Naast
de vraag wat er onder kindermishandeling moet worden verstaan, zou vanuit
humanitair oogpunt namens het kind en de ouders de vraag gesteld kunnen
worden: ‘Wat is straf?’ Zeker met betrekking tot de verhouding civiel recht en
strafrecht, want het is een verschrikkelijke dooddoener en juridische
misleiding om als jeugdbeschermer te zeggen ‘het gaat om het belang van het
kind’ wanneer een ouder niet strafrechtelijk vervolgd wordt, daarmee
suggererend dat de uitspraak in de civiele rechtbank slechts een ‘pedagogische
maatregel’ betreft. Dat iemand geen strafblad krijgt wil niet zeggen dat hij
niet wordt gestraft. Een eenvoudige vergelijking: wanneer ik word aangehouden
voor het ingooien van vijf ramen in het gemeentehuis en roep dat de
burgemeester een hoerenjong is, dan verwerf ik daarmee een strafblad. Ik moet
dan bij de rechter verschijnen en een boete betalen of een taakstraf uitvoeren.
Afgezien van het feit dat ik daarna geen baan meer kan krijgen bij de overheid,
heb ik na het voldoen van de boete en invulling van de taakstraf verder een
prima leven. Ik kan doorgaan alsof het nooit gebeurd is. Ik heb een strafbaar
feit gepleegd, maar emotioneel gezien glijdt het van me af als water van de
veren van een eend. Leg daar eens een jeugdzorgcasus naast. Bijvoorbeeld van
ouders wiens kind duidelijk autistisch is, die door jeugdzorg langdurig een
autisme-onderzoek geweigerd wordt, terwijl de ouders van ‘zware geestelijke
mishandeling’ van het kind worden beschuldigd. Een kind dat uit huis is
geplaatst, naar een geheime locatie is gebracht en zijn ouders een jaar lang niet
heeft gezien! Waarbij een orthopedagoog op de geheime locatie, die de ouders
nooit heeft gezien of gesproken, ‘constateert’ dat het moeilijke gedrag van het
kind geheel en al te wijten is aan de ouders.
Indien deze ouders hun kind niet meer terugkrijgen van de 'beschermende instanties' hebben zij levenslang. Ze
zijn nergens strafrechtelijk voor veroordeeld, maar getraumatiseerd en verantwoordelijk
gehouden voor iets waar ze geen schuld aan hebben, een aangeboren psychische aandoening bij het kind. Diep in hun menselijke waardigheid aangetast en door het maatschappelijk systeem afgekeurd voor één van de meest fundamentele behoeften in ons bestaan, het voortbrengen van nageslacht dat met de hulp en zorg van ouders een volwaardig lid kan worden van de samenleving.
Daarbij is dit kind de ‘hoogste mate van (geestelijke) gezondheidszorg’
onthouden door de GI (IVRK 24), wat het tot een dubbele afstraffing maakt, van ouders en kind.
Jeugdzorg - escaleren en problemen scheppen
Jeugdzorg - escaleren en problemen scheppen
Dat
is de werkwijze van jeugdzorg en dat is wat onze politiek laat bestaan als
stelsel van jeugdhulpverlening. Men beweert vanuit de sector ‘hulpverlening op
gang te brengen’ maar in de praktijk zit jeugdzorg de hulpverlening vaak in de
weg (wachtlijsten kunnen ze niets aan doen, maar ook dat doet zaken
escaleren - dankjewel Transitie) of zij creëert problemen die er niet zijn door
een schier eindeloze reeks aan ‘zorgelijke signalen’ die allemaal een teken
kunnen zijn van kindermishandeling (of niet) waardoor, naar religieus voorbeeld
-‘iedere ketter zijn letter’- altijd wel iets in de lijst bruikbaar en
zorgelijk is dat ‘verder onderzoek’ nodig heeft. Zo worden soms kinderen met
spoed uit huis geplaatst en het onderzoek, dat door de Raad op last van de
rechter gedaan moet worden, kan vervolgens een half jaar of langer duren.
