In het laatste Algemeen Overleg jeugdzorg (23 februari 2017) had VVD-kamerlid Brigitte van der Burg enige kritische woorden voor de jeugdzorgsector over de bejegening en misbruik van macht. Het was al een tijdje bekend dat dit scheidende Kamerlid in de laatste fase van haar functioneren als volksvertegenwoordiger geen blad meer voor de mond zou nemen over hoe ouders de praktijken van jeugdzorg kunnen ervaren. Bij het overleg waren we daar getuige van, maar des te verbazingwekkender was het om te zien dat daarna, bij de stemming over de motie van Kamerlid Klein (VP) voor het aanstellen van een onafhankelijke onderzoeks-rechter bij besluiten tot kinderbeschermingsmaatregelen, de voltallige VVD-fractie had tegengestemd (inclusief mevrouw Van der Burg).
Integriteitsproblemen
Eigenlijk
behoeft dit ons ook niet te verbazen als we beseffen dat het verzoek om een
rechter-commissaris in het familie- en jeugdrecht afkomstig is van een groep
advocaten die streeft naar meer integriteit in het familie- en jeugdrecht (NACFJ)
(1), want welke partij staat voor het zoveelste jaar op rij bovenaan de
lijst van politieke partijen met integriteitproblemen? Jawel, de VVD. (2)
Zij hebben met z’n allen tegen dit initiatief gestemd dat voor meer
transparantie zou kunnen zorgen bij de vraag of een ondertoezichtstelling of
uithuisplaatsing echt noodzakelijk is of dat het juist meer schade zal toebrengen, als
niet eerst wordt gekeken naar de mogelijkheid tot betere hulp en ondersteuning
binnen het gezin. Het mag duidelijk zijn dat deze partij geheel op de lijn zit
van 'vroege interventies', vanuit het idee dat er niet snel en niet hard genoeg
opgetreden wordt in het huidige systeem van jeugdbescherming. Grote krantenkoppen bij het zoveelste
gezinsdrama geven hen het idee dat preventie door vroegtijdig
ingrijpen de prioriteit moet krijgen in het jeugdbeleid. Ze zien niet
in dat de handelings-verlegenheid van de jeugdbeschermers die ze hopen te
ondervangen alleen kan worden opgeheven door meer professionaliteit en meer kwaliteit
bij de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en niet door het
verstrekken van nog meer bevoegdheden aan dezelfde instanties die er al decennia een puinhoop van maken.
Rechter uitschakelen
Nog
niet zo lang geleden werd ontdekt dat de huidige regering (VVD/PvdA) van plan was om de rol van de rechter niet te versterken ten opzichte
van de jeugdbeschermingsorganisaties, maar deze juist te verzwakken, door de
Raad voor de Kinder-bescherming de bevoegdheid te geven om “zelf een besluit te nemen over het treffen van een
jeugd-beschermingsmaatregel. Die besluiten zijn nu nog zijn voorbehouden aan de
rechter.” Adri van
Montfoort van het gelijknamige Adviesbureau voor jeugdzorg en jeugdbeleid
noemde dit voorstel ‘een aanval op de rechtsstaat’.(3) Daarbij beschuldigde hij
de regering tevens van stiekem gedrag, omdat het plan niet openlijk werd
gepresenteerd, maar was weggestopt op blz 53 van de toelichting op de
Rijksbegroting 2017 voor Justitie en Veiligheid. ‘Snel en sneaky voorsorteren’
door het Ministerie van V&J, is een kwalificatie die we verderop in het
artikel tegenkomen, wat duidelijk aangeeft dat er een loopje werd genomen met
de rechtsbescherming van de burger.
Goedkoop is duurkoop
De
reden dat de VVD de motie van Norbert Klein niet heeft gesteund moet worden gezocht
in de bezuinigingsmentaliteit van deze partij, die al eerder tot wijzingen in
het jeugdbeleid heeft geleid met rampzalige resultaten die twee jaar na de invoering
van de Decentralisatie nog altijd een hoofdpijndossier vormen. De
keukentafelgesprekken werken niet, de Sociale Wijkteams draaien bij lange na
niet op de vereiste capaciteit voor echte preventie van kindermishandeling of
jeugd-criminaliteit, kenniscentra voor kindeigen problematiek en forensische
expertise zijn wegbezuinigd, een oplopend aantal
ondertoezichtstellingen en uithuis-plaatsingen, geen daling in het aantal gezinsdrama’s,
meer crisisplaatsingen voor jeugdigen op steeds jongere leeftijd, meer verwarde
en ontspoorde personen in de samenleving, enz. Om het in economische termen te
zeggen: ‘Goedkoop is weer eens duurkoop in het Nederlandse jeugdbeleid’. Politici
op de rechtervleugel laten zich nog steeds gijzelen door de aanhoudende
campagnes over kindermis-handeling (Augeo Foundation), waarbij hun enige reflex
lijkt te zijn dat er meer van hetzelfde moet komen. Eventueel meer geld om
wachtlijsten tegen te gaan, maar liever nog meer bevoegdheden om nóg
repressiever beleid te voeren, terwijl Bureau Jeugdzorg al twintig jaar als één
groot machtsmisbruik wordt ervaren.
Kosten van uithuisplaatsing
Waar
heb je een rechtstaat voor nodig als je zonder rechter veel tijd en geld kunt
besparen? De naïeve gedachte dat het overnemen van 95% van de adviezen van jeugdzorg
en de Raad door de rechter bij de beslissing tot beschermingsmaatregelen zou
betekenen dat de rechter een 'overbodige schakel' is in plaats van een disfunctionele schakel, lijkt vooral een economische grond te hebben. Toch getuigt het
behalve van te weinig gevoel voor de rechtsstaat ook van slecht rekenwerk aan
de kant van de liberalen, omdat al die mogelijk overbodige beschermingsmaatregelen
ook niet helemaal gratis zijn. Uithuisplaatsingen kosten de belastingbetaler € 40.000,-
tot € 80.000,- per kind per jaar (gesloten plaatsing zelfs € 100.000). En dan
hebben we het nog niet over de lange termijngevolgen voor de samenleving, van
talloze kinderen met een jeugdzorg- en instellings-verleden die de volwassenheid
ingaan met hechtingsstoornissen en een blijvende hulpverleningsafhankelijkheid,
omdat het systeem ze heeft ontworteld. Het klinkt zo positief, een veilig en
warm pleeggezin of een gezinshuis voor kinderen die zijn mishandeld of
verwaarloosd. Maar hoeveel kinderen zijn door de jaren heen niet (emotioneel) mishandeld
door de organisaties die zeggen zich over het welzijn van kinderen te
ontfermen?
De macht van jeugdzorg
Meer
macht voor jeugdbeschermers is niet alleen veel duurder op lange termijn,
maar ook heel schadelijk voor de geestelijke gezondheid van een samenleving,
omdat iedere vorm van macht moet worden gecontroleerd en beheerst door een
onafhankelijke instantie. Er is geen enkel aanvaardbaar argument om te tornen aan het principe van de scheiding der machten in een democratische rechtstaat. Het is een
vervelend trekje van politiek rechts om te denken dat er situaties bestaan
waarin de harde hand de voorkeur moet krijgen boven democratische principes en
internationale verdragen. Falend jeugdbeleid kunnen we niet verbeteren door er
met de botte bijl in te gaan, want de oorzaak van de problemen wordt niet
weggenomen. Ook bij vroegtijdig ingrijpen worden kinderen onder toezicht
gesteld van de instanties die vóór de gezinsinterventie vaak niet capabel zijn,
dus waarom zouden die na de uithuisplaatsing opeens uitblinken in de
begeleiding van het kind? Het is juist de taak van een rechter om een kind te
volgen en te zien of de instanties die de voogdij over een kind hebben gekregen
hun taak naar behoren uitvoeren. Nu is het zo dat de rechter de instanties
blind volgt als zijnde de ‘professionals’, wat niet meer wil zeggen dan dat zij
degenen zijn die ervoor betaald krijgen. Het woord geeft geen enkel inzicht in
hoe en op welke wijze deze betaalde functie wordt uitgevoerd. (De bakker of slager is ook een professional)
Verkeersboete
Een
rechter vergeleek zijn geloof in de verklaringen van jeugdzorg en de Raad eens met het geloof dat
hij hecht aan de verklaring van een agent die zegt dat iemand door rood licht
heeft gereden. Het is ronduit belachelijk om dit te vergelijken met het nemen van
een beslissing tot uithuisplaatsing. Voor het één krijg je een boete van een
paar honderd euro en het ander (beschuldiging van kindermishandeling) kan leiden tot een jarenlange juridische
strijd en grote emotionele schade voor het kind, om
nog maar te zwijgen over wat de ouders meemaken. Gelukkig is het plan om deze
bevoegdheid te geven aan de Raad voor de Kinderbescherming door de Kamer
weggestemd,(4) wederom op initiatief van Kamerlid Norbert Klein (VP), maar wat een
dwaze intenties spelen er bij het Ministerie van V&J onder leiding van dit
kabinet. Het was goed om te zien dat Kamerlid Verburg nu eens in heldere taal
verwoordde wat ouders al heel lang aan volksvertegenwoordigers communiceren,
hun boosheid en frustraties, hun machteloosheid en verdriet, maar het kwam
zoals wel vaker met dit onderwerp een beetje laat. Evenals hoogleraren en
rechters die afscheid nemen zijn ook Kamerleden opeens opvallend kritisch
richting jeugdzorg als ze binnen afzienbare tijd niet meer met die lobby te maken hebben
en -in het geval van Verburg- zich niet langer door de officiële koers van hun
partij belemmerd hoeven voelen om uit het hart te spreken.
Sven Snijer
(2)http://justitie.eenvandaag.nl/tv-items/72299/vvd_opnieuw_partij_met_meeste_integriteitschandalen_