[Interview]
Dark horse: Opvallend in het
pamflet dat jullie hebben gemaakt vonden wij de vermelding dat jeugdzorg onder
curatele moet worden gesteld.(1)
Wim Willems: Wij zitten heel
erg bovenop de jeugdzorg, omdat we zien dat er veel zaken misgaan. Wij merken
vooral in het begintraject dat ouders worden overvallen met een telefoontje met
de mededeling van Veilig Thuis: “We komen op die datum langs in het kader van
een melding kindermishandeling”, maar er wordt ze niet gewezen op rechten en plichten.
Ouders krijgen niet te horen dat ze recht hebben op een afschrift van de
melding. Er wordt ze niet gewezen op het recht op cliëntenondersteuning of
vertrouwenspersonen of als je ontevreden bent waar je met je klachten terecht
kan. Ze krijgen een visitekaartje van de betreffende medewerker. Er wordt ze
niet verteld hoe de verdere procedure verloopt, zoals het tien weken onderzoek
na de triage door Veilig Thuis. Bij binnenkomst krijgen ouders direct een
kruisverhoor. De dingen die opvallen in huis worden direct al genoteerd. Ik
geef een voorbeeld: er staat een asbak van 15 centimeter op tafel met
sigaretten erin. Dat vind ik totaal irrelevante informatie, maar dit soort
zaken komen in een dossier terecht met als bedoeling een bepaalde sfeer te
creëren, van bijvoorbeeld een asociaal gezin. We merken dat de eerste
kennismaking met Veilig Thuis niet verloopt zoals die beschreven staat in de
jeugdwet. Het is niet volgens het handelingsprotocol en dat is wat wij al zien
gebeuren in het begintraject.
Dan
zien wij verder dat de hele communicatie erg belabberd is. Eén van de punten
die ons opvalt en waar wij ons aan ergeren, is dat aan het voet van het
briefpapier staat: Meldpunt Kindermishandeling. Veilig Thuis is meer dan een
Meldpunt Kindermishandeling. Veilig Thuis bestaat officieel niet. Het is AMHK,
de samenvoeging van Advies en Meldpunt Kindermishandeling en Meldpunt Huiselijk
Geweld, maar Veilig Thuis klinkt sympathieker. In de communicatie zijn ze vrij
direct en ook vaak niet bereikbaar voor ouders, maar ook voor mij als
gemeenteraadslid niet. Als je vragen hebt dan krijg je gewoon geen antwoord en
als ze ouders brieven sturen doen ze dat vaak om 16:45 uur en het liefst op
vrijdagmiddag. Daar storen wij ons mateloos aan. Wanneer je een dossier opvraagt
krijg je vaak te horen: “U mag het hier inzien”. Nou, nee, je mag altijd een
afschrift vragen en daar wijzen wij ouders ook op. Daar wordt ook heel moeilijk
over gedaan en het kan weken duren voordat ouders een afschrift krijgen. Wil je
een afspraak maken omtrent een klacht dan krijg je gewoon een datum voorgesteld
met de mededeling: “Dan en dan kunt u bij ons op kantoor verschijnen”. Je
behoort in gezamenlijkheid een afspraak te maken. Als
je de rollen omdraait en zegt: “Dan kan ik niet, ik stel een andere datum voor”
dan komen ze niet en bellen ook niet af. Ze laten niets van zich horen. Dus zij
nemen de regie en denken dat ze daarmee alle macht hebben om het op die manier
te doen. Dat zijn de symptomen die erg op de voorgrond treden.
DH: Als we dat mogen
samenvatten: Ouders worden overrompeld door een telefoontje van Veilig Thuis
naar aanleiding van een melding kindermishandeling. Zij geven aan wanneer ze
langs zullen komen. Ouders worden niet gewezen op hun rechten, ze krijgen geen
afschrift en geen uitleg over de verdere procedure of een klachtenregeling.
WW: We merken dat de
medewerkers van Veilig Thuis en van jeugdbescherming al vrij snel een
vooringenomen standpunt hebben en dat men zegt: “Wij doen niet aan
waarheidsvinding”. Dat komt toch wel heel vaak naar voren in die gesprekken.
DH: Hoe komen ouders
met hun klachten bij jullie terecht?
WW: We hebben
anderhalf jaar geleden een melding gemaakt op social media dat wij met het
onderwerp jeugdzorg bezig zijn naar aanleiding van de actualiteitsvragen die
wij op 16 december 2016 hebben gesteld in de gemeenteraad en dat wij graag van
ouders willen horen wat hun bevindingen zijn met betrekking tot de jeugdzorg.
Apeldoorn.raadsinformatie.nl (notulen 16 december 2016) We zijn heel erg
geschrokken van de verhalen die wij ontvingen. De laatste tijd komen mensen ook
spontaan naar ons toe. Mensen die zeggen, “Ik heb begrepen dat ik bij u moet
zijn met klachten aangaande jeugdzorg.” Er zijn ook mensen die via
zorgverleners naar ons toe komen.
DH: Hoeveel mailtjes
hebben jullie ontvangen vanaf 2016?
WW: Ik had voor de
zomer 20 casussen liggen vanuit Apeldoorn en inmiddels zit ik op 31 casussen.
Wat wij merken is dat we bijna geen rapporten krijgen, cliënten moeten daarvoor
strijden en knokken. Er is recent een dossier opgevraagd van zowel de Raad voor
de Kinderbescherming als de Jeugdbescherming Gelderland, als veilig Thuis.
Veilig Thuis heeft het rapport opgeleverd, maar wel via druk op de directie.
Jeugdbescherming Gelderland belt gewoon niet terug. Interne klachtenprocedure
kan je starten, maar het duurt tijden voordat je tot een afspraak komt. We zijn
in sommige casussen meer dan een week bezig en ze bellen niet terug.
Uiteindelijk wil je al die dossiers hebben, omdat je ziet dat er heel veel
omissies in zitten. Als je al die dossiers naast elkaar legt, dan zie je
bijvoorbeeld dat partij A contact legt met partij B. Dat zie je wel bij A in
het dossier staan, maar niet bij partij B, dat er contact is geweest. Het is
verplicht om dat te vermelden en dan zie je dus dat het dossier onvolledig is.
Op het moment dat je dat soort dingen aangeeft raken de jeugdbeschermers snel
geïrriteerd, zeker Jeugdbescherming Gelderland.
DH: Op welke wijze
merken jullie dat?
WW: Vooral
non-verbaal; Jeugdbescherming Gelderland neemt gewoon niet op. Als je de klager
bent, dan bellen ze gewoon niet terug. Ze houden het ook heel erg af. Mailtjes
afhouden en je sterk de indruk geven dat als jij zo doorgaat, nou dan zal je
nog wel zien wat je met ons gaat meemaken! Ook verbaal stelt men het heel
duidelijk bij Veilig Thuis: “Als je niet meewerkt gaan we naar de Raad voor de
Kinderbescherming”. Dan zeg ik: “Het is binnen het vrijwillige kader, waarom
begint u nu al met dreigen? Het heeft geen zin om te dreigen, want het is
vrijwillige hulpverlening. Als u nu al gaat dreigen met de Raad voor de
Kinderbescherming is de hulp niet vrijblijvend meer.” Je ziet dat eigenlijk bij
alle instanties gebeuren, terwijl je notabene nog bezig bent met gesprekken.
Jeugdbescherming Gelderland speelt met de macht, dat is een veel gehoorde
klacht. Soms gaan ze over tot maatregelen die schadelijk zijn voor het kind en
dan sta je als ouder echt toe te kijken bij wat er gebeurt. Ik zat bij een gesprek
met Veilig Thuis en er werd mij gevraagd naar mijn rol als vertrouwenspersoon.
Ze vertelden dat ze eerst toestemming aan vader moesten vragen, want ze wisten
niet of mijn aanwezigheid wel geoorloofd was. Toen heb ik ze gewezen op de
jeugdwet, de grondwet en de algemene wet bestuursrecht en dan zitten ze je
gewoon aan te kijken alsof ze water zien branden. Je ziet ze denken ‘Ja, ja,
wel heel erg lastig, maar dan moet het maar’.
DH: Heb je het idee
dat er weinig kennis is of dat ze je proberen af te poeieren?
WW: Ik heb het gevoel
dat er geen kennis is over de jeugdwet bij de medewerkers van Jeugdbescherming.
Het zit gewoon niet tussen de oren. Anderhalve week geleden heb ik in de
raadsvergadering vragen gesteld met betrekking tot het toelaten van
vertrouwenspersonen, mede ook in het licht van het feit dat Zorgbelang
Gelderland een wachttijd hanteert van twee weken. Je begrijpt dat als je
vandaag een brief ontvangt met de mededeling “Uw kind wordt uit huis
geplaatst”, dat je als ouder wil dat er een toetsing plaatsvindt. Dan wil je
acuut een vertrouwenspersoon hebben. Daarvoor staat twee weken wachttijd en dat
vind ik onacceptabel. Dan zie je ook nog dat Zorgbelang Gelderland in een mail
die ik heb ontvangen schrijft dat ze er alleen maar zijn voor
klachtenprocedures waar ze dan bij gaan zitten, maar de verwijzing dat je dan
verdere ondersteuning kan krijgen door hun aanwezigheid bij gesprekken met
cliënten wordt niet genoemd. Ook daar laten ze je als cliënt heel erg zwemmen.
Ik wil geborgd hebben dat als een ouder te maken krijgt met de
jeugdbescherming, Veilig Thuis of het Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG), dat
ze weten wat hun rechten zijn. Dat ze weten dat ze er iemand bij kunnen halen in
de vorm van een vertrouwenspersoon of een cliëntondersteuner en dat de
jeugdbeschermer ook heel duidelijk op de hoogte is van de procedures. En wat
wij nu heel erg merken is dat de procedures niet worden nageleefd en daarom
zeggen wij: stel de jeugdzorg maar onder curatele. We zien, zelfs na de
gesprekken die ik recent heb gehad met de directie van Veilig Thuis en van het
CJG dat ze er nog steeds niet naar handelen. Ik heb nu een casus die helemaal
uit de klauwen loopt, waar de medewerker van Veilig Thuis stelt dat het dossier
is gesloten, maar ze heeft het dossier niet gesloten. Ze zegt: “Over drie
maanden gaan we monitoren en dan ga ik wel kijken welke zorg ik ga inzetten”.
DH: Monitoren is zo’n
vaag begrip. Het is niet gespecificeerd, terwijl gemeenten wel degelijk invloed
kunnen uitoefenen op de uitvoering van de jeugdhulp door te eisen dat er aan
haalbare doelen gewerkt wordt.
WW: Dat is het
grootste probleem. Je ziet bij Veilig Thuis dat ze een maximum termijn van 10
weken hebben voor het onderzoek, maar dat onderzoek moet je afsluiten met een
veiligheidsplan. Dan moet je zeggen, dit zijn de doelen die gesteld worden en waar
we aan gaan werken. Ik zie nu dat in een casus helemaal geen doelen worden
vermeld. Er wordt gewoon gezegd: “We gaan over drie maanden wel weer verder
kijken”. Ondertussen rinkelt de kassa, want de gemeente betaalt de rekening.
Dat zie ik nu bij het CJG. Er wordt een beschikking afgegeven, maar er wordt
geen doel geformuleerd. Er wordt alleen gesteld, ‘binnen een half jaar is er
zoveel uur besteed aan het gezin’. Maar welk doel willen we dan bereiken? Er
wordt ook niet gesteld wat er gebeurt als een van de ouders bijvoorbeeld de
zorg staakt. Zet de punten smart op papier, dat helpt alleen maar in het proces
verder.
DH: Er worden dus
geen SMART doelen opgesteld? (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch,
tijdgebonden)
WW: Nee, ik heb dit
pas nog bij het College aangekaart. Ik zie casussen waarin interne
klachtenprocedures lopen. Ik vind het dan een heel vreemde zaak dat ouders niet
eerst over de dossiers beschikken en over alle andere papieren. Dat terwijl
er een interne klachtenprocedure loopt al meteen wordt overgegaan tot dwingender
maatregelen. Kunnen jullie hier ingrijpen, vraag ik dan. “Nee, we kunnen hier
niet ingrijpen”, antwoordt de gemeente. Ouders krijgen niet de
rechtsbescherming die geborgd is in de wet. Dan wordt er gezegd dat die ouders
er maar een advocaat op moeten zetten, maar ouders halen gewoon bakzeil.
DH: In theorie moet
een ondertoezichtstelling dienen om een uithuisplaatsing te voorkomen. Je kunt
niet zomaar een machtiging UHP aanvragen.
WW: Je probeert met
z’n allen te voorkomen dat het tot een uithuisplaatsing komt. Een OTS is een
middel om samen te kijken wat er moet gebeuren. Een plan van aanpak is nodig,
maar ook daar zie je dat jeugdbeschermers partijdig zijn en vooringenomen
standpunten hebben. Dat er wel overleg is tussen bijvoorbeeld CJG, Veilig
Thuis, Jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming, maar dat ouders
hier niet over worden geïnformeerd. Soms ook de arrogantie van zo’n medewerker!
Die tegen mij zegt: “U mag hier helemaal niet bij zitten.” Ik zei, u heeft een
gesprek gehad bij veilig Thuis over de omgangsregeling en over twee meldingen
die bij Veilig Thuis liggen, dan verwacht ik nu dat u hier het rapport op tafel
legt van wat bij Veilig Thuis is besproken. En ze verwijst mij gewoon naar
Veilig Thuis, want dat verslag moest ik daar zelf maar gaan halen. Maar op
basis van dat verslag, dat we nog steeds niet hebben, heeft ze wel beslissingen
genomen die naar mijn oordeel niet in het belang zijn van het kind.
DH: Hebben jullie de
indruk dat door de overheid enkel de vriendelijke kant van de jeugdhulp wordt
getoond, zoals hulp en advies bij de opvoeding? Weten ouders dat er ook ‘drang’
kan worden toegepast en dat er kan worden gedreigd met beschermtafels en de
rechter als er een visieverschil ontstaat tussen ouders en hulpverleners?
WW: Nee, ik denk dat
in het hele kader van jeugdhulpverlening ouders eigenlijk niet worden
meegenomen in wat alle consequenties zijn. Ik heb pas meegemaakt dat er vanuit
een school een maatschappelijk werker werd ingezet en die wilde contact binnen
de hele jeugdzorgketen. Je handtekening zetten onder zo’n
toestemmingsverklaring, kan erin resulteren dat je meteen de jeugdzorg op je
dak krijgt. Daar wordt überhaupt niet over gerept en er wordt naar
privacyregels verwezen die niet te vinden zijn. Er wordt niet gewezen op je
rechten, maar ook niet dat je in een verwijsindex wordt opgenomen en dat alles
onder een WGBO in een dossierkast komt te liggen. Ze stellen zelfs in een brief
dat aan het einde van de termijn als het dossier gesloten wordt, het dossier
wordt vernietigd. Dat is niet zo, want dat wordt opgeslagen in het WGBO en dat
mag niet worden vernietigd. Ook daar zie je weer dat er verkeerd gecommuniceerd
wordt naar de ouders waarbij ouders eigenlijk voor de gek worden gehouden en
niet op een adequate manier geïnformeerd.
DH: Ouders krijgen
niet genoeg voorlichting, zoals bij wijze van spreken een postbus 51-spotje, of
een folder met ‘Dit zijn uw rechten zodra u in contact komt met de
jeugdhulpverlening’.
WW: Ik denk dat je
het vrij makkelijk kunt oplossen. Als je een nette folder maakt, waarin je zegt
‘Dit is Veilig Thuis, dit is Jeugdbescherming, dit is het CJG, dit is de Raad
voor de Kinderbescherming en als de melding hier, op dit niveau binnenkomt dan
gaat er dit gebeuren en dit en dat zijn de mogelijkheden. Dit is de
verwijsindex en dit is de externe klachtenprocedure. Eén van de dingen die ik
aan de orde heb gesteld in december, is dat de klachtenprocedure niet is
benoemd bij Veilig Thuis. Het antwoord was dat het stond te lezen op de
website, maar dat was alleen een interne klachtenprocedure. Er stond bij ‘Als u
het er niet mee eens bent kunnen wij de klacht extern voor u doorzetten’. Maar
zo werkt het niet. Er is een handelingsprotocol en je hoort te verwijzen naar
de externe klachtencommissie. Dat is nu geregeld. Sinds kort staat er bij
Veilig Thuis dat er een externe klachtencommissie is waar ouders terecht
kunnen. Dat is Zorgbelang Gelderland, wat ik discutabel vind, omdat Zorgbelang
ook de vertrouwenspersonen levert. En ik weet dat het twee gescheiden werelden
zijn, maar voor de ouders geeft dat geen goed beeld. Er staat dezelfde naam
boven. En los daarvan hoort daar ook het handelingsprotocol bij.
Wat hoor je
als ouder aan te leveren als je een externe klacht indient om ontvankelijk te
worden verklaard? Dat staat er weer niet bij. Bij het CJG wordt verwezen naar
de geschillencommissie zorg. Dus ik heb dat uitgezocht en toen heb ik tegen die
directeur gezegd dat als ik een klacht heb in het kader van de jeugdwet, ik
helemaal niet terecht kan bij de geschillencommissie zorg. De volgende dag
hebben ze gebeld met de geschillencommissie zorg en toen bleek dat ouders
inderdaad bij een andere klachtencommissie moesten zijn. Dus we hebben wel
degelijk de vinger op de zere plek gelegd. Alleen je ziet gewoon dat door de
gemeente waar we nu een gesprek mee hebben gehad, in de antwoordbrief die we
hebben ontvangen het allemaal een beetje wordt weggemoffeld met ‘we doen het
eigenlijk allemaal heel erg goed en er zijn misschien een paar kleine omissies
geweest, maar die zijn meteen opgelost’. Ondertussen hebben we een beerput
opengetrokken, maar dat durven ze niet te schrijven.
DH: Wat bedoelen
jullie met de represailles die ouders kunnen ervaren vanuit de jeugdzorg als ze
het ergens niet mee eens zijn en hun beklag doen?
WW: Dreigen met de
Raad als je niet meewerkt. Bij het CJG gaan ze snel over tot drang & dwang;
melding doen bij de nodige instanties (vaak direct Veilig Thuis overslaan en
meteen bij jeugdbescherming ingestoken) Dan vraag ik, jongens, moeten jullie echt
gelijk zo zwaar insteken? Jullie zijn juist de partijen die moeten zorgen dat
het probleem opgelost gaat worden. En dat los je niet op door het gewoon ergens
op een ander niveau te melden en die het te laten oplossen.
DH: Hebben jullie ook
beschermtafels in de gemeente Apeldoorn? Die horen tussen Veilig Thuis en de
Raad in te staan, om doorsturen van het dossier naar de Raad voor de
Kinderbescherming zo mogelijk te voorkomen door middel van een veiligheidsplan.
WW: Dat is nog niet
zo vaak ter sprake gekomen, dus daar heb ik nog niet alle input van. De meeste
casussen die we binnen zien komen gaan over de angst om problemen te melden bij
het CJG, de procedures bij Veilig Thuis en het machtsvertoon van de
jeugdbescherming.
DH: En bij die
verschillende organisaties komen jullie ongeveer hetzelfde tegen?
WW: Ja, en dat is
voor ons ook het punt. Wij krijgen van het college (B&W) het verwijt dat
wij die casussen bij hen moeten melden, maar daar zit nou net het probleem.
Ouders durven geen klachten in te dienen, omdat ze bang zijn voor represailles.
We hebben het Meldpunt Sociaal, maar dat is gewoon een algemeen nummer van de
gemeente, dat gaat niet werken. Ouders zijn gewoon zo ongelofelijk bang om een
klacht in te dienen en dat merk je aan de feedback die je krijgt. Ik heb een
gesprek met de teamleider van jeugdbescherming gehad, en die zegt “Het mag echt
niet zo zijn dat de cliënt daar last van heeft”. Ik zeg “Nee, maar het leeft
wel, want je wordt lastig gevonden.” Ik heb het zelf gemerkt. Bij een
klachtenprocedure in het zuiden van het land bij Veilig Thuis was het niet de
klachtencommissie die uiteindelijk het proces recht trok, maar de directeur die
inzag dat het niet goed ging. Daar hebben ze uiteindelijk van de 30 punten die
we gemeld hebben er ook echt 24 opgepakt. Die directeur van Veilig Thuis heeft
mij uitgenodigd op een gegeven moment met de mededeling “Ik wil een
terugkoppeling geven van wat we met al uw punten hebben gedaan”.
DH: Dat is heel
bijzonder.
WW: Ja, dat vond ik
ook. Dat was echt heel netjes. Als ik dan nu de directeur van Noord Oost Veluwe
zie, die had niet eens pen en papier voor zich liggen bij het gesprek. Nou, dan
weet ik genoeg, want dan heb je niets opgeschreven. En de macht van de
jeugdzorg is zo ongelofelijk groot. Ouders zijn bang voor jeugdzorg en durven
geen melding te maken van onregelmatigheden. Sterker nog, advocaten ontraden ze
een klachtenprocedure te starten, want dat kan wel eens tegen ze werken. Ik heb
tegen een advocaat gezegd ‘Je kan me wat’. Als er procedureel dingen niet goed
gaan moet je dat op tafel leggen en mocht dan blijken dat een jeugdbeschermer
over de schreef gaat, omdat naar aanleiding van een interne klacht die
represailles volgen richting de ouders, dan is het heel snel een gevalletje
tuchtraad, want dat betekent dat hij echt buiten zijn boekje gaat.
DH: Bij veel
gemeenten gebeurt dit niet, ouderondersteuning op deze manier vanuit de
gemeenteraad.
WW: Bij ons gebeurt
dat dus ook niet. Ik vind dat de gemeente daar te passief in is, dus wij hebben
als lokale partij dit onderwerp stevig opgepakt. Ook naar aanleiding van de
drie decentralisaties hebben we gezegd, hier gaan we ons in vast graven. Ik wil
me echt vastbijten in dit dossier.
DH: Heeft jullie
pamflet geholpen? Hoe reageren de andere raadsleden erop?
WW: De wethouder op
dit dossier was Paul Blokhuis van de CU en die partij is niet echt blij met onze
actie, omdat zij het idee hadden dat ik hun wethouder wilde laten struikelen.
Het gaat mij helemaal niet om de wethouder, maar om de jeugdzorg. Ik heb ooit
eens in de politieke markt in Apeldoorn naar voren gebracht of het niet beter
was om Veilig Thuis op te heffen? Ze lossen evenveel problemen op als dat ze
veroorzaken. Ik zeg niet per definitie dat alles van Veilig Thuis slecht is,
want ze doen ook veel goede dingen. Er zijn echt gezinnen waar de hulp hard
nodig is, maar ik zie ook gezinnen waar ze zo doorslaan en de rechten van
ouders niet respecteren en waar de communicatie echt slecht is. Ik vind gewoon
dat die medewerkers daarop aangesproken moeten kunnen worden. Elke fout die er
in de jeugdzorg wordt gemaakt, is er één teveel.
DH: Wat moet er gebeuren?
WW: Ik ben er zo
langzamerhand klaar mee en wil dat jeugdzorg onder curatele komt te staan. Ik
wil dat er een onafhankelijke kwaliteitsmanager boven komt te staan, die er
gewoon bovenop gaat zitten en vraagt “Ik heb hier een casus, wat is de procedure?
Hoe heb je die ouders geïnformeerd, wat heb je gedaan, wanneer heb je dat
gedaan, enz”. Want het inspectierapport wijst netjes naar de hoeveelheid
wachttijd en of het binnen de onderzoekstermijn is gedaan, maar jongens, hoe is
het veiligheidsplan, hoe is het besproken met de ouders, hoe is er
teruggekoppeld naar de melders, enz. Ik heb ook melders aan de telefoon gehad
en die hebben allebei geen terugkoppeling gehad over de melding. En het is
gewoon verankerd in het protocol dat dit behoort te gebeuren. En als ik
hiernaar informeer dan worden mijn vragen door het college beantwoord met: “Ja
hoor, dat gebeurt altijd”.
Dus
ik heb de vijftig vragen die ik heb gesteld natuurlijk met een dubbele bodem
gesteld, want ik wist het antwoord al. En als het college stelt dat de
klachtenprocedure ordentelijk is bij Veilig Thuis en ordentelijk bij het CJG en
het blijkt niet zo te zijn… Het college antwoordt zelfs tot drie keer toe in
een brief dat ze niet aan waarheidsvinding doen. Dat is gewoon verankerd in de
wet. De minister heeft daar duidelijke uitspraken over gedaan in 2014, men
behoort aan waarheidsvinding te doen.
DH: De tekst in de
jeugdwet (art 3.3) zou beter uitgewerkt en gespecificeerd kunnen worden, maar ze
kunnen inderdaad niet meer zeggen dat ze niet aan waarheidsvinding hoeven te
doen.
WW: Toch wordt dat
drie keer zo gesteld, terwijl in antwoord op mijn actualiteitsvragen in
december 2016 de wethouder nog zegt “Jazeker moeten wij aan waarheidsvinding
doen”. Nou, een jaar later bij schriftelijke vragen zeggen ze “Wij hoeven niet
aan waarheidsvinding te doen”. Dan word ik een beetje kribbig en voel ik me
niet serieus genomen. Daar gaan we dus wat aan doen. Die kwaliteitsmanager
willen we echt daar bovenop hebben. Die kan naar een casus kijken, desnoods met
een afvinklijstje, ‘heb je dit gedaan, is dat gebeurd?’ Er wordt nu naar de
inhoud van een casus gekeken door een koker heen en er wordt niet gekeken of
men zich houdt aan de procedures zoals die gelden. En ook in communicatieve zin
‘hebben wij een brief gestuurd naar de ouders, hebben we een informatieboekje
erbij gedaan, hebben we ze op al hun rechten gewezen? Hebben we na vijf
werkdagen en triage de ouders geïnformeerd, hebben we na vier weken onderzoek
de ouders een tussenstand gegeven, hebben we na acht weken een tussenstand
gegeven, hebben we na tien weken het veiligheidsplan klaar? Is het
veiligheidsplan geaccordeerd door beide ouders en is de melder geïnformeerd?’.
Het zijn gewoon afvinklijstjes. Zo moeilijk kan dat niet zijn, maar dat doen ze
niet. Ik wil ook op dat punt kunnen zeggen, laat er maar iemand over hun
schouders meekijken om te zorgen dat we die slag in eerste instantie maken,
maar ook met terugbelnotities. Als er een terugbelnotitie ligt, moet je gewoon
terugbellen. Ik heb de jeugdbescherming zo’n twintig keer gebeld en ik ben nog
steeds niet teruggebeld. Afgelopen donderdagavond heb ik de voicemail
ingesproken van de regiomanager en die heeft niet teruggebeld. Vrijdag heb ik
de regiomanager nogmaals gebeld en die zou het neerleggen bij de teamleider,
maar ik word niet gebeld. Daar kunnen ze zeker wat leren als het om
bereikbaarheid gaat.
DH: Het klinkt helaas
bekend. Het is wel opvallend dat ze niet alleen ouders zo behandelen, maar dus
ook mensen van de gemeenteraad.
WW: Dat klopt en dat
is één van de dingen waar ik veel moeite mee heb, als we kijken naar de
klachtenprocedure en bijvoorbeeld Veilig Thuis. Voordat er wat gebeurt ben je
wel even op dreef, dan ben je vaak al een week of drie, vier onderweg. Als je
dan een klacht indient bij de klachtencommissie duurt het vier weken voordat
deze in behandeling wordt genomen. Dan kun je nog een bemiddelingsgesprek
hebben met de directie, bestuur, teamleider, om de zaak te onderzoeken, dus
voordat er goed en wel een uitspraak ligt van de klachtencommissie is die casus
al voorbij. Dan is het onderzoek al afgelopen.
DH: Dan kun je al
voor de rechter staan of je kind is al uit huis.
WW:
Dat is eigenlijk niet goed verankerd in de jeugdwet, maar dat kunnen wij lokaal
niet aanpassen, alleen maar landelijk. Ik vind dat je op zo’n moment als cliënt
met spoed ergens iets moet kunnen neerleggen, om dat te kunnen doorbreken. De
gemeente Apeldoorn zegt dat ze dat doen met het Meldpunt Sociaal, maar die
intervenieert helemaal niet op de juiste manier. Ik heb ook het gevoel door de
gesprekken die ik de afgelopen tijd heb gevoerd, dat ze op een aantal punten
gewoon de jeugdwet niet kennen.
DH: Er ontbreekt dus
veel kennis bij de gemeente over jeugdzorg?
WW: Ik heb een
gesprek gehad in Brabant waar ik aan tafel zat met een directeur die onder de
gemeentesecretaris viel, die gaf op den duur aan “Ik weet niet of u er wel bij
mag zitten”. Toen heb ik op die vraag gezegd “In uw functie hoort u de grondwet
te kennen (art. 18) en de Algemene Wet Bestuursrecht. Gaat u die eerst maar
even lezen en kom dan nog eens terug, anders hoef ik u niet serieus te nemen.”
Toen werd mij gevraagd of ik jurist was. Dat ben ik niet. Ik ben een raadslid
met een bijzondere interesse voor de jeugdzorg. Uiteindelijk heeft Veilig Thuis
Zuid-Oost Brabant die zaak heel netjes afgehandeld. Ze hebben van een andere
vestiging iemand gevraagd om mee te kijken naar alle vragen die door mij aan de
orde zijn gesteld en daar een rapport van gemaakt. Bij complexe echtscheidingen
werken ze niet meer met één onderzoeker, maar met twee onderzoekers, eentje
voor vader en eentje voor moeder, juist om die partijdigheid te voorkomen. Dus
dat soort aanbevelingen hebben ze daar overgenomen en die onderzoekers gaan
samen met de gedragswetenschapper en de teamleider de vervolgstappen zetten. Ik
zeg niet dat het dan honderd procent goed gaat, maar er is in ieder geval op
een goede manier over nagedacht.
DH: Hoe is er in
jullie gemeente gereageerd op de Transitie? Hebben ze in Apeldoorn geprobeerd
sturing te geven aan de jeugdhulpverlening?
WW: Wel geprobeerd,
maar erg voorzichtig. Eerst hebben we het twee jaar aangezien op de huidige
manier. Anders ga je alles overhoop halen en dan heb je nergens meer controle
over. Langzamerhand komen de evaluaties boven water. Ik vind het zorgelijk. Er
zijn bij ons 400 zorgaanbieders, maar bij een complex geval durft niemand het
aan, ook niet met een PGB om kennis van buiten te halen. Daar wordt heel
moeilijk over gedaan en die gesprekken heb ik binnenkort vast nog wel met het
CJG. Eén van de dingen die ik zie bij ouderverstoting, want daar heb ik ook een
aantal casussen van, daar wordt gewoon niet geacteerd. Zowel niet door Veilig
Thuis als door het CJG.
DH: Praten we dan
over gevallen waarbij de ene ouder het kind weghoudt bij de andere ouder?
WW: Ja, dat bedoel
ik.
DH: Het doel van de
Transitie was om zorgaanbieders te laten concurreren met elkaar, maar bij hulp
in het gedwongen kader valt er niet veel te kiezen voor de gemeenten.
Jeugdbescherming is nog steeds het oude Bureau Jeugdzorg van voor de Transitie,
waar geen alternatief voor bestaat.
WW: Als ik nu
Jeugdbescherming Gelderland neem, dat is gewoon gedwongen winkelnering. En
Veilig Thuis is een samenwerkingsverband tussen meerdere gemeenten. Dat
betekent dat je twintig gemeenten moet zien te overtuigen als je daar iets zou
willen veranderen.
DH: Het meest
praktische op gemeentelijk niveau lijkt dan inderdaad zo’n kwaliteitsmanager
waar je het over had, die alle voorgeschreven procedures controleert.
WW: Dat lijkt mij de
snelste manier om een slag te maken en de kwaliteit van de jeugdzorg te
verbeteren.
DH: Als dat navolging
zou krijgen in andere gemeenten zou dat voor ouders heel gunstig zijn.
WW: Ik zag op social
media dat mensen bij ons persbericht de oproep deden om de informatie te delen
met andere gemeenten. Maar in bijvoorbeeld de gemeente Best heb ik dezelfde
problemen gesignaleerd en dat gemeld aan verschillende raadsleden en die zitten
me aan te kijken met een gezicht van ‘volgens mij gaat het hier allemaal wel
goed’ of ‘ik weet het niet’. Het ontbreekt ook wel aan kennis bij raadsleden.
Dat is ook niet zo vreemd, want het is een lekenbestuur en dit onderwerp heeft
mijn bijzondere interesse opgewekt. Ik ben erin gedoken, maar ik zie bij
collega’s niet veel belangstelling voor de problematiek in de jeugdzorg.
DH: Je krijgt het
gevoel dat ze ernaar kijken alsof ze ‘water zien branden’?
WW: Dat klopt. Ik had
een PvdA-raadslid van de gemeente Best aan de lijn die ik vertelde over de
jeugdzorgproblematiek in zijn gemeente. Ik zei hem “Jouw wethouder gaat hier
over de schreef. Ik heb hier actualiteitsvragen, die zou ik maar eens gaan
stellen”. Maar hij wilde liever persoonlijk bij de wethouder langs gaan om met
hem te praten, zodat hij niet openlijk zijn wethouder hoefde af te vallen. Maar
we zitten in een dualisme, geen monisme. Volgens mij kun je gewoon die vragen
gaan stellen. Dat ligt heel moeilijk en ik zie dat ook daar helemaal niets is veranderd.
DH: Zo ontstaat er
geen inzicht in de problematiek.
WW: Er wordt mij
verteld dat er geen budgettekort is in de gemeente over 2017, maar ik lees
recentelijk in het Eindhovens Dagblad dat er een budgettekort is van 2,5
miljoen bij de jeugdzorg. Dan denk ik logisch, want die wethouder in Best heeft
het ook gewoon niet op orde.
DH: De landelijke
overheid heeft de jeugdzorg overgeheveld naar de gemeenten, maar die sturen
niet op inhoud en kwaliteit. Ze stellen geen vragen als ‘Wat heeft u gedaan wijkteam’,
‘Welke doelen hebben jullie behaald?’ Het is vaak niet duidelijk waar ze mee
bezig zijn, maar jeugdwerkers presenteren wel de gemeente de rekening.
WW: Het gaat net zo
met het inspectierapport. Dat meet alleen de harde cijfers. Zijn er wachtlijsten?
Hoeveel casussen heeft u binnen die termijn van tien weken niet opgelost? Ik
heb nu een casus die heeft het vinkje van ‘opgelost’, maar hij loopt nog
door….Er wordt niet naar de inhoud gekeken en ook niet naar de benadering. De
communicatie is niet meetbaar, dat is een gevoel, maar daar gaat juist heel
veel fout. Ik vind dus dat het rapport van de inspectie eigenlijk op die
gronden niet deugt, want die kijkt alleen of men voldoet aan de cijfers.
Eigenlijk zeggen ze, blijf je binnen het budget dan is alles wel goed.
DH: Hoe zien jullie
de rol van de gemeenten bij het jeugdzorgbeleid? Weten ze welke invloed ze erop
kunnen uitoefenen? Wij denken dat veel gemeenten niet weten hoe ze kunnen
sturen.
WW: Ze durven ook
niet. Ze doen het al jaren zo, dus ze blijven het zo doen. En er durft niemand
met de vuist op tafel te slaan en te zeggen “Jongens, we gaan het nu eens een
keer echt anders doen”. We hebben hier natuurlijk best een goede wethouder
gehad. Paul Blokhuis heeft echt veel dingen opgepakt, maar bij de dingen waar
het echt niet goed gaat, is gewoon niet doorgepakt. Er wordt niet met de vuist
op tafel geslagen. Soms heb je iemand nodig die zegt “We gaan het nu echt
anders doen”.
DH: Wij hebben het
idee dat lokale partijen meer kunnen betekenen voor ouders die met jeugdzorg te
maken hebben dan de grote partijen, omdat die niet zo vastzitten aan
vertegenwoordigers in Den Haag en de landelijke partijlijn.
WW: Het is eigenlijk
‘not done’ voor de gevestigde partijen om tegen het beleid in te gaan. Ze willen
wel verandering, maar met hele kleine stapjes. Als je kritiek levert op de
uitvoering van jeugdzorgtaken dan denken ze al gauw dat je op de man speelt,
dat je de wethouder moet hebben, maar het gaat ons puur om beter jeugdbeleid.
En dat hopen we na 21 maart bij een gunstige verkiezingsuitslag vorm te gaan
geven.
Sven Snijer
Ranada van
Kralingen