Het
artikel van islamdocent Mohammed Ajouaou van de Vrije Universiteit van
Amsterdam getiteld ‘Ook imams moeten hun verantwoordelijkheid nemen’(1) is een nieuwe poging om de islam te helpen integreren in het westen. Het komt in eerste instantie modern en liberaal over,
maar is bij nadere beschouwing toch niet zo vooruitstrevend is als wel lijkt.
Als vanouds wordt er weer om de hete brij heen gedraaid, al komen we met zijn
positionering toch een klein stapje in de goede richting.
Ibn Taymiyya
Waar
in meerderheid de moslims en politici in het Westen nog om het hardst roepen
dat de islam 'vrede' is en dat extremistisch geweld helemaal niets met de ware
islam te maken heeft, komt er nu eindelijk erkenning van een stukje militante
houding vanuit de moslimgelovigen naar andersdenkenden. Het artikel vermeldt
dat de ‘wij-zij’ mentaliteit van het orthodoxe wahabisme dat wereldwijd de
oorzaak is van zoveel intolerantie naar niet-gelovigen of te vrijzinnige
moslimgelovigen terug gaat op schriftgeleerden van zevenhonderd jaar terug.
Met name Ibn Taymiyya zou hier als hoofdschuldige moeten worden aangewezen,
wiens ideeën vijfhonderd jaar later zijn doorontwikkeld door Mohammed ibn Abd
al-Wahad. Zij zouden in de Koranteksten en uit de Hadith vooral die elementen
hebben geselecteerd die de houding van moslims naar anders -of minder
orthodox-gelovigen op de spits zou drijven en geweld in die zin legitimeren. De
islam is niet gewelddadig, maar door het selectief omgaan met teksten is de
islam naderhand gewelddadig gemaakt.
Daar
kunnen nogal wat vraagtekens bij gezet worden, zowel historisch als
tekstkritisch. Ten eerste staat het iedere moslim vrij om de nadruk te leggen
op Koranteksten waar hij zich het meeste door aangesproken voelt en als dat
radicale teksten zijn kan niemand beweren dat dit ‘niet-islamitisch’ is,
waardoor het pleidooi van Ajouaou om als moderne moslim zelf te kiezen hoe je
het eigen moslim-zijn definieert (in het kader van moderniteit en
mensenrechten) net zo goed omgekeerd geldt en ook een orthodoxe of
extremistische lezing kan inhouden. Daarnaast is het zo dat er enkel selectief
gewinkeld kan worden in het heilige boek (Koran) en de traditie (Hadith) als er
een substantiële hoeveelheid teksten bestaat die geweld legitimeren en dat is
inderdaad het geval. Daarnaast is het ontstaan van de islam met een enorme
hoeveelheid geweld gepaard gegaan, zodat ook vanuit dat oogpunt een
vredelievende interpretatie van heilige teksten eerder een verdienste is van de
moderniteit en het humanisme dan van een juiste lezing van het heilige boek.
De ‘rechtgeleide
kaliefen’
Om
het ‘wij-zij’ denken toe te lichten; de profeet Mohammed heeft daar zelf al een
begin mee gemaakt door de speciale belasting voor niet-moslims (joden en
christenen), terwijl naderhand de hindoes en boeddhisten een nog lagere sociale
status kregen van de verschillende moslimveroveraars in Centraal Azië en in
India. De islam die de wereld veroverde met militaire middelen en niet door
prediking en gebedsgenezing van apostelen zoals in de eerste eeuwen van het
christendom, heeft zelf het stempel van geweld over zich afgeroepen. Niet
alleen in de latere tijd van het wahabisme, maar door haar hele geschiedenis
heen. Het is opmerkelijk dat de islam in de eerste vijfentwintig jaar na de
dood van Mohammed al een enorm gebied had veroverd dat zich van Arabië
uitstrekte tot Tunesië in het Westen, de grenzen van het huidige Afghanistan en
Pakistan in het Oosten en Georgië in het Noorden. Dit was het werk van Mohammed
en zijn opvolgers Omar en Othman, twee van de vier ‘rechtgeleide kaliefen’. Het
waren door de religie gesanctioneerde oorlogen die geen ander doel hadden dan
verovering en expansie, waarbij Omar en Othman die net als vele moslimstrijders
de profeet goed hadden gekend, handelden in zijn geest. Van de rechtgeleide
kaliefen wordt gezegd dat ze geen profetisch vermogen hadden zoals Mohammed,
maar dat ze wel door god geleid werden. Het was dus geen vergissing dat ze
oorlogen voerden en dat is een belangrijk verschil met andere religieuze oorlogen,
waarbij vorsten soms de religie misbruikten voor hun eigen zelfzuchtige
doeleinden, zoals in het christendom gebeurde.