Ondertussen is het (jonge) kind goed gehecht in het pleeggezin en zou het toch
‘traumatisch’ voor het kind zijn om het terug te plaatsen. Al die verandering.
Het kind herplaatsen bij andere pleegouders of tehuizen van jeugdzorg kan dan
weer wel, want dat leidt kennelijk niet tot ‘hechtingsproblematiek’. Nog zo’n
toverwoord dat ze nooit specificeren. De pedagogische theorieën over het belang
van identiteitsvorming bij jeugdigen en hun genetische aanleg, daar hoor je
jeugdzorg liever niet over, want dat levert niets op. (1) Kinderen worden, in
weerwil van alle klachten over de jeugdzorginstanties door de jaren heen, nog
steeds in toenemende mate gezien als een productie-eenheid, een stuk
werkverschaffing voor de sector en niet als een levend wezen dat op organische
wijze deel uitmaakt van zijn familiesysteem. Men kan het eenvoudige
rekensommetje niet maken hoeveel hulp (opvoeding, maatschappelijk werk, etc)
geleverd kan worden per week aan een gezin met twee of drie kinderen, als je
dat afzet tegen de kosten van drie uithuisplaatsingen en alle rechtszaken die
daarbij horen. De goedkoopste uithuisplaatsing is €40.000,- en dat kan oplopen
tot gesloten plaatsing van ruim €100.000,-. Zelfs uitgaande van het laagste
bedrag kun je i.p.v. drie kinderen uit huis te plaatsen voor
honderdtwintigduizend euro hulp en ondersteuning bieden op jaarbasis binnen het
gezin.
De
jeugdzorgmisère samengevat
Laat
ik de jeugdzorgellende nog eens samenvatten: Rechtbanken in Nederland zijn
zwaar overbelast (wachtlijsten en korte zittingstijden) en rechters begrijpen
weinig van de jeugdzorg. De toevoeging voor minder draagkrachtige ouders is
afgeschaft tot het moment dat een casus naar de RvdK gaat (geen advocaat in het
voortraject, dus kansloos), de sociale wijkteams hebben alle beloften van vóór
de Decentralisatie niet waargemaakt; ze zijn géén centrale toegangspoort
geworden tot de jeugdzorg en ze zijn ook in de meeste gevallen niet deskundig
(volgens huisartsen) ondanks pretenties en wensdenken omtrent de ‘generalist’, het ‘invliegen
van expertise’ of zelfs het vrijwillig delen van ggz-kennis met de sociaal
werkers van het wijkteam. Veilig Thuis functioneert net zo beroerd als het
vroegere AMK, maar is door verschillende ‘mishandelingsrages’ zoals PCF (2) nog
gevaarlijker geworden dan eerstgenoemde. In internationaal verband wordt het
ouderlijk gezag systematisch ondermijnd, zowel vanuit de Mensenrechtenverdragen
(Dwyer, Jan C.M. Willems) (3) als vanuit verschillende regeringen die meer
greep willen krijgen op hun burgers door zogenaamd ‘verborgen trauma’s op te
sporen bij kinderen op scholen (ACE’s/ABE’s) of het aanstellen van een ‘Named
Person’ (4) een voogd voor het kind vanaf de geboorte voor alle gezinnen, ook als
er helemaal niets aan de hand is. Het Engelse Hooggerechtshof veroordeelde dit
plan in juli 2016 (5), maar in Schotland gaan ze er gewoon mee door en ook het
Nederlands Jeugdinstituut bleef het propageren (6), samen
met de Kansencirkel. Overheden willen koste wat het kost achter de voordeur
komen van gezinnen, omdat ze te laf en te politiek-correct zijn om de echte
probleemwijken aan te pakken waar de kinderbescherming al honderd keer had moeten
ingrijpen. (7)
De
belofte van de Transitie
We zijn nu bijna vier jaar onderweg en de toegevoegde waarde van de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten is nergens uit gebleken. Er is sprake van zowel een juridisch probleem (‘drang is een grijs gebied’) als een deskundigheidsprobleem (specialistische kenniscentra zijn wegbezuinigd) en van het ‘ontlabelen, normaliseren en demedicaliseren’ -het grote thema van de Decentralisatie- is niets terecht gekomen. In de aanloop naar de Transitie werden gemeentelijke wijkteams zo beducht voor de beschuldiging een tweede ‘kinderrover’ te worden zoals Bureau Jeugdzorg dat de meesten zich liever beperkten tot lichte opvoedhulp en toen de wachtlijsten bij de j-ggz steeds meer mensen ging alarmeren door berichtgeving in de media begonnen ze als gekken door te verwijzen naar die vorm van jeugdhulp. Ironisch genoeg hadden zij juist de rem moeten zijn op die vorm van hulpverlening (zelfs huisartsen werden door gemeenten onder druk gezet cliënten eerst bij het wijkteam langs sturen om voor hun medisch advies een bureaucratisch stempel van goedkeuring/afkeuring te krijgen), maar ook gemeenten willen niet geassocieerd worden met wachtlijsten voor suïcidale jongeren, dus….doorverwijzen maar! Ofwel, hoe men van een kosten besparende sociaal-pedagogische utopie terecht kwam in een financiële nachtmerrie.
Hoe kon dit gebeuren?
Was
de Transitie links of rechts?
Aangezien
een kabinet van VVD en PvdA de Decentralisatie erdoor gedrukt heeft (de directe
doorverwijzing door de huisarts naar j-ggz wilden ze blokkeren en de regie
geven aan het wijkteam!) rijst de vraag hoe sociaal of liberaal deze sociale
omwenteling eigenlijk was. Maar dezelfde vraag zou gesteld kunnen worden
aangaande jeugdzorg in de jaren voorafgaand aan de Transitie. Er komen in
dit veld altijd twee elementen samen die bij elkaar een nog kwalijker invloed
hebben dan afzonderlijk; de liberale neiging om de burgers aan hun lot over te
laten (geherkaderd als ‘eigen kracht’) en de socialistische waan dat alles
‘sociale constructie’ is, wat de intrinsieke waarde en uniciteit van het
particuliere gezinsleven ondermijnt. Dit laatste kwam tot uiting in de
utopische ideeën over ouders die gezamenlijk elkaars kinderen gaan opvoeden van
voormalig PvdA-wethouder en één van de aanjagers van de Transitie, Pieter
Hilhorst. (9) Ook de uitspraak van voormalig JBRA-bestuursvoorzitter Erik
Gerritsen ‘…zijn we niet allemaal een beetje jeugdbeschermer’ kwam uit
die koker. (10) In het Koersbesluit ‘Om het kind’ dat als blauwdruk diende
voor de vormgeving van de Decentralisatie in Amsterdam viel te lezen: “Niet
alleen ouders van ‘zorgkinderen’, maar alle ouders worden aangesproken op hun
‘opvoed- en zorgplicht voor eigen en andermans kinderen.” (11) Een duidelijke aanwijzing dat de jeugdzorgproblematiek in hoge mate werd opgevat als een gebrek aan sociale cohesie en mislukte integratie.
Voor
een goed verstaan van het misbaksel dat de Decentralisatie heet, moeten de
afzonderlijke motivaties van links en rechts apart worden bekeken voordat ze in
samenhang worden gezien. De VVD wilde geld besparen op de jeugdzorg (en tegelijkertijd
streng zijn i.v.m. jeugdcriminaliteit die zo snel mogelijk de kop ingedrukt moest
worden) en de PvdA wilde dat jeugdzorgwerkers fijn hun werk konden doen zonder
al teveel regels (PvdA!) en voor kinderen die hulp nodig hadden geen
wachtlijsten meer. De VVD wilde preventief ‘achter de voordeur komen’ en de PvdA vond dat een goed idee als
daarbij het sociale netwerk werd geactiveerd om het ‘probleemgezin’ (daar gaan
we even vanuit) te ondersteunen. Een win-win-situatie, want de jeugdzorgwerker
had een leukere baan en de belastingbetaler kreeg een minder hoge rekening.
