zondag 22 november 2015

De strijd van de islam met de moderniteit



Luuk Koelman schreef in zijn Metrocolumn van 19 november 2015 een bijzonder sterke ‘Open brief aan Geert Wilders’(1) waarin hij op vakkundige wijze de veel gehoorde uitspraak van Wilders en zijn geestverwanten onderuit haalde dat er maar één islam bestaat en dat die gewelddadig is. 

En dat was nodig, want het rechtse geluid dat in ons maatschappelijk veld aan kracht wint heeft veel goede punten gemaakt aangaande het islam -en integratiedebat, maar vecht niet altijd met eerlijke middelen.

De Kaaba vernietigen

De sterkste troef van Koelman was het nieuwtje dat IS van plan is om de Kaaba in Mekka te vernietigen, waar automatisch uit volgt dat er minstens twee soorten islam bestaan, van degenen die het heiligdom vereren en van degenen die het heiligdom dat al veertienhonderd jaar het middelpunt is van het islamitisch geloof weg willen hebben. In feite bestaat er geen duidelijker symbool voor de stelling van de islamitische geleerde Bassam Tibi dat de politieke islam (islamisme) op veel fronten een ‘uitvinding’ is van de moderne tijd, want hoe kan zo’n heiligdom anders na veertienhonderd jaar ophouden heilig te zijn? Als we verder lezen in de column van Koelman vinden we nog meer argumenten die de analyse van Tibi ondersteunen, dat IS niet slechts de vijand is van het westen, maar van iedereen die weigert zich aan haar ideologie te onderwerpen. En het argument dat wie de islam als een monolithisch geheel beschouwt (alle moslims over één kam te scheert) juist de beeldvorming van de islamisten volgt en de door hen verlangde kloof tussen moslims en niet-moslims, die op den duur de goedwillende en geïntegreerde moslims in het westen in een onmogelijke positie zal brengen.

Islam en islamisme

Waarschijnlijk zonder het onderscheid te kennen dat Tibi maakt tussen islam en islamisme , slaat Koelman de spijker op de kop door IS haar gedachtegoed als ideologie te bestempelen en niet als geloof. De gepolitiseerde islam van IS en elk soort van islamistische beweging die zijn wortels heeft in de Islamitische Broederschap is noch geheel religieus, noch geheel politiek, maar een opzettelijke vermenging van beiden. Tibi hierover in ‘Islamism and Islam’:

‘Het is de gave van de islamisten om de tradities van de islam op te roepen, hoe vervormd en inaccuraat ook, en hun claim van islamitische authenticiteit die verklaart waarom ze een breed publiek kunnen aanspreken onder de moslimbevolking. Westerse schrijvers die islamisme afdoen als marginaal of die het beschouwen als een bedekking van sociale onrust zoals de expressie van grieven, begrijpen niet hoe een uitgevonden traditie aantrekkelijk wordt en machtig door selectieve lezing van de veel grotere islamitische traditie.’

Want dat het islamisme een reëel gevaar is voor de wereld en voor het westen, wordt door Tibi duidelijk onderkend en op dat punt is hij het eens met rechtse geluiden die waarschuwen voor de ‘islamisering van Europa’, alleen weigert hij om alle moslims (waaronder zichzelf) als deelgenoot te zien van dat islamistische streven, dat een vervorming is van de traditie.(2)

Vredesreligie of haatideologie

Waar linkse intellectuelen in de islam geen enkel gevaar zien en het liefst groepjes terroristen zouden willen isoleren, om de rest van de islam met rust te laten als ‘vredesreligie’ neemt Tibi een middenpositie in door te waarschuwen voor een politieke islam die langzamerhand een steeds groter deel van de islamitische traditie in haar invloedsfeer dreigt te trekken, voornamelijk vanwege de blindheid hiervoor bij politiekcorrect Europa en de VS onder leiding van Obama. Het grootste gevaar ligt bij het verschijnsel ‘gematigde islamisten’ die het uiterlijke geweld hebben afgezworen, maar die met hun onderhuidse totalitaire ideologie de westerse intelligentsia misleiden door zich democratisch voor te doen, met als doel de democratie te ondermijnen en indien mogelijk af te schaffen.

Het wordt voor de gewone burger steeds moeilijker om een keuze te maken in het islamdebat, want de aangeboden zienswijzen staan haaks op elkaar. Aan de ene kant is daar het roze brillen-geloof van links dat de islam steevast als een ‘cultuur’ ziet, van moslims die ook maar ‘slachtoffer’ zijn en aan de andere kant de rode waas voor de ogen van de islambashers die alle moslims beschouwen als onderdeel van een totalitaire en gewelddadige ideologie. De verbetenheid bij de islamcritici wordt vooral verklaard uit de ontkennende houding van politiek links de afgelopen dertig jaar ten aanzien van integratieproblemen van culturele en religieuze aard. Door het er gewoon niet over te hebben, maar pogingen daartoe af te doen als racisme of fascisme (tegenwoordig ‘islamofobie’) is jaren lang de kans voorbij gegaan om het één van het ander te onderscheiden. Niet alleen de cultuur van de religie, maar ook de religie van de politieke islam en terrorisme.

Cordon sanitair

Het linkse ‘cordon sanitair’ dat aan islamcritici werd opgelegd speelde zelfs een rol in academische kringen, waar kritische onderzoekers en zelfs liberale moslims werden dwarsgezeten die vanuit een rationele insteek de traditionele islam wilden onderscheiden van de totalitaire ideologie van de politieke islam. Dat was links niet welgevallig, want die zagen meer brood in het bestempelen van het islamisme als een ‘revivalbeweging’ binnen de islam (tegen het onderdrukkende westen) wat het allemaal een stuk socialer deed voorkomen en bovendien minder gevaarlijk. Tibi in ‘Islamism and Islam’:

‘Belangrijke islamisten als Qaradawi en Ghannouchi worden bij het westerse publiek geïntroduceerd als stemmen van de ‘liberale islam’. Dit bewijst een slechte dienst aan de werkelijk civiele en liberale islam. Als academische vrijheid ook maar iets betekent, moet het toegestaan zijn islamisme te identificeren als een totalitaire beweging en deze stelling te onderbouwen met relevante argumenten, zonder te worden belasterd met ‘islambashing’.

Instrumentele aanpassing

De beste analyse is dat de islam niet per definitie gewelddadig is, maar ook niet ongevaarlijk. Dat hangt vooral af van een goede probleemanalyse van het westen, dat niet zo dwaas moet zijn om echt liberale moslims in de wielen te rijden door een knieval te maken naar extremisten die zich hullen in de misleidende kleding van de democratie, waar ze enkel lippendienst aan bewijzen. Het is vrij eenvoudig om de extremistische elementen eruit te halen, want men hoeft ze maar een paar kritische vragen te stellen over joden, de internationale rechtsorde, islamitisch recht, democratische instituties, scheiding van kerk en staat en de gelijkwaardigheid van religies en dan komt de totalitaire aap vanzelf uit de mouw. Zo goed kan niemand liegen, maar die pijnlijke vragen worden zelden of nooit gesteld, omdat het idee van ‘gematigde moslims’ het westen zo aanspreekt. Dat de islamisten van de politieke islam daarbij geen enkel geloofspunt zullen loslaten en zich enkel instrumenteel aanpassen aan de hier bestaande cultuur, is iets wat al zeker honderd jaar het centrale probleem vormt voor de islam in haar verhouding tot het westen, maar dat schijnt de meeste deskundigen te ontgaan. 

Individuatie is een gevolg van wetenschap

Voor een bevolking die in meerderheid geseculariseerd is, zoals in het Westen, is het moeilijk voorstelbaar hoe reëel de geloofsbeleving in andere delen van de wereld nog is.(3) De ontbrekende schakel in de verhouding islam en het westen, is dat de wetenschappelijke cultuur die ons de technologie en de vooruitgang heeft gebracht, ook heeft gezorgd voor het instorten van christelijke geloofswaarheden en de verwachting van een heil in het hiernamaals. De westerse mens is op het hier en nu georiënteerd geraakt en is zich vaak nauwelijks nog bewust van het feit dat zijn zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid voor zijn levensgeluk nooit mogelijk waren geweest zonder de ideologische losmaking van een allesbepalend christelijk geloof. De westerling leeft alsof hij altijd al vrij is geweest, geëmancipeerd en assertief. Terwijl het nog maar zo kort geleden is dat hij gebukt ging onder de macht van de adel, de kerk of de fabrieksbazen in het industriële tijdperk die hem konden laten werken onder ongezonde levensomstandigheden voor een hongerloontje. Vrijheid is nieuw, breekbaar en suggestief, want het doet geloven dat ieder individu het zelf heeft gedaan, terwijl het voortkomt uit collectieve inspanningen tegen onderdrukking van religieuze en totalitaire aard. 

Islam stagneert de vooruitgang

De wetenschappelijke vrijheid is bevochten op Europese bodem en is zodoende een westers verhaal van emancipatie en zelfbevrijding. Het individu is een westerse uitvinding en is net zo goed een verworvenheid van onze cultuur als computers, auto’s en raketten naar de maan. Nu is het probleem dat in de islam deze geestelijke emancipatie nooit heeft plaatsgehad, waardoor modernisering in de islam altijd een belangrijke restrictie heeft ingehouden; het mag niet in strijd zijn met de islam. Dit vormde al een probleem voor grote moslimdenkers in de middeleeuwen als Avincenna en Al Farabi, maar tegenwoordig stagneert het nog steeds de islamitische landen in hun ontwikkeling. De in 2004 overleden Nederlandse arabist Jan Brugman (universiteit van Leiden) schreef in zijn boek ‘Het lot der Saracenen’:

’In die zin is echter de hele islam nog fundamentalistisch, niet alleen de bewegingen die nu zoveel publiciteit genieten (het Algerijns FIS) en die beter ‘radicalen’ of ‘activisten’ genoemd zouden kunnen worden. In islamitische landen is elke korankritiek, elke poging dus om dingen anders te duiden dan als letterlijk waar en voor alle tijden geldig, onaanvaardbaar.(…)Er bestaat natuurlijk wel wetenschapsbeoefening in islamitische landen, maar die gaat buiten de islam om, loopt er als het ware met een wijde boog omheen. Het zijn eenlingen die zich van tijd tot tijd durven uiten en van een beweging van echte modernisten is geen sprake.’

Het proces van Nasr Abu Zayd

Een paar jaar na deze beschrijving van Brugman over het moeilijke klimaat voor hervormers in de wereld van de islam werd in Egypte in 1995 de islamitische geleerde Nasr Abu Zayd tot ‘afvallige’ verklaard (4), omdat hij een paar kleine wijzigingen voorstelde die de islam meer in overeenstemming zouden brengen met de moderne tijd, zoals het afschaffen van de yizyah, de speciale belasting voor joden en christenen onder islamitisch bewind en het recht op het houden van slavinnen, omdat hij beiden niet in overeenstemming vond met de moderne mensenrechten en de humane behandeling die moslims aan minderheden zouden moeten schenken, volgens de koran. Dit werd bij zijn gerechtelijke veroordeling volstrekt van de hand gewezen, want het was strijdig met de koran en zelfs het bezitten van slavinnen was volgens de rechtbank ‘religieus bewezen zonder twijfel’ geheel in overeenstemming met de  heilige teksten. De universitair docent was vanwege zijn veroordeling ook meteen gedwongen van zijn vrouw te scheiden, omdat zij als moslima niet met een niet-moslim getrouwd mocht zijn. Hierdoor openbaarden zich in deze zaak gelijktijdig twee segregerende en anti-moderne invloeden; het letterlijk geloven in de eeuwige waarheid van de koran en het verbod om met niet-moslims te trouwen, waardoor dit altijd eenrichtingsverkeer blijft in het voordeel van de islam.

Meerdere lagen in de islamdiscussie

In het huidige islamdebat worden we met het probleem geconfronteerd van verschillende lagen in de discussie die door islamcritici opzettelijk op één hoop worden gegooid, uit gemakzucht vanwege de verlangde eenduidigheid van de boodschap of in het geval van Wilders voor electoraal gewin. Problemen van de islam met de moderniteit zijn onder te verdelen in minstens drie gebieden van culturele taboes, religieuze dogma’s en politiek extremisme, waarbij ik de verschillende islamitische stromingen buiten beschouwing laat omdat die allemaal in verschillende mate met deze drie lagen te maken hebben.

Voor een leek is het onderscheid tussen deze drie gebieden niet te maken, maar valt enkel de tegenstelling op tussen politiek links en rechts, die de islam respectievelijk ‘vredelievend’en ‘gewelddadig’ vinden. Het middengebied met haar politieke dynamiek wordt gewoonlijk overgeslagen. Voor beiden zijden is dat pijnlijk, omdat rechtse geluiden het liever niet willen hebben over de postkoloniale erfenis en hoe het islamitisch fundamentalisme als een boemerang terugkomt in het gezicht van westerlingen, als gevolg van een slechte begeleiding van moslimslanden naar de moderniteit voornamelijk door eigenbelang van westerse mogendheden, terwijl links het heel vervelend vindt om het theologisch-inhoudelijk te moeten hebben over de totalitaire ideologie van zogenaamde bevrijdingsbewegingen als het islamisme, die door-en-door antisemitisch zijn, antidemocratisch en een ernstige belemmering voor moslimlanden op weg naar emancipatie en welvaart met hun allergie voor kennis en wetenschap.

Islamisten in de kaart spelen

Zolang het politiek-correcte statement van de politieke leiders in het westen blijft dat het terroristisch geweld van IS en aanverwante groeperingen ‘niets met de islam te maken heeft’, zullen er vanuit rechtse kringen permanent aanvallen komen op de islam, de profeet Mohammed en ook op ‘gematigde moslims’ die langzaam onder invloed komen van het islamisme, omdat de traditionele islam geen verbinding weet te maken met de moderniteit. De grote steen des aanstoots daarbij is de ongelijke behandeling in het westen van de drie openbaringsreligies (Jodendom, christendom en islam) waarbij het christendom in het verleden en vandaag geen enkele inhoudelijke kritiek is bespaard, terwijl de islam als ‘cultuur’ moet worden ontzien, alsof de inhoud van het geloof er niet toe doet. Dit houdt niet alleen de emancipatie tegen van moslims die zodoende geen rationele geloofskritiek kunnen toepassen, maar versterkt ook de mogelijkheden voor islamisten om hun totalitaire ideeën beter te grondvesten. Als alle kritiek op de islam wordt weggezet als ‘islamofobie’ en ‘islamhaat’ vormt dit ook voor de islamisten een goede dekmantel voor hun antimodernistische en antiwesterse agenda. Geen onderscheid maken tussen islam en islamisme speelt juist de islamisten in de kaart met hun totalitaire modificatie van het geloof, waardoor reactionaire rechtse krachten die zich tegen de islam als geheel keren, hun ideeën alleen maar bevestigd zullen zien.

Op dit moment beperkt het westerse bewustzijn van de politieke islam zich tot het gezamenlijk bestrijden van IS in het Midden Oosten, maar men heeft nauwelijks door hoezeer de eigenlijke strijd tegen de politieke islam, die veel breder is dan strijd tegen IS of Al Qaeda, niet zo geografisch bepaald zou moeten zijn als de vraag of we nu wel of niet in Syrië mogen bombarderen in navolging van de bombardementen in Irak. Het islamisme kan overal de kop opsteken in de islamitische wereld, van Indonesië tot Afrika. Uiteindelijk gaat het hier om een strijd tegen een totalitaire ideologie en niet slechts om de strijd tegen een groep terroristen, die een kalifaat hebben uitgeroepen. Die strijd is al moeilijk genoeg en kost enorm veel geld en mankracht, terwijl de sluipende invloeden van het islamisme zich gewoon blijven verspreiden. Het werkelijke probleem is de moeite die de islam als geheel heeft met de moderniteit, omdat ze intuïtief beseft dat er met de aanvaarding van seculiere waarden een aantal onwrikbare geloofswaarheden zullen sneuvelen. En daarmee verliest de islam haar ‘vehicle of rebellion’, haar laatste restje trots na eeuwen van neergang als gevolg van de westerse suprematie.  

Een paradigmakloof

Ik zou aan het verhaal van Tibi willen toevoegen, dat er naast het onderscheid tussen islam en islamisme ook een scheidslijn moet worden aangebracht tussen de verschillende paradigma’s die bestaan in de islamitische en de westerse wereld, het mythologisch-religieuze paradigma van de islam en het wetenschappelijk-individuele paradigma van het westen.(5) Dit is nodig omdat anders de islamkritiek die betrekking heeft op het islamisme zich ongemerkt zal vermengen met kritiek op het verbod op geloofskritiek in de islamitische wereld, wat een versterkende factor is voor islamisme/jihadisme, maar wat wezenlijk een ander probleem is.

In de ogen van de islamitische extremisten worden Europa en de Verenigde Staten vaak gezien als christelijke naties (‘kruisvaarders’), maar in werkelijkheid overheerst bij ons een geseculariseerd wereldbeeld. Samuel Huntington heeft met zijn beroemde boek ‘Clasch of civilizations’ willen duidelijk maken dat de islam onverenigbaar is met de westerse samenleving, maar Tibi bestrijdt dit door te wijzen op de rationele ontwikkelingen in de islam in de middeleeuwen. Hij zou graag zien dat de islam daar een aangrijpingspunt vindt om de aansluiting te maken met de moderne tijd. En inderdaad heeft die rationaliteit in de islam (niet als overheersende stroming overigens) enige eeuwen geduurd, maar het is bijzonder moeilijk om die nu opeens als mainstram-islamoptie voor te stellen, omdat de omstandigheden in de moderne tijd dat lijken te vereisen. Eigenlijk valt Tibi voor een deel in dezelfde valkuil als de islamhervormers uit het verleden, die iedere vooruitgangspoging probeerden te legitimeren vanuit de islam zelf, in het geval van Tibi vanuit de rationele middeleeuwse islam van Avincenna. (6)

Vernieuwing op basis van de islam?

Maar deze pogingen, waarbij het verbod op geloofskritiek iedere keer wordt omzeild, hebben op termijn geen structureel effect, omdat in essentie een wetenschappelijk wereldbeeld zich niet verdraagt met religieuze dogma’s, hoe rationeel en modern geïnterpreteerd ook. Een geloof veronderstelt een geloofsgemeenschap en dat segregeert per definitie, zeker als dat geloof niet onderworpen mag worden aan rationele kritiek. Hier hoopt Tibi op het onwaarschijnlijke, dat de geloofskritiek in de islam -in een tijd van politieke instabiliteit en grote verdeeldheid in de moslimwereld- met een vaak zwakke economische positie voor veel moslimlanden en slechte onderwijskwaliteit, mogelijk zal zijn. Maar zonder de daarvoor noodzakelijke voorwaarden van een hoogconjunctuur in economische, sociale en culturele zin zijn dit soort verlichte doorbraken vrijwel onmogelijk en het is niet zonder reden dat tegenstanders de van moslimshervormers vroeger en nu wezen op het verschil in de positie van de islam in de wereld bij het overnemen van vreemde invloeden(7). Toen de islam zich de Griekse filosofie eigen maakte in de tiende eeuw was zij de bovenliggende partij, en versterkte zij haar dominante positie met kennis en wetenschap. Nu is de situatie voor veel moslimlanden er een van ondergeschiktheid en worden kennis en wetenschap, democratie en secularisatie,  geassocieerd met een systeem van westerse onderdrukking. Terecht of niet, dit is voor veel moslims een psychologische werkelijkheid.

Nostalgie bij atheïsten

Hervormingen met de islam als basis maken bij voorbaat geen enkele kans, omdat de beperking reeds wordt ingebouwd nog voordat de voordelen van de westerse zienswijze geheel zijn doorgrond. De wetenschap is in het westen ook niet tot ontwikkeling gekomen met respect voor het christendom, hoezeer islambashers als bijvoorbeeld Wim van Rooy ook proberen het wankele christendom te presenteren als humane tegenhanger van de islam. De wetenschap heeft op haar weg bij iedere stap voorwaarts, het geloof naar achteren moeten duwen en zelfs tot op heden proberen gelovigen zich nog vast te klampen aan ervaringsgebieden die voor de wetenschap ontoegankelijk zijn. Zelfs zonder de pretentie dat de wetenschap al het onverklaarbare op een dag zal verklaren, is het toch wel duidelijk dat niet het geloof onze cultuur domineert, maar kennis en wetenschap. Nostalgische neigingen om een ‘humane’ religie in de strijd te werpen tegen de ‘barbaarse’ islam miskennen de humaniserende werking van de rede op het christelijk geloof en de macht van de wetenschap die haar maatschappelijk onttroonde, met een bescheidener opstelling van het christendom in theorie en praktijk als gevolg. De islam is in die zin nog niet onttroond en dat heeft wereldwijd religieus extremisme tot gevolg, omdat de islam niet de luxe heeft van politieke stabiliteit, materiële voorspoed en vooruitgang om eens rustig te reflecteren op een rationeler wereldbeeld. Ze is gedwongen om een antwoord te vinden op de moderniteit als realiteit, waarin ze een ondergeschikte rol speelt.

Rationele geloofskritiek in de islam

Om terug te komen op het stuk van Koelman, het internationale terrorisme van IS is inderdaad voor iedereen een probleem, voor moslims en niet-moslims, maar gewone moslimgelovigen zijn deel van het probleem omdat ze onderdeel zijn van een systeem dat geen geloofskritiek toestaat (probeer maar eens aan Mohammed te komen of het geïdealiseerde beeld van hem) wat onbedoeld de overstap van ‘gewoon geloof’ naar fundamentalisme vergemakkelijkt voor jongeren die dreigen te radicaliseren. Het is voor islamisten en jihadisten belangrijk om te weten dat in de islam kritiek op de teksten zelf vrijwel onmogelijk is en dat de verschillen uitsluitend bestaan in de interpretatie ervan, want dit maakt de extremistische interpretatie in wezen even legitiem als de meeste anderen.(8)

Doordat islamisten voortdurend ‘zuiverheid’ van geloof propageren, ‘authenticiteit’ en de ‘islamitische oplossing’ voor de problemen van de islam wereldwijd, laten veel jonge moslims zich door hen verleiden, ook al is het islamisme in veel opzichten gemodificeerd en aangepast met westerse totalitaire denkbeelden.(9) Door als westerse samenleving geen aansluiting te zoeken bij de liberale moslims, maar de gematigde fundamentalisten op westerse universiteiten voor te stellen als ‘liberaal’ enkel omdat ze het geweld hebben afgezworen, maar niet hun totalitaire en antiwesterse ideeën, wordt de weg geëffend voor een nog grotere tegenstelling tussen de islam en het westen. Zolang de scheidslijn tussen islam en islamisme niet wordt getrokken op academisch en politiek niveau en de rationele geloofskritiek op de islam buiten de deur wordt gehouden, blijft het voor Wilders en anderen gemakkelijk om alle moslims op één hoop te gooien als onderdeel van de ‘gevaarlijke islam’, want dat is vooralsnog de realiteit die we dagelijks meemaken en een volledige ontkenning van het verband tussen de islam en het geweld zal op die weg niet helpen.

Sven Snijer


(2)’Islamisten hebben met succes gebruik gemaakt van Madrassa’s en religieuze scholen, zowel in de wereld van de islam als in Europa, om hun ideologie te verspreiden in een opzettelijke poging te recruteren en indoctrineren.’ ‘Islamism and Islam’, hoofdstuk 8 Islamism and totalitarianism, blz 217. http://www.bol.com/nl/p/islamism-and-islam/1001004011842286/

(3)’De Verlichting heeft talloze voordelen gebracht, maar het leidde westerlingen er ook toe een speciaal geloof te ontwikkelen over de juiste verhouding van het seculiere tot het heilige en deze visie zo sterk te absorberen dat ze vergaten dat dit niet universeel wordt gedeeld (in de wereld).’’ Islamism and Islam’ - Tibi noemt dit in verband met het onvermogen van westerse politici om religie en politiek als één mechanisme te zien, zoals in het geval van jihadisten.

(4)Wikipedia, Nasr Abu Zayd,
https://nl.wikipedia.org/wiki/Nasr_Abu_Zayd

(5)Deze scheidslijn volgt impliciet uit het denken van Tibi, maar niet expliciet, omdat dit zijn werk aanzienlijk zou bemoeilijken ten aanzien van het vestigen van meer rationaliteit in de islam. De tussenoplossing van de ‘rationele islam’ van Avincenna moet bij veel moslims de angst voor ‘onislamitische’ invloeden wegnemen.

(6)Zowel de negentiende-eeuwse modernisten in de islam, als de latere islamitisch-socialisten (tijd van Nasser) probeerden aan te tonen dat hun ideeën geheel in overeenstemming waren met de islam en daar ‘reeds in te vinden’.

(7)’Wetenschap en Islam’, Eshan Masood, hoofdstuk 14, Een einde en een nieuw begin, blz 181. http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/vergane-glorie

(8)Zo zou Al Shafi als stichter van één van de vier grote rechtsscholen in de islam hebben gepleit voor een offensieve jihad en niet enkel een defensieve.


’De halve waarheid in het islamdebat’- deel 1 en 2