Gisteren
heeft hoogleraar Sienke Goorhuis-Brouwer voor de zoveelste maal haar zorgen
kenbaar gemaakt over het feit dat kinderen op een steeds jongere leeftijd
worden klaargestoomd voor de kenniseconomie. Met een opiniestuk in Trouw waarschuwt
ze voor de nadelen voor jonge kinderen, wanneer ze onvoldoende
ruimte krijgen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Behalve de pedagogische
argumenten op de korte termijn, zoals het belang van fantasiespel en verbeelding,
controle over de grove en fijne motoriek, denkstappen maken en concentratie
opbouwen als noodzakelijk fundament voor de latere formele ontwikkeling noemt
ze ook het vooruitzicht voor kinderen en voor de samenleving, als ze hier niet in
voldoende mate de gelegenheid voor krijgen. ‘Intelligentie zonder empathie
leidt tot maatschappelijke blunders en persoonlijke tragedies’.
Wat
een verademing om eens iemand met toekomstvisie te ontdekken, die niet zwicht
voor de hijgerige dwang van een veronderstelde economische noodzaak. Een noodzaak die voor
welhaast ieder ondoordacht plan dat de overheid wil doordrukken als hoofdargument
wordt aangevoerd. ‘We kunnen niet achterblijven’, roepen ze gemotiveerd en
licht paniekerig . Als ze in Japan kinderen die nog in de wieg liggen al een
rekenmachine voor hun neus houden om ze leergierig te maken en succesvol in het
volwassen leven, wie zijn wij dan om onze kinderen niet op te zadelen met dezelfde
prestatiedwang? Kijk maar naar de Aziatische economieën; het werkt!
De snelle jongens
Natuurlijk
is de vraag naar wat er precies werkt
niet van belang voor de snelle jongens die de economie wel weer eventjes zullen
aanzwengelen middels een door de overheid goedgekeurde onteigening van het
kind-zijn. Waarom zouden we die toekomstige productie-eenheden laten spelen,
als we ze veel rendabeler kunnen maken door ze van jongs af aan al vol te
stoppen met informatie die ze later veel ‘effectiever’ zal maken in het
arbeidsproces? Gevoelens, daar kan de schoorsteen niet van roken en wie zich
later niet ‘happy’ voelt die gaat maar naar een psycholoog. Lekker werken en geld verdienen, daar worden
mensen gelukkig van. Maar als we echt goed kijken naar een economische reus als
Japan, dan zien we dat veel kinderen het stadium van werken en geld
verdienen niet eens bereiken, omdat ze door de overweldigende druk van de sociale
verwachtingen geen normaal leven hebben. Kinