekt’ van Wim van Rooy is ook bijzonder ambivalent over dit begrip, dat de ene keer wel, de andere keer niet lijkt te bestaan.(2) Steeds opnieuw ontstaat vanuit de verwarring van een culturele achterstand en gebrekkige mensenrechten in veel islamitische landen met de islamitische leer als zodanig, het idee dat de islam niet kan en niet wil hervormen of moderniseren. Voorstellen in die richting zoals Bassam Tibi heeft gedaan met zijn Euro-islam (geen islamitisch Europa maar geïntegreerde Europese moslims) werden afgedaan als naïef of bedriegerij.
Trump benoemt het islamisme
Maar wat schetst mijn verbazing als ik de krantenberichten lees die commentaar geven op de toespraak die de Amerikaanse president Trump hield in Saoedi Arabië op 21 mei 2017 die diende ter legitimatie van een wapendeal van 110 miljard dollar? Doelbewust werd in de toespraak diverse keren onderscheid gemaakt tussen de islam en islamisme, tussen islamistische terreur en islamitisch geïnspireerd geweld (al versprak Trump zich een paar keer ‘uit vermoeidheid’ volgens de perswoordvoerder) en op geen enkele manier werd de islam zelf als een probleem gezien, noch voor het westen noch voor de Arabische bevolking (i.v.m. vrouwenrechten/ doodstraf op afvalligheid). Trump gaf aan zich niet te willen bemoeien met de cultuur en tradities van andere landen en minister Tillerson zei dat Amerika een scheiding moest maken tussen haar waarden en haar beleid. In gewone mensentaal, ‘Als er geld verdiend kan worden zijn wij even geen leidende natie in de wereld’. Journalist Peter Beinhart viel de toespraak van Trump specifiek op dit punt aan, omdat de huidige president vaak het verwijt heeft gemaakt aan zijn voorganger Obama dat deze om de hete brij heen draaide als het ging om het benoemen van de problemen met het islamitisch terrorisme en in het algemeen met de islam. In een stadhuis van de staat Wisconsin vorig jaar maart, vroeg Anderson Cooper (CNN) aan Trump of hij moslims vertrouwde. Hij antwoordde: “We hebben een probleem, en we kunnen daar politiek correct over proberen te doen en pretenderen dat we geen probleem hebben, maar Anderson, we hebben een groot, groot probleem.”(3)
De monolitische politieke islam
Een jaar geleden nog had Amerika dus een groot probleem met de islam. Niet met islamisten of de politieke islam, maar met moslims in het algemeen. Tot het moment dat hij naar Saoedi Arabië afreist om een mega-wapendeal te sluiten, want op dat moment spreekt Trump uiterst politiek correct. Hij noemt wel het terrorisme van IS en het terrorisme uit Iran dat een bedreiging vormt voor de regio (mogelijk ontwikkelen ze een kernwapen), maar nergens geeft hij akte van het feit dat Saoedi Arabië zelf een uiterst conservatief islamitisch land is, waarvan de religieuze stroming wahabisme indirect voeding geeft aan talloze extremistische moslimgroeperingen in de wereld. Nergens ter wereld wordt de ‘ware islam’ zo monolitisch onderwezen als in Saoedi Arabië en nergens worden de spirituele en culturele wortels die de islam eeuwen lang verbond met andere geloven en overtuigingen zo sterk afgezworen en theologisch veroordeeld als in dit land. Het soefisme, dat de islam glans gaf vanaf de twaalfde eeuw en literaire meesters voortbracht die in het westen nog volop gelezen worden (Roemi, Attar, Hafiz) is tegenwoordig volkomen in de ban gedaan en de grote mystici van het verleden die intercultureel en multi-religieus dachten worden of sterk afgeraden of zeer selectief gelezen, zodat ze orthodoxer lijken dan ze in werkelijkheid waren. Het wahabisme is zo' n beetje de meest kortzichtige islam die men kan bedenken, maar president Trump wil zich niet met andermans zaken bemoeien.
