Tien
jaar terug vond ik Sinterklaas en Kerst nog commerciële feesten die in een
cultuur van voortdurende overvloed voor mijn part afgeschaft mochten worden,
want waarom kinderen en volwassenen met cadeautjes overladen die alles al
hebben? Maar sinds een kleine groep linkse militanten de laatste jaren
systematisch de aanval heeft geopend op ons nationale erfgoed (het Sinterklaasfeest,
Kerst komt vast later aan de beurt) ben ik een groot voorstander geworden van
zwarte piet. Een pikzwarte piet wel te verstaan, want die roetveegpieten zijn
niet alleen geen gezicht, ze zijn vooral een uiting van de halfslachtigheid van
onze cultuur waarin we steeds tevergeefs proberen het iedereen naar de zin te
maken. Een zwarte piet of helemaal geen piet. Een clown is ook niet een beetje
geschminkt, want als je een show neerzet moet je het goed doen.
Links heeft bij
voorbaat gelijk
Wat
vooral opvalt aan alle deugneuzen ter linkerzijde die vinden dat zwarte piet
hervormd dan wel afgeschaft moet worden, is dat ze graag met iedereen in
gesprek gaan, in de vaste overtuiging dat dan voor iedereen duidelijk zal
worden dat het Sinterklaasfeest in zijn huidige vorm racistisch is. Feitelijk
willen ze dus geen ‘gesprek’, maar de ruimte krijgen om hun apriori gelijk aan
te tonen. Ze hebben al gelijk, alleen het heeft nog wat tijd nodig om bij de
rest van Nederland door te dringen. Arie Boomsma die als gutmensch van beroep
ook graag een duit in het zakje deed, noemde gisteren een aantal zaken die in
de loop van de tijd veranderd zijn om daarmee aan te tonen dat zwarte piet dus uiteindelijk
ook wel zal verdwijnen. (1) Helaas ging zijn vergelijking mank, omdat de door hem
genoemde zaken inderdaad een maatschappelijke achterstelling betekende van sommige
groepen mensen en dieren (hij noemde een wat warrige verzameling), terwijl dat
bij het Sinterklaasfeest niet aan de orde is. Wat sommige mensen bij zwarte
piet voor ‘gevoel’ beleven heeft geen enkel verband met hun daadwerkelijke maatschappelijke
positie of mensenrechten. Zo hebben christenen als Arie Boomsma het ‘gevoel’
dat Jezus leeft, maar het maatschappelijk feit is dat de rest van Nederland eigenlijk
wel klaar is met de Bijbel, dat antieke boek waar het allemaal in staat.
”Tradities moet je
niet veranderen, wordt er bijvoorbeeld steeds geroepen. In een debat zou je dan
beginnen over stierenvechten, jagen, de doodstraf, vrouwen die niet naar school
mogen, roken of andere tradities en gewoonten die werden ingehaald door de
tijd.”
De
mishandeling van stieren bij het Spaanse stierengevecht is een medisch feit en
kan daarom terecht wegens dierenmishandeling worden afgeschaft als traditie. Dat
vrouwen in het verleden niet mochten studeren of geen stemrecht hadden was een
concrete maatschappelijke ongelijkheid voor de helft van onze bevolking. Die
dingen veranderen door voortschrijdend inzicht. Het essentiële element bij
slavernij en de latere afschaffing ervan, was dat men geleidelijk aan ging
inzien dat je niet de ene mens vanwege huidskleur lager kunt stellen dan de
ander. Dat was een overtuiging die tijd nodig had om te groeien, omdat mensen
in het verleden makkelijk konden denken dat gekleurde mensen dom waren, omdat
ze immers geen toegang hadden tot onderwijs en zichzelf niet konden bewijzen
als in het bezit zijnde van meer kwaliteiten dan katoen plukken of
huishoudelijk werk voor de slavenbaas. Naarmate er meer gekleurde mensen
geschoold raakten en opklommen tot betere maatschappelijke posities verdwenen
geleidelijk aan de vooroordelen. Daarom kunnen tegenwoordig zwarte mensen
president, minister of legeraanvoerder worden in de VS of een beroemde artiest,
acteur of sportheld.