Vorm
en inhoud zijn in de islam één geheel. De militante teksten die oproepen tot geweld tegen
de ongelovigen en de manier waarop de religie zich over de wereld verspreidde
gaan hand in hand. Het is daarom onzinnig om extremistische moslimgroeperingen
geen echte moslims te noemen. Men kan ze hooguit ouderwets noemen en niet in
staat tot een meer humanistische interpretatie van een geloof dat voor een
belangrijk deel gedateerd is. Maar het probleem gaat veel dieper, want als het
enkel een militaire expansie was die de islam een slechte naam had bezorgd dan
was daar nog overheen te komen. Veel erger is dat de profeet van de islam
helemaal niet zo’n heilige was als vaak wordt voorgesteld. Een citaat van de
Belgische islamkenner Koenraad Elst:
"Ook de profeet beoefende of billijkte
roof, gijzelneming, verkrachting, steniging van seksuele zondaars, het nemen en
verkopen van slaven, sluipmoord en de terechtstelling van andersdenkenden die
bezwaren durven te opperen. Praktisch alles waarmee de jihadstrijders het
nieuws halen, is volgens de islambasisteksten voorgedaan door de Profeet
zelf." (2)
Dat
is het werkelijke struikelblok bij de modernisering en humanisering van de
islam, want het is niet toevallig dat Ajouaou het probleem van de radicalisering veilig
parkeert in de veertiende eeuw van Ibn Taymiyya. Op die manier blijft de
profeet buiten schot. Dan hoeven we de werkelijke ontstaansgeschiedenis
van de islam niet te bestuderen en kunnen we dankzij deze nieuw gevonden middeleeuwse ‘zondebok’ vrolijk doorgaan met
de mythe van de islam als vredesreligie. Zo zien de politici het graag en zo
proberen ze een internationaal probleem klein te houden binnen de grenzen van
de Nederlandse samenleving. Andere Europese landen en de Verenigde Staten
volgen precies dezelfde strategie, waardoor niet te verwachten valt dat Nederland
zich hierin zal onderscheiden. Mohammed Ajouaou, die behalve als docent aan de
UVA ook verbonden is aan het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het binnen
deze politieke stellingname als zijn taak gezien de overgang
voor de moslims in onze cultuur naar de moderniteit en integratie zo
probleemloos mogelijk te laten verlopen en omzeilt daarbij het werkelijke
probleem net als zoveel anderen. Het mythologisch denken wordt niet doorbroken,
waardoor er twee werkelijkheden blijven bestaan; de prachtige liefdevolle islam
met een voorbeeldige profeet en de ‘islamvervormende’ terroristische acties van
‘criminelen’ die misbruik maken van het geloof. Was het allemaal maar zo makkelijk…
Islam verliest
gezicht op het wereldtoneel
Om
een beter begrip te krijgen van waar het terrorisme en religieus extremisme
werkelijk vandaan komen moeten we terug gaan naar de periode dat er
gelijktijdig drie moslimrijken op instorten stonden in de zeventiende eeuw, het
(Turkse) Ottomaanse rijk, het (Perzische) Sawafidische rijk en het rijk van de
Groot-Moghuls in India. De redenen voor het instorten van die rijken zijn heel
divers en lopen uiteen van wanbestuur, corruptie, nepotisme, strijd tussen islamitische
geloofsrichtingen, buitenlandse legers, strijd tussen moslimlegers
onderling en nog meer complexe oorzaken, tezamen met het onvermogen van de
islamitische wereld om de technologische ontwikkelingen in Europa bij te
houden. Europa werd steeds machtiger door de overzeese handelsroutes en door
versterking van zijn militaire apparaat. Het Ottomaanse rijk bijvoorbeeld, liep
hier tweehonderd jaar op achter.
