Er
zijn in het alternatieve hulpverleningscircuit door de jaren heen diverse
therapie-vormen ontstaan die proberen een oosterse levensbeschouwing te
combineren met een westerse psychologie en mentaliteit, zoals bijvoorbeeld non-dualisme (Zen/Vedanta) en psychotherapie. Het lijkt een leuke cross-over,
maar het laat in de praktijk zien dat het in veel situaties een verkeerd beeld
geeft van spiritualiteit, terwijl de psychologie niet doelmatig en geïntegreerd wordt toegepast.
Verwarring
Non-dualisme
(Advaita) en psychotherapie staan haaks op elkaar en zijn in filosofische zin
een ongezonde combinatie. Non-dualisme, het geloof dat er een onderliggend spiritueel substraat is in alle zichtbare en onzichtbare verschijnselen in het universum, speelt zich af op een heel ander
niveau dan de ontwikkeling van het bewustzijn in psychologische zin. Het kan veel verwarring
scheppen als geprobeerd wordt deze twee samen te brengen in één systeem
zogenaamd om een brug te slaan tussen twee benaderingen.
Aan
de kant van het non-dualistische wereldbeeld staan de strenge eisen van een
spiritueel leven dat gericht is op het allerhoogste menselijke streven; de
Verlichting. Bevrijding uit het ‘Rad van wedergeboorte’, een einde maken aan de
werking van karma en alles waar het karmische lot ons mee opzadelt. Voor deze doelstelling is de
hoogste mate van onthechting en onderscheidingsvermogen vereist en een volkomen
onverschilligheid of neutraliteit ten
aanzien van wereldse zaken. Aan de kant van de psychologie is er de wens van de individu om een prettig en gelukkig leven te leiden
met vrienden, geld, hobby’s, gezondheid, succes, bekendheid en een lang leven
dat zoveel mogelijk vrij is van pijn.
Dubbelzinnigheid
bij de zelfbeleving
Het
probleem met systemen die deze twee vormen van ontwikkeling willen samenvoegen
in één geloofsleer is dat ze allebei een eigen domein vertegenwoordigen en
niet vanzelfsprekend in elkaars verlengde liggen. Dat komt voor een deel al tot
uiting in de tegenstrijdige terminologie die gebezigd wordt in dergelijke
bewegingen van ‘Advaita Vedanta’- signatuur, of beter gezegd het slappe
aftreksel daarvan dat hier in het Westen woekert als een onkruid. Je ziet aan
de ene kant dat het begrip ego of ego-persoonlijkheid wordt gebruikt in
dezelfde negatieve betekenis die het voor Oosterlingen heeft (beperkend,
egoïstisch), maar tegelijkertijd wordt de persoonlijkheidsontwikkeling naar
Westers model beschouwd als iets positiefs.
Deze
dubbelzinnigheid leidt ertoe dat mensen opgezadeld worden met twee soorten ego:
Een positief ego (‘houden van jezelf’) dat vooruitstrevend is en positieve
waarden nastreeft, zoals liefde, vrede, verdraagzaamheid, innerlijke rust en een
minder leuk ego dat ‘door conditionering’ weerstand biedt aan de groei -en ontplooiingsmogelijkheden.
Een ego dat de eigen ontwikkeling frustreert (en niet zelden ook anderen, maar
dat is moeilijker toe te geven). Positief
is het ego als het is verbonden met onze essentie of het Zelf en negatief
wanneer het zich laat leiden door de beperkende overtuigingen die ons vaak met
de opvoeding zijn meegegeven door ouders die het goed bedoelden maar nu
eenmaal niet beter wisten. Dan wordt het ego een kwaad, een saboteur die de
werkelijke mogelijkheden van het leven niet kan toelaten. Op zich is dit een
concept dat velen kunnen onderschrijven, maar het probleem schuilt ook niet in
de theoretische kant van dit synthetiseren van Oosters en Westers denken. Het
is in de praktische verbinding dat de obstakels zichtbaar worden als je kijkt
naar de richting waarin iemand zich beweegt en de levensgebieden die een rol spelen
in de verschillende soorten van ontwikkeling op het psychologische gebied en
het metafysisch/ ontologisch gebied.
Godsconcept
Het
concept van de Non-dualistische filosofie dat Brahman (de Opperste Geest) in
alle dingen aanwezig is en dat alles wat bestaat er uit voortkomt, erdoor
gedragen wordt en ertoe te herleiden is, kan niet als een nieuwe gedachte worden
gezien, ook niet in onze westerse cultuur. Het Bijbelse ‘Hoor Israël, de Heere
uw God is één’ of Jezus zijn bewering dat hij en de Vader één zijn, verwijzen
naar hetzelfde. Het godsconcept in een lied van het Urker mannenkoor dat zingt
‘God, mijn god verandert niet’ heeft ook veel weg van de onveranderlijkheid van
het eeuwige (onpersoonlijke) Brahman of het Zijn als allerhoogste
ongedifferentieerde eenheid. De
Platonisten en Neo-Platonisten die zo’n grote invloed uitoefenden op de
christelijke kerkvaders zagen de allerhoogste macht ook als een
non-dualistische eenheid (Hen). Aanknopingspunten genoeg zou je denken om
dit non-dualistische uitgangspunt als filosofisch kader weer van stal te halen
in een moderne vorm gecombineerd met het streven naar zelfontplooiing dat past
bij de ik-cultuur van de welvaartsmaatschappij (‘alles uit het leven halen wat
er in zit’).
What is
enlightenment?
In
het tijdschrift ‘What is Enlightenment?’ werd er zo’n vijftien jaar terug (1999) eens
een hele editie gewijd aan de vraag of zelfontplooiing en het streven naar
verlichting in elkaars verlengde liggen en min of meer tot hetzelfde resultaat
leiden of dat ze toch wezenlijk verschillend zijn van elkaar. Er werd over die
vraag door verschillende leidende figuren op spiritueel, filosofisch en
coachingsgebied (Anthony Robbins) zowel in het Oosten als in het Westen anders gedacht. De twee benaderingen kunnen naar mijn idee prima naast elkaar bestaan en
ongemerkt invloed op elkaar uitoefenen, zoals communicerende vaten. Waar het
mis gaat is bij het idee dat ze gemakkelijk op elkaar passen en dat de vooronderstellingen
bij beide benaderingen wel onder het tapijt geveegd kunnen worden.
De
richting van een spirituele ontwikkeling verbonden met begrippen als
Verlichting, Brahman en de Boeddha-natuur die grote verwachtingen scheppen en
een soort paradijselijke belofte inhouden vergelijkbaar met het ‘heerlijke
hiernamaals’ waar diepgelovige christenen hun zinnen op hebben gezet, is een
verticale beweging vanwege het reductionistische streven om alles te herleiden
tot de eenheid van het Al, waarbij alle dualiteit en verscheidenheid van het
leven per definitie als lager in rangorde geldt. Dit nodigt bepaald niet uit
tot het ‘avontuur van het leven’ en je in verschillende richtingen kunnen ontplooien.
Het non-dualistische pad veronderstelt dat de mens dit streven naar diversiteit
(door alle incarnaties heen) al voldoende heeft vervuld en uiteindelijk heeft
ingezien dat het aardse verblijf een wonderschone illusie is, dat met de
onvermijdelijke pijn en lijden die er eveneens mee verbonden zijn nooit een
blijvend geluk kan verschaffen. In meer ontwikkelde tradities van spirituele beoefening
is een mens niet eerder klaar voor deze weg dan dat hij alle aardse dingen
heeft leren kennen, heeft doorleefd en nóg het ultieme geluk niet heeft gevonden,
zodat hij op zoek gaat naar de bron van alle vreugde in de wereld van de
zuivere geest waar de aardse genoegens niet meer dan een afspiegeling van
zijn.
Vlucht naar
Hogere sferen
Net
zo goed als het niet aan te bevelen is om mensen een celibaat op te leggen die
niet uit eigen beweging en innerlijke motivatie hiertoe besluiten, omdat er dan
rare dingen kunnen gebeuren met kleine kinderen waar ze eventueel het
mentorschap van krijgen (zie de laatste jaren het bekend worden van jarenlang
seksueel misbruik binnen de katholieke kerk), is het ook af te raden om spirituele
zoekers op een weg naar de Absolute Eenheid te zetten die in psychologische
zin nauwelijks enige standvastigheid van karakter of onderscheidingsvermogen
hebben ontwikkeld bij de normale dingen van het leven van alledag. Het gevaar
bestaat -en daar kan ik persoonlijk van getuigen- dat veel psychologische vragen
onterecht een levensbeschouwelijk/ontologisch label krijgen opgeplakt waardoor
het zogenaamde ‘ego’ niet wordt aangepakt, maar juist uit de weg gegaan in een
vlucht naar hogere sferen.
Een gezonde
ontwikkeling
De
gezonde psychologische ontwikkeling is een divergerende kracht, een
uitsplitsing op verschillende terreinen van het leven, van werk, geld,
relaties, familie, vrienden, interesses, politiek, geschiedenis, culinaire
zaken, kunst, muziek, etc. Het vraagt van een mens om zijn bewustzijn te
richten op de veelzijdigheid en de veelvormigheid/ veelkleurigheid van het leven
en kan niet tot zijn recht komen wanneer een persoon verschillende
levensthema’s prematuur herleidt tot een spiritueel eenheidsprincipe dat daar
boven staat. Je hebt er niet veel aan om te weten dat we allemaal goddelijk
zijn en de Boeddha-natuur in ons dragen als je niet met geld kunt omgaan en je
huis wordt uitgezet door de woningbouwvereniging. Het helpt niet om te praten
over je Essentie die zo onbedorven zuiver is als er bij een echtelijke ruzie
allemaal vuiligheid over je lippen komt. Het helpt niet om te zeggen dat je
meer bent dan een lichaam, als dat lichaam door ziekte en kwalen bezocht,
voortdurend een negatieve werking heeft op de vitaliteit en mentaliteit van je
psyche.
Door het land
van het ego
Ik
ben niet zo cynisch om te zeggen dat de ‘gebroken schepping’ de realiteit is,
maar het is op zijn minst een realiteit waar de meeste mensen vaker mee te
maken hebben dan het allerhoogste Zijn. Kort gezegd, spirituele zoekers zouden
er goed aan doen hun dagelijkse problemen en hun eigen tekortkomingen niet af
wentelen op een kosmische open deur. ‘We zijn allemaal één’.. So what? We ademen
ook allemaal dezelfde zuurstof, maar denken we hierdoor hetzelfde? Maken we daarom
dezelfde keuzes? Ik heb gemerkt dat het heel verleidelijk is om persoonlijke
uitdagingen in het leven uit de weg te gaan en ze door te spelen naar een hoger
niveau. Het opschorten van de vragen van de actualiteit die vaak te banaal
overkomen in vergelijking met het verluchte streven. ‘Daar vindt ik wel een
antwoord op zodra ik verlicht ben’. En daarbij niet in de gaten hebben dat de
weg naar geestelijke verlichting juist door dat land van het ego leidt. Door
de persoonlijkheid, ‘door de aarde heen’ zoals de antroposofen het zeggen of
‘door de duisternis naar het licht’ zoals de alchemisten het uitdrukten. Er is
geen mooier materiaal te bedenken dan je eigen persoonlijkheid, met al zijn
(nog niet ontplooide) talenten, al zijn streken en tekortkomingen, om mee te
werken, om te ontleden, om te kneden, om een stem aan te geven en zo in plaats
van continu te spreken over de Essentie, die essentie ongemerkt naar buiten te
brengen door de veelzijdigheid van je karakter en je welwillendheid in het
leerproces dat ‘het Leven’ heet.
Carl Gustav Jung
De
Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung sprak over het verschil tussen
individuatie en individualisering. Bij de individuatie leert men zijn eigen
karakter kennen door de bijzonderheden ervan te gaan ontdekken en ruimte te
bieden aan creatieve processen, in de verschillende lagen van de psyche. Deze
individuatie brengt de mens volledig in contact met het leven en loopt niet weg
voor de complexiteit ervan, aangenomen dat de
eigen psyche ook niet eenduidig betekenis heeft, maar zich in verschillende
symbolen hult, bijvoorbeeld in ons droomleven, om volgens een hogere spiritueel
plan te zorgen voor de ontplooiing en integratie van al onze psychische
delen. Er wordt niets gereduceerd in
zijn systeem, behalve de herleiding tot het Collectief Onbewuste dat als
een soort postulaat fungeert, vergelijkbaar met het godsbegrip van gelovigen.
Het is reëel, maar boven ons voorstellingsvermogen uitgaand en geen ‘doel’ in
de zin van het menselijk streven. Het zou eerder opgevat kunnen worden als een
grote Voedster van onze afzonderlijke zielenpersoonlijkheden. Het is bepalend
voor onze ontwikkeling, maar geduldig en heeft meestal een indirecte werking,
met veelsoortige communicatiemogelijkheden (via dromen, visioenen, intuïties,
kunst, verhalen, meditatie) om de mens tot het bewustzijn van zichzelf te
brengen.
Individualisering
In
contrast met de individuatie staat de individualisering waarbij de mens niet
zijn karakter met al zijn talenten ontplooit, maar waar het bewustzijn
gefixeerd wordt en zich richt op één of enkele dingen waar heel het geluk van
wordt verwacht (geld, seks, roem, macht, kennis) waarbij andere elementen van
het leven ondergeschikt worden gemaakt. Dit leidt tot eenzijdigheid en verarming,
omdat het leven op die manier niet langs de volle breedte kan werken als een
leerweg maar voor een groot deel verworpen of miskend wordt, omdat het in veel
verschijningsvormen niet lijkt te beantwoorden aan het gestelde doel. Het is
natuurlijk voor de psyche om zich bij een speciale interesse of grote ambitie te
beperken tot één streven, één project dat veel zal opbrengen als men zich er
met ijver op toelegt. Maar wanneer de eenzijdigheid van een streven ook na de
vervulling van een gesteld doel niet tijdig wordt onderkend zal het goede in
een kwaad veranderen, omdat de mens de dynamiek van het leven niet aan banden
kan
leggen.
Inflatie van de persoonlijkheid - psychose
Voor
mensen die spiritualiteit als een kapstok gebruiken voor moeilijkheden bij het
functioneren in het dagelijks leven (relaties die niet lukken, geldproblemen,
negatief zelfbeeld) kan de compenserende functie van het spirituele doel te
groot worden en dit kan op den duur leiden tot een inflatie van de
persoonlijkheid, ook wel bekend als psychose. Juist het alomvattende karakter
van spiritualiteit, kan de suggestie wekken dat wanneer aan dat hoge doel wordt
voldaan, al het andere in het leven
vanzelf zijn plek vindt. ‘Zoek eerst het Koninkrijk Gods en al het andere zal u
gegeven worden.’ Dit is helaas alleen waar op het niveau van het hogere denken
en niet van toepassing op het alledaags niveau van de nog te ontwikkelen
persoonlijkheid. Er wordt door Jezus aangenomen dat mensen die zijn woorden juist
verstaan al een normale ego-ontwikkeling hebben doorgemaakt. Dat zij midden in
het leven staan, in een huwelijk, in een werkbetrekking, voor kinderen zorgen, met
familie en buren omgaan, met zichzelf geworsteld hebben en op zoek zijn, naar
iets dat ze boven het grauwe gemiddelde uit kan tillen. Iets dat ze verder
brengt dan het dagelijks overleven, de sleur en de voorspelbaarheid.
"Een deel van de taak van de soefimeester, is zijn studenten voor te bereiden op de waarneming van een hoger 'paralellisme'. Het is daarom geheel incorrect om de materiële voordelen te benadrukken van het soefisme in conventionele termen. Soefisme wordt niet aangeboden door de meesters als een therapie, of een geneesmiddel voor de wereldse kwalen van de mens."
Idries Shah
"Een deel van de taak van de soefimeester, is zijn studenten voor te bereiden op de waarneming van een hoger 'paralellisme'. Het is daarom geheel incorrect om de materiële voordelen te benadrukken van het soefisme in conventionele termen. Soefisme wordt niet aangeboden door de meesters als een therapie, of een geneesmiddel voor de wereldse kwalen van de mens."
Idries Shah
Het
is ondenkbaar dat een mens die niet ontwikkeld is op de verschillende
levensgebieden afzonderlijk; relatie-therapie bij relatieproblemen, een financiële
coach bij geldproblemen, een dokter raadplegen bij ziekte, een opvoedingscursus
bij ‘moeilijke kinderen’, van al die verschillende uitdagingen zou zijn
ontslagen op het moment dat het ‘hogere inzicht’ komt. In de meeste gevallen
leidt die verwachting tot een steeds verder afdwalen van jezelf, in plaats van jezelf te vinden of bij jezelf ‘thuis te komen’. Het hogere moet gebouwd
worden op het lagere. Zowel Plato (400 voor Christus) als de filosoof Bergson
in de vorige eeuw hebben nauwkeurig beschreven hoe alles van waarde op lager
niveau, altijd op hoger niveau integraal terug te vinden is. Ook de chakraleer van de hindoe filosofen gaat hiervan uit.
