vrijdag 8 september 2017

In de greep van de Angst



Het lijkt steeds weer een verrassing, de angstcultuur die in Nederland rondwaart als een spook dat ongrijpbaar is, maar toch voelbaar als een koude wind. De ene keer is het de geslotenheid van Bureau Jeugdzorg waar medewerkers die fouten maken door het hoger kader worden afgestraft, zodat ze geen zelfcorrigerend vermogen kunnen ontwikkelen(1), de andere keer onthullen ex-Kamerleden de ondemocratische structuur van de PVV waar Wilders geen tegenspraak duldt of het dictatoriale karakter van Jan Marijnissen die ondergeschikte SP-leden graag publiekelijk te kakken zette.(2) EenVandaag meldt dat bij de politie interne kritiek wordt gesmoord door agenten een psychiatrisch stempel te geven en de organisatie uit te werken.(3) Ook piloot Victor van Wulfen die aan het licht bracht dat bij het 336 Squadron van Vliegbasis Eindhoven de veiligheidsvoorschriften niet altijd werden nagevolgd kreeg het stempel ‘psychiatrisch patiënt’. In zijn medisch dossier stonden bezoeken aan de psychiater waarvan hij kon aantonen dat hij op dat moment op vakantie was in het buitenland.(4) Eerder zagen we bij Defensie dat een bepaald soort verf kankerverwekkend was, maar de militairen die ermee moesten werken kregen hier niets over te horen.(5.a) Wie kritiek uit op leidinggevenden kan erop rekenen een hele organisatie of partij tegen zich te krijgen.(5.b) Sinds jaar en dag worden in Nederland klokkenluiders in elke maatschappelijke sector monddood gemaakt en er is nauwelijks bescherming tegen het verschijnsel van sociale uitsluiting. Wie de ‘vuile was’ buiten wil hangen met als doel een organisatie te verbeteren of om duistere zaken aan het licht te brengen wordt al snel bestempeld als ‘verrader’ en niet als held, want collega’s zijn bang dat ook hen de gevreesde uitsluiting en financiële rampspoed als gevolg van baanverlies en het stempel van ‘querulant’ ten deel kan vallen. De klokkenluider eindigt vaak in een stacaravan.

Klokkenluiders achteraf

Opvallend bij kritiek die wel goed valt is dat ze vaak geuit wordt door mensen die reeds lang bij de gewraakte organisatie zijn vertrokken. Kamerlid Sharon Gesthuizen beschrijft in haar boek het gedrag van Marijnissen van acht jaar  geleden in zijn laatste fase als fractievoorzitter en de zeldzame hoogleraren, rechters of Kamerleden die kritisch zijn op jeugdzorg doen dat vaak op het moment dat ze afscheid nemen. Ik moet eerlijk bekennen dat mijn eigen felle kritiek op jeugdzorg Amsterdam (JBRA) en later op Jeugdzorg Nederland ook niet eerder van de grond kwam dan toen ik met enige zekerheid wist dat de Raad voor de Kinderbescherming het dossier zou gaan sluiten.(6) Je grote mond open doen wordt in Nederland meestal niet beloond, hoewel we allemaal de mond vol hebben van de vrijheid van meningsuiting. In een werksituatie of anderszins in een omgeving waar je zelf niet de touwtjes in handen hebt maar overgeleverd bent aan hogere machten is het vaak verstandig om de lippen stijf op elkaar te houden, anders zul je op subtiele wijze vermorzeld worden door het systeem. Niemand zal je met een vinger aanraken, maar er zal een besmetting optreden waardoor iedereen die bij je in de buurt komt onmiddellijk afstand van je neemt. Je moet echt onafhankelijk zijn in dit land om de waarheid te kunnen zeggen en zelfs dan is het publiek dat het met gejuich begroet niet bijzonder groot, want zelfs het je associëren met mensen die van buitenaf kritiek leveren kan al onvoordelig uitpakken. De enige die een klokkenluider echt begrijpt is een andere klokkenluider.