Waar ze elkaar nog meer vonden was op het gebied van j-ggz, want de VVD vond
ouders met een autistisch kind of een ADHD-kind maar ‘aanstellers’ dus die
labeltjes konden er af en gewoon lekker gaan voetballen! (12) De PvdA geloofde
dat het probleem wel ‘echt’ bestond, maar dat het grotendeels ‘sociaal’ van
aard was, wat de betrokkenheid van het hele sociale netwerk noodzakelijk
maakte. De gezinsmanager kon dat ‘organiseren’. (Let op het woord ‘manager’ uit
het bedrijfsleven afkomstig, toegepast op maatschappelijk werk. Het klinkt vriendelijker dan gezinsvoogd met de associatie van 'bevoogdend', maar ze doen hetzelfde werk.)
Wat
ging er mis?
Het is onmogelijk om ieder onderdeel van de Decentralisatie vanaf de vroegste kiem te behandelen zonder een heel boekwerk te schrijven, maar er zijn verschillende stromingen samengekomen in wat uiteindelijk de Transitie of de Decentralisatie van de jeugdzorg werd genoemd. Sommige concepten waren bedacht door pedagogen, andere door jeugdzorgbestuurders. Er waren aanbevelingen van de RMO, de rekenkamer, de werkgroep Transitie jeugdzorg, verschillende oudergroepen, advocaten, cliëntenraden, enz, maar een duidelijk uniform beleid is er nooit gekomen. Het bleef bij lichtgewicht ‘proeftuinen’ die geen enkele voorspellende waarde hadden in de aanloop naar de Transitie (ook al omdat de meeste cijfers nog niet binnen waren toen de Tweede Kamer erover moest stemmen) en het eindeloos herhalen van kreten als ‘één gezin, één plan, één regisseur’, ‘dichter bij de burger’, gezwets over ontlabelen/normaliseren en de ‘eigen kracht’ stimuleren, zonder dat dit ideologisch te verenigen was met de volledig eraan tegengestelde beweging van ‘achter de voordeur komen’ en het plan om de wijkteams over alles de regie te geven. De gemeenten kregen het erg druk met huisartsen te hinderen bij de directe doorverwijzing naar j-ggz hulp en gaven de generalist van het wijkteam doorzettingsmacht om op te schalen naar de beschermtafel/RvdK als ouders geen ‘hulp’ wilden accepteren, bestaande uit eigen buren, familie en vrienden. Het Perspectiefplan van de Amsterdamse wethouder van jeugdzaken Simone Kukenheim waarmee alle huisartsen de taak van sociaal werker naar zich toegeschoven kregen, werd door de Huisartsen-kring Amsterdam/Almere resoluut van de hand gewezen en zo modderde de gemeente Amsterdam net als de meeste andere steden in Nederland vrolijk verder. (13) De j-ggz kosten gingen niet zoals beoogd naar beneden, maar rezen al snel de pan uit, terwijl de allochtone gezinnen de weg naar deze vorm van hulpverlening nog steeds ‘niet wisten te vinden’ volgens de Kamerbrief van Teeven en Van Rijn. (14) Integratieproblematiek leidend tot jeugdcriminaliteit werd dus via de wijkteams ook niet ondervangen en daar hadden ze wel een beetje op gerekend.
Ideologische
verwatering
De
ideologische verwatering van de grote politieke partijen heeft het mogelijk
gemaakt dat er een sociale omwenteling tot stand is gekomen die noch liberaal
is (zelfbeschikking), noch sociaal (hulp van de overheid), maar een hutspot van
tegengestelde ideeën en elkaar tegenwerkende mechanismen, waarbij de beoogde
kracht van de Transitie de grootste zwakte is gebleken; eindeloos geëxperimenteer
van mensen die steeds opnieuw het wiel proberen uit te vinden. Bij alles wat
mis ging was steevast het antwoord ‘We zijn nog bezig elkaar te ontdekken en
van elkaar te leren’, terwijl kwetsbare gezinnen de wachtlijsten zagen
terugkeren en normale gezinnen met dezelfde drang-en-dwangterreur werden
geconfronteerd als bij het oude AMK (Veilig Thuis) en Bureau Jeugdzorg. Er
is niets verbeterd, maar het hele systeem is nu wel totaal gefragmenteerd en het
aantal overheidsplannen om op een ondoorzichtige manier gezinnen binnen te
dringen neemt toe. De Bureaus Jeugdzorg voldeden niet aan de opdracht om als
toegangspoort te fungeren tot de jeugdhulp door een gewone hulpvraag te
onderscheiden van kindermishandeling (ging naadloos in elkaar over en niemand
vertrouwde ze meer), de Centra voor Jeugd & Gezin werden niet die
‘laagdrempelige toegang’ tot de jeugdhulp en de Sociale Wijkteams zijn dit
evenmin. Dat is de reden dat men het tegenwoordig zoekt in ACE’s, ‘Named
Person’, GIRFEC, SMECC* en tenslotte algoritmes (15) om kindermishandeling op
te sporen via mensen hun postcode. Allemaal wanhoopmiddelen die verraden dat
het niet lukt om al die virtueel mishandelde kinderen op te sporen, terwijl van
de kinderen die echt deskundige hulp nodig hebben, de ouders doodsbang moeten
zijn voor de verdenking van kindermishandeling. In de jeugdzorg zien we de
democratie en de rechtsstaat langzaam afkalven, want in welk
verkiezingsprogramma van welke partij zijn we de ACE’s, GIRFEC, SMECC (16) of
de Named Person tegengekomen? Politieke partijen hebben helemaal geen eigen
visie op jeugd of jeugdzorg, want ministers en staatssecretarissen zijn als
lifters langs de weg die even mogen meerijden in de jeugdzorg-bus in de korte
periode dat ze ‘aan de macht zijn’. De koers is al lang bepaald door
lobbygroepen, vooral vanuit de sector zelf en vaak in internationaal verband.
*SMECC:
“Vanuit de Raad van Europa (een groter verband dan de EU, met 47 Europese lidstaten) is er de beginnende ontwikkeling richting positief opvoeden op basis van internationale kinderrechten en nationaal in te voeren familierechtelijke verboden op het slaan en vernederen van kinderen (nu in 32 van de 47 lidstaten van de Raad van Europa, in Nederland sinds 2007). Zo’n familierechtelijk verbod is te zien als een proto-M van SMECC, maar nog ver verwijderd van een echte M: de Minimumstandaard, ofwel de familierechtelijke regeling van de uitoefening van ouderlijk gezag nadat aan minimale criteria voor voorbereid ouderschap is voldaan. Ouderlijk gezag is dan geen automatisme meer bij de geboorte van een kind, maar iets dat voorbereiding en (waar nodig extra) ondersteuning vereist.
“Vanuit de Raad van Europa (een groter verband dan de EU, met 47 Europese lidstaten) is er de beginnende ontwikkeling richting positief opvoeden op basis van internationale kinderrechten en nationaal in te voeren familierechtelijke verboden op het slaan en vernederen van kinderen (nu in 32 van de 47 lidstaten van de Raad van Europa, in Nederland sinds 2007). Zo’n familierechtelijk verbod is te zien als een proto-M van SMECC, maar nog ver verwijderd van een echte M: de Minimumstandaard, ofwel de familierechtelijke regeling van de uitoefening van ouderlijk gezag nadat aan minimale criteria voor voorbereid ouderschap is voldaan. Ouderlijk gezag is dan geen automatisme meer bij de geboorte van een kind, maar iets dat voorbereiding en (waar nodig extra) ondersteuning vereist.
Hoewel
het verbod op slaan en vernederen in de opvoeding steeds meer ingang vindt,
leidt dat nog nergens tot voldoende informatie over en steun bij opvoeden
zonder fysiek en psychisch geweld. Laat staan dat er al kinderrechtenactivisten
en -organisaties zijn opgestaan om de uitoefening van ouderlijk gezag te koppelen
aan Minimumvoorwaarden van voorbereiding en (acceptatie van) ondersteuning.
Ondersteuning – en interventie – niet pas nadat kinderen
trauma’s/hersenbeschadiging hebben opgelopen, maar al tijdens de zwangerschap
of liever nog: vanaf de kinderwens.”
De
Nederlandse afwijking
Onze nationale ziekte is de onbedwingbare neiging om jeugdhulp altijd in verband te willen brengen met kindermishandeling (in België is dat heel anders), waardoor op termijn binnen ieder nieuw systeem ouders de hulpverlening gaan wantrouwen. Iedere tien jaar zien we hetzelfde patroon zich herhalen met weer een nieuwe generatie die denkt de oplossing te hebben gevonden voor een sector waarbinnen hulpverleners bovenal in gevecht zijn met zichzelf en daarnaast met ouders, omdat ze van overheid en beleidsmakers opdrachten mee krijgen die in de regel onhaalbaar en onuitvoerbaar zijn en die een verkeerd fundament hebben in filosofische en politieke zin. GIRFEC is het nieuwste ‘label’, de zoveelste vlag waaronder die geestesziekte schuil gaat van schuimbekkende beleidsmakers en zorgprofessionals die dromen van een ideale samenleving waarin ieder kind is gekoppeld aan een betaalde kracht, zodat de ‘gevaarlijke’ ouders tijdig op een zijspoor kunnen worden gezet als ze niet netjes binnen de lijnen van de staatsideologie en de plannen van de kindermelkers passen. Komen ouders nog steeds niet vrijwillig naar de Gecertificeerde Instelling, het Centrum voor Jeugd & Gezin, het Sociale Wijkteam of de Ouder-Kind-adviseur? Geen nood, dan komen de kindermelkers op slinkse wijze de school binnen, de ziekenhuizen en via de klusjesmannen van de woningbouwvereniging ook de huiskamer, terwijl kappers, schoonheidsspecialisten en badmeesters die een cursus Meldcode hebben gevolgd de rest van het maatschappelijk leven tot gevaarlijk terrein maken.
De
politisering van de jeugdhulp
Je
voelt je als ouder een informant in een getuigen-beschermingsprogramma, want je
wordt dag en nacht in de gaten gehouden. (17) Niet voor je eigen veiligheid, maar
die van je kinderen. Die kinderen die dolgraag verlost willen zijn van die
verfoeide biologische band (‘bloedband-mythe’ (18); want wat is nu DNA en
waarom aandacht voor de identiteit/afkomst van jeugdigen?) (19), zodat ze
volgens een overheidsprogramma van sociale constructie en maakbaarheid, perfect
gemodelleerd kunnen worden naar dat soort argeloze collectief aangedreven
burgers waar we er al veel te veel van hebben. Wie zich verdiept in de ideeën
van Jan C.M. Willems en zijn politisering van de jeugdhulp volgens SMECC
ontdekt dat de staat in toenemende mate de plaats gaat innemen van de samenleving,
zoals Dr. Stuart Waiton in Schotland al waarnam in verband met de ‘Named
Person’. (20) Bij SMECC komen therapeutische, pedagogische en politiek-sociale
ideeën samen, waarbij uiteraard ouders weer de ‘zwakste schakel’ zijn en voor
wie tussen de regels doorleest een behoorlijk obstakel voor het veilig
opgroeien van het jonge kind. De sociaal-maatschappelijke indoctrinatie van
kinderen die centraal staat bij SMECC (zij moeten zich bewust worden van hun
democratische- en kinderrechten waarbij zij hoger staan in rangorde dan hun
ouders!) wijst duidelijk in de richting van een pedagogisch beeld van het kind
dat volledig is ingebed in een wereldbeschouwing waarbij politieke participatie
van kinderen en wereldvrede de streefdoelen zijn (denk aan kind-burgemeesters,
Raad van kinderen, enz). (21) Kinderen hoeven niet langer gezond en gelukkig op
te groeien, ze moeten de hele wereld tot een aards paradijs maken. Wie denkt
dat deze op hol geslagen flauwekul een brug te ver gaat, onderschat tot waar
bepaalde ontwikkelingen rondom onze kinderen al zijn gevorderd. SMECC, Girfec,
ACE’s…ze hebben één ding gemeenschappelijk; de grote boosdoeners zijn de ouders
en wie er anders over denkt is een ‘gevaar voor het kind’.
