vrijdag 3 februari 2017

De valse belofte twee jaar later.…


Het begint de gemeente Amsterdam steeds benauwder om het hart te worden (of moet ik zeggen om de portemonnee), want twee jaar na de ingang van de veelbelovende Transitie van de jeugdzorg blijven alle door de overheid verwachte resultaten uit. Er worden nog steeds evenveel kinderen mishandeld als voorheen, een aantal van 119.000 dat door de jaren heen stabiel blijft ongeacht het gevoerde jeugdbeleid, er wordt helemaal niets bespaard op j-ggz hulp en de sociale wijkteams zijn nog altijd niet populair en vormen dus niet de spil van de jeugdhulp van waaruit alle hervormingen zouden worden geïmplementeerd.

Wensdenken

Door de haastige spoed en een hoog ‘wishful thinking’ gehalte bij de Decentralisatie van de jeugdzorg bleef het ambitieuze plan vlak voor de goedkeuring door de Eerste Kamer, haken aan een klein spijkertje dat naderhand toch de hele jeugdzorgtrui in tweeën scheurde, de rechtstreekse doorverwijzing naar specialistische hulp via de huisarts. Het waterdichte plan dat als een totalitaire sociale deken over gezinnen zou worden neergelaten had een nooduitgang meegekregen en daarmee raakte de gemeenten de mogelijkheid kwijt om aan volumebeheersing te doen bij de uit de hand lopende aantallen jeugdigen die een beroep deden op de j-ggz hulp, althans in de beleving van de beleidsmakers.

Niemand durfde hardop te zeggen dat daarmee de Transitie al meteen mislukt was, nog voordat ze operationeel werd. Afgezien van een slechte voorbereiding in professionele zin, het ontbreken van de psychiatrische basiskennis bij Ouder en Kindadviseurs, geen ervaring met ‘zware’ jeugdzorgcasussen en gedwongen maatregelen opgelegd door de rechter bij de wijkteams, een ‘verkokerde’ mentaliteit die ook nu nog echte samenwerking tussen ketenpartners in de weg staat, het negatieve jeugdzorgimago dat al meteen kleefde aan de nieuwe wijkteams vanwege de ‘doorzettingsmacht’ waardoor ouders en kinderen wegbleven, enz, was voor de politici de vrije doorverwijzing door de huisarts toch het allergrootste probleem, omdat zij financieel verantwoordelijk werden voor de gehele jeugdhulp.

Nog niets bereikt

Twee jaar later en een enorme hoeveelheid jeugd-ggz consulten verder, zien we dat er nog niets bereikt is op het gebied van preventie of kostenbeheersing en daarom worden nu als vanouds de teugels strakker aangetrokken in de jeugdzorg en wordt het ‘niet goedschiks, dan maar kwaadschiks’. De wijkteams moeten en zullen die besparing gaan bewerkstelligen en in de praktijk betekent dat eenvoudig de toegang versperren tot specialistische hulp en meer kinderen in handen duwen van de amateurs van het wijkteam met hun speculaties en eventueel beschul-digingen van pedagogische onbekwaamheid bij ouders (kindermishandeling) waar het heel goed kindeigen problematiek zou kunnen betreffen, want daar is de Generalist van het wijkteam niet voor opgeleid. Het oude jeugdzorg, dit keer vermomd als sociaal wijkteam gaat langzaam over van de niet haalbare klantvriendelijkheid en laagdrempeligheid naar een meer dwingende en sturende manier van hulp verlenen, onder druk van het kostenplaatje voor de gemeente die haar werkgever is.

Het verhaal van wethouder Simone Kukenheim (1) is het verhaal van twee of drie jaar terug toen de Transitie nog een blind geloof genereerde bij de politiek verantwoordelijken op landelijk en lokaal niveau.

“In het verleden kochten we zorgaanbod in, nu verbetering voor het kind in," zegt Kukenheim. Zo komt er een 'perspectiefplan', waarin hulpverlener en gezin toetsbare resultaten formuleren, en de weg daar naartoe. Als het gezin problemen kent, zoals schulden of werkloosheid, komen wijkteams in actie.”