Toespraak van Obama in Caïro
Dan is toch vreemd dat juist de continu door hem voor ‘lafaard’ uitgemaakte president Obama tijdens een toespraak op de universiteit van Caïro (Egypte) wél de problemen in de islamitische wereld in de volle breedte durfde te benoemen, variërend van de ontkenning van de Holocaust door veel moslims (‘ongegrond, onwetend en hatelijk’), het dreigen met de vernietiging van de staat Israël, het herhalen van walgelijke stereotypering van joden, de onderdrukking van vrouwen in de islamitische wereld en hun beperkte toegang tot het onderwijs. Daarbij pleitte hij voor algemene menselijke waarden als ‘vrijheid van meningsuiting, inspraak in het bestuur van je land, kunnen vertrouwen op een rechtvaardig rechtssysteem en een niet-corrupte overheid die niet steelt van zijn eigen mensen. De vrijheid om te leven zoals je wil’. Hij benadrukte dat dit niet alleen Amerikaanse ideeën waren, maar mensenrechten, die door Amerika ook elders ondersteund worden. Ook noemde hij in navolging van George W. Bush dat autoritaire en corrupte Arabische regimes mogelijk terroristische groepen als Al-qaida en IS te lang te vriend hebben willen houden. Niets van dit alles was terug te vinden in de toespraak van Trump die zich enkel richtte op het gevaar van Iraans terrorisme, de gezworen vijand van Saoedi Arabië. Hij ging even voorbij aan twee dingen: Het shjiitische Iran vertegenwoordigt de minderheid van 10% in de moslimwereld tegenover 90% soenni-islam (waar Saoedi Arabië deel van uitmaakt) wat het terroristische aandeel van dit land bijzonder klein maakt tegenover het soenni-terrorisme van IS, Al Shabab, Al Qaida, enz. Bovendien heeft het soenni-terrorisme in veel opzichten de tactiek en zelfs gedeeltelijk de leer overgenomen van de Shia-islam (zelfmoordaanslagen/ actief ‘martelaarschap’) en hebben veel van de leerstellingen van IS ook nog eens sterke overeenkomst met de gangbare (wahabitische) theologie van Saoedi Arabië.
'Voor wie geld heeft is de vrijheid niet duur'
Je raakt behoorlijk in de war als je leest hoe begripvol de achterban van Trump zich opstelt richting de president in diverse lezerscommentaren op websites die aandacht besteden aan zijn speech, wanneer Trump het -tot dan toe niet bestaande- onderscheid maakt tussen islam en islamisme en nu geheel in tegenspraak met zijn eerder uitlatingen doet alsof de islam helemaal niet het probleem is. Er worden door zijn aanhangers voornamelijk pragmatische redenen aangevoerd om Trump zijn politiek te verdedigen, zoals het gevaar van Iran keren (die de rebellen in Jemen blijft opstoken met duizenden doden tot gevolg), de noodzaak van een sterke bondgenoot in de regio, de onmogelijkheid voor Israel om het alleen te doen, het geld dat Amerika nodig heeft voor de eigen economie, het lef van Trump om de problemen te benoemen ‘in het hol van de leeuw’ (dat deed hij niet door vooral te wijzen naar Iran) en allerhande argumenten die het zo voorstellen dat Amerika helemaal geen voorbeeldfunctie heeft voor de wereld, enkel economische en militaire belangen. En dat terwijl een minder patriottische president als Obama de Amerikaanse waarden presenteerde als universele waarden die uitgedragen moeten worden. Volgens de regering Trump zijn de Amerikaanse waarden wel superieur aan die van andere culturen, maar moeten de Amerikanen die lekker voor zichzelf houden. Ze zijn kennelijk wel goed, maar niet universeel.
Sven Snijer
(1)"We shall talk about Zionism, or world Jewry, in order to adress the related master plan persued by the related secret societies for the destruction of the wordl", Ali Jarischa en Mohammed Zaibaq in hun boek 'Asalib al-ghazu al-fikri lil alam al-Islami' - 'Islamism and Islam', Bassam Tibi, 2012.