zaterdag 17 augustus 2019

De ontvoering van Pascal

Open brief aan de ministers en staatssecretarissen van de betrokken departementen.

Den Helder, 16 augustus 2019

Geachte:  Minister van Justitie Grapperhaus
                Minister van Defensie Bijleveld-Schouten
                Staatsecretaris van justitie Broekers-Knol
                Staatsecretaris van defensie Visser
                Korpschef Hoofdcommissaris Akerboom
                Commandant der Strijdkrachten Luitenant-admiraal Bauer,


Op 19 oktober 2017 werd mijn zoontje van 4 tegen de beschikking van het Gerechtshof, tegen de wet en tegen de richtlijn vanuit het Ministerie (1) bij mij uit huis gehaald.(2) Dit gebeurde door twee jeugdzorgmedewerkers met ondersteuning van twee militairen van de Koninklijke Marechaussee. Het uit zijn veilige omgeving halen van mijn zoontje gebeurde met onnodig veel machtsvertoon wat een traumatiserende werking had op het jonge kind. Mijn zoontje zat in bad en de jeugdzorgwerkers stelden simpel “wikkel hem maar in een handdoek” om hem mee te geven aan voor hem twee onbekende vrouwen. Mijn zoontje heeft van angst in het bad gepoept.

De reden dat ik u dit schrijf is dat uw organisaties / ministeries betrokken zijn bij dit ernstig kind-beschadigende handelen en dat door aanhoudende weigering de zaak verder te onderzoeken, dit lange termijngevolgen zal hebben voor mijn zoon. Dit kan worden gekenschetst als institutionele kindermishandeling door overheids (gerelateerde) instanties.

Jeugdzorg houdt zich niet aan beschikkingen

Mijn zoontje staat onder toezicht van jeugdzorg (GI). Het gerechtshof had per beschikking een omgangsregeling vastgesteld nadat jeugdzorg de eerder per beschikking vastgestelde omgangsregeling zonder tussenkomst van de rechtbank onrechtmatig had stopgezet. Met het wijzigen (stopzetten) van een per beschikking vastgestelde omgangsregeling komt jeugdzorg gerechtelijke beschikkingen niet na. De Hoge Raad heeft bevestigd dat jeugdzorg geen per beschikking vastgestelde omgangsregeling mag wijzigen zonder tussenkomst van de rechtbank. In de praktijk komt dit echter veelvuldig voor. Jeugdzorg stelt zich met haar handelen boven de wet.

De politie en het Openbaar Ministerie volgen jeugdzorg op goed geloof, zonder basis van feiten. Medewerkers van de politie stellen zelfs dat ze niet aan ‘waarheidsvinding’ doen als jeugdzorgwerkers iets beweren. Alles nemen ze zonder toetsing voor waar aan en grijpen vervolgens hard in. De militairen van de Koninklijke Marechaussee stellen wel aan ‘waarheidsvinding’ te doen, maar doen het feitelijk niet. Ook zij volgen jeugdzorg blind, in de veronderstelling dat zij met kind-professionals van doen hebben. Zij weten niet dat de Hbo-opgeleide sociaal werkers van de Gecertificeerde Instelling onmogelijk in staat zijn het belang van het opgroeiende kind te begrijpen op het niveau van klinische diagnostiek en dat zij zich derhalve vaak maar verlaten op allerlei speculaties, vermoedens en onderbuikgevoelens (zo nodig van derden) die aan de rechter worden gepresenteerd als ‘feiten en professionele inzichten’.

Blind navolgen van jeugdzorgwerkers

De militairen van de Marechaussee hebben van het verhaal van de twee betrokken jeugdzorgwerkers in mijn zaak dus ook niets getoetst. Ze hebben de beschikking van het Gerechtshof niet gelezen, ze kenden de wetgeving niet en wisten zo blijkt niets van de richtlijn die van toepassing is indien een ouder de omgangsregeling niet zou nakomen. De militairen van de Marechaussee hebben het ongetoetste verhaal vanuit jeugdzorg, waarin ik werd beschuldigd van het niet nakomen van de omgangsregeling (door de meervoudige militaire kamer te Arnhem vrijgesproken) (3), mondeling doorgezet naar de officier van justitie. Deze heeft zonder de gerechtelijke beschikking te kennen, de wetgeving en richtlijn toe te passen, hierop een ‘machtiging tot binnentreden van de woning’ afgegeven. Deze werd afgegeven op basis van de gerechtelijke beschikking waar zij onbekend mee waren!

De militairen van de Marechaussee die de uithuisplaatsing moesten ondersteunen kenden ook de beschikking niet (waaruit zij konden opmaken dat mijn zoontje rechtmatig bij mij verbleef). Zelfs toen ik ze deze liet lezen en na een gesprek met mijn advocaat bleven ze erin volharden dat mijn zoontje mee moest. De dreiging werd zelfs verhoogd, want indien ik niet aan de onrechtmatige handelswijze van de instanties mee zou werken, werd ik in het bijzijn van mijn zoontje gearresteerd. De militairen hadden een bevel en dat voerden ze uit….

Faciliteren van machtsmisbruik

Minister Bijleveld, u heeft recent uw bewondering uitgesproken voor een militair die een familiedrama wist te voorkomen. Defensie weigert echter onderzoek te doen naar de militairen van de Marechaussee die een familiedrama hebben veroorzaakt door zich als een willoos instrument te laten gebruiken door een organisatie waarover de klachten van haar ‘cliënten’ zich in de loop der jaren huizenhoog hebben opgestapeld. Militairen die een kind van 4 jaar, op basis van leugens en laster, met geweld en onder grote dreiging uit zijn veilige omgeving weghalen, gaat tegen alles in waar defensie voor staat. Het is strijdig met de normen en waarden en fundamentele mensenrechten waar defensie zich wereldwijd voor inzet. U heeft in uw uiting van bewondering gezegd: “…. , jij speelde de hoofdrol, die allesbepalend was voor het leven van anderen”. De militairen van de Marechaussee die meehielpen mijn zoontje zijn vader en familie af te nemen speelden ook een rol die allesbepalend was en nog jaren bepalend zal zijn, voor het leven van een jong kind en zijn hele familie en betrokken omgeving.

Ik heb nu meerdere pogingen gedaan via de klachtenlijnen om het onwettig en traumatisch handelen in mijn zaak door diverse instanties aan de kaak te stellen. De klachtencommissie van de Koninklijke Marechaussee neemt de klachten niet in behandeling, de Hoofdofficier van justitie Lucas doet de klacht met aantoonbaar onjuiste feiten en zonder kennis van de wet van de hand en verwijst naar de enkel mondeling verkregen informatie van de jeugdzorgwerkers. De Klachtencommissie van de Marechaussee verwijst naar de opdracht van het OM die de militairen van de Marechaussee echter niet volgden. De waarnemend commandant van de Marechaussee Luitenant Kolonel Gakes vind het handelen van de militairen juist en stelt ook achter het besluit te staan om de klachten omtrent dit handelen niet te onderzoeken.

De commandant van de Marechaussee te Havelte Majoor Taribuka stelt dat zijn militairen in opdracht van het OM hebben gehandeld en dat zij het protocol gevolgd hebben. Zeker het eerst gestelde is aantoonbaar onjuist. Op meerdere verzoeken om het protocol te verstrekken kwam geen antwoord. Ook de Inspecteur Generaal Krijgsmacht heeft het verzochte protocol niet ontvangen.

Misbruik van het strafrecht

De politie steunt het handelen van jeugdzorg en noemt dit correct. Alle aangiftes tegen jeugdzorgmedewerkers worden structureel niet opgenomen of niet in behandeling genomen door de politie. Hiermee overtreden de handhavers van de wet, zelf de wet. Er is zelfs door de politie in overleg met de Marechaussee bepaald dat ik geen aangiftes mag doen tegen jeugdzorgwerkers, zo toont het dossier bij de politie en Marechaussee. Hiermee ontnemen ze mij één van mijn fundamentele rechten.

Het gaat echter nog verder dan dit laakbare handelen. Politiebeambten verstrekken aantoonbaar onjuiste gegevens aan het Openbaar Ministerie om zo aangiftes tegen jeugdzorg van tafel te vegen. Tevens zorgen ze bewust voor het niet toevoegen van bewijsmateriaal in het dossier, zodat het door henzelf gecreëerde eenzijdige beeld blijft bestaan en zij jeugdzorg kunnen blijven steunen in haar onrechtmatig en onwettig handelen.

