maandag 18 april 2016

De onbegrepen vrijheid in de westerse samenleving



Wie met hardcore islamcritici in discussie gaat, ontdekt dat de meesten van hen niet weten op welke basis ze hun islamkritiek moeten funderen, voornamelijk omdat ze te weinig besef hebben van de fundamenten van hun eigen identiteit als burger van de westerse samenleving. Met ‘vrijheid’ en ‘vrijheid van meningsuiting’ wordt vaak gezwaaid als identiteitsvlag, maar als je vraagt naar de herkomst van die vrijheid, de geschiedenis ervan, dan volgt er vaak een hoop onsamenhangend gestamel waarna al snel de aanval wordt ingezet op de ‘onvrijheid en achterlijkheid’ van de islam om langs de via negativa te ontdekken wie men zelf is. Meestal komen islamcritici met een hutspot van oude en nieuwe waarheden waarbij ze regelmatig verspringen in redeneertrant afhankelijk van of het onderwerp de islam betreft of het westen. Het westen wordt afwisselend als wetenschappelijk-seculier neergezet, als ‘joods-christelijk’ of als ‘humanistisch, tolerant en vredelievend’. De meesten valt het niet op dat deze verschillende identiteiten al behoorlijk met elkaar in strijd zijn en nog minder zijn ze zich ervan bewust dat ze daarbij verschillende vormen van argumentatie toepassen op de islam en op de eigen cultuur, wat neerkomt op ‘met twee maten meten’.

Schotsenspringen

Om het nog ingewikkelder te maken wordt evenmin onderscheid gemaakt tussen cultuuraspecten, theologische inhouden, politiek-economische verhoudingen of een degelijke indeling in geschiedenisperioden. Het is allemaal één grote brij en meestal wordt de tactiek toegepast van het schotsen springen; als één argument niet langer houdbaar is wordt overgegaan op een andere redeneertrant, een ander onderwerp of een andere context. Wanneer er bijvoorbeeld gesproken wordt over de wetenschappelijke ontwikkelingen in de islam dan is meestal de tegenwerping dat de islam zeker in de laatste eeuwen niet veel heeft bijgedragen aan de wetenschap. Dat is historisch juist, maar daarom nog geen weerlegging van het feit dat wetenschap eeuwenlang mogelijk was in de islam en dat deze religie daarom dus niet principieel ‘onwetenschappelijk’ is. De essentiële theologische conclusie bij de moderne historische feiten klopt niet, want als de islam in het geheel niet met rationaliteit te verenigen was dan kon dat in het verleden ook niet zijn gebeurd.

Modernisme als westerse hegemonie

Daarnaast is een veel gehoorde redenering dat de wetenschap in Europa voort zou komen uit de christelijke cultuur, omdat deze een rationele basis had. Dit is een problematische stelling omdat een openbaringsgeloof zoals jodendom, christendom en islam nooit een rationele basis kan hebben. Het wezen van openbaring is nu juist dat het ‘geen menselijke kennis’ betreft, maar een waarheid rechtstreeks van God of de Goddelijke wereld afkomstig. Het rationele element van het christendom was niet wezenlijk ‘christelijk’ maar een geïmporteerde invloed, zoals ze dat ook in de islam was. Een kenmerk van de islam is dat ze deze geïmporteerde invloeden -die behalve filosofie ook wetenschap, geneeskunde, spiritualiteit en vele andere zaken omvatten- pas in een vergevorderd stadium van haar ontwikkeling met argwaan begon te beschouwen. Om precies te zijn vanaf de koloniale tijd, toen de westerse cultuur door de moslims werd geïdentificeerd met militaire hegemonie en ze de culturele invasie van het westen in islamitische landen gelijk begonnen te stellen aan de moderniteit als zodanig. Het is geen toeval dat de politieke islam met nadruk niet de westerse technologie verwerpt (zoals de christelijke Amish niet autorijden, maar zich met paard en wagen verplaatsen), maar wel de westerse waarden en levensstijl. Islamisten zijn niet tegen wetenschappelijke ontwikkelingen, maar tegen het atheïsme en secularisme van westerse samenlevingen die ze gelijkstellen aan egoïsme en hedonisme en die een bedreiging vormen voor de puriteinse islam die ze nastreven. De politieke islam is in die zin ook niet ‘achterlijk’ maar eerder opzettelijk onvrij, in de betekenis van anti-westers, niet-seculier en ‘geen mensenwerk’. 

Eenheid in verscheidenheid

Deze sterke antiwesterse sentimenten die een politiek antimodernisme en anti-hegemonisme voorstellen, vertalen zich als culturele verwerping van alles wat niet ‘authentiek islamitisch’ is, alsof er ooit een tijd is geweest waarin de islam geen culturele uitwisseling kende met andere beschavingen. In werkelijkheid deed de islam niets anders, want als wereldreligie die zich uitstrekte van Marokko in Noord-Afrika tot Indonesië in het verre Azië, was culturele uitwisseling niet alleen onvermijdelijk en noodzakelijk om de eenheid van de islam te bewaren in zoveel verschillende culturen, maar in veel gevallen bracht het de islam ook grote bloei en vooruitgang op elk gebied. De pure authentieke islam van de islamisten heeft nooit bestaan en de resolute afwijzing van andere culturen (identiteitspolitiek) is een moderne uitvinding. Er heeft een vroege islam bestaan, die vóór de Arabische expansie van start ging een soort stadstaat vormde in Medina, maar dat was geen goed georganiseerde of hoog ontwikkelde stadscultuur, zoals de islam later zou tegenkomen in veroverde gebieden als Syrië, Perzië, Egypte of India. Het ging om een half nomadische stads-cultuur, waarin tribale verbanden een grote rol speelden en de samenleving die daar door Mohammed bestuurd werd had ook het karakter van bondgenootschappen tussen stammen.

De monolithische islam bestaat niet

Als gewone moslims spreken van ‘de islam’ dan bedoelen ze niet slechts die korte periode van het stadsbestuur door Mohammed, waar enkele veldslagen en plundertochten op karavanen een onderdeel van waren, maar de gehele geschiedenis van de islam met alle culturele aspecten van beschavingen die zich,  vrijwillig of door verovering, door de eeuwen heen met deze religie hebben verbonden. De monolithische islam van de islamisten bestaat niet en heeft nooit bestaan, wat wel blijkt uit de zuivering die ze de laatste honderd jaar uitvoeren in eigen gelederen vanuit het wahabistische Saoedi Arabië. Alle soefi-invloeden uit het verleden (de mystieke islam) proberen ze uit te wissen, te verbieden of opnieuw uit te leggen in een orthodox betekeniskader, met weglating van te tolerante of universele opvattingen van de betreffende soefi-heilige. En niet zelden gaat het daarbij om specifiek sjiitische  leerstellingen en gebruiken, want het is vooral de Perzische mystiek geweest die de islam doordrenkt heeft van ‘Liefde boven de Wet’ al probeerden de meeste van haar aanhangers de leer in te passen in de traditionele islam. Er is een complete geschiedvervalsing aan de gang die moslims wil doen geloven dat de islam altijd op eigen benen heeft gestaan en dankzij haar eigen geloofswaarheden veertienhonderd jaar heeft kunnen groeien en verdiepen. Deze totalitaire poging om de islam te ‘zuiveren’ is niets anders dan een verkrampte reactie op de moderniteit die door het westen is opgelegd aan islamitische landen als universele wereldorde van soevereine staten met een seculier karakter.

Islamisme is geen ‘revival’

Veel mensen in het westen die de beeldvorming van de islamisten volgen -zowel moslims als islamcritici- menen nu dat de islam altijd al afwijzend heeft gestaan tegen wetenschappelijke kennis of culturele uitwisseling en begrijpen niet dat het een recent verschijnsel is. Evenmin begrijpen de aanhangers van de multiculturele samenleving dat het islamisme geen ‘islamitische revival’ is, maar een modern verschijnsel dat terug gaat op een gefingeerd verleden. De traditionele islam kende geen eenheid van religie en staat (din wa dawla), want wat ideologisch één geheel was bleek in de praktijk vaak gescheiden. Ook in de islamitische wereld waren wereldlijk gezag en islamitisch recht verschillende terreinen, want shari’a-wetgeving kreeg vaak ‘achteraf’ gestalte naar de politieke beslissingen van de islamitische heerser. Verschillende islamkenners en specialisten in islamitisch recht hebben aangetoond dat een islamitische wetgeving (shari’a) die in de grondwet verankerd is nooit heeft bestaan in de wereld van de islam. Op basis van jurisprudentie en traditie namen onafhankelijke rechters individuele beslissingen in verschillende zaken. Wel is het islamitisch recht in de loop van eeuwen steeds meer een versteend karakter gaan vertonen, terwijl het daarvoor soepeler van interpretatie was, maar de islamitische wet als een totalitaire orde van bovenaf opgelegd is een moderne uitvinding van de islamisten.

‘Protocols of the Elders of Zion’

Het belangrijkste om daarbij te beseffen is dat dit geen religieus project is, maar een politieke doelstelling die wordt gelegitimeerd met religieuze middelen, waarvan de ‘authenticiteit’ in veel opzichten ver te zoeken is. Het duidelijkst komt dat naar voren in de antisemitische kern van het islamisme, dat anders dan islamcritici vaak denken niet in de eerste plaats met Koran of hadith-teksten te maken heeft, maar met de ‘Protocols of the Elders of Zion’, een vervalst westers antisemitisch document dat voortborduurt op een lange Europese traditie van antisemitisme. Dit document gaf Hitler inspiratie, de Jodenhaat van autofabrikant Henry Ford werd erdoor gevoed, die van de Fransen, Russen, Engelsen, Italianen en uiteindelijk ook de Pan-Arabische nationalisten en in onze eigen tijd de islamisten, voornamelijk door het werk van Seyyed Qutb en Hassan al Banna. Niets wat in de ‘Protocols’ staat is terug te vinden in de Koran of Hadith, want over een ‘wereldwijde samenzwering van joden door de beheersing van banken en media’ kan Mohammed nooit gesproken hebben. Bovendien was het perspectief van Mohammed niet verder reikend dan het Arabië van toen, met de eventuele mogelijkheid om op een dag het rijk van de Byzantijnen of Sassanieden aan te vallen. Mohammed had geen idee hoe de rest van de wereld eruit zag, hoeveel joden er woonden of hoe die zich gedroegen. Het geschil dat Mohammed had met de joden was persoonlijk en had te maken met het feit dat de meesten van hen geen boodschap hadden aan zijn openbaringen en in hem niet de zoveelste profeet zagen in de lijn van Oudtestamentische profeten (buiten het feit dat ze niet in Jezus geloofden, die door Mohammed ook werd opgenomen in de rij van voorafgaande profeten). Natuurlijk voelde Mohammed zich afgewezen en hebben een aantal van zijn openbaringen en Hadithteksten een anti-joods/christelijk inhoud gekregen, in de betekenis van het niet aanvaarden van de boodschap van de Koran en het blijven vasthouden aan eerdere openbaringen (Tenach, Bijbel) in een traditie waarvan Mohammed zijn eigen openbaringen zag als een voortzetting en opheldering.

Modern antisemitisme in de islam

Het is bekend dat Mohammed de joden en christenen zag als ‘mensen van het Boek’ wat een licht discriminerende betekenis had van ‘minder dan een moslim’, maar nog altijd beter dan afgodendienaren en atheïsten, want tenminste waren ze monotheïstisch gelovig. Hij hield de deur voor ze open om zich alsnog te bekeren tot de islam ook al was hij ongetwijfeld verbitterd over het feit dat een meerderheid van joden in Arabië zijn nieuwe leer niet wilde aanvaarden, omdat hij aan het begin van zijn profetische loopbaan vooral bij de joden hoopte steun en aanhang te verwerven. Het moderne antisemitisme van de moslims onder invloed van de politieke islam (ook in Europa) heeft daarom weinig van doen met Mohammed en zijn wrijving met de joodse stammen. Weliswaar lijken een aantal bronteksten mooi aan te sluiten op het antisemitisme van de Europeanen, maar alle wereldomspannende samenzweringsideeën die vooral het moderne Europese antisemitisme kenmerken, komen daar niet in voor. Het is echter wel het streven van de islamisten om hun antisemitisme aan de man te brengen als ‘puur islamitisch’ en niet ontleend aan westerse bronnen. Daarom doen ze het voorkomen alsof de Protocols enkel bevestigen wat in de islam al bekend is vanaf de tijd van Mohammed. De antisemitische passages in hun eigen bronteksten worden ten onrechte gelijkgesteld aan -en als voorloper voorgesteld van- het antisemitisme als genocidale ideologie die in Europa opkwam aan het begin van de twintigste eeuw.

Vervalste authenticiteit van islamisten

De Pan-Arabische nationalisten, de voorlopers van de islamisten bij de moderne islamitische identiteitsvorming, hadden er geen moeite mee om toe te geven dat ze hun Jodenhaat rechtstreeks van Europeanen hadden overgenomen. Bij de islamisten echter, die islamitische ‘authenticiteit’ als één van hun politieke speerpunten hebben, kan en mag het geen ‘geïmporteerde invloed’ zijn, maar moet het antisemitisme een zuiver islamitisch product zijn. Daarom sluiten ze aan bij het conflict dat Mohammed persoonlijk had met enkele joodse stammen en trekken deze historische gegevens naar een mondiaal niveau in een tijdloze werkelijkheid waar de ‘Jood’ als het grote kwaad de eeuwige vijand is van de islam, het ware geloof. Ze gebruiken exact dezelfde teksten als in de ‘Protocols’, alleen het woord ‘beschaving’ of ‘mensheid’ wordt vervangen door het woord ‘islam’. In de Protocols is de ‘Jood’ de vijand van de ‘beschaving’ en bij Seyyed Qutb en eigentijdse islamisten is de ‘Jood’ de vijand van de islam. Het is een kinderlijke vorm van plagiaat, simpel knip en plakwerk, maar het blijkt buitengewoon effectief op het internationale politieke toneel. Mensen van politiek linkse en rechtse overtuiging trappen erin; links denkt dat het islamisme enkel te maken heeft met de Palestina-kwestie en het antiglobalisme (omdat intellectuele islamisten in het westen hun antisemitische uitlatingen vaak matigen en doelbewust enkel spreken van ‘antizionisme’) en rechtse islamcritici denken werkelijk dat Mohammed met zijn persoonlijke leven als voorbeeld de oorzaak is van het genocidale antisemitisme in de Arabische landen, waar ze een eeuw lang de ‘Protocols’ (en later ‘Mein Kampf’) hebben ingedronken, destijds op advies van hun Europese vrienden.  

Godsdienstoorlogen in recent Europees verleden

Wanneer de politieke islam wordt aangezien voor de ‘ware islam’ dan is het niet verwonderlijk dat menigeen denkt dat de islam niet kan hervormen en nooit te verenigen zal zijn met een democratische rechtstaat. Als we ons echter realiseren dat het hedendaagse antisemitisme in het Midden Oosten voor een belangrijk deel te danken is aan westerse propaganda uit een tijd dat antisemitisme nog gewoon ‘in de mode’ was, dan hoeven we voor de islam niet banger te zijn dan voor ons eigen Europese nazi-verleden, de pogroms, de Reconquista en andere bloedbaden gericht tegen joden of überhaupt andersdenkenden en minderheden. Het is merkwaardig om te zien hoe door velen met terugwerkende kracht de Europese beschaving wordt bewierookt alsof de wortels van het hedendaagse humanisme en verlichte opvattingen ver terug gaan in de tijd, terwijl dogmatisme, religieuze terreur en onderdrukking nog maar kort achter ons liggen. Tot de Vrede van Westfalen in 1648 was godsdienstoorlog in Europa de normaalste zaak van de wereld.

Jean Bodin

Het was in 1588 dat Jean Bodin een boek publiceerde over de gelijkwaardigheid van verschillende religies, waarin een Katholiek, een jood, een moslim, een Lutheraan, een Calvinist, een scepticus en een natuurfilosoof met elkaar in gesprek gingen op voet van gelijkheid, maar het boek werd weinig gelezen zodat de echte verdraagzaamheid tussen de volken langer op zich zou laten wachten. Pas vanaf het moment dat niet-religieuze mensen als Fontenelle over religie begonnen na te denken als een ‘primitieve vorm van wetenschap’ kon er over geloofsverschillen objectief en rationeel worden nagedacht. Ook de katholieke denker Giambattista Vico dacht over religie na vanuit ‘de mens en zijn gedrag’, maar net als Fontenelle gingen zijn beschouwingen over alle religies behalve het christendom, want dat was ‘niet geschikt voor wetenschappelijke analyse’. Godsdienstvrijheid en atheïsme waren in deze vooruitstrevende tijden dus nog gevaarlijke onderwerpen. De echte zelfbeschikking van de moderne mens kwam veel later toen Spinoza postuum zijn ‘Ethica’ publiceerde, wat een monument was voor het vrijdenken. De filosoof Thomas Paine (1737 - 1809) die sterk door Spinoza was beïnvloed, gaf later in niet mis te verstane bewoordingen weer hoe hij over openbaringsgeloof dacht en haar zogenaamde ‘heil’ voor de mensheid:  

‘Waaruit ontstonden al de afschuwelijke moorden op hele naties van mannen, vrouwen en kinderen, waar de bijbel mee gevuld is; en de bloedige vervolgingen, en martelingen tot de dood en religieuze oorlogen, die sinds die tijd Europa in bloed en as hebben gelegd; waaruit ontstonden ze, anders dan uit dit goddeloze ding genaamd ‘openbaringsgeloof’ en dit monstrueuze geloof dat God heeft gesproken tegen de mens? De leugens van de Bijbel zijn de oorzaak van de één en de leugens van het Testament oorzaak van de ander.’

Het juk van het geloof

Europa was in een vroeg stadium van haar geschiedenis tolerant op het gebied van religieuze opvattingen, maar dat was vóór het ontstaan van het christendom. In het oude Griekenland konden verschillende filosofische scholen naast elkaar bestaan en was het mogelijk het reële bestaan van de goden (of hun invloed op menselijke zaken) te betwijfelen, al kon men daar ook niet te ver mee gaan. In ieder geval kende men geen dogmatiek van opgelegde geloofsvoorstellingen die vergezeld gingen van dreigingen met hel en duivel, zoals in het christelijke Europa gebruikelijk was. De platonische en stoïcijnse filosofen hadden een redelijke levensovertuiging die in de eerste plaats bewezen moest worden door de persoonlijke levenswijze en in mindere mate door de epistemologische aspecten. Aristoteles sprak over zijn leermeester Plato als een mens die ‘wijs en gelukkig’ was, waar duidelijk uit blijkt dat levensbeschouwing in die tijd geen vlucht in een heerlijk hiernamaals inhield. Het christendom heeft gretig gebruik gemaakt van de Grieks-Romeinse denkers, zoals later ook de Arabische filosofen deden, maar de Rede behoorde aan de filosofie en niet aan het geloof. Het juk van het geloof, haar dominerende invloed op het maatschappelijk leven, heeft tot in de twintigste eeuw doorgewerkt en het is pas sinds de jaren zestig dat de moderne mens echt ‘modern’ en ‘vrij’ begon te worden op de manier zoals hij zijn vrijheid nu verstaat. Een wezen met zelfbeschikking, seksuele vrijheid en onvervreemdbare aangeboren rechten. Religie is pas in de moderne tijd een keuze geworden, want nog niet zo lang geleden werden Nederlanders gewoon in een ‘zuil’ geboren, katholiek of protestant en je haalde je brood alleen bij de bakker van je eigen geloofsrichting. 

Religie als politiek wapen

En daarmee kom ik weer terug op het verschil tussen de politieke islam en de traditionele islam, omdat in het islamdebat door velen hardnekkig twee zaken door elkaar worden gehaald; de culturele achterstand van moslimlanden die nog door een moderniseringsproces heen moeten en het expliciete verzet tegen moderniteit en westerse invloeden door islamisten die hun vermeende traditionalisme en authenticiteit als politiek wapen gebruiken, waarbij ze rekenen op steun van moslims in gemarginaliseerde posities in de Europese ‘diaspora’ (de buitenwijken van grote steden) die zich niet helemaal geaccepteerd voelen en op zoek zijn naar een eigen identiteit die ze bijzonder zal maken en deel van een hechte groep. Het is zeer contraproductief om die twee zaken te verwarren; de culturele achterstand van een religie die behoefte heeft aan rationele geloofskritiek in het veilige kader van een democratische rechtstaat en de doelbewuste politieke beïnvloeding van de islamisten die elke vorm van vooruitgang proberen tegen te houden, daarbij liberale en hervormingsgezinde moslims uitmakend voor ‘ongelovigen’ of ‘huichelaars’ en vergiftigd door ‘joodse leugens’ (secularisme). Zowel vanuit het standpunt van de multiculturele samenleving als dat van de rechtstaat is het onbegrijpelijk dat islamisten niet duidelijker worden tegengesproken, want ze zijn in feite makkelijk te ontmaskeren. Islamisten zijn fundamenteel tegen het bestaan van soevereine staten, die ze als een bedreiging beschouwen van de ingebeelde eenheid van het islamitisch geloof dat vorm moet krijgen in een religieuze wereldorde. Dat is de werkelijke reden dat ze zich aan de lopende band bedreigd, beledigd en onderdrukt voelen, terwijl ze in de meeste gevallen zelf de intolerante agressor zijn. Het is bespottelijk dat wij ons als westerse samenleving houden aan islamitische criteria voor wat wel of niet bespot of bekritiseerd mag worden, want daarmee legt het geloof al een dictaat op aan de rede, alsof religie meer privileges zou hebben dan andere soorten overtuigingen.

Religieuze wereldorde versus seculiere wereldorde

Het Salafisme verbieden is geen oplossing, want daarmee schenden we de godsdienstvrijheid (vrijheid van meningsuiting), maar democratie ondermijnende activiteiten kunnen wel hard aangepakt worden en historische leugens (Holocaust ontkennen) kunnen in het onderwijs aangepakt worden met wetenschappelijke feiten. Laat zoveel mogelijk leerlingen in het middelbaar onderwijs kennis nemen van de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis tegen de stroom van de vroegere geloofswaarheden in en de langzame weg naar vrijheid en emancipatie die we in de westerse wereld hebben afgelegd. Dan hoeven discussies over de islam en radicalisering niet steeds als ‘moeilijk’ en ‘gevoelig’ te worden bestempeld of een ‘zoeken naar een gemeenschappelijke grond’, want die gemeenschappelijke grond was er al voordat moslim-immigranten hier kwamen. De strijd van de politieke islam is een strijd van een religieuze wereldorde tegen een seculiere wereldorde en dat is geen onderwerp voor discussie, maar een risicoanalyse. Het wordt een stap vooruit of achteruit in onze ontwikkeling als westerse beschaving. Proberen intolerantie naar de westerse samenleving en westerse waarden van hier geboren moslims met begrip en welwillendheid tegemoet te treden, alsof het om religieuze waarden zou gaan waar je respect voor moet hebben, is een grote misvatting. Vrijheid van geloof is één ding, respect hebben voor de inhoud van een geloof is wat anders. Geloof dat de toetssteen van de rationaliteit en menselijkheid niet kan doorstaan heeft in onze pluralistische samenleving geen bestaansrecht en daarom moet vooral de politieke islam worden bestreden, terwijl de traditionele islam dringend aan hervorming toe is.

Sven Snijer