Ik heb de laatste dagen veel mensen boos gemaakt die menen dat ik ‘helemaal niets van de islam begrijp’ en dan bedoel ik erg rechtse mensen die tot hun ontsteltenis hebben zien gebeuren dat ik van een islamcriticus van de ‘harde lijn’ (de bronteksten!) ben geëvolueerd naar een wat meer genuanceerde islamcriticus, omdat ‘nuance’ voor deze groep al per definitie een woord is dat alleen door ‘landverraders’ gebruikt wordt.
Sommigen van hen menen nu dat ik
‘links’ ben geworden, terwijl ik zelf altijd heb gedacht dat een zaak van
meerdere kanten bekijken geen politieke kleur heeft, maar de gewoonte is van
mensen die graag zelf nadenken om er wijzer van te worden en als bijkomend
effect ook vrijer, want minder gebonden aan één soort gelijk dat ten koste van
alles verdedigd moet worden.
‘Kras op de
plaat’
Al
enige tijd ben ik me er van bewust dat wanneer je een aantal malen dezelfde
boodschap hebt verkondigd en er niet naar je geluisterd wordt, het probleem
hoogstwaarschijnlijk ligt in de manier van communiceren en niet direct bij de
logica zelf. Zo vragen islamcritici die tot in den treuren over de bronteksten
doorgaan, zich nooit af waarom de rest van de wereld (met name politici) niet
verschrikt en ontzet raakt bij het lezen van de haatzaaiende teksten in Koran
en Hadith, en waarom hun ogen niet worden geopend door de talloze aanslagen
door moslimterroristen in het Midden Oosten en in Europa. Het antwoord is vrij
eenvoudig; niet omdat ze ‘links’ zijn of niet kunnen lezen, maar omdat ze
anders dan de ‘tekstzuigers’ niet meegaan in de eenzijdige opvatting dat een
religie geheel en al door de teksten bepaald wordt. Een goed voorbeeld hiervan
is een artikel van Mohamed Ajouaou in de Volkskrant (linkse krant!) van 15
februari 2005, getiteld ‘Middeleeuwse
leer leidt de moslim niet’, (1) dat
is opgenomen in het boekje ‘De moslim
die ik ben’- (Notities over een
rekkelijk geloof). Eén passage in het artikel onderstreept duidelijk waar ik al
enkele maanden over schrijf, dat de meerderheid van moslims niet zwelgt in de
fundamentalistische overtuigingen van de islamisten, die een overmatig deel van
de publiciteit naar zich toe trekken met terreuraanslagen en een antiwesterse prediking.
Financieringstromen
van moskeeën
Ajouaou
beschrijft de situatie in Marokko vlak na de aanslagen in Casablanca van 2003
door radicale moslims, die zich vanaf het begin van de jaren negentig in dat
land steeds nadrukkelijker begonnen te manifesteren. De machtsgreep door de
islamisten slaagde niet, omdat het merendeel van de Marokkaanse bevolking deze
niet ondersteunde.
‘Maatschappelijke
krachten drongen met succes bij de overheid aan op herstructurering van het
totale religieuze landschap. Er kwam een verbod op het misbruiken van de islam
voor politieke doeleinden. De zeer karige salarissen van de geestelijken werden
verhoogd. De dubieuzen onder hen werden uit hun ambt gezet. Er kwam toezicht op
financieringstromen van moskeeën. Religieuze opleidingsinstituten werden
grondig doorgelicht. En terwijl het religieuze establishment tandenknarsend
toekeek, werd met steun van de samenleving haast gemaakt met het schrappen van
vrouwonvriendelijke bepalingen uit het familierecht. Kortom, het gezwel was
grotendeels weggesneden.’
Dit
soort maatregelen konden dus worden genomen in een islamitisch land, waarvan de
meerderheid van de bevolking afschuw voelt bij het vooruitzicht ‘af te glijden
naar een zogeheten islamitische staatsinrichting’. Het artikel van Ajouaou is
een weerlegging van een artikel van Ewald Vervaet, (2) die de islam beschrijft
als een ‘zuiver politieke ideologie’. Niet zo lang geleden zou ik nog makkelijk
zijn meegegaan in de stelling van Vervaet, maar na kennismaking met het werk
van een aantal kenners van de politieke islam, zoals Bernard Lewis en Bassam
Tibi, sluit ik me aan bij Ajouaou. De concrete feiten weerspreken de theorie,
want alle voorbeelden van jihadistisch geweld zijn geen bevestiging van de
bronteksten als ‘ware identiteit’ van de islam, maar een bevestiging van de
letterlijkheid waarmee jihadisten de teksten uitleggen. Dat de teksten in de
islamitische geschiedenis hebben gefunctioneerd als legitimatie voor geweld wil
niet zeggen dat moslims in onze tijd staan te springen om op jihad te gaan, uitgezonderd de
‘doe-het-zelf-moslims’ die via het internet een spoedcursus ‘haat tegen het
westen’ hebben gevolgd. Ajouaou geeft een soortgelijke argumentatie als Tibi die
waarschuwt voor het zich blindstaren op bronteksten door islamcritici, omdat
daardoor de identiteitspolitiek van de islamisten juist wordt bekrachtigd.
