Open
brief aan de ministers en staatssecretarissen van de betrokken departementen.
Den
Helder, 16 augustus 2019
Geachte: Minister van Justitie Grapperhaus
Minister van Defensie
Bijleveld-Schouten
Staatsecretaris van justitie
Broekers-Knol
Staatsecretaris van defensie
Visser
Korpschef Hoofdcommissaris
Akerboom
Commandant der Strijdkrachten
Luitenant-admiraal Bauer,
Op
19 oktober 2017 werd mijn zoontje van 4 tegen de beschikking van het
Gerechtshof, tegen de wet en tegen de richtlijn vanuit het Ministerie (1) bij
mij uit huis gehaald.(2) Dit
gebeurde door twee jeugdzorgmedewerkers met ondersteuning van twee militairen
van de Koninklijke Marechaussee. Het uit zijn veilige omgeving halen van mijn
zoontje gebeurde met onnodig veel machtsvertoon wat een traumatiserende werking
had op het jonge kind. Mijn zoontje zat in bad en de jeugdzorgwerkers stelden
simpel “wikkel hem maar in een handdoek” om hem mee te geven aan voor
hem twee onbekende vrouwen. Mijn zoontje heeft van angst in het bad gepoept.
De reden dat ik u dit schrijf is dat uw
organisaties / ministeries betrokken zijn bij dit ernstig kind-beschadigende
handelen en dat door aanhoudende weigering de zaak verder te onderzoeken, dit
lange termijngevolgen zal hebben voor mijn zoon. Dit kan worden gekenschetst
als institutionele kindermishandeling door overheids (gerelateerde) instanties.
Jeugdzorg houdt zich niet aan beschikkingen
Mijn zoontje staat onder toezicht van
jeugdzorg (GI). Het gerechtshof had per beschikking een omgangsregeling
vastgesteld nadat jeugdzorg de eerder per beschikking vastgestelde
omgangsregeling zonder tussenkomst van de rechtbank onrechtmatig had stopgezet.
Met het wijzigen (stopzetten) van een per beschikking vastgestelde
omgangsregeling komt jeugdzorg gerechtelijke beschikkingen niet na. De Hoge
Raad heeft bevestigd dat jeugdzorg geen per beschikking vastgestelde
omgangsregeling mag wijzigen zonder tussenkomst van de rechtbank. In de
praktijk komt dit echter veelvuldig voor. Jeugdzorg stelt zich met haar
handelen boven de wet.
De politie en het Openbaar Ministerie volgen
jeugdzorg op goed geloof, zonder basis van feiten. Medewerkers van de politie stellen zelfs dat
ze niet aan ‘waarheidsvinding’ doen als jeugdzorgwerkers iets beweren. Alles
nemen ze zonder toetsing voor waar aan en grijpen vervolgens hard in. De
militairen van de Koninklijke Marechaussee stellen wel aan ‘waarheidsvinding’ te
doen, maar doen het feitelijk niet. Ook zij volgen jeugdzorg blind, in de
veronderstelling dat zij met kind-professionals van doen hebben. Zij weten niet
dat de Hbo-opgeleide sociaal werkers van de Gecertificeerde Instelling
onmogelijk in staat zijn het belang van het opgroeiende kind te begrijpen op
het niveau van klinische diagnostiek en dat zij zich derhalve vaak maar
verlaten op allerlei speculaties, vermoedens en onderbuikgevoelens (zo nodig
van derden) die aan de rechter worden gepresenteerd als ‘feiten en
professionele inzichten’.
Blind navolgen van jeugdzorgwerkers
De militairen van de Marechaussee hebben van
het verhaal van de twee betrokken jeugdzorgwerkers in mijn zaak dus ook niets
getoetst. Ze hebben de beschikking van het Gerechtshof niet gelezen, ze kenden
de wetgeving niet en wisten zo blijkt niets van de richtlijn die van toepassing
is indien een ouder de omgangsregeling niet zou nakomen. De militairen van de
Marechaussee hebben het ongetoetste verhaal vanuit jeugdzorg, waarin ik werd beschuldigd
van het niet nakomen van de omgangsregeling (door de meervoudige militaire
kamer te Arnhem vrijgesproken) (3), mondeling doorgezet naar de officier van
justitie. Deze heeft zonder de gerechtelijke beschikking te kennen, de
wetgeving en richtlijn toe te passen, hierop een ‘machtiging tot binnentreden van de woning’ afgegeven. Deze
werd afgegeven op basis van de gerechtelijke beschikking waar zij onbekend mee
waren!
