Vooropgesteld
dat het merkwaardig is dat een religie aan de hele wereld een verbod kan opleggen
dat feitelijk alleen voor de aanhangers van deze religie geldt (het niet afbeelden
van de profeet Mohammed) en wij in het vrije westen ons in principe door
niemand hoeven te laten voorschrijven wat we wel of niet mogen
schrijven/tekenen over wie of wat dan ook, moet ik de Cartoon-wedstrijd van
Wilders betitelen als één grote mislukking als dit een statement had moeten
zijn voor de vrijheid van meningsuiting. Vooral één zin in de verklaring van
Wilders waarin hij aangeeft dat de hele actie wordt afgeblazen, is hoewel oppervlakkig
bezien slechts ongelukkig geformuleerd, bij nader inzien ook
politiek-filosofisch niet zonder consequenties. Hij stelt: “Onschuldige mensen
mogen nooit het slachtoffer worden van islamitische terreur.” (1) Daaruit zou
je logischerwijs kunnen afleiden dat ‘schuldige mensen’ misschien wel
slachtoffer mogen worden van islamitische terreur, maar de vraag is wie dat dan
zijn. Dat geeft hij aan in de zinnen die daarop volgen: “Om het risico van
slachtoffers van islamitisch geweld te vermijden, heb ik besloten de
cartoonwedstrijd niet door te laten gaan.” Met andere woorden, het islamitisch
geweld hangt direct samen met zijn cartoonwedstrijd. De cartoonwedstrijd roept
geweld op en door de wedstrijd stop te zetten neemt het geweld weer af. Dat
blijkt ook uit het feit dat de islamitische partij die in Pakistan de demonstratie
tegen Wilders organiseerde haar actie onmiddellijk heeft stopgezet, omdat haar
doel is bereikt. Ze omschrijft de demonstratie als een ‘morele overwinning’ en
vanuit haar perspectief is dat ook zo. Wilders heeft namelijk gebogen voor
de ‘terreur’ -het fenomeen dat men in diverse ontwikkelingslanden nog geen
burger-humanisme en persoonlijke verantwoordelijkheid voor eigen handelen heeft
ontwikkeld zoals in moderne beschavingen- op precies dezelfde manier als hij
andere politici in het Westen dit verwijt te doen.
Porren in een
bijennest
Wat
heeft Wilders met zijn actie aangetoond? Dat als je met een stok in een
bijennest gaat porren er honderden woedende bijen naar buiten komen om je te
steken. Over de islam leert het ons hoegenaamd niets, behalve dat er in landen
als Pakistan, Afghanistan en Irak veel radicale elementen rondlopen die de
extreme islamopvattingen als een politiek instrument gebruiken om hun
ongenoegen over veel maatschappelijke missstanden te kanaliseren. Het zijn vaak
lager opgeleide mensen, er is veel armoede, de kloof tussen verschillende
bevolkingslagen is groot en de elite van veel moslimlanden is vaak seculier en
pro-Westers georiënteerd, wat maakt dat ‘belediging van hun geloof’ door een
grote groep mensen in deze landen wordt gezien als een directe aanval op hun
maatschappelijke positie. Vandaar dat de Pakistaanse overheid om de gemoederen
te kalmeren de demonstranten meteen feliciteerde met hun ‘overwinning’ zodat
het niet zou escaleren naar anti-regeringsdemonstraties. Dat het economische
verschil en bijbehorende lage onderwijsniveau in veel islamitische landen ervoor
zorgt dat veel kansloze mensen in moslim-derdewereldlanden hun geloof als
‘vehicle of rebellion’ gebruiken weet Wilders heel goed. Als het uitsluitend
aan de islam zou liggen, dan waren er in heel Europa moslims de straat opgegaan
om het hoofd van Wilders te eisen. Typerend is dat men zich bij het uitbreken
van deze Pakistaanse rellen begon af te vragen hoe het eigenlijk gesteld is met
de banden tussen dat land en Nederland. Pijnlijk genoeg hebben de ‘bloeddorstige
moslims’ tijdens de watersnoodramp van ’53 in Zeeland nog hulp gestuurd naar
ons land. En omgekeerd heeft Nederland verschillende malen geld gestuurd naar
Pakistan middels hulpacties bij rampen. Werden die hulpverlenende organisaties
meteen afgeslacht bij aankomst? En hoe kan het dat er verschillende
‘onschuldige’ Nederlandse mensen op dit moment rondlopen in Pakistan,
bijvoorbeeld voor handelsdoeleinden of op vakantie? Waarom leven die nog?
Brontekst-fetisjisten
Pakistan
zit al jaren in een proces van radicalisering, net als Egypte, Afghanistan, Bangladesh
en tal van andere moslimlanden als gevolg van een mislukt moderniseringsproces en
recentelijk werden zelfs in Indonesië, het meest gematigde moslimland ter wereld, aanslagen gepleegd door moslimradicalen. De vraag is echter waarom dat niet
veel eerder gebeurde indien de Koranteksten hiervoor verantwoordelijk zijn,
zoals Wilders en zijn geestverwanten blijven evangeliseren. Als de islam zelf
intrinsiek zo gewelddadig is dat alle ongelovigen bekeerd of vermoord moeten
worden, dan hebben de moslims (zoals een moslim het zelf stelde op sociale
media) in 1400 jaar tijd hun werk bijzonder slecht gedaan! Los van alle
historische bewijzen die veel van Wilders beweringen tegenspreken over dit
vermeende intrinsiek gewelddadige karakter van de islam, wil ik niet betwisten
dat in de huidige tijd de islam een lelijke, onderdrukkende en gewelddadige kant
laat zien. Maar de redenen hiervoor hebben vooral te maken met een verschil in
ontwikkelingsniveau met betrekking tot economische welvaart en een democratisch
bewustzijn dat historisch moet groeien. Heel moeilijk te begrijpen -vooral voor
islambestrijders als Wilders- is dat islamitisch fundamentalisme feitelijk een
modern verschijnsel is al proberen de islamisten/jihadisten zich te presenteren
als ‘authentiek’. De manier waarop het jihadisme wereldwijd wordt gepromoot,
vooral via het internet en met geld van rijke golfstaten die salafistische
moskeeën financieren in het Westen, is een teken van deze tijd. Het door het
westen veroorzaakte globalisme heeft de politieke islam doen ontstaan, die
geïnspireerd door en bevreesd voor wereldwijd kapitalisme en communisme,
zichzelf als een soort derde partij presenteert in de race om de wereldheerschappij.