Dualisme
We
hoeven niet bang te zijn voor de complexiteit van het leven. Dualisme is niet
verkeerd. Dualisme is de normale conditie van ons leven. Als je naar de bakker
gaat moet je al kiezen tussen een wit brood of een bruin. En bij de tandarts
mag je kiezen of het gaatje mét of zonder verdoving wordt gevuld. Of die
tandarts zich van een Boeddha-natuur in zijn innerlijk bewust is, zal je op het
moment dat hij een pijnlijke kies bij je moet trekken even wat minder interesseren
dan de vraag of hij zijn studie voor tandarts met goede cijfers heeft gehaald.
Er
bestaat een duidelijke tegenstelling tussen een streven naar ‘hogere
bewustzijnstoestanden’ horende bij een finalistisch doel als Verlichting/ ‘Ontwaking’
of het werken aan de persoonlijkheid die zich in de maatschappij en binnen het
gezin zo optimaal mogelijk wil manifesteren door psychotherapie of
zelfhulpmethoden. Psychotherapie veronderstelt een psyche die ‘nog niet af’ is,
nog niet ‘genezen’. Het innerlijke evenwicht is nog verstoord. Je sluit in de
regel een therapeutische behandeling af wanneer je het leven weer op eigen
kracht aankan. Het inzetten van psychotherapeutische middelen bij een
spirituele ontwikkelingsweg, nota bene voor het bewerkstelligen van volkomen
bevrijding (*) lijkt daarom nogal in tegenspraak met de voorwaarden die aan
een echte geestelijke scholingsweg worden gesteld, in het Oosten zowel als in
het Westen.
*Vooral
Osho stond erom bekend een allegaartje van verschillende spirituele en
psychotherapeutische methoden dooreen te husselen; ‘Alles om mensen maar te‘bevrijden’ (met de impliciete boodschap dat
we allemaal ‘gevangen’ en ongelukkig zijn).
Die
voorwaarden zijn: beschikken over een krachtig zelfbewustzijn, gewetensvol zijn
en verantwoordelijk, met het vermogen je in het normale leven goed staande te
houden en te ontplooien. Leergierig en ambitieus zijn, op zoek naar een manier
om meer inzicht te krijgen in de oorzaken van al het leed in de wereld. Bereid
tot inspanningen op het sociale vlak dat voor de meesten door de omvang en diversiteit van de maatschappelijke
problemen al snel teveel lijkt om door één mens te worden opgelost of zelfs
maar begrepen, waardoor gezocht wordt naar een manier om problemen meer bij de
wortel aan te pakken, door spirituele bewustwording. Spirituele ontwikkeling
vraagt een geordende geest met discipline en een verlangen om je talenten op
een verfijnder gebied verder te ontwikkelen en met de reeds verworven talenten
op een hoger niveau invloed uit te oefenen, vaak op een subtielere manier dan
het aanvankelijke streven naar een ‘betere wereld’. Die wereld begint opeens
van binnen.
Ontwortelen en
zelfsabotage
Door
psychotherapeutische middelen uit hun zinvolle context weg te halen en ze zodoende
te ‘ontwortelen’, worden ze instrumenten die in dienst komen te staan van spirituele
verwachtingen waarvoor ze niet in het leven zijn geroepen. Ze kunnen de mens
wel opvoeren naar hogere bewustzijnsgebieden, maar geen verklaring bieden of
een houvast voor de ervaringen waar de spirituele zoeker op dat niveau mee te
maken krijgt. Door de beperkte reikwijdte van de psychologische methode (die op
normaal bewustzijnsniveau heel gezond en heilzaam is) zal er vanuit de diepere
lagen van de psyche een tegenreactie teweeg worden gebracht die alle behaalde
resultaten
en geestelijke groei weer volledig onderuit kan halen (zelfsabotage). Of de
uitvergroting van bepaalde psychische delen die niet in samenhang zijn
ontwikkeld met andere psychische functies kan leiden tot agressie,
overheersing en een totaal verlies van verantwoordelijkheid voor het eigen
gedrag omdat een ‘hogere macht’ het dicteert.
