woensdag 19 november 2014

Weg met ons!


Tijdens een van de vele debatten over de zwartepietendiscussie, waar overigens al meer dan genoeg over gezegd is, werd ik aangenaam verrast door het optreden van de rechtsfilosoof Thierry Baudet die met een nieuw woord kwam voor het mensentype dat  alles wat van eigen bodem komt per definitie plat, banaal en oninteressant vindt, afgezet tegen de spannende en leerzame culturen van ver weg. 

Hij noemde deze mensen behept met ‘oikofobie’ (angst voor het eigene), wat een spiegelbegrip is van de bekende xenofobie (angst voor vreemdelingen). Gaandeweg het debat, werd voor mij eens temeer bevestigd dat integratieproblemen in Nederland en in andere Europese landen als Frankrijk en met name Engeland, niet zozeer door immigranten worden veroorzaakt, als wel door de eigen land -en cultuurhatende inwoners van het gastland, de oikofoben. (1)

Er was bij het debat aan de kant van de voorstanders van het transformeren van zwarte piet in alternatieve verschijningen, ook een psychologe aanwezig die nog maar eens ten overvloede haar cultuurrelativisme spuide, waar de rest van Nederland ondertussen in meerderheid voorbij is, door een uitspraak van Koningin Maxima van een paar jaar terug te herhalen dat de Nederlandse cultuur 'niet bestaat’. Een overdrijving van het gegeven dat er naast de overheersende cultuur van de doorsnee-Nederlander ook allerlei culturen als minderheidsgroepering zijn bijgekomen en dat er bij ons tegenwoordig meer te doen is dan schaatsen, boerenkool met worst eten en psalmzingen. Want natuurlijk bestaat de Nederlandse cultuur wel. Of iedere bladzijde uit onze nationale historie er een is om trots op te wezen is een andere zaak, want dat heeft zijn mooie en minder mooie kanten, maar dat er in Nederland een duidelijke cultuur aan te wijzen is die verschilt van de Europese landen om ons heen kan niemand in ernst betwijfelen.

Dit soort uitspraken worden door de oikofoben natuurlijk ook niet gedaan alsof zij in de veronderstelling verkeren dat de uitspraak wetenschappelijk juist is, maar geldt eerder als een intentieverklaring die aangeeft tot in welke extreme mate zij bereid zijn hun zelfbewustzijn als Nederlander te verloochenen ten faveure van willekeurig welke andere cultuur ter wereld. Ze hebben dan ook geen volkscultuur die hen bindt met hun medelanders, maar een elitecultuur die met een kunstzinnige blik naar het leven kijkt. Dat wat anders is, vreemd, buitenissig, excentriek en uitdagend is ‘goed’ en dat wat bekend is, is saai, of als er door het gewone volk toch met enthousiasme over gesproken wordt, zelfs slecht of gevaarlijk. Ze begrijpen in de regel niet goed waar de grens ligt tussen een gezonde eigenwaarde als land en als volk en een gevaarlijke overdrijving daarvan. De Tweede Wereldoorlog ligt nog maar net achter ons, dus alles wat de nationale identiteit bevestigt of bejubelt, zou snel kunnen ontaarden in fascisme, zo denkt de oikofobe mens.

Anders dan wat door veel PVV-ers vaak wordt gedacht, is het niet zo dat wij ‘worden overgenomen’ door vreemde culturen, want wat Dr. Phil zo vaak heeft herhaald voor individuen, geldt ook op collectief niveau voor landen en volkeren, dat je anderen leert hoe ze je moeten behandelen. Het is al vaker als voorbeeld aangehaald, dat immigranten in Amerika zich veel makkelijker aanpassen aan de Amerikaanse manier van leven, dan mensen die zich vanuit andere landen in Nederland vestigen, omdat Amerikanen een trots volk zijn en van immigranten verwachten dat ze hun uiterste best zullen doen om het Amerikaanse staatsburgerschap waardig te worden. Heel anders dan in Nederland waar tot voor kort alle overheidsfolders in het Nederlands, Turks en Arabisch werden gedrukt, omdat niemand het ‘fascistische’ idee in zijn hoofd wilde halen dat allochtonen verplicht Nederlands moesten leren en zich aan onze cultuur aanpassen. De bestuurlijke elite in ons land was decennia lang helemaal niet bang dat andere culturen over ons heen zouden lopen. Ze gingen vrijwillig op de grond liggen en keken dan vragend over hun schouder, ‘Nou, waar blijven jullie?’

Het is nog maar een paar jaar terug dat ik het toppunt van oikofobie in een Amsterdams krantje las, in de vorm van een plan om op alle openbare objecten in Amsterdam, zoals bruggen, de kruistekens te verwijderen, want het zou wel eens zo kunnen zijn dat dit aanstootgevend was voor mensen met een ander geloof. Ik durf er mijn hoofd onder te verwedden (hoe toepasselijk met IS) dat het nooit door een allochtone Nederlander zelf is uitgesproken, dit zelfbespugende voorstel, maar dat de oikofobe elite het als mogelijkheid zag om nog meer autochtone Nederlanders tegen de eigen culturele haren in te strijken. In een mildere vorm, maar toch even triest zag ik de oikofobe natuur in de gedaante van een dominee of pastor, die ergens een kerk wilde beginnen met aan de overkant van de straat een moskee, die daar al langer stond. De consideratie van de voorganger met zijn religieuze collega’s was dusdanig groot, dat hij aanbelde om te vragen of het plaatsen van een christelijk kruis op de voorgevel van zijn kerk niet te aanstootgevend was of als provocatief zou worden opgevat. De vriendelijke moslim aan de overkant gaf aan dat hij er helemaal geen bezwaar tegen had en de christen kon opgelucht zijn kerk optuigen.

Alle respect voor de goedhartigheid van de moslim in dit voorbeeld, maar het is toch wel een beetje vreemd dat een vertegenwoordiger van een geloof dat al zo’n tweeduizend jaar zijn stempel drukt op deze cultuur, toestemming gaat vragen aan de nieuwkomer. Ik heb het boek ‘Oikofobie’ nog niet gelezen, maar ga het zeer zeker aanschaffen, omdat het naar ik veronderstel veel  aanknopingspunten zal bieden voor het positioneren van mijn eigen denken bij onderwerpen als de euro, moderne kunst (2) en de Europese integratie. Ik ben de bestuurlijke elite en de culturele snobs ondertussen behoorlijk beu en eindelijk zijn er nu filosofen die er ook zo over denken.

Sven Snijer