Het
is van belang om te begrijpen dat de moslims nooit eerder in hun geschiedenis
een ondergeschikte rol hadden gespeeld. Vanaf de begintijd van de islam zijn er
alleen maar veroveringen geweest en de enige keer dat de moslims onder de voet
werden gelopen door een buitenlands leger en verpletterende nederlagen leden en
plunderingen, verwoestingen en moordpartijen over zich heen kregen was met de
invallen van de Mongoolse hordes van Djengiz Khan en later Tamerlan. Maar die
militaire nederlagen werden gecompenseerd door de ‘overwinning door het geloof’,
omdat de Mongoolse krijgers zich na verloop van tijd bekeerden tot de islam. De
islam is daarmee effectief nooit zijn greep op de veroverde gebieden
kwijtgeraakt, met uitzondering van het Arabisch Spanje. De meeste moslims zijn
daar na de reqonquiesta door Ferdinand en Isabella van Aragon weer verdwenen,
zodat moslims eigenlijk nooit in gebieden hebben gewoond waar zij politiek,
militair en religieus niet de baas waren.
Terug naar de
‘zuivere islam’
Dat is het grote verschil met de islamitische positie vanaf de zeventiende eeuw
die wereldwijd alleen maar slechter werd. Het antwoord dat de moslims bedachten
op de economische en militaire achteruitgaan van hun religie was terugkeer naar
de ‘zuivere islam’. Ze vonden dat er door de eeuwen heen teveel vreemde
invloeden in de islam waren terechtgekomen (soefisme, westerse filosofie,
Perzische cultuur, Indiase cultuur en religie, machtswellust en hedonisme van
de vorstenhoven, volksgeloof, heiligenverering, enz) en dachten dat ze de hele
islamitische geschiedenis konden terugdraaien. Ze hadden geen enkel respect
voor alle elementen uit andere culturen en de filosofisch-spirituele systemen
(ook vanuit de islam zelf ontwikkeld) die de islam hadden verrijkt en vooruit
geholpen in zijn ontwikkeling door de eeuwen heen. Ze wilden de hele
islamitische religie strippen en terugkeren naar ‘de tijd van de profeet’ zich
niet realiserend dat de opvolgers van de profeet zelf heel goed begrepen dat
het groeiende moslimrijk alleen bestuurd kon worden met hulp van buitenlandse
expertise in bestuur en ambtenarij. De islam is alleen maar beter geworden van nieuwe culturen.
Leven in twee
werelden
Een
heel nieuwe situatie is dat er nu miljoenen moslims in het westen wonen waar ze
te maken hebben met een niet-islamitische context, zonder omringende cultuur
die hun eeuwenoude geloofswaarheden bevestigt. De imams die hier prediken komen
nog wel uit landen als Egypte, Pakistan, etc, maar kunnen niet helpen bij de
culturele verschillen. Bijkomend probleem is dat moderne moslims die zelf hun
geloofsinvulling willen ‘kiezen’ nog steeds gebonden zijn aan het land
Saoedi-Arabië als het hart van hun geloof, in verband met de heilige steden en
de pelgrimsreis die de moslim eenmaal in zijn leven moet maken. Ze staan
daarmee in twee werkelijkheden, want het heilige land is ondanks olierijkdommen
en technologische vooruitgang helemaal niet modern of ontwikkeld te noemen in
culturele zin. Uit dat land en de omringende landen komen het
door het westen zo gevreesde wahabisme en salafisme.
Het
radicalisme in de islam is geen probleem dat in het westen alleen aangepakt kan
worden met de-escalerende maatregelen, omdat het echte probleem de positie van
de islam wereldwijd is. Moslims kunnen op mondiaal niveau nog steeds niet
accepteren dat hun geloof niet langer dominant is en dat ze geen
‘eindoverwinning’ zullen behalen op de ongelovigen als ze maar strenger en
consequenter hun geloof zullen beleven (en met fundamentalistische legers de
strijd aangaan met het westen). Dit mythologische denken dat rechtstreeks terug
te voeren is op het leven van Mohammed toen het leger van de profeet een
overwinning behaalde op een grote overmacht, omdat ze zoals ze geloofden ‘Allah
aan hun zijde’ hadden, speelt nog steeds in het collectieve denken van de
moslims. De islam is bij haar ontstaan in honderd jaar tijd razendsnel
verspreid over de wereld vanwege deze militair-religieuze overtuiging van
begunstigd te worden door God in de strijd. ‘Allah is groot’ schreeuwden de
moslimstrijders op de slagvelden van alle landen die door hen werden
binnengevallen. Geloof en politiek-militaire dominantie hebben nooit los van
elkaar gestaan in de islamitische wereld. En deze krijgshaftige religie moet zich nu
aanpassen aan een geseculariseerde samenleving als de westerse, wat in een
groot deel van de islamitische wereld volstrekt niet wordt begrepen. Waarom zou
het ‘ware geloof’ zich moeten aanpassen?
Symptomen van
een identiteitscrisis
Fundamentalisme
en extremisme in de islamitische wereld zijn geen teken van crimineel gedrag
van mensen die een vals beeld van de islam uitdragen, maar laten wereldwijd de identiteitscrisis
van de islam zien. Hoe moet een geloof dat altijd functioneerde in een kalifaat
of in een door islamitische waarden gedomineerde cultuur zich nu een weg vinden
in een overwegend atheïstische samenleving waar geloof een gemarginaliseerde
rol speelt? Een religie die in haar structuur een sterke vermenging van geloof
en maatschappijinrichting kent en die niet eens begrijpt wat ‘mijn islam’
inhoudt, zoals Europese of Amerikaanse moslims het soms omschrijven. Westerse
landen willen het probleem van radicalisering graag klein houden en moslims
hier waarschuwen voor het ‘gif’ van het radicalisme. Ze proberen als het ware
het immuunsysteem van moslims hier te versterken tegen de invloeden van buitenaf
die toch niet tegen te houden zijn. Het is te vergelijken met preventiebeleid
bij alcohol en drugs, ‘zeg nee tegen drugs!’, maar een deel van de jongeren zal
altijd blijven gebruiken, omdat ze hun leven niet op een zinvollere manier
invulling kunnen geven.
Hervormingspogingen
door islamitische denkers
De
modernisering en hervorming van de islam is al een tijd lang een moeizaam, om
niet te zeggen ontmoedigend proces. Veel ‘verlichte’ denkers in de islamitische
wereld hebben het geprobeerd, maar merkten dat ze geen voet aan de grond kregen
bij hun geloofsgenoten. Hanafi probeerde de islam te verbinden met Spinoza,
maar we hebben niets meer van hem of zijn ideeën vernomen na de jaren negentig.
Arkoun probeerde de islam opnieuw te verbinden met het islamitisch humanisme
van de tiende en elfde eeuw toen de (Griekse) filosofie nog een grote rol
speelde, maar hij kreeg weinig bijval(3). Dit soort denkers worden door veel
moslims toch gezien als geloofs -of cultuurverraders, omdat ze een gedachtegoed
verspreiden dat afkomstig is van de westerse cultuur die de islam juist haar
politieke en economische macht heeft ontnomen. Wat deze hervormers niet schenen
te begrijpen is dat er voor een echte hervorming op het intellectuele niveau
waarop dat nodig is, een basis moet zijn van economische en culturele
voorspoed. Zolang de islam vooral in derdewereldlanden aanhang heeft, in landen
die politiek instabiel zijn met een etnische, religieuze en bestuurlijke chaos,
is het onmogelijk om een verlichte manier van denken in deze religie ingang te
doen vinden. In het westen zou het kunnen lukken als er een laag van geslaagde
moslimsburgers in onze samenleving zich gaat ontwikkelen en zich
theologisch-filosofisch wil scholen. Maar de kans is veel groter dat voor hen
het geloof een ondergeschikte rol gaat spelen naarmate ze zich meer in de
westerse cultuur gaan thuis voelen.
‘Wie is moslim?’
In
een video van Mohammed Ajouaou waarin hij wordt geïnterviewd over zijn boek
‘Wie is moslim?’beantwoordt hij een aantal vragen die relevant zijn voor
moslims in het westen(4). De boodschap is vrij modern, met nadruk op
secularisatie, mensenrechten, geen vijandigheid naar anders gelovigen, de
nadruk op de praxis, de rituelen en de zingeving van de islam, met oog voor het
gevaar van een radicale ideologie die zich daarvan losmaakt. Mijn bezwaar
ontstaat als ik te vaak het woord ‘rituelen’ herhaald hoor worden en ideologie
vooral negatief wordt gekenschetst. Want is het niet vreemd dat een religie -dat een systeem is van geloofswaarheden (ideeën!)- vooral dat element moet zien
te omzeilen dat het meest bepalend is en alleen als een cultuurgoed
mag verder gaan om niet met het westen en de westerse normen en waarden in
conflict te komen? Wat is een islamitische praxis zonder de geloofswaarheden
waaruit ze is ontstaan en waarom zou dit jonge moslims vervulling geven? Het
lijkt erop dat Ajouaou iets wil wat helemaal niet kan; terugkeer naar de
rustige islam van voor het wahabisme, van voor de migratie van moslims naar het
westen, van voor de verwarring van seculiere waarden als de nieuwe omkadering voor
een geloof dat altijd sterk sociaal-maatschappelijk verankerd is geweest.
Zelf de teksten
lezen
Dit
is niet het probleem bij de kop pakken, maar het omzeilen van het pijnlijke
gedeelte van de inhoud, om zo tradities overeind te houden waarin toch al niet
te zeer werd nagedacht. Het probleem van radicale moslims in Europa is
inderdaad dat ze zelf de teksten uit de koran en hadith zijn gaan lezen en dat
ze (hoe pijnlijk voor hun gematigde onwetende geloofsgenoten) helemaal geen
moeite hebben met de radicale en gewelddadige kant van hun geliefde profeet!
Sterker nog, ze brengen het in de praktijk alsof er geen veertienhonderd jaar
verstreken zijn en doen er zelfs nog een schepje bovenop met hun extremiteiten in Syrië.
Mijn idee is dat het radicalisme alleen echt bestreden kan worden door het
probleem te zien voor wat het is: de realiteit van het geweld in de islam. Daar
kan niet op religieuze gronden afstand van genomen worden, dat kan enkel op
humanistische gronden. Een ‘islam van vrede’ heeft op deze radicaliserende
jongeren geen enkele invloed, wel de harde feiten. Laat maar zien hoeveel
miljoenen mensen om het leven zijn gekomen door veroveringscampagnes van
moslimheersers door de eeuwen heen. Laat maar zien dat de islam nooit zo lang
had kunnen bestaan zonder de externe filosofische, culturele en spirituele
invloeden die haar hebben uitgetild boven de oorspronkelijke openbaringen aan een
woestijnvolk. Maak maar duidelijk dat de historische Mohammed niets van doen heeft
met het geëxalteerde mythische beeld dat onder invloed van mystieke
broederschappen door de eeuwen heen van hem is gemaakt(5).
Ontmythologisering
van het geloof
Alleen
de realiteit kan zorgen voor echte integratie, want het krampachtig vermijden
van de pijnlijke inhouden van een religie is uitstel van executie voor een
geloof dat toch al ontworteld is in onze westerse context. Wat veel mensen
beschouwen als de ‘gematigde islam’ is een islam die in de loop van eeuwen is
uitgegroeid tot een stelsel van religieuze, filosofische, culturele en
politieke invloeden die tezamen een divers en dynamisch landschap vormen
waarbinnen moslims zich verschillend kunnen oriënteren, zoals Ajouaou graag wil benadrukken.
Maar ik zie niet zoveel ruimte voor de ‘eigen keuze’ van moslims als er geen in
Nederland opgeleide imams komen die de islam als een totale geschiedenis
beschouwen met alle invloeden die daarin een rol speelden, met de nog te
voltooien moderniteit en vooral ontmythologisering van het geloof als voorlopig
laatste fase. ‘Jezus liep nooit over het water en Mohammed is nooit met een
paardachtig wezen opgestegen naar de hemel’. Zo simpel. Als de islam dit soort
inhoudelijke kritiek bespaard wordt (omdat we de olie-sjeiks niet boos willen
maken of geen aanslagen willen) dan hebben we te maken met een vervalste
integratie en wordt de pijn alleen maar vooruit geschoven. Laten we moslims
alstublieft ook een beetje zelfbewustzijn en intellectuele emancipatie gunnen,
want niemand is er bij gebaat om zachtjes in slaap te worden gesust .
Sven Snijer
Arkoun zegt over zijn eigen
positie als publiek spreker: ‘Als ik geïnterviewd word, dan heb ik schrik om
bepaalde woorden uit te spreken.’ Ook met een moderne denker als Tariq Ramadan
is voor Arkoun geen echt gesprek mogelijk, omdat eerstgenoemde de traditionele
uitgangspunten van de koranlectuur niet ter discussie stelt. Arkoun beschouwt
het denken van deze predikers als een ‘grote gevangenis’. Vanwege de
‘geïnstitutionaliseerde onwetendheid’ in de Arabische wereld heeft hij weinig
verwachtingen over hoe zijn werk daar zal worden ontvangen. Zijn hoop is
uiteindelijk op Europa gericht, zo blijkt uit de slotpagina’s van zijn laatste
interview.”