‘Hij zegt wat wij denken’

We kennen allemaal de uitspraak van de vroegere LPF-stemmers over Pim Fortuyn: ‘Hij zegt wat wij denken’. Waarom die mensen indertijd zelf niet zeiden wat ze dachten, dat is me in de loop der jaren wel duidelijk geworden. Het gaat er niet om wat je doet of wat je zegt, maar om wat mensen ervan zouden kunnen denken en wat voor stempel je vervolgens krijgt. Persoonlijke expressie is in Nederland veel gemakkelijker dan het aan de kaak stellen van beleidsmatig falen, want ondanks de vaak gehoorde lofprijzing dat iemand op het podium zich heel ‘kwetsbaar’ heeft opgesteld, is dat nu juist wat in onze cultuur vrij onschuldig en ongevaarlijk is. Iedereen mag bij ons zo gek doen als hij zelf wil en elke schaamtevolle gedachte of daad die publiekelijk wordt gedeeld wordt ervaren als heerlijk ontwapenend. We herkennen graag onze eigen menselijkheid in de ander via de spiegel van humor en het fijne daarvan is dat het niets meer van ons vraagt dan het beantwoorden van die openheid. Het zijn gevoelens die we met elkaar delen en het bevestigt dat we in wezen allemaal naar hetzelfde verlangen; liefde en acceptatie. Maar deze twee begeerlijke zaken zijn moeilijk te combineren met een objectieve waarheid, vooral niet als die pijnlijk en confronterend is. En als die ons medeschuldig maakt door er kennis van te hebben en we om de acceptatie van de groep niet te verliezen gaan pretenderen lief te hebben door ons gezicht af te wenden van dat wat lelijk is en gevaarlijk.

De samenleving is ervan doordrenkt

De reden dat ik gestopt ben met elke dag te schrijven over jeugdzorgmisstanden was niet dat ik geen kopij meer had of dat ik moedeloos werd van de ongelijke strijd (de jeugdzorgindustrie van vier miljard) maar het besef dat in ieder bedrijf in Nederland, in iedere maatschappelijke sector, op elk ministerie, ieder ziekenhuis, op elke school dezelfde mechanismen spelen ter bescherming van het alles overstijgende belang van de reputatie. Reputatie langs de ‘via negativa’, de angst dat zij besmeurd zal worden, waarbij het er vaak niet toe doet of het roddel en laster betreft of werkelijke misstanden. De neiging van hoger geplaatsten om de rijen te sluiten bij kritiek van binnenuit of van buitenaf is heel sterk in menige organisatie en niet alleen in vast verband. Ook maatschappelijke bewegingen waarvan de deelnemers enkel voor een deel met elkaars ideeën sympathiseren dulden het niet wanneer een broeder of zuster een kleine relativering aanbrengt in het grote gelijk. Dan worden ze al gauw verketterd en als een afvallige beschouwd of als een saboteur en een kwaadwillend persoon. Het groepsgelijk en het groepsbelang liggen dicht bij elkaar in een land waar iedereen woont in hetzelfde rijtjeshuis met dezelfde barbecue in de achtertuin, ’s ochtends in dezelfde file op weg naar eenzelfde bedrijventerrein onverschillig welk gedeelte van ons land. Uiteindelijk is het de eenheidsworst en de behoefte om erbij te horen die maakt dat we anderen gaan treiteren en uitstoten, want als we de deviant niet bestraffen voor het verbreken van de broze eenheid kunnen we morgen zelf aan de beurt zijn. Dit is de reden dat ik vroeger op het schoolplein kinderen pestte, niet alleen omdat een ander kind ‘anders’ was, maar vooral om zelf niet de pispaal te worden.

Pesten doen we allemaal

We zien eenzelfde patroon in de wereld van kinderen en volwassenen, want dit land slaagt er niet in het pesten te stoppen. Op scholen, binnen politieke partijen, op universiteiten of bij de politie komen we hetzelfde fenomeen tegen; je bent voor ons of tegen ons. Het is deze houding die veel verziekt, want ze is regelrecht in strijd met het open debat en de waarden waar onze democratie zogenaamd op gebouwd is. Gisteren werd het huis van Thierry Baudet besmeurd door linkse activisten en hoewel ik het met een deel van zijn ideeën behoorlijk oneens ben, kan ik voor dit soort acties geen enkele sympathie opbrengen. (7) Het is kinderlijk gedrag dat het onvermogen aantoont van volwassen mensen die niet weten hoe ze met redelijke argumenten politieke ontwikkelingen moeten keren waar ze bang voor zijn. Ontwikkelingen die aantonen dat hun veilige wereld van het á priori gelijk zal ophouden te bestaan waardoor ze gedwongen zijn zelf na te denken en jarenlange ingesleten overtuigingen te herzien. Een bevriende blogger Alexander van Gouwen (8) beschrijft regelmatig hoe hij door zijn politieke vrienden van weleer is buitengesloten, niet omdat hij het gedachtegoed in de basis ontrouw is geworden, maar omdat hij de ‘vijand’ ook wat krediet gaf en niet iedereen die anders dacht in de hoek van gevaarlijke mensen wilde plaatsen.

