Als reactie op de uitspraak van Wilders in zijn
WNL-interview afgelopen zondag (1) dat moskeeën ‘nazitempels’ zijn komt de
as-Soennahmoskee in Den Haag met het bekende riedeltje dat onder islamisten
veel gebruikt wordt, dat de tijd van de Tweede Wereldoorlog inderdaad aan het
herleven is, omdat moslims nu worden behandeld zoals de joden destijds.(2) Deze
uitspraak is om twee redenen verwerpelijk en daarvan is het miskende
slachtoffer spelen door de islamitische puriteinen nog de minst kwalijke. Wat
erger is dan deze overtrokken kwalificatie van het geweld tegen moslims -dat de
laatste tijd inderdaad toeneemt onder invloed van het internationale
islamitisch radicalisme- is het wegmoffelen van het antisemitisme dat in de
theologie van veel islamisten zo’n belangrijke rol speelt.
Drie soorten salafisme
Wat vooropgesteld moet worden is dat niet alle
salafisten een gewelddadige ideologie aanhangen, want een aantal van hen
verwerpt geweld principieel, maar er zijn onder hen ook politieke salafisten en
jihadistische salafisten, die wel degelijk een openlijk vijandige houding
aannemen tegenover de westerse samenleving. Ik kan niet beoordelen of de
as-Soennahmoskee tot de eerste, tweede of derde groep behoort, maar naar het
schijnt proberen ze in Den Haag op geïntegreerde wijze aan de maatschappij deel
te nemen(3), al onderscheiden ze zich van anderen door zeer strikte ideeën en
het uitnodigen van haatpredikers (wat werd verboden door burgemeester Van
Aartsen). De salafisten in Den Haag weten echter heel goed dat er onder
salafistische moslims velen zijn die zich niet enkel beperken tot een strikte
naleving van islamitische regels en een strakke sociale controle in de wijken
waar ze vertegenwoordigd zijn. Er zijn moskeeën in Europa die broeinesten zijn
van antiwesters sentiment en jodenhaat. Wilders doelde met zijn uitspraak op
die moskeeën waar de haat tegen het westen en westerse waarden actief wordt
aangemoedigd, desnoods in de achterkamertjes van de moskee, terwijl aan de
voorkant een uithangbord voor tolerantie en multiculturalisme is geplaatst.
Nu is het Wilders kwalijk te nemen dat hij geen
onderscheid maakt tussen verschillende islamitische stromingen, maar de
gehele
islam wegzet als radicaal, terroristisch of potentieel gewelddadig, maar
dat
neemt niet weg dat hij een punt heeft waar het gaat om haat zaaien, dat
stelselmatig voorkomt ook in Westerse landen. Over de oorsprong van het
antisemitisme
dat in grote delen van de islamitische wereld nog welig tiert is hij
helaas nog
steeds onkundig, want steevast blijven hij en zijn geestverwanten de
Koran
aanwijzen als bron, terwijl het een historisch feit is dat in de
middeleeuwen
de joden het onder moslimbestuur vaak beter hadden dan in het
christelijke
Europa. De Jodenhaat in de politieke islam van vandaag is te herleiden
tot de
Egyptische Broederschap, waarvan stichter Hassan al-Banna en ideoloog
Seyyed
Qutb beruchte antisemieten waren, zoals overtuigend wordt aangetoond
door
Bassam Tibi in zijn boek Islamism and Islam. De wortel van dit moderne
antisemitisme gaat terug tot de nazi’s in het Europa van de jaren
dertig, die
het exporteerden naar het Midden Oosten. Zij ontleenden veel van hun
ideeën aan
het gefabriceerde geschrift ‘The Elders of the Protocols of Zion’(rond
1900) dat een combinatie was van samenzweringsdenken en racisme, waarbij de
joden op zeker moment de drang naar wereldheerschappij met heimelijke middelen
in de schoenen geschoven kregen, waar in eerste instantie alleen de
vrijmetselarij van werd beschuldigd.
Islamisme is een modernisme
In de politieke islam werd deze joodse
wereldsamenzwering -om de hele mensheid in het verderf te storten door zowel
het kapitalisme als het communisme in het leven te roepen- vervangen door het
geheime joodse plan om de islam te vernietigen. Voor islamisten staat de
seculiere wereldorde -links of rechts- gelijk aan een joodse samenzwering, want
het is de ‘ontheiliging’ van de wereld door seculiere instituties die ervoor
zal zorgen dat de islam verdwijnt, tenzij de joden op tijd worden
tegengehouden. Christelijke landen of landen met een christelijke geschiedenis
gelden per definitie als handlangers van dit geheime wereldjodendom dat achter
de schermen alle macht heeft via de beheersing van het bankwezen en het
media-apparaat. Vreemd genoeg hoor je Wilders nooit over de modernistische
trekken binnen de radicale islam, want er zijn tal van aanwijzingen waaruit op
te maken valt dat de Koran niet de bron is van het meest virulente
antisemitisme. Ten eerste bestond er in de tijd van Mohammed geen
samenzweringsdenken, omdat de wereld nog niet als één geheel werd gezien, maar
als een verzameling los van elkaar staande landen en volkeren. Het was de
moderne wetenschap die verre continenten dichterbij bracht en het idee van één
wereld voor ons allen deed ontstaan. Zonder dit wereldbewustzijn kan het
complotdenken dat vaak gaat over wereldomspannende samenzweringen niet bestaan.
Daarnaast bestonden de geheime occulte organisaties die met de joden zouden
samenwerken nog niet vóór 1700 en daar had Mohammed dus nog nooit van gehoord.
En dan is er nog de rassenleer in het moderne antisemitisme die werd gebouwd op
de politieke toepassing van de evolutieleer van Darwin (Sociaal Darwinisme) die
een cruciale rol heeft gespeeld in het omzetten van de middeleeuwse Jodenhaat
die vooral theologisch van aard was naar een seculiere Jodenhaat die zich
bediende van pseudowetenschap.
In wetenschappelijke studies over antisemitisme
worden drie perioden van antisemitisme onderscheiden:
I.Het vroeg-christelijke antisemitisme dat een uiting
was van frustraties van christenen dat het merendeel der joden Jezus niet als
haar Verlosser wilde aanvaarden en de pogingen van deze nieuwe religie om zich
theologisch te legitimeren, door zich tegen het jodendom waar zij uit voortkwam
af te zetten en zelfs te proberen zich erboven te stellen door het traditionele
jodendom als een vervalsing af te schilderen.
II.Het middeleeuws antisemitisme dat nog steeds over
een theologisch geschil ging met het jodendom, maar waar de Jodenhaat al
pathologische trekken krijgt en joden steeds vaker de zondebok zijn wanneer er
bijvoorbeeld kinderen kwijt raken of vermist zijn, die dan steevast door de
joden waren gedood. Ook de kruistochten zorgden voor een verslechtering van de
positie van joden in Europa, omdat de strijd tegen de ‘ongelovigen’ in het
Midden Oosten een parallel kreeg in de strijd tegen de ongelovigen thuis.
Verder was er een economische reden voor het antisemitisme, omdat joden meer
dan gemiddeld in de geldhandel zaten vanwege het verbod voor christenen om aan
andere christenen geld te lenen. Joden mochten hen wel geld lenen en dat gaf
soms grimmige verhoudingen tussen schuldenaren en schuldeisers. Er ontstonden
in deze tijd al de wildste verhalen over joden, dat zij kinderen zouden
kruisigen, koekjes bakken van mensenbloed, hosties martelen en uitwerpselen van
varkens eten.
III. In het moderne antisemitisme is er sprake van een
sterke internationale oriëntatie (de jood die met zijn octopusarmen de hele
wereld omvat), een sterke nadruk op ras en de joden als het geheime brein
achter seculiere (niet-religieuze) ideologieën. Het moderne antisemitisme is in
de woorden van Bassam Tibi ‘genocidaal’ van karakter omdat het streeft naar de
uitroeiing van het jodendom, wat Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerde
te bewerkstelligen, maar waar veel aanhangers van het moderne antisemitisme in
meer bedekte termen over spreken, al bedoelen ze hetzelfde. Nadrukkelijk worden
de joden als een ras neergezet dat niet deugt en nooit zal deugen, dus van
‘inkeer’ kan geen sprake zijn. Zij vertegenwoordigen de seculiere wereldorde
bij uitstek en zijn dus de wezenlijke vijand van de mensheid en in het geval
van jihadistische salafisten de vijanden van het ware geloof, de islam. Het is
van cruciaal belang om het verband te zien tussen de seculiere wereldorde en de
joden als ras, want dat is het grote onderscheid tussen deze moderne ideologie
en het middeleeuwse Europese antisemitisme dat zich nog beperkte tot lokale en
periodieke geweldplegingen tegen joden (Vooral Pasen was gevaarlijk voor joden,
vanwege de ‘bloedschuld’)
De wortel van het genocidale denken
Uit het bovenstaande valt af te leiden dat de radicale
islam van vandaag, die zich kenmerkt door terreuraanslagen, onthoofdingen,
steniging en antisemitisme, geen product is van de theologie van Mohammed,
hoewel er in de Koran zeker teksten staan die gebruikt kunnen worden bij de
moderne jihad. In de tijd van Mohammed echter speelde een religieus geschil,
ongeveer zoals de vroege christenen dat hadden met het jodendom en daarnaast
kende de islam vanaf het begin een vermenging van geloof, politiek en militaire
campagnes. Toch was het ressentiment dat Mohammed voelde naar de joden meer
verontwaardiging over politieke zaken en geloofskwesties en beslist geen
rassenleer. De Mensen van het Boek, zoals joden en christenen werden genoemd,
mochten hun geloof behouden onder islamitische heerschappij met enkele
restricties. Nooit heeft Mohammed geprobeerd joden systematisch uit de weg te
ruimen en de ideeën die radicale moslims vandaag de dag koesteren over joden
vinden enkel een parallel in de nazi-ideologie die geworteld is in de
Protocols. Het is een zeer gemankeerde waarheid als Wilders de islam vergelijkt
met het gedachtegoed van de nazi’s, omdat buiten het feit dat dit slechts 3 tot
5% van de islam betreft, de werkelijke oorsprong van dit genocidale denken over
joden de eigen Europese traditie is. Nazi’s en Jihadisten voeden zich uit
dezelfde bron en wanneer deze zaken goed duidelijk worden gemaakt als
onislamitisch en niet-traditioneel, zal het overgrote deel van de islam zich
hier niet voor lenen.
De laatste verdedigingslinie
Er ontstaat echter wel een probleem als islamcritici
de gehele islam beoordelen op het gedrag van jihadistische salafisten en hun
terreur of politieke salafisten die een islamitische staat hopen te realiseren
via de stembus met democratische verkiezingen om vervolgens de democratie af te
schaffen. Als de islam wordt gezien als een religie die worstelt met de
moderniteit blijft er ruimte bestaan voor liberale moslims om diegenen
binnenboord te houden die welwillend staan tegenover hervormingen, zonder bang
te zijn hun geloof meteen te verliezen, want dat is in essentie de drijfveer
van het islamitisch radicalisme. Het radicale geloof is de laatste verdedigingslinie
van een religie die in elk opzicht de strijd verloren heeft van
niet-islamitische landen als het gaat over economische, militaire en
ideologische macht. Een eigenaardige uitspraak die Wilders vaak herhaalt is dat
de islam een ‘ideologie’ is en geen religie, wat aangeeft dat hij het woord
ideologie niet begrijpt. Wikipedia zegt:
‘Een ideologie is een geheel van ideeën over de
mens, menselijke relaties en de inrichting van de maatschappij, dat leeft
binnen een maatschappelijke groep, met name een politieke partij, een
denkstroming of een sociale klasse. Het kan zowel een beschrijvende term zijn
als een normatieve.’