De militairen van de Marechaussee die de
uithuisplaatsing moesten ondersteunen kenden ook de beschikking niet (waaruit
zij konden opmaken dat mijn zoontje rechtmatig bij mij verbleef). Zelfs toen ik
ze deze liet lezen en na een gesprek met mijn advocaat bleven ze erin volharden
dat mijn zoontje mee moest. De dreiging werd zelfs verhoogd, want indien ik
niet aan de onrechtmatige handelswijze van de instanties mee zou werken, werd
ik in het bijzijn van mijn zoontje gearresteerd. De militairen hadden een bevel
en dat voerden ze uit….
Faciliteren van machtsmisbruik
Minister Bijleveld, u heeft recent uw
bewondering uitgesproken voor een militair die een familiedrama wist te
voorkomen. Defensie weigert echter onderzoek te doen naar de militairen van de
Marechaussee die een familiedrama hebben veroorzaakt door zich als een willoos
instrument te laten gebruiken door een organisatie waarover de klachten van
haar ‘cliënten’ zich in de loop der jaren huizenhoog hebben opgestapeld.
Militairen die een kind van 4 jaar, op basis van leugens en laster, met geweld
en onder grote dreiging uit zijn veilige omgeving weghalen, gaat tegen alles in
waar defensie voor staat. Het is strijdig met de normen en waarden en
fundamentele mensenrechten waar defensie zich wereldwijd voor inzet. U heeft in
uw uiting van bewondering gezegd: “…. ,
jij speelde de hoofdrol, die allesbepalend was voor het leven van anderen”.
De militairen van de Marechaussee die meehielpen mijn zoontje zijn vader en
familie af te nemen speelden ook een rol die allesbepalend was en nog jaren
bepalend zal zijn, voor het leven van een jong kind en zijn hele familie en
betrokken omgeving.
Ik heb nu meerdere pogingen gedaan via de
klachtenlijnen om het onwettig en traumatisch handelen in mijn zaak door
diverse instanties aan de kaak te stellen. De klachtencommissie van de Koninklijke
Marechaussee neemt de klachten niet in behandeling, de Hoofdofficier van
justitie Lucas doet de klacht met aantoonbaar onjuiste feiten en zonder kennis
van de wet van de hand en verwijst naar de enkel mondeling verkregen informatie
van de jeugdzorgwerkers. De Klachtencommissie van de Marechaussee verwijst naar
de opdracht van het OM die de militairen van de Marechaussee echter niet
volgden. De waarnemend commandant van de Marechaussee Luitenant Kolonel Gakes
vind het handelen van de militairen juist en stelt ook achter het besluit te
staan om de klachten omtrent dit handelen niet te onderzoeken.
De commandant van de Marechaussee te Havelte
Majoor Taribuka stelt dat zijn militairen in opdracht van het OM hebben
gehandeld en dat zij het protocol gevolgd hebben. Zeker het eerst gestelde is
aantoonbaar onjuist. Op meerdere verzoeken om het protocol te verstrekken kwam
geen antwoord. Ook de Inspecteur Generaal Krijgsmacht heeft het verzochte
protocol niet ontvangen.
Misbruik van het strafrecht
De politie steunt het handelen van jeugdzorg
en noemt dit correct. Alle aangiftes tegen jeugdzorgmedewerkers worden
structureel niet opgenomen of niet in behandeling genomen door de politie.
Hiermee overtreden de handhavers van de wet, zelf de wet. Er is zelfs door de
politie in overleg met de Marechaussee bepaald dat ik geen aangiftes mag doen
tegen jeugdzorgwerkers, zo toont het dossier bij de politie en Marechaussee.
Hiermee ontnemen ze mij één van mijn fundamentele rechten.
Het gaat echter nog verder dan dit laakbare
handelen. Politiebeambten verstrekken aantoonbaar onjuiste gegevens aan het
Openbaar Ministerie om zo aangiftes tegen jeugdzorg van tafel te vegen. Tevens
zorgen ze bewust voor het niet toevoegen van bewijsmateriaal in het dossier,
zodat het door henzelf gecreëerde eenzijdige beeld blijft bestaan en zij
jeugdzorg kunnen blijven steunen in haar onrechtmatig en onwettig handelen.