Zwarte piet als
fictioneel karakter
Maar
wat heeft dat met zwarte piet te maken? Mag zwarte piet niet
stemmen, mag hij niet naar school, zijn er bussen waar hij niet in mag reizen
samen met blanke mensen? Zwarte piet is een fictioneel karakter; hij bestaat
niet. Het is een figuur uit een verhaal dat we al enkele eeuwen aan elkaar
doorgeven en als we dan toch het gevoel centraal stellen, zoals politiek links
dat graag wil, dan kunnen we constateren dat alle voorstanders van het Sinterklaasfeest
en zwarte piet-oude stijl helemaal geen racistisch gevoel koppelen aan zwarte
piet, de kindervriend die Sinterklaas helpt bij het uitdelen van snoep en cadeautjes
aan kinderen van iedere huidskleur. Voor een ‘racistisch feest’ is het namelijk
nodig dat de voorstanders van dat feest zwarte piet categorisch identificeren
met gekleurde mensen in het algemeen, zoals je ze elke dag op straat tegenkomt,
maar dan voor deze gelegenheid gekleed in een pak met veel te grote kraag,
pofmouwen en veren om ze eens flink belachelijk te maken. Om ze door de vreemde
uitdossing lekker voor schut te zetten en zo onze ware gevoelens over de
gekleurde medemens te kunnen ventileren. Alsof we dat racisme de rest van het
jaar krampachtig onderdrukken, maar eenmaal per jaar in december, dan mag het!
Hervormers of beroepshuilers?
Nederland
is in het algemeen geen racistisch land, dus het zou wel erg vreemd zijn als
dat land zich met hand en tand verzet om een racistisch feest te verdedigen
tegen een groep verlichte hervormers die een groot maatschappelijke onrecht aan
de kaak stellen waar één bevolkingsgroep onder te lijden heeft. Waar steeds
meer mensen zich van afkeren is een stel zeikerds en beroepsslachtoffers die
zichzelf alleen kunnen profileren door ergens tegen te zijn en die nadat ze met
zwarte piet hebben afgerekend meteen het volgende element van westerse cultuuruiting
zullen aanvallen, omdat volgens hen alles racistisch is waar ze eventueel een
naar gevoel bij krijgen. En het is ook verslavend, want met z'n allen boos zijn verbindt zo lekker. Als gevoel het allesoverheersende ‘argument’ is in de
zwarte pietendiscussie, neem dat gevoel van alle zwarte pieten-aanhangers dan ook
eens serieus en analyseer wat zij ervaren bij dit fenomeen. De
meeste kinderen hebben bij zwarte piet zelfs een positiever gevoel dan bij Sinterklaas,
want die is als oude man uit een hiërarchisch geloofssysteem (bisschop van
Myra) met een soms wat strenge blik, met zijn zware boek waarin alles staat
over de kinderen in Nederland met betrekking tot hun (on)gehoorzaamheid aan
ouders en leerkrachten, veel risicovoller om te benaderen dan die vrolijke
pieten die de hele tijd met snoep strooien. Ik kan me nog goed herinneren dat
ik op de kleuterschool me als een van de eersten bij Sinterklaas moest melden,
die vooraf goed geïnformeerd was door de juf over al mijn kwajongensstreken. Ik
kon wel door de grond zakken, maar gelukkig waren er nog de goedlachse zwarte pieten
voor de morele ondersteuning om de strengheid van Sinterklaas een beetje af te
zwakken.
De echte problemen
Als
ik me in de linkse mind-set verplaats kan ik tal van culturele gebruiken en
feesten al bij voorbaat aanvallen als racistisch of seksistisch, maar omdat ik
geen jankerd ben hou ik me liever bezig met echte problemen in de wereld: het
wegsnijden van de rechtsbijstand voor de lagere inkomens (het is nu al prut,
maar het wordt nog erger met de ‘mediation’ die straks iedereen door de strot
geduwd krijgt waardoor je je eigen overheid niet meer ter verantwoording kunt
roepen), het al veertig jaar falende jeugdzorgsysteem en bijbehorende corrupte
rechtssysteem, de stille revolutie van het omschakelen van pleegzorg naar
versnelde adoptie, omdat de stroom van buitenlandse adopties door diverse
schandalen begint op te drogen en er toch geld verdiend moet worden in deze
sector, de ACE’s-gekte die breed wordt geëvangeliseerd in tal van westerse
landen die een regelrechte aanval op de gezinsintegriteit betekent, maar waarover we van overheidswege niets te horen krijgen omtrent de onderliggende ideologische wortels die de wetenschappelijke toetssteen op geen
enkele wijze kunnen doorstaan. (2) En dat is alleen nog maar een maatschappelijk
segment dat de afgelopen acht jaar mijn persoonlijke aandacht heeft gehad. Zo
zijn er tal van echte problemen waar we het over zouden kunnen hebben in
Nederland, maar politiek links is al twintig jaar volledig de weg kwijt sinds
de grote slagen voor emancipatie en goede arbeidsvoorwaarden zijn gewonnen en
ze grotendeels overbodig zijn geworden. Zo overbodig dat ze tegenwoordig zelfs samen met
rechtse partijen meehelpen aan de afbraak van de verzorgingsstaat en de rechtsstaat zonder enig benul van hun identiteitsverlies.