Kinderen als targets

De gemeente gaat de sociale wijkteams feitelijk dwingen om goede resultaten af te leveren, iets wat in het oude jeugdzorgsysteem niet nodig was, omdat de geldkraan toch wel open ging iedere keer als een jeugdzorgbestuurder begon te klagen over de wachtlijsten voor ‘de meest kwetsbaren’ in de samenleving; de mishandelde en verwaarloosde kinderen. De oude jeugdzorg kende geen kwaliteitscontrole en werd niet afgerekend op resultaten, want men was van mening dat er in probleemgezinnen teveel variabelen speelden om goed in te schatten wat wel of niet had gewerkt aan gebruikte interventies. Zeker op lange termijn waren jeugdzorgresultaten niet gegarandeerd, want veel kinderen die tot hun achttiende in pleeggezinnen of instellingen hadden gezeten kwamen later in de maatschappij niet goed terecht.

Zonder enige hinder van geschiedkundig inzicht wil deze wethouder nu resultaten gaan afdwingen door ‘afspraken’ met de jeugdhulporganisaties die rechtstreeks van de gemeente afhankelijk zijn en die dus geen andere keuze hebben, ook al vinden ze het een prutbeleid. De vrijgevestigde specialisten durven wel kritiek te leveren op deze wanhoopspoging van Kukenheim, want zij geloven niet dat er zomaar ‘targets’ gehaald kunnen worden met kwetsbare kinderen. Het is weer het oude liedje in de jeugdzorg. Inhoudelijk begrijpt men niet of wil men niet begrijpen waar het fout gaat en daarom wordt geprobeerd met papieren afspraken en een dwingende mentaliteit betere resultaten te scheppen, terwijl dezelfde ondeskundige manier van werken gehandhaafd blijft. De gemeente (wijkteam) gaat op de stoel van de psychiater zitten, al is dat met een verlengde armconstructie. De gemeente ‘doet’ niets, maar draait gewoon de geldkraan dicht voor de j-ggz, door zoveel mogelijk zorgzaken langs de wijkteams te laten lopen, zodat de specialistische hulp aan kinderen tóch kan worden afgeremd.

Jeugdzorgkuren herleven

Ik geef ze niet veel kans. Huisartsen vinden de wijkteams onbekwaam, ouders gaan er met hun kind liever niet naartoe en we zien gebeuren wat al lang voor de Transitie was voorspeld; jeugdzorgkuren bij de wijkteams. Eerder rees na weer een paar gezinsdrama’s al de vraag bij verschillende gemeenten of er toch niet harder op preventie moest worden ingezet ten koste van de cliënttevredenheid en laagdrempeligheid en nu zien we net als bij het oude Bureau Jeugdzorg dat ook de toegang tot specialistische hulp langzaam wordt geblokkeerd vanuit een veel te grote verwachting van wat er sociaal gezien in de thuissituatie kan worden bereikt met kinderen. En in het verlengde daarvan, niet geheel onbelangrijk met de aanhoudende campagnes over kindermishandeling, de beschuldigende vinger richting ouders.

Het is een zeer onprettig idee dat je als ouder van pedagogische onbekwaamheid, verwaarlozing of mishandeling verdacht kan worden door het wijkteam, omdat ze van de gemeente te horen hebben gekregen dat er geen geld meer is voor specialistische hulp en ze daarom met alle geweld een sociaal defect moeten vinden in het gezin. In het verleden werden er vaak slechte resultaten bereikt met kinderen en gezinnen, omdat jeugdzorg teveel macht had en haar eigen ondeskundigheid goed kon verhullen voor de rechter en de politiek, maar in de huidige situatie wordt ondeskundigheid juist door de politiek aangemoedigd en is de financiële prikkel vanuit de gemeente in de plaats gekomen van de professionele arrogantie van de jeugdbeschermer. We zullen deze klucht blijven volgen…

Sven Snijer