Dat van gelijke behandeling zoals artikel 1
van de grondwet stelt geen sprake is, wordt nog duidelijker als de weigering
van politie en OM mijn aangiftes aangaande aantoonbare leugens van jeugdzorg op
te nemen dan wel in behandeling te nemen, wordt gecontrasteerd met het gegeven
dat de aangiftes door jeugdzorgmedewerkers tegen mijn persoon per direct worden
opgenomen en meteen wordt overgegaan tot strafvervolging. En dat in een
civielrechtelijke zaak! Zelfs nadat feitelijk mijn onschuld was aangetoond op
basis van de geldende beschikkingen, zetten zowel de Marechaussee als het OM
door om tot strafvervolging te komen. Zij kunnen geen ander motief hebben gehad
dan gezichtsverlies te voorkomen door eerder falen te ontkennen, geheel
onkundig van het gezegde ‘beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald’.
Dan kan het wel…
De Hoofdofficier van justitie Eland wenst de
aangiftes niet te behandelen aangezien eerst civiele procedures gevolgd dienen
te worden. In deze zaak echter zijn juist de civiele procedures niet afgewacht,
maar werd strafrechtelijk ingegrepen richting één van beide partijen (mij, de
vader). De officier van justitie ging direct over tot arrestatie en
uithuisplaatsing op last van jeugdzorg. Hieruit blijkt dat het OM ook artikel 1
van de grondwet niet volgt en een duidelijke voorkeursbehandeling heeft t.o.v.
de jeugdzorgketenpartners. Door dit handelen en het uiten van onwaarheden,
beschermen zij de jeugdzorgwerkers (en zichzelf) en stellen hen boven de wet,
iets waar jeugdzorgwerkers in de regel niet veel hulp bij nodig hebben, gezien
hun track-record op het internet.
De politiechef stelt dat er bij het handelen
van jeugdzorg geen sprake was van een strafbaar feit, maar gaat voor hetzelfde
door jeugdzorg gestelde vergrijp, wel over tot arrestatie van mij als vader. De
conclusie die we hieruit kunnen trekken, is dat wanneer een jeugdzorgmedewerker
een strafbaar feit pleegt, door de wet en een gerechtelijke beschikking niet na
te leven, dit zonder gevolgen blijft. Wanneer echter een ouder dezelfde daad
pleegt, zijn de Marechaussee, politie en OM in staat om direct te escaleren en
de zaak in het strafrecht te trekken -zonder afwachting van civielrechtelijke
procedures- ondanks de door de College van procureurs-generaal gestelde
richtlijn waarin strafrechtelijk ingrijpen een “ultimum remedium” genoemd
wordt. Officier van Justitie Klunder heeft geen boodschap aan deze richtlijn en
de geldende wetgeving hieromtrent. Ook de toetsing van feiten schijnt niet
onder zijn taakomschrijving te vallen, want niets in deze zaak wordt
heroverwogen.
Het leed dat wordt veroorzaakt
Tot dusverre heb ik vooral de juridische kant
van mijn zaak benadrukt, waarin met name ongelijke behandeling en
machtsmisbruik een rol spelen, omdat artikel 1 van de grondwet structureel
wordt overtreden. De daad van het uit huis plaatsen van mijn 4 jarig zoontje
heeft bij mij en velen in mijn omgeving, onnoemelijk veel leed veroorzaakt. Het
is onbegrijpelijk dat een dergelijk heftig ingrijpen, dat niet voor niets
‘ultimum remedium’ wordt genoemd, zo makkelijk op ongetoetste en onwettige
gronden kan worden uitgevoerd.
Degenen die in dit soort gevallen van het
brute optreden van jeugdzorg en politie getuigen zijn geweest, verwijzen soms
naar de razzia’s in de Tweede Wereldoorlog. (4) Als deze vergelijking wordt gemaakt, reageert men dikwijls geschokt.
Geschokt dat dit zo gesteld wordt, niet geschokt door de daad zelf, die indien
alle procedurele fouten en opzettelijke leugens in ogenschouw worden genomen,
dezelfde mate van onmenselijkheid in zich draagt en als een even grote misdaad
mag gelden tegen de menselijkheid. Men distantieert zich van de uitspraak, maar
blijft de daad steunen of toedekken met juridische rookgordijnen.
Welke rechten heeft mijn kind?