Zelfs het genocidale antisemitisme en mondiaal samenzweringsdenken heeft de
Islamitische Broederschap vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw van het
Westen overgenomen waar later talloze jihadistische groeperingen door
geïnspireerd raakten. Zo zetten radicale moslims zowel onze technologie
(bomgordels, internet, aanslagen met vliegtuigen) als onze ideologie tegen ons
in. Sharia in de grondwet opnemen, zoals islamisten willen, kan alleen bij de
gratie van de vorming van natiestaten die in de islamitische gebieden werden ingesteld
door Europese koloniale grootmachten de afgelopen paar eeuwen - islamitisch
recht (Sharia) was voorheen particulier en niet door de staat
gestandaardiseerd.
Twee soorten
radicalen
Kort
samengevat toont Wilders aan dat veel onderontwikkelde landen niet begrijpen
waarom in de rijke, technologisch hoogstaande, democratische rechtsstaten,
mensen vrij zijn om een geloof te mogen beledigen. Zij snappen dit niet omdat
ze zelf een groot deel van hun identiteit en menselijke waardigheid ontlenen
aan hun religie, juist omdat geloofskritiek in die landen uit den boze is. En
dat zal net zolang duren totdat in die landen een sterke maatschappelijke
middenklasse kan ontstaan (en dat is om diverse redenen niet waarschijnlijk op
korte termijn) die zichzelf beter kan scholen, waardoor wetenschappelijk denken
langzamerhand het volksgeloof gaat verdringen. Dan pas ontstaat er ruimte voor
geloofskritiek en tolerantie naar andersdenkenden. Het is niet makkelijk om
vrij te denken en tolerant te zijn als je sociaaleconomisch knel zit en je je
eigen regering (die vaak uit elite families bestaat) ervan verdenkt onder één
hoedje te spelen met de machthebbers en multinationals in het Westen. Er zijn
eigenlijk maar twee soorten mensen die in aanmerking komen voor radicalisering
binnen een islamitische context en dat zijn de onderlaag en de bovenlaag van de
samenleving. De onderlaag vanzelfsprekend omdat ze kansarm en sociaal immobiel
zijn, waardoor een radicale geloofsdaad zin geeft aan hun verder betekenisloze
leven (veel mensen met een verstandelijke beperking worden gerekruteerd voor
aanslagen) en de bovenlaag simpelweg omdat ze zich vervelen. Er is een groep
rijke aristocratische jongeren in Saoedi Arabië en de golfstaten die vanwege de
olie nooit iets anders dan luxe en overdaad gekend heeft, die wegens ‘gebrek
aan zingeving’ besluiten het avontuur te zoeken. Zoals de Saoedische prins Osama
bin Laden deed, eerst in Afghanistan tegen de Russen en later met de aanslag van
11 sept op het World Trade Center. Los van deze twee specifieke groepen (en een
categorie van ‘home-grown terrorists’ in het Westen die zich schuldig voelt
over haar privileges tegenover de rest van de vaak armere moslimlanden) streeft
het gros van de moslims naar een gemiddeld gelukkig leven.
Wie geeft zijn
leven?
Terugkomend
op de verklaring van Wilders kunnen we taalkundig een splitsing maken tussen ‘onschuldige
slachtoffers’ van moslimgeweld en wat daar tegenover staat. Als dat geen ‘schuldige’
slachtoffers zijn (ik weet heus wel wat hij bedoelt) dan wijst hij indirect
naar zijn eigen provocatieve houding die mogelijkerwijs tot slachtoffers zou
kunnen leiden in relatie tot de cartoon-wedstrijd. Hij zegt als het ware dat
sommigen ervoor kiezen om martelaren te worden van het vrije woord, maar dat
diegenen die niet wensen te sterven voor de vrijheid er geen last van mogen
hebben. En dat is natuurlijk een pijnlijk punt als je beweert dat vrijheid
universeel is en dat niemand zou mogen worden gecensureerd door fanatieke
geloofsaanhangers. Vindt Wilders het o.k. dat zo weinig mensen de vrijheid van
meningsuiting hun leven waard vinden of de economische belangen van Nederland
zwaarder laten wegen? In dat geval kan hij niet meer spreken voor het hele
Nederlandse volk, want was dat wel het geval dan zouden wij met z’n allen nog
liever tien cartoonwedstrijden uitschrijven dan onze vrijheid opgeven. Laat er
dan maar een paar honderd Nederlanders in binnen- en buitenland vermoord worden.
Dan wordt tenminste duidelijk hoe groot het probleem is. Kennelijk is het
probleem dus ook weer niet zo groot en zo urgent dat we koste wat het kost aan onze
vrijheid van expressie vasthouden. Het moet wel leuk blijven. Waarschijnlijk
beseffen veel mensen dat de Pakistan-kwestie niet speciaal ‘islamitisch’ is en
die mensen mogen van Wilders achteraf gezien toch geen slachtoffer worden van
zijn publiciteitsstunt.
Sven Snijer