De lulligheid van
links
Links
is overgestapt op allerlei lullige dingetjes zoals genderneutraliteit en gender-fluïditeit of een ‘geluksambtenaar’ bij de gemeente (3), omdat de
linkse partijen zichzelf in het integratievraagstuk sinds de komst van
migranten uit moslimlanden in een ideologische spagaat hebben gebracht. De
moslimarbeiders van weleer (automatische PvdA-stemmers) bleken na drie generaties niet slechts arbeider meer te zijn,
maar in toenemende mate zichzelf als moslim te zien, wat een beetje is gaan
schuren met het oude linkse adagium dat religie opium voor het volk is. Totaal
verward kijkt de meerderheid aan de linkerflank van het parlement nog altijd
liever weg van dit gegeven met het alibi van de ‘andere cultuur’ i.p.v.
oprukkende geloofsdogmatiek en het ‘respecteren van elkaars verschillen’ (het christendom
afbranden is geen punt), ook al betekenen die verschillen soms dat
fundamentele mensenrechten als de
gelijkheid van man en vrouw op het spel komen te staan met sharia-rechtbanken
om echtscheidingszaken te regelen. Een groeiend aantal moskeeën in Amsterdam
blijkt vatbaar voor streng Salafistische invloeden vanuit Saoedi Arabië en de
golfstaten, waarin afkeer van westerse waarden het speerpunt is van de
prediking, (4) maar laten we het vooral hebben over hoe racistisch zwarte piet is.
Dat is natuurlijk het echte maatschappelijke probleem waar we ons druk over
moeten maken en vooral daarbij verzwijgen dat veel van de gekleurde mensen die
hier nu wonen indertijd vrijwillig vanuit Suriname hierheen kwamen toen Desi
Bouterse de macht greep. Want dat zou zo’n vreemde contradictie geven, vluchten
naar een racistisch land dat er lol aan beleeft gekleurde mensen te bespotten.
Jesse Klager weet
het beter…
Jesse
Klaver vertegenwoordigt zo’n beetje alles wat mij aan modern links tegen staat
en hij versterkte dit nog eens met zijn reactie op het facebook-artikel van
Klaas Dijkhoff over de demonstraties van links en rechts tijdens de intocht van
Sinterklaas. Dijkhoff schreef een genuanceerd stuk dat de ‘zwarte piet’ niet
naar één van beide zijden schoof, maar benadrukte dat aan beide kanten radicale
elementen bezig waren een kinderfeest te verknallen. Klaver antwoordde daarop
met zijn linkse alwetendheid dat het verbieden van demonstraties bij de intocht
zelf (vanwege het gevaar voor kinderen als het uit de hand mocht lopen) geen
oplossing was, omdat het natuurlijk gewoon allemaal racistisch was en dat we
dat vooral moesten blijven benoemen. (5) Dit is wat de linkse medemens bedoelt die
de hele tijd roept dat we met elkaar in gesprek moeten gaan en dat het zo’n
ramp is dat het nu steeds ‘wij’ tegen ‘zij’ is, alsof dat niet door de hele geschiedenis
heen het geval is geweest. Katholieken tegen protestanten, republikeinen tegen
prinsgezinden, aristocraten tegen burgers, subjectieve muzikanten (Franz Liszt)
tegen voorstanders van objectieve muziek (Brahms, Joachim), etc.
Polarisatie als links argument
Deze zogenaamd neutrale klaagzang verhult het impliciete linkse standpunt, dat indien
we maar allemaal net zo aardig voor elkaar waren als de linkse mensen
pretenderen te zijn, dat er dan over alle belangrijke maatschappelijke kwesties
in het geheel geen meningsverschillen meer zouden bestaan. De rotstreek die
politiek links ons op dit moment levert is dat ze opzettelijk verwarring sticht
op het punt van diversiteit en gelijkheid. Mensen van verschillende culturen en
rassen zijn gelijk in de zin van de algemene rechten van de mens, maar dat wil
niet zeggen dat ze allemaal, elke subcultuur afzonderlijk, het gelijk aan hun
kant hebben. Er is een verschil tussen gelijk zijn en gelijk hebben. We zijn
gelijk in het recht van meningsuiting, recht op scholing, rechtsbijstand (nu
nog wel), medische voorzieningen, veilige arbeidsomstandigheden tegen een
eerlijk loon, maar we hebben niet allemaal een even goede en onderbouwde
mening. En gevoelens over tal van onderwerpen mogen er zijn, maar ze hebben
geen bewijskracht en ze zijn voor een ontwikkelde samenleving niet bepalend en
geen enkele reden voor de meerderheid om zich door een minderheid de wil te
laten opleggen.
Sven Snijer