Deze daad heeft zoveel impact gehad -en
blijft dit bij voortduring houden- op vele levens, maar vooral op dat van een
klein jongetje die van dit alles niets begrijpt en een trauma voor het leven
heeft opgelopen, omdat hij altijd zeer gehecht was aan zijn vader. Het is dan
ook extra pijnlijk dat de justitiële keten de andere kant opkijkt en er net als
Defensie een doofpot van probeert te maken, door mij als melder en slachtoffer
te proberen monddood te maken.
Het is toch onbestaanbaar dat militairen in
Nederland zich wereldwijd inzetten om de Nederlandse normen en waarden te
dienen, de grondwet te dienen en de universele mensenrechten, terwijl de
rechten van mensen (EVRM) en kinderen (IVRK) structureel geschonden worden op
eigen bodem, in ons veilige en beschaafde Nederland. Het kan toch niet zo zijn
dat ik als militair, mij aan alle wetten en gedragscodes dien te houden, maar
dat mijn zoontje in een handomdraai zijn vader kan worden afgenomen zonder
toepassing van wetten, gerechtelijke beschikkingen, toetsing van feiten,
richtlijnen, etc.
Ik heb als militair gezworen mijn land te
dienen. Hoe kan ik dat doen in de wetenschap dat dit land zijn eigen burgers
niet dient? Hoe kan ik een land dienen dat structureel de Internationale
rechten van kinderen schendt? (5) Een land waarin leugens de basis kunnen zijn van het handelen binnen de
justitiële keten, waaronder de rechtbank. Een land waarin handhaving een loze
kreet is wanneer het de rechten van ouders en kinderen betreft die zich in een
kwetsbare positie bevinden, maar wel door de ‘sterke arm’ wordt geacteerd op
basis van de onderbuikgevoelens van in heel het land verfoeide instanties als
jeugdzorg, Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming. Ondanks dat zij
in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn voor de veiligheid van kinderen, brengen
zij zelf door ondeskundig handelen ook veel schade toe aan hele
familiesystemen.
Toetsingskader voor rechters
Samen met andere liefhebbende, zorgzame en
verantwoordelijke ouders, die onterecht uit het leven van hun kind(eren) zijn
gestoten door instanties die niet voldoende worden gecontroleerd en
gesanctioneerd, kan ik beamen wat advocaat Huib Struycken zei in een interview
van 22 februari 2017 (6)
”Het horen van ouders is weggeregeld in dit systeem.” Via deze brief
vraag ik uw aandacht voor mijn zaak en die van talloze ouders die te maken
hebben met de vreselijke misstanden die al jaren in de jeugdzorg en het jeugd-
en familierecht gaande zijn.
Ons jeugdrechtsysteem is dringend aan
hervorming toe (Toetsingskader voor rechters) (7) om het ten langen leste mogelijk te maken dat een ingrijpend middel als
uithuisplaatsing echt als ‘ultimum remedium’ zal worden ingezet en indien
onterecht uitgevoerd (met spoed), binnen afzienbare tijd teruggedraaid kan
worden, zodat er niet meer schade wordt gedaan aan het hechtingsvermogen en de
identiteitsontwikkeling van het kind dan strikt noodzakelijk is. Kinderen
verdienen het, dat er niet alleen aan ze verdiend wordt.
Sergeant-Majoor Hendrik-Jan Oussoren
Machtsmisbruik
door Regiecentrum Jeugdbescherming Leeuwarden
“Mijn
grootste fout is dat ik hulp heb gezocht voor mijn kind”
“Ik
ben in een moeras beland”
(3)Rechtbank
Gelderland 28 januari 2019 –
Vonnis Meervoudige militaire kamer -
Parketnummer 05/760005-18
(5)Keteninfantiliteit
in de jeugdzorg
https://drive.google.com/file/d/0B3g2gKxtTp-QMDFrRmN0dy1SUzg/view No faith in Dutch family law
“Vanaf toen had het probleem een naam,
zij het een foute: ‘Waarheidsvinding’. Fout omdat er niet één probleem is
maar twee problemen zijn: waarheidsvinding en rechtsvinding. Op de eerste plaats
dat van de valse beschuldigingen in de rapporten. Op de tweede plaats het
probleem van de ‘rechtsvinding’ omtrent de vage rechtsnorm ‘ernstig in zijn
ontwikkeling bedreigd’ (art. 1:255).”
Prof.
dr. Caroline Forder over Toetsingskader rechter...