Wat is
‘identiteitspolitiek’?
Ik
begrijp dat een verdere uitleg van dit concept noodzakelijk is om te helpen doorzien
wat de bedoeling van is van de islamisten. Met het woord ‘identiteits-politiek’
geeft Bassam Tibi de strategie weer van de politieke islam, om de moeizame omgang van
de islam met de moderniteit om te vormen tot een ideologische strijd tussen het
christendom en de islam. De wortel hiervan, is de weigering onderscheid te
maken tussen de moderniteit als zodanig (wetenschap, mensenrechten, pluralisme)
en de ‘hegemonie’ van het westen, de militaire en economische macht van de
voormalige koloniale overheersers. Ze willen het zo voorstellen dat de islam
bedreigd wordt door westerse seculiere waarden (‘intellectuele invasie’) met de
bedoeling de islam, die op religieuze waarden gestoeld is, te vernietigen. Ze
kunnen het zich niet voorstellen dat er binnen een geseculariseerde samenleving
meerdere religies naast elkaar kunnen bestaan en zien het streven naar een
islamitische wereldorde (nizam islami)
als enige alternatief voor de moderniteit/hegemonie van het westen. Zoals
Bassam Tibi heeft uitgelegd, bestaat er een verschil tussen de universele
waarden die het westen hoog houdt en de manier waarop die in de praktijk worden
nageleefd. Misschien houden westerse landen zichzelf in de internationale
politiek niet altijd aan hun eigen hoge
ethische standaard, maar de waarden zelf zijn goed en universeel toepasbaar
voor elk land en elk volk. (3)
Wat moet je met
historische feiten?
Veel
islamcritici stappen argeloos in de beeldvorming die islamisten bewerkstelligen,
die van de ‘belegerde islam’ waar de rest van de wereld vijandig tegenover
staat en die in zijn geheel wordt verworpen, omdat islamisten denken zelf de
‘ware islam’ te vertegenwoordigen en moslims van andere denominaties niet eens
tot hun geloofsbroeders rekenen, maar tot de ongelovigen of huichelaars. Helaas
doen steeds meer intelligente mensen in het westen een duit in dat zakje, door
te bevestigen dat de islam door-en-door politiek is (omdat Mohammed wereldlijk
en religieus gezag verenigde), terwijl de islam vanaf de periode van de
Oemayyaden al een scheiding kende van wereldlijk en religieus gezag. Maar goed,
waarom zouden we historici, hoog opgeleide moslims en islamkenners moeten
geloven? De koppeling ‘emotie’ en ‘associatie’ werkt veel sneller en mensen
zijn de islam na veertig jaar politieke correctheid van links toch al zat, dus:
‘Val me niet lastig met feiten, mijn mening staat vast!’
Wilders aan de
macht
Niet
gestoord door de realiteit van de politieke situatie (ook ik denk dat Wilders
premier kan worden), blijf ik doorgaan met mijn historische, theologische en
filosofische onderzoekingen om daar bij tijd en wijle anderen mee lastig te vallen.
Zo heb ik het artikel van Ajouaou dan ook als bijzonder leerzaam ervaren en ik
sluit daarom af met nog een citaat:
‘Bij gebrek aan dit historisch besef grijpt
Vervaet als een ware oriëntalist naar abstracte en vage theologische begrippen
uit de middeleeuwen in zijn poging hedendaagse moslims te begrijpen – precies
zoals islamisten doen. Die menen ook de hele hedendaagse wereld te begrijpen
vanuit de koran en de vroegere tradities.’
Ik
denk dat in dit verband het woord ‘oriëntalist’ wel gerechtvaardigd is, hoewel
we er voorzichtig mee moeten omspringen. Het wordt tenslotte ook door
islamisten gebruikt om hun critici de mond te snoeren, net als met de
verfoeilijke term ‘islamofobie’, maar ik verdenk Ajouaou niet van zo’n dubbele
agenda. Zijn boek heeft me verrast en een aantal dingen voor me verhelderd, dan
wel bevestigd. Moslims kunnen ook kritisch zijn naar hun eigen geloof, maar
niet als ze permanent over één kam worden geschoren met mensen waar ze zichzelf
en hun traditie niet mee kunnen identificeren. Ik begrijp dat die laatste zin
weer ontzettend ‘links’ overkomt, maar in het verkeer op straat kan ik ook niet
alleen maar rechts afslaan, want dan blijf ik op de plek waar ik ben.
Sven Snijer
(3)’Eén van de kenmerkende stellingen van het
humanisme was altijd, dat er een algemeen-menselijk ethisch oordeel bestaat,
dat onafhankelijk is van enige godsdienst.’Dr. A. L. Constandse, ‘Geschiedenis
van het Humanisme in Nederland.’
Lees ook het artikel van Geband van Joop:
De drie posities in het islamdebat
http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2016/03/de-drie-posities-in-het-islamdebat.html