Sven
Snijer
Lees hier deel 1 van “Jeugdzorg - Van sociale utopie naar pedagogische
heilstaat”
“Verschillende
cliënten waarmee is gesproken, gaven aan dat hulpverleners dreigden met een
gang naar de kinderrechter of een uithuisplaatsing als zij niet zouden
meewerken. De kinderombudsman vindt dergelijke dreigementen ongepast en
contraproductief. Er is dan sprake van intimidatie zonder dat ouders zich hiertegen
kunnen verweren…”
Kinderombudsman Rotterdam 26 feb 2018 – “Is er nog een plekje vrij"
http://svensnijer-essays.blogspot.com/2018/05/gemeenten-voeren-geen-regie-over-de.html
https://www.nationalezorggids.nl/jeugdzorg/nieuws/50299-jeugdartsen-opvoedhulp-moet-stress-bij-kinderen-verminderen.html
(17) http://jeugdzorg-darkhorse-plus.blogspot.com/2019/09/goede-jeugdzorg-weg-er-mee.html
"Toch was dit een aanleiding om vanuit school een melding te doen bij Veilig Thuis! Veilig Thuis? Ja wij zijn verplicht melding te doen als wij ons zorgen maken. Kan dat andersom ook? Veilig school??? Enfin deze melding is met ons besproken. Ik wist ervan maar begrijpen zal ik het niet Waarom deze negatieve inzet? Het voelt als ouder alsof je het niet goed doet, mishandelt of wat dan ook. De alarmbellen gaan bij mij rinkelen: HELP wat is er loos, we doen toch onze best zetten ons volledig in maar toch dit … een trap na …. geen vertrouwen in ons als ouder voelt vreselijk !!!”
(18) “Dus bloedband – laten we ook dat woord verbannen – moet zijn zorgband. De kwaliteit daarvan bepaalt de toekomst van het kind en op grotere schaal van de maatschappij, de mensheid en – volgens Robin Grille, auteur van Parenting for a Peaceful World – de wereldvrede.”
(17) http://jeugdzorg-darkhorse-plus.blogspot.com/2019/09/goede-jeugdzorg-weg-er-mee.html
"Toch was dit een aanleiding om vanuit school een melding te doen bij Veilig Thuis! Veilig Thuis? Ja wij zijn verplicht melding te doen als wij ons zorgen maken. Kan dat andersom ook? Veilig school??? Enfin deze melding is met ons besproken. Ik wist ervan maar begrijpen zal ik het niet Waarom deze negatieve inzet? Het voelt als ouder alsof je het niet goed doet, mishandelt of wat dan ook. De alarmbellen gaan bij mij rinkelen: HELP wat is er loos, we doen toch onze best zetten ons volledig in maar toch dit … een trap na …. geen vertrouwen in ons als ouder voelt vreselijk !!!”
(18) “Dus bloedband – laten we ook dat woord verbannen – moet zijn zorgband. De kwaliteit daarvan bepaalt de toekomst van het kind en op grotere schaal van de maatschappij, de mensheid en – volgens Robin Grille, auteur van Parenting for a Peaceful World – de wereldvrede.”
Jan
C.M. Willems, ‘Hoe kindermishandeling terug te dringen’, juni 2017
(20)"Girfec
- Jeugdzorg infiltreert het onderwijs deel 1 en 2"
Update 12 december 2019:
Stop drang en dwang in passend onderwijs