De
geplande persoonlijkheidsontwikkeling die vaak een wils-streven is, weet niet
wanneer het moment komt van overgave aan de heelheid van de Ziel. Er treedt dan
het verschijnsel op van de zelfhulp-goeroe die probeert het eigen ik eindeloos
te verhogen tot een soort super-IK in de kosmische zin, waarbij god beurtelings
de hoeder is van ons lot, dan wel de boodschappenjongen voor onze dromen,
wensen en verlangens. Er komt maar geen normale verbinding tot stand tussen ‘inspanningen van beneden’ en de ‘zegen van boven’, omdat de
zelfhulp-cultuur leert dat je alles kunt krijgen wat je wilt/wenst/visualiseert
(ook christenen van ‘Halleluja-kerken’ hebben hier last van). Wat
we nog vaker zien gebeuren, is een verwaarlozing van de normale psychologische
ontwikkeling, omdat ‘de directe weg’ veel aantrekkelijker lijkt en een ‘gewone’
ontwikkeling erg confronterend en
ontmoedigend kan zijn. Daarin kom je jezelf tegen en dat is niet altijd even
prettig. Waarom zou je die weg gaan, als het ego toch maar een sta-in-weg is op
weg naar het veel hogere doel? De ‘waarheid’ is immers Non-dualistisch?
Nisargadatta
Maharaj
Wie
vertrouwd is met de leringen en het leven van de Indiase filosoof/Jnani, Nissargadatta
Maharaj, een heilige in de moderne tijd in een stadscultuur, weet misschien dat
hij voordat hij de hoogste staat van bewustzijn realiseerde, vijf sigarettenwinkeltjes
bestierde en getrouwd was, met kinderen. Het was blijkbaar een man met normale
wensen, verlangens en ambities, vóór zijn spiritueel ontwaken, anders had hij
niet zijn zakelijke kant kunnen ontplooien en zijn gezin kunnen onderhouden. Er
is niets dat er op wijst dat hij zich rottig voelde over zijn leven en dat hij
een makkelijke weg zocht om te ontsnappen aan zijn verantwoordelijkheden. Hij
was niet van plan de wereld (of zijn ego-persoonlijkheid) vaarwel te zeggen om
een spirituele droom na te jagen. Hij had het voorrecht via een vriend in
contact te komen met een bijzondere spirituele leraar in de Advaita-traditie en
het veranderde zijn leven volkomen.
Wat
bij veel zoekers in het Westen gebeurt is dat ze in twee werelden niet echt thuis
zijn. Het materialistische denken vinden ze veel te ‘hard’ (en niet goed voor
het milieu), maar het blijft toch ook een wens, ondanks grote spirituele
plannen, om een leuke relatie te krijgen, hobby’s uit te kunnen leven en een
inspirerende vakantie naar een mooi oord te kunnen betalen, waar helaas enige
mate van maatschappelijk (ego)succes onmisbaar voor blijkt te zijn. Ze willen
best hun ego verliezen, maar wel ‘zachtjes’ (met humor). Ik
zie dat veel ‘zoekers’ in hun psychologische ontwikkeling stil staan en
spiritualiteit gebruiken als een pijnstiller, om al te confronterende elementen
in het persoonlijke leven een beetje te verdoezelen. Hun natuurlijke affiniteit
met het spirituele kan op die manier niet doorgroeien, net zo min als hun
zelfbewustzijn, dat onwillekeurig steeds wordt opgeofferd aan het vormloze
eenheidsbewustzijn. ‘Jij bent Dat’, zegt de voorganger bij de Satsang. Ja, maar
een veel belangrijkere vraag, is wat je bent buiten het feit dat je DAT bent.
De mieren en de wormen onder de grond, zijn ook DAT (Brahman), maar welk mens zou
met ze willen ruilen?
Vertrouwen
Het
is niet voor niets dat de mens zichzelf vragen stelt en het leven wil
onderzoeken. Door hoogmoedig het Absolute na te streven (wat we dus al zijn) ten koste van de vele vormen en
expressiemogelijkheden die het leven biedt en waar onze eigen psyche als we
daar goed naar luisteren ook toe aanspoort, doen we onszelf tekort, tezamen met
dat hoge doel, dat alleen binnen het bereik is van die zielen die middels
ontelbare incarnaties het aardse leven werkelijk van haver tot gort hebben
leren kennen. Grote zielen die niet de normale menselijke ontwikkeling proberen
te ontvluchten, maar die hoger bewustzijn juist zien als de bekroning ervan. Het
absolute zou ons niet noodlottig op een eenzijdige manier moeten aantrekken met
miskenning van de schoonheid en de diversiteit van het leven, maar kan ons
juist vertrouwen schenken dat alles wat wij in het leven ondernemen ergens in
het grotere geheel vanzelf zijn juiste plaats zal vinden.
Sven Snijer