Angst is de gebruikelijke raadgever

Als ik lees over de angstcultuur bij de politie, de angstcultuur in een ziekenhuis of de angstcultuur in een bedrijf, dan vraag ik me af wanneer we het eens over de angstcultuur in dit hele land gaan hebben. Drie hoogleraren op de universiteit van Leiden hielden het Instituut Pedagogische Wetenschappen in hun machtsgreep en niemand durfde er tegenin te gaan.(9) Een chirurg van het Waterlandziekenhuis kreeg achtentachtig schadeclaims aan zijn broek van zijn patiënten, die pas hun mond open durfden te doen toen de arts tweemaal een berisping had gekregen van het tuchtcollege.(10) In het UMC Utrecht heerst nog steeds een angstcultuur waardoor medewerkers niet openlijk kunnen praten over gemaakte fouten.(11) Veel rechters hebben door de jaren heen kinderen uit huis geplaatst terwijl de gronden die hiervoor door jeugdzorg en de Raad werden aangevoerd niet deugdelijk waren, bang om tegen de ‘professionals’ in te gaan en mogelijk verantwoordelijk te worden gehouden voor een volgende Savanna.  

Blaffen wel, maar bijten niet


Angst verziekt veel in dit land en zorgt ervoor dat niemand diepgravende vragen stelt bij risicovolle maatschappelijke omwentelingen zoals de Transitie van de jeugdzorg. Niemand wil de spelbreker zijn die het Transitiefeestje bederft als iedereen roept dat het een geweldige verbetering zal worden. Geen Kamerlid komt verder dan het stellen van een paar stoere Kamervragen aan de minister of staatssecretaris, waar hij of zij na overleg met topambtenaren zes weken later een ontwijkend en vaak ‘voorlopig’ antwoord op geeft.(12) Ons parlement is een papieren tijger die zelf geen onderzoekscommissies instelt, maar liever de schijn ophoudt van kritische bevraging en ondertussen braaf meewandelt met het kabinetsbeleid vanuit de oppositiebankjes. Want dat is wat je doet als Nederlander, je lult mee, je loopt mee en je jankt mee, net wat je geliefd maakt op het juiste moment als alle anderen het ook doen.(13)


[NB:Volgens een artikel van Computerworld wordt de angstcultuur binnen bedrijven veroorzaakt door deze drie dingen: http://computerworld.nl/management/75142-help--we-hebben-een-angstcultuur]

Sven Snijer


(1)“Toch is het goed om ons bewust te zijn van de grote invloed die systeemkrachten uitoefenen op het gedrag van de in dat systeem werkende organisaties en personen. Omdat anders te makkelijk de schuld van een ziek systeem in de schoenen van individuele actoren in dat systeem wordt geschoven. Omdat vervolgens te makkelijk wordt gedacht over hoe je een ziek systeem weer gezond kunt maken. (…) Wat de jeugdzorg dus eigenlijk nodig heeft is systeemtherapie." Erik Gerritsen, Binnenlands Bestuur, 8 mei 2012

 





(5.b)“Uit verschillende onderzoeken naar seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen defensie blijkt dat de gesloten cultuur van de organisatie bijdraagt aan het probleem. Zo is klikken binnen de krijgsmacht uit den boze. Wie zijn mond opendoet, wordt gezien als verrader en loopt een reëel risico slachtoffer te worden van pesterijen, buitensluiting, of te worden tegengewerkt in zijn carrière.”https://www.volkskrant.nl/binnenland/defensie-stopte-misbruikzaak-van-soldaat-in-doofpot~a4516893/