dinsdag 3 maart 2015

De humanistische disclaimer

In de discussie over de islam in een westerse samenleving horen veel mensen niet hoe onzinnig de dingen zijn die ze naar voren brengen vanuit het religieuze perspectief zelf. Als er gesproken wordt over de meerderheid van moslims die vredelievend en tolerant is, dan bedoelen ze in feite ‘net zo vredelievend en tolerant als mensen zonder geloof’ of met een joods of christelijk geloof - binnen de context van een geseculariseerde samenleving. Ze staan er niet bij stil dat het doel van religie nooit was om ‘tolerant’ of  ‘vredelievend’ te zijn, maar om een bovenmenselijke waarheid te verkondigen. Hoe die waarheid wordt gecommuniceerd is een heel ander verhaal. Een religie die aanspraak maakt op de goddelijke waarheid is niet in de eerste plaats de humanistische hobby waar veel niet-gelovigen met hun welwillende onzinhouding graag op aansturen.

Gematigd geloof is voor de maatschappij natuurlijk te verkiezen boven een radicale geloofsbeleving, maar het is een triest gegeven dat de aanhangers van een religie in onze samenleving, die in wezen een goddelijke waarheid proberen uit te dragen, zichzelf moeten excuseren met de mededeling dat anderen niet bang voor hen hoeven te zijn in dogmatische of militante zin, omdat ze zelf ook maar half geloven in de goddelijke waarheid. Zoals christenen die hun nederlaag ten opzichte van het wetenschappelijk wereldbeeld al hebben geaccepteerd. ‘Ik geloof wel dat Christus de hoogste waarheid vertegenwoordigt, maar ik geloof het maar een heel klein beetje!’Ze zullen anderen er niet mee lastig vallen al moet dat volgens de christelijke traditie eigenlijk wel, want de ‘goede boodschap’ moest verspreid worden onder alle volkeren vond de apostel Paulus. Aangezien die boodschap tweeduizend jaar later wel redelijk verspreid is over de wereld, hoeven christenen niet meer iedere dag op pad om nieuwe zieltjes te winnen. Gelukkig maar, want het is niet prettig om continu uitgelachen te worden door mensen met een wetenschappelijke scepsis of alleen maar ‘beet’ te krijgen bij mensen die een lager ontwikkelingsniveau hebben of een vrachtwagenlading aan persoonlijke problemen.

Een gematigd geloof is in feite een gecapituleerd geloof, als we tenminste spreken over de openbaringsreligie waarbij God rechtstreeks tot mensen heeft gesproken en ‘zijn’ wil kenbaar heeft gemaakt. Vanuit de context van de religie zelf kan ik de extremistische moslims volkomen gelijk geven als ze bang zijn van hun geloof te vallen, wanneer ze zich niet met hand en tand verzetten tegen de westerse beschaving, want dat is een reëel gevaar. Ze hebben in feite drie mogelijkheden als geïntegreerde religie in een westerse samenleving: de eerste is om een ‘gematigd gelovige’ te worden, wat eigenlijk vlees noch vis is binnen een samenleving die primair niet religieus georiënteerd is. Je wordt dan gedoogd en ‘mag’ je geloof beleven zoals jij dat wilt, in je eigen tijd, met je eigen soort. De tweede optie is om een spirituele geloofsbeleving erop na te houden, die je op humanistische basis kunt verbinden met mensen van andere religies en spirituele achtergronden. Je mag dan de waarheid niet meer claimen, maar moet geloven in ‘iets’ en constant in dialoog zijn met iedereen. De derde mogelijkheid is om je geloof af te zweren, als je tot de ontdekking bent gekomen dat je voor een goed leven in deze samenleving helemaal geen geloof nodig hebt. Welke mogelijkheid de gelovige ook kiest, de ‘goddelijke waarheid’ zal een heel kleine bandbreedte krijgen en het wordt vooral nostalgisch terugdenken aan die goeie ouwe tijd, toen je als moslim nog schaamteloos kon afgeven op de ‘ongelovigen’. Het Jodendom en het christendom zitten hen al op te wachten in het gedooghoekje van de maatschappij, ‘welkom bij de club’.

Sven Snijer