woensdag 19 november 2014

Van der Laan, die doet er wat aan!



Een 'hartverwarmend' bericht vandaag in de Telegraaf over het initiatief van Burgermeester Van der Laan -als hoofd van de Taskforce kindermishandeling- voor het creëren van voldoende toegankelijkheid bij de gemeenten, voor de meest kwetsbaren in de samenleving; de mishandelde kinderen. 

Die kunnen voortaan rechtstreeks bij de burgemeester van Amsterdam terecht met hun mishandelings-verhaal, die hoogstpersoonlijk een kopje thee voor ze gaat zetten of met de limonade aan komt. Burgemeesters van grote steden hebben immers niets beters te doen en daarom was het ook meteen een oproep aan alle burgemeesters van Nederland. (1)

Partij van de Arbeid-collega en staatssecretaris Martin van Rijn was lovend over het plan en vond dat het prima aansloot bij ‘de nieuwe verantwoordelijkheden van gemeenten voor de zorg, hulp en ondersteuning van kinderen en gezinnen.’ Even lekker elkaar de bal toespelen door twee kopstukken van de slechtst scorende ‘grote’ partij van Nederland, die van gekkigheid niet weten wat ze nu weer moeten verzinnen om het sociale gezicht van de partij, dat ze sinds lange tijd kwijt zijn geraakt ergens onder in de verkleedkist, weer terug te vinden. Alsof ons land nog niet genoeg wordt overspoeld door de mishandelinghysterie, waar tranentrekkende campagnes van stichtingen die voor geen ander doel lijken te leven verantwoordelijk voor zijn en waar iedere keer opnieuw de politici, burgemeesters en helaas ook de kinderombudsman van op hol slaan. Het is in Nederland nu eenmaal ‘t makkelijkste scoren over de rug van het kind. (2)

Wat al deze mishandelingoproepen teweeg brengen in gezinnen die in de verdachtmakingzone terechtkomen, om door AMK en Raad voor de Kinderbescherming onderworpen te worden aan onderzoeken zonder waarheidsvinding, zodat meningen en vermoedens de doorslag geven bij de beslissing tot aanvraag van gedwongen maatregelen bij de rechter, daarvan hebben nog te weinig mensen weet. De burgemeesters en de politici overigens wel, maar die rekenen op de onwetendheid bij de massa die dit soort trajecten nooit zelf  heeft ervaren. Voor het grote publiek staat het heel sympathiek om begaan te zijn met kwetsbare kinderen en dat diezelfde kinderen door het jeugdzorgsysteem vaak nog meer worden mishandeld dan door hun ouders, daar gaan ze voor het gemak maar even aan voorbij. Opsporen is waar het om draait en het vervolgtraject voor de kinderen onder toezicht of uit huis geplaatst is toch meestal een warboel van de elkaar opeenvolgende rechtszaken, waarbij na verloop van tijd niemand meer feit en fictie uit elkaar kan halen.   

Het was niet alleen door de inhoud van dit tot kokhalzen aanzettende initiatief van de hoofdstedelijke burgemeester dat het mijn aandacht trok, maar ook vanwege de context waarin ik hem heb leren kennen als ‘mijn burgervader’ dat het rozebrilleplan dat hij lanceerde mij een bijzonder bittere smaak gaf. Het is nog geen vier jaar terug dat mijn vrouw en ik een beroep op hem deden in een zaak van seksuele intimidatie op de school van onze dochter, waarbij wij nadrukkelijk stelden dat gezien de reële kans dat ook andere klasgenootjes het slachtoffer waren geworden, wij het de plicht van de gemeente vonden om de ouders van die kinderen in te lichten over de zaak, aangezien de school zelf iedere medewerking weigerde en alles graag in de doofpot hield. Ik heb mijn verontwaardiging hierover verwoord in mijn open brief aan de burgemeester op deze blog (3) en in principe beschouw ik de zaak daarmee als afgedaan. Maar door de schijnheiligheid waarmee dezelfde burgemeester die ons wilde afpoeieren en met dwaalwegen het moeras in leiden (via zijn medewerkers) zichzelf opwerpt als 'held van de verdrukte kinderen', kwam de verontwaardiging toch weer even in alle hevigheid opzetten bij het bericht in de krant van vandaag.

Sven Snijer