Iedereen met een beetje inzicht snapt dat dit woord op
zowat elke beweging kan worden toegepast en niet voorbehouden is aan de islam
alleen. Het christendom is ook een ideologie en het Platonisme of het
Positivisme zijn dat ook. Wat Wilders bedoelt is dat de islam een politieke
religie is die door haar wettische karakter geen ruimte heeft voor individuele
keuzes, maar haar aanhangers verplicht letterlijk het woord van Allah zonder
tegenspraak na te volgen naar de uitleggingen van de islamitische
schriftgeleerden. Hij voegt het conservatisme en het traditionalisme van de
culturele islam ten onrechte samen met het islamisme van de moderne tijd. De
eerste staat voor de uitdaging van modernisering en burgeremancipatie (meer
rationaliteit in religie), terwijl de tweede de middelen van de moderniteit
juist opzettelijk gebruikt om het traditionele denken te cultiveren. Het is
inderdaad zo dat sommige moslims nogal geobsedeerd zijn door wat Halal is of
Haram, maar ook dat is in veel gevallen een uiting van modernisme en moet niet
verward worden met de traditionele islam, waar dat onderscheid lang niet altijd
zo strikt werd toegepast, zoals o.a. blijkt uit een recent artikel van Michiel
Leezenberg.(3) Juist de nadruk op de islam als ideologie zou Wilders toch aan
het denken moeten zetten, want dat is waar het islamisme zich door kenmerkt -
de uitdrukkelijke vermenging van politiek en religie. Bijvoorbeeld het stichten
van een Islamitische Staat, wat in voorgaande eeuwen geen doelstelling was van
moslims, omdat de islamitische heersers zich feitelijk niet anders gedroegen
dan de koningen en keizers in Europa. Het onuitstaanbare bronnen-fetisjisme van
islambashers als Wilders kent exact hetzelfde patroon als de overdreven
islamverkondiging van de islamisten, want beiden zijn gebiologeerd door de
begintijd van de islam en miskennen de gehele islamitische traditie met al haar
culturele en theologische verscheidenheid over een periode van ongeveer duizend
jaar.
Moderne vrijheid en zelfbeschikking
De impliciete bedoeling van Wilders’ uitspraak dat de
islam een ideologie is en geen religie, is dat hij hiermee zegt dat het
christendom wél een religie is, omdat hij net als Thierry Baudet als
niet-gelovig persoon bij het christendom houvast zoekt in de strijd tegen de
islam.(5) Dit in de foute veronderstelling dat de christelijke religie de bron
is van onze huidige vrijheid en zelfbeschikking als geëmancipeerde burgers.
Treurig genoeg speelt hij in op de heimwee en het sentiment van degenen die
zich wat ‘verweesd’ voelen in de maatschappij, nu ze geen Moederkerk (of vader
Paus) meer hebben om zich aan vast te klampen door de wetenschappelijke
ontdekkingen die zoveel middeleeuwse geloofswaarheden onderuit hebben gehaald.
In de gedachten van deze spiritueel verlatenen blijft het christendom toch een
soort moeder van de moderne wetenschap, omdat de scholastiek het rationele
denken zou hebben aangemoedigd. Een geforceerde waardering van theologen en
filosofen die in de middeleeuwse samenleving nog geheel in de ban waren van de
onbetwistbare idolen van het verleden zoals Aristoteles en Ptolemeus, maar het is blijkbaar een
troostrijke gedachte voor de stofgelovigen. De werkelijke geschiedenis laat
echter zien dat het niet het christendom is geweest dat het heldere licht der
rede heeft laten schijnen, maar het humanistische studieprogramma dat
doelbewust in Noord-Italië werd opgezet vanuit de politieke noodzaak van die
tijd. Er waren beter geschoolde en meer gecultiveerde burgers nodig om Florence
te helpen meebesturen in een sterk roulerend bestuurssysteem en daarvoor wilde
men teruggrijpen op de denkers van de klassieke oudheid, omdat het feodale
christelijke Europa daarvoor geen aanknopingspunten bood.
De seculiere wereldorde
Los van de geschiedenis betekent christelijk geloof
voor Wilders natuurlijk ‘ons geloof’ van eigen bodem, zelfs al gelooft hij
nergens in. Het is een uiting van nationalisme, dus politiek, dat zich keert
tegen een vreemde religie als de islam en dan voornamelijk haar politieke
vertakking (!), het islamisme. Cynisch als we het zo bekijken, maar
begrijpelijk gezien de houding van het links-liberalisme om onze eigen
culturele identiteit decennialang te loochenen (‘de Nederlander bestaat niet’)
en het opdringen van een internationalisme door politieke en economische
krachten waar de gewone burgers van diverse landen als een speelbal aan
onderhevig zijn geworden, en waar alleen de allerrijksten van profiteren. Ook
hier is de parallel opvallend, dat zowel de islamisten zich bedreigd voelen
door een internationale orde (wereldjodendom) als de harde islamcritici die
tekeer gaan tegen allerlei internationale instellingen als het Europese
parlement, het IMF en de Verenigde Naties. Zij zien hierin vooral
links-liberale krachten die de eigen identiteit van de volkeren om zeep willen
helpen en ze proberen dat tegen te gaan door zich sterk nationalistisch op te
stellen. Een deel van dat nationalisme zoekt aansluiting bij het christendom,
maar dat is een belangrijke inschattingsfout juist in de strijd tegen de
radicale islam. Ze geven eigenlijk toe dat wat de islamisten zeggen juist is,
dat een religieus reveille nodig is om de wereld uit de huidige morele crisis
te halen en verdedigen zich niet met het enige juiste wapen dat hier
dient te worden ingezet; de bevestiging en bekrachtiging van de seculiere
wereldorde.
Cultuurchristenen
Bij de Vrede van West-Falen in 1648 kwam er een einde
aan de dertigjarige oorlog, één van de bloedigste en meest verwoestende
oorlogen die Europa ooit gekend heeft, waarin politiek en religie stevig met
elkaar vermengd waren. Om deze gebeurtenissen zich niet te laten herhalen
besloot men voortaan geloofszaken buiten de politiek te houden en werd een
voorzichtig begin gemaakt met de godsdienstvrijheid om pragmatische redenen.
Dit had niets te maken met vrijheid van denken zoals we die nu kennen, maar
betekende aanvankelijk slechts drie variaties van een onbetwijfelbare
christelijke geloofswaarheid. De echte gewetensvrijheid en individualisme
kwamen veel later, vanaf de tijd van de Verlichting, maar door de scheiding van
Kerk en Staat in het verdrag van West-Falen werd de seculiere macht van staten
bepalender dan religie in de internationale verhoudingen. De huidige wereldorde
kunnen we omschrijven als een seculiere wereldorde van soevereine natiestaten
(in tegenstelling tot de christelijke naties van het verleden) al staat het
concept ‘natiestaat’ al een tijdje onder druk door het Europeanisme en
internationalisme. De natiestaat wordt in rechtse kringen tegenwoordig vurig
verdedigd en men wil de nationale grenzen weer bemannen (om vluchtelingen tegen
te houden), maar het seculiere karakter van de moderne staat wordt niet herkend
als een ideologische kracht op zichzelf. De schijnbare neutraliteit ervan
verhindert ze het te beschouwen als het natuurlijke tegengif dat kan worden
ingezet tegen diegenen die een religieuze wereldorde aan ons willen opdringen.
Ze zoeken naar extra hulpmiddelen, zoals het aan de beademing leggen van het
zieltogende christendom en schamen zich er niet voor om bij de EO aan te
schuiven als ‘cultuurchristenen’ om hun zo zwaar bevochten seculiere identiteit
te overgieten met een sausje van christelijke waarden. Bespottelijk en vooral
contraproductief, wat duidelijk wordt op het moment dat een christen aan
tafel begint te spreken over zijn ‘moslimbroeders’. (4)
Culturele ongelijkheid
Ik ben het met diverse opiniemakers eens dat het
westen zich in een toestand van morele ontreddering bevindt, maar ik deel niet
in de meeste van hun oplossingen. In het zoeken naar verbindende factoren die
ons tot een hechte samenleving kunnen maken met gemeenschappelijke idealen,
zijn de maatschappijkritische hervormers vaak als vissen die in de zee
rondzwemmen op zoek naar water. Het antwoord op het internationalisme dat
ongelimiteerd voortwoekert is inderdaad een bepaalde mate van nationalisme en
trots op je eigen land, cultuur, ras, taal en tradities. De paradox van
politiek links is altijd geweest dat ze roepen dat je zoveel kunt leren van
andere culturen, terwijl ze tegelijkertijd proberen alle culturen te vervagen
door zonder onderscheid te verklaren dat we allemaal gelijk zijn, één zijn, enz,
want kwalitatief de verschillen benoemen wordt al gauw bestempeld als
discriminatie en racisme. Vooral het idee dat sommige culturen hoger staan dan
anderen stellen ze gelijk aan fascisme of minstens kolonialisme, omdat ze het
onderscheid niet kunnen maken tussen de menselijke waardigheid van een persoon
of de cultuurwaarde van de samenleving of groep waar hij/zij deel van uitmaakt.
Dit doet links al jarenlang de das om, maar de PvdA zal het vermoedelijk nog
steeds niet snappen als ze bij de komende verkiezingen bij de grond zullen
worden afgesneden. Politiek rechts is ondertussen klaar met de culturele
uitverkoop van de Nederlandse en vooral Westerse waarden en zet in op sterke
benadrukking van de nationale identiteit als uitvalsbasis voor een Europees rechts
bewustzijn. Die opzet lijkt te slagen, maar biedt onvoldoende houvast tegen de
opkomende radicale islam, omdat nationalisme alleen te mager is en geen remedie
kan zijn tegen het gevoel van culturele verweesdheid als gevolg van het
wegvallen van het christelijk geloof bij een groot deel van de bevolking.
Religieuze gevoelens of wetenschappelijke waarheid?
In een ideale wereld zouden nationale belangen verdedigd kunnen worden zonder te vervallen tot extreem nationalisme en zou religieus extremisme gekeerd kunnen worden door een wetenschappelijk discours, dat zich sterkt door een onderwijssysteem dat geen geloofswaarheden buiten haar kritisch wetenschappelijke onderzoekingen houdt, omdat dit mensen in hun religieuze gevoelens zou kunnen kwetsen. Emotionele onvolwassenheid op collectief niveau is geen graadmeter voor waar de wetenschap zich wel of niet mag begeven lijkt mij en het is bovendien in strijd met de door zowel links als rechts zo gekoesterde vrijheid en gelijkheid. Iedere religie heeft recht op dezelfde dosis wetenschappelijke scepsis, dus bij gebrek aan een betere term, zeg ik ‘gelijke monniken, gelijke kappen’. In plaats van het zoeken naar de bril die al op onze neus staat, in het genezen van onze gekneusde culturele identiteit, pleit ik voor een beetje meer ruggengraat op die gebieden waar we al heel goed zijn, rationeel wetenschappelijk onderwijs en een sterke scheiding van kerk en staat. Het voorkomen van toegeeflijkheid op die terreinen, dus het vermijden van een culturele knieval om door vreemdelingen ‘aardig’ gevonden te worden, moet in principe volstaan om onze eigen normen en waarden overeind te houden. Wij zijn als westerse samenleving de sterkste economische en militaire macht in de wereld en het is vreemd dat wij ons met de eigen identiteit vaak zo zwak en onzeker voelen, zodanig dat we nu geen andere mogelijkheid lijken te zien dan een extreem nationalisme aan de dag leggen met de onvermijdelijke geschiedvervalsing die daarbij hoort. Zou links dan toch ook een beetje gelijk hebben, dat onze vrijheid is opgekocht door de economische reuzen in de internationale wereld die ‘vrijheid en democratie’ als reclameslogan gebruiken voor de producten die ze willen slijten? Wie gezegend door de materiële welvaart, vervolgens de hardheid van economische wetten die haar schragen niet kan verdragen als enige zingeving, zal bij afwezigheid van de koesterende werking van een algemeen aanvaard geloof onvermijdelijk uitkomen op het tribale aspect van het nationalisme dat een hoog klompen- en molentjesgehalte heeft.
Collectief trauma
Op een dieper niveau denk ik dat de westerse wereld
sinds de Tweede Wereldoorlog lijdt aan een gespletenheid die veel erger is dan
een culturele benauwdheid of een culturele uitverkoop. Ten diepste zijn wij nog
steeds de klap niet te boven dat de meest ontwikkelde cultuur van dat moment,
met de grootste mate van wetenschappelijke, sociale en politieke vooruitgang,
verantwoordelijk was voor de systematische uitroeiing van een hele
bevolkingsgroep, terwijl zowel aan de kant van de nazi’s als aan de kant van de
geallieerden bombardementen op burgerdoelen als oorlogsstrategie werden
gebruikt. De westerse mens is in zijn verlichtingsideaal teleurgesteld geraakt
-zeg maar gerust diep getraumatiseerd- en heeft in zijn werkelijkheidsbeleving
een splitsing gemaakt tussen de rede die is vervallen tot louter technische
aangelegenheden en wetenschappelijke onderzoekingen met vooral praktisch nut en
een gevoelsleven dat zich van die rede heeft willen losmaken, met een
dwangmatigheid die pathologisch aandoet; de opzettelijke verwerping van
de schoonheid en de omarming van de chaos van het vormloze in de moderne kunst.
Ons denken en onze esthetische beleving zijn niet meer met elkaar in harmonie,
vandaar dat onze gevoelsuitingen geen gedachten meer tot uitdrukking brengen en
onze gedachten geen kaders meer zijn voor een gevoelslading, zoals bij de
metafysica van het verleden.
Totalitarisme of integraal bewustzijn
Wij leven in een wereld van hebben en van beleven,
maar onze gedachten zijn in deze cultuur onmiddellijk verdacht zodra ze grotere
verbanden zoeken. We hebben gezien waar dat toe kan leiden in verschillende
vernietigingsoorlogen en daarom stellen we onze hoop liever op wetten,
protocollen en computerprogramma’s dan dat we onze gedachten over de aard van
de werkelijkheid serieus nemen. Niets mag verraden dat de moderne mens het
vertrouwen in de Rede nog niet is kwijtgeraakt, want daar ziet men de wortel
van een nieuwe wereldoorlog. De ‘grote verhalen’ hebben collectief de schuld
gekregen van ons onvermogen om mensen als individuen te zien en daarom draagt
de collectieve werkelijkheid van de mens tegenwoordig een versplinterd karakter
en kunnen er geen ‘misdaden tegen de mensheid’ meer gepleegd worden, maar wel
tegen de ‘menselijkheid’ want dat is een persoonseigenschap.(6) Zodoende wordt er
tegelijkertijd een taalkundige en een filosofische fout gemaakt en dat is wat
velen onbewust ook wensen vanuit de angst om als mensheid onder leiding van
de rede één geheel te worden. In werkelijkheid worden we daarmee niet eenvormig
of gelijkvormig, maar een organisch levend wereldbewustzijn dat vele
expressievormen zal krijgen. Het integrale denken leidt juist niet tot het
totalitaire karakter waar velen zo bang voor zijn, want totalitaire ideeën
kenmerken zich niet zozeer door heelheid als wel door overheersing van een deel
over het geheel. Een echt dialectisch proces kent geen kunstmatige voltooiing
in een communistische revolutie of een nationaal-socialistische machtsgreep,
maar evolueert in steeds grotere cirkels en daarom is de oplossing voor de
huidige wereldcrisis niet de grenzen openen of sluiten, maar een integratie in
de westerse geest van onze gevoelswaarden en onze gedachten, zoals in de tijd
van Hegel. Dat vereist in de eerste plaats een nieuwe kijk op kunst en
architectuur. Als wat wij in de wereld bouwen weer een geïntegreerde filosofie
uitdraagt die het intelligente en het esthetische combineert, zoals de
kathedralen in de middeleeuwen deden (gebed in steen), is dat het bewijs dat we
op dat gebied vorderingen maken en hoeven we niet langer op zoek te gaan naar
een identiteit die we nooit zijn kwijtgeraakt.
Sven Snijer
(4) https://www.nrc.nl/nieuws/2017/01/20/het-poldersalafisme-is-door-en-door-modern-6307142-a1542253