Dat van gelijke behandeling zoals artikel 1 van de grondwet stelt geen sprake is, wordt nog duidelijker als de weigering van politie en OM mijn aangiftes aangaande aantoonbare leugens van jeugdzorg op te nemen dan wel in behandeling te nemen, wordt gecontrasteerd met het gegeven dat de aangiftes door jeugdzorgmedewerkers tegen mijn persoon per direct worden opgenomen en meteen wordt overgegaan tot strafvervolging. En dat in een civielrechtelijke zaak! Zelfs nadat feitelijk mijn onschuld was aangetoond op basis van de geldende beschikkingen, zetten zowel de Marechaussee als het OM door om tot strafvervolging te komen. Zij kunnen geen ander motief hebben gehad dan gezichtsverlies te voorkomen door eerder falen te ontkennen, geheel onkundig van het gezegde ‘beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald’.

Dan kan het wel…

De Hoofdofficier van justitie Eland wenst de aangiftes niet te behandelen aangezien eerst civiele procedures gevolgd dienen te worden. In deze zaak echter zijn juist de civiele procedures niet afgewacht, maar werd strafrechtelijk ingegrepen richting één van beide partijen (mij, de vader). De officier van justitie ging direct over tot arrestatie en uithuisplaatsing op last van jeugdzorg. Hieruit blijkt dat het OM ook artikel 1 van de grondwet niet volgt en een duidelijke voorkeursbehandeling heeft t.o.v. de jeugdzorgketenpartners. Door dit handelen en het uiten van onwaarheden, beschermen zij de jeugdzorgwerkers (en zichzelf) en stellen hen boven de wet, iets waar jeugdzorgwerkers in de regel niet veel hulp bij nodig hebben, gezien hun track-record op het internet.

De politiechef stelt dat er bij het handelen van jeugdzorg geen sprake was van een strafbaar feit, maar gaat voor hetzelfde door jeugdzorg gestelde vergrijp, wel over tot arrestatie van mij als vader. De conclusie die we hieruit kunnen trekken, is dat wanneer een jeugdzorgmedewerker een strafbaar feit pleegt, door de wet en een gerechtelijke beschikking niet na te leven, dit zonder gevolgen blijft. Wanneer echter een ouder dezelfde daad pleegt, zijn de Marechaussee, politie en OM in staat om direct te escaleren en de zaak in het strafrecht te trekken -zonder afwachting van civielrechtelijke procedures- ondanks de door de College van procureurs-generaal gestelde richtlijn waarin strafrechtelijk ingrijpen een “ultimum remedium” genoemd wordt. Officier van Justitie Klunder heeft geen boodschap aan deze richtlijn en de geldende wetgeving hieromtrent. Ook de toetsing van feiten schijnt niet onder zijn taakomschrijving te vallen, want niets in deze zaak wordt heroverwogen.

Het leed dat wordt veroorzaakt


Tot dusverre heb ik vooral de juridische kant van mijn zaak benadrukt, waarin met name ongelijke behandeling en machtsmisbruik een rol spelen, omdat artikel 1 van de grondwet structureel wordt overtreden. De daad van het uit huis plaatsen van mijn 4 jarig zoontje heeft bij mij en velen in mijn omgeving, onnoemelijk veel leed veroorzaakt. Het is onbegrijpelijk dat een dergelijk heftig ingrijpen, dat niet voor niets ‘ultimum remedium’ wordt genoemd, zo makkelijk op ongetoetste en onwettige gronden kan worden uitgevoerd.

Degenen die in dit soort gevallen van het brute optreden van jeugdzorg en politie getuigen zijn geweest, verwijzen soms naar de razzia’s in de Tweede Wereldoorlog. (4) Als deze vergelijking wordt gemaakt, reageert men dikwijls geschokt. Geschokt dat dit zo gesteld wordt, niet geschokt door de daad zelf, die indien alle procedurele fouten en opzettelijke leugens in ogenschouw worden genomen, dezelfde mate van onmenselijkheid in zich draagt en als een even grote misdaad mag gelden tegen de menselijkheid. Men distantieert zich van de uitspraak, maar blijft de daad steunen of toedekken met juridische rookgordijnen.

Welke rechten heeft mijn kind?

Deze daad heeft zoveel impact gehad -en blijft dit bij voortduring houden- op vele levens, maar vooral op dat van een klein jongetje die van dit alles niets begrijpt en een trauma voor het leven heeft opgelopen, omdat hij altijd zeer gehecht was aan zijn vader. Het is dan ook extra pijnlijk dat de justitiële keten de andere kant opkijkt en er net als Defensie een doofpot van probeert te maken, door mij als melder en slachtoffer te proberen monddood te maken.

Het is toch onbestaanbaar dat militairen in Nederland zich wereldwijd inzetten om de Nederlandse normen en waarden te dienen, de grondwet te dienen en de universele mensenrechten, terwijl de rechten van mensen (EVRM) en kinderen (IVRK) structureel geschonden worden op eigen bodem, in ons veilige en beschaafde Nederland. Het kan toch niet zo zijn dat ik als militair, mij aan alle wetten en gedragscodes dien te houden, maar dat mijn zoontje in een handomdraai zijn vader kan worden afgenomen zonder toepassing van wetten, gerechtelijke beschikkingen, toetsing van feiten, richtlijnen, etc.

Ik heb als militair gezworen mijn land te dienen. Hoe kan ik dat doen in de wetenschap dat dit land zijn eigen burgers niet dient? Hoe kan ik een land dienen dat structureel de Internationale rechten van kinderen schendt? (5) Een land waarin leugens de basis kunnen zijn van het handelen binnen de justitiële keten, waaronder de rechtbank. Een land waarin handhaving een loze kreet is wanneer het de rechten van ouders en kinderen betreft die zich in een kwetsbare positie bevinden, maar wel door de ‘sterke arm’ wordt geacteerd op basis van de onderbuikgevoelens van in heel het land verfoeide instanties als jeugdzorg, Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming. Ondanks dat zij in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn voor de veiligheid van kinderen, brengen zij zelf door ondeskundig handelen ook veel schade toe aan hele familiesystemen.

Toetsingskader voor rechters

Samen met andere liefhebbende, zorgzame en verantwoordelijke ouders, die onterecht uit het leven van hun kind(eren) zijn gestoten door instanties die niet voldoende worden gecontroleerd en gesanctioneerd, kan ik beamen wat advocaat Huib Struycken zei in een interview van 22 februari 2017 (6) Het horen van ouders is weggeregeld in dit systeem.” Via deze brief vraag ik uw aandacht voor mijn zaak en die van talloze ouders die te maken hebben met de vreselijke misstanden die al jaren in de jeugdzorg en het jeugd- en familierecht gaande zijn.

Ons jeugdrechtsysteem is dringend aan hervorming toe (Toetsingskader voor rechters) (7) om het ten langen leste mogelijk te maken dat een ingrijpend middel als uithuisplaatsing echt als ‘ultimum remedium’ zal worden ingezet en indien onterecht uitgevoerd (met spoed), binnen afzienbare tijd teruggedraaid kan worden, zodat er niet meer schade wordt gedaan aan het hechtingsvermogen en de identiteitsontwikkeling van het kind dan strikt noodzakelijk is. Kinderen verdienen het, dat er niet alleen aan ze verdiend wordt.


Sergeant-Majoor Hendrik-Jan Oussoren

      






Machtsmisbruik door Regiecentrum Jeugdbescherming Leeuwarden

“Mijn grootste fout is dat ik hulp heb gezocht voor mijn kind”

“Ik ben in een moeras beland”

(3)Rechtbank Gelderland 28 januari 2019 –
    Vonnis Meervoudige militaire kamer - Parketnummer 05/760005-18


(5)Keteninfantiliteit in de jeugdzorg 
https://drive.google.com/file/d/0B3g2gKxtTp-QMDFrRmN0dy1SUzg/view 

No faith in Dutch family law



“Vanaf toen had het probleem een naam, zij het een foute: ‘Waarheidsvinding’. Fout omdat er niet één probleem is maar twee problemen zijn: waarheidsvinding en rechtsvinding. Op de eerste plaats dat van de valse beschuldigingen in de rapporten. Op de tweede plaats het probleem van de ‘rechtsvinding’ omtrent de vage rechtsnorm ‘ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd’ (art. 1:255).”

Prof. dr. Caroline Forder over Toetsingskader rechter...