dinsdag 6 juni 2017

Is terrorisme een psychologisch probleem?



Bij de duiding van aanslagen in het westen die gerelateerd zijn aan islamitisch extremisme, raakt het westen steeds opnieuw gevangen in een vicieuze cirkel van pseudo-verklaringen. Aan de ene kant beseft men dat er iets psychologisch mis moet zijn met de jonge mensen die zich aangesproken voelen tot het extremistisch gedachtegoed van de radicale islam, waardoor ze bereid zijn zichzelf en vele anderen de dood in te jagen en aan de andere kant is er natuurlijk de inhoud van dat radicale denken zelf, dat ook niet geheel weggeschoven kan worden. Meestal houdt men het erop dat er meerdere radicale ideologieën bestaan, islamistisch/ jihadistisch, christelijk-fundamentalistisch, extreem-links, enz, om de islam niet specifiek te benadrukken als voedingsbodem voor terrorisme. Dit ondanks het feit dat het met de regelmaat van de klok op de radicale islam geënte aanslagen zijn waar het westen mee te maken heeft.  

Homegrown terrorist

Ik ben het gedeeltelijk eens met die psychologen en sociologen die vinden dat we moeten kijken naar de persoonlijke frustraties en gevoelens van achtergesteldheid van bepaalde ontspoorde individuen die vanuit een korte kennismaking met de jihadistische internet-islam kiezen voor een gewelddadige dood en het maken van burgerslachtoffers. Het zullen zeker niet de meest stabiele, geïntegreerde en gelukkige mensen zijn die tot zulk gedrag overgaan, maar daarmee is het niet voldoende verklaard. In het artikel ‘Is homegrown terrorism a path tot resilience?’ van Michael Ungar lezen we dat het niet altijd de gemarginaliseerde personen in een samenleving zijn die overgaan tot extremisme of terrorisme:

..het is vooral de middenklassenpersoon, redelijk cultureel aangepast, vaak in eigen land geboren die wordt gerekruteerd door terroristische organisaties. Dit is een patroon waar de politie het meest door in verwarring raakt. Er is weinig om hun extremisme mee te verklaren, anders dan misschien een malaise die hoort bij culturele conformiteit en een diepgeworteld verlangen om iets te doen waardoor je opvalt en waarmee je respect verdient.

Hier lijkt Ungar wat mij betreft de wortel van het probleem bloot te leggen, zonder dat hij daar dieper op ingaat, want de strekking van zijn artikel is dat de homegrown terrorist op zoek is naar een soort emancipatie van zichzelf en die niet kan vinden via een positieve participatie in een sociale beweging ter verbetering van de wereld. Hij vergelijkt de terroristen met mislukte revolutionairen die enkel een destructieve manier kunnen bedenken om zichzelf op de kaart te zetten. Zoals zo vaak is ook hier de analyse van het probleem sterker dan de voorgestelde oplossingen, want door zich eenzijdig te richten op het gefrustreerde potentieel van de jongen mensen die zoeken naar identiteit en zelfbevestiging (door de ogen van anderen) vergeet hij het aanbodgerichte denken. Het overvloedige radicaal-islamitische gedachtegoed dat (allochtone) jongeren in Europa bereikt, via het internet, maar ook via zelf opgezette koran studiegroepjes in huiselijke kring of in de achterkamertjes van radicale moskeeën. Waarom zouden we alleen kijken naar mensen die beïnvloedbaar zijn voor radicale groeperingen en de aanbieders van het radicalisme neutraal beschouwen als ‘een sektarische beweging’? Radicale islamitische groeperingen zijn niet inwisselbaar voor een tiental andere groeperingen, want het is vooral het aanbod dat bepaalt wat voor soort terroristen er rondlopen en het grootste aanbod komt van de radicale islam.

Het 'tolerante' Indonesië

Daarmee is niet gezegd dat de radicale islam de ware islam is en ik zou niet alle moslims als persoon willen aanspreken op de daad van een paar terroristische individuen, maar wereldwijd bestaat wel degelijk het probleem van de politieke islam (islamisme) dat naar schatting zo’n 3 tot 5 procent uitmaakt van alle moslims. Op een groep van 1,5 miljard moslims is dat toch een substantiële groep mensen, zelfs als van dat kleine percentage een nog kleiner deel geweld goedkeurt en tot terreurdaden over gaat. Opvallend is dat een land als Indonesië, dat lange tijd bij uitstek door islam-apologeten werd aangehaald als tolerant moslimland, het islamisme sterk in opkomst is. De christelijke gouverneur van een provincie, die zonder kwade bedoelingen een soera uit de koran had gebruikt in een toespraak, wordt onder druk van islamitische fundamentalisten nu gerechtelijk vervolgd voor godslastering en kan in de gevangenis eindigen. Deze ontwikkeling zien we wereldwijd en de toename van boerka’s in het straatbeeld van diverse landen, ook in het Westen, is er een symptoom van net zo goed als de toename van aanslagen.  

Verdwaalde feministen

Het zou daarom nogal beperkt zijn als we enkel de psychologie van de homegrown terrorist blijven gebruiken om te laten zien hoe wij falen als westerse samenleving om gefrustreerde jonge mannen met islamitische achtergrond meer te betrekken bij de samenleving. Want laten we nog eens teruggaan naar het citaat van Ungar ‘…de malaise die hoort bij culturele conformiteit…’. Nergens wordt de islam meer door gekenmerkt als sociaal-cultureel systeem dan door deze conformiteit, die met haar eindeloze hoeveelheid religieuze regels en wetten die bepalen wat rein (halal) of onrein (haram) is de persoonlijke expressie van mensen en de vorming van een eigen identiteit enorm tegenwerkt. Het sterkst zien we dat wederom bij de islamisten, die met hun sharia-zones in de buitenwijken van Europese steden een sociale controle uitoefenen op de kleedgewoontes van hun geloofsgenoten (niet moslims hebben er helemaal niets te zoeken) die verraadt dat de islam in bepaalde varianten helemaal niet gediend is van individualiteit, datgene wat bij uitstek het kenmerk is van de westerse samenleving. Het is heel ironisch, maar vanuit de westerse psyche bezien ook wel enigszins begrijpelijk dat verdwaalde autochtone feministen denken de hoofddoek of zelfs de boerka te moeten verdedigen vanuit de persoonlijke keuzevrijheid van moslimvrouwen (1), terwijl met name de boerka een eersteklas voorbeeld is van religieus conformisme en verlies van persoonlijke identiteit (zoals een Engels schooluniform ook individualisme moet bestrijden - maar dat is gelukkig alleen gedurende de schooltijd).

Conformisme is het probleem

Het grootste probleem met de islam is niet het terrorisme, maar het conformisme dat ook het christelijke europa eeuwenlang heeft geteisterd. Niemand ontsnapte in het verleden aan de kerk die mensen van de wieg tot het graf begeleidde met zegeningen of vervloekingen. De westerse mens heeft zijn religieuze conformisme afgeworpen door de basis van dat conformisme onderuit te halen, een onbetwijfelbare geloofsinhoud en onontkoombare religieuze regels en bepalingen. Niemand voelt zich meer gedwongen er een christelijke levenswandel op na te houden, want de principes waar onze samenleving op gebaseerd zijn hebben geen religieuze fundering. Secularisme en onafhankelijke natiestaten, democratisch bestuur en wetenschappelijke instituties, vrije pers en kritische beschouwing van elk denkbaar maatschappelijk onderwerp kenmerken onze levensstijl en dat heeft een tolerantie in het leven geroepen waardoor veel westerlingen zich nog maar moeilijk kunnen voorstellen dat in grote delen van de wereld zoiets ondenkbaar is en gevaarlijk. Velen menen dat we vrijheid en tolerantie kunnen exporteren alsof het frisdrank of computers betreft. En ook denken velen dat in Europa geboren worden gelijk staat aan het omarmen van de hier geldende normen en waarden, want wie wil er nu niet vrij en gelukkig zijn?

Sociale druk in moslimwijken

Diep van binnen wil iedereen vrij zijn, maar als moslims in grote getale bij elkaar wonen in de buitenwijken van de grote steden en vooral met cultuur- en geloofsgenoten te maken hebben in het dagelijks leven, dan moet die vrijheid eerst door een filter van de sociale druk uit de directe omgeving. En in bepaalde gevallen drukt die subcultuur ook de heersende liberale cultuur in de verdediging als allochtone leerlingen (en hun familie) bepalen dat de Holocaust niet besproken mag worden in de schoolklas. Daarbij gaat de pelgrimsreis die iedere moslim eenmaal in zijn/haar leven moet maken naar Mekka ook niet over het opfrissen van het humanisme en de mensenrechten, in een land waar ophanging, handen afhakken en een verbod voor vrouwen op autorijden heel normaal zijn. Het centrum van de islamitische wereld predikt een van de meest conservatieve vormen van islam (Salafisme) en diverse golfstaten exporteren de radicale islam naar Europa door het bouwen van moskeeën die het westen heeft betaald met oliedollars. Misschien moeten we ons daar op richten, in plaats van iedere individuele allochtone adolescent met radicale sympathieën onder een vergrootglas te leggen en ons af te vragen wat hem of haar heeft gedreven tot dit gedachtegoed. Want het in de gaten houden van 20.000 mogelijke terroristen door de veiligheidsdiensten wordt op den duur een zinloze bezigheid als je de voedingsbodem van islamisme probeert te bagatelliseren als één van de vele vormen van extremisme, alsof deze niet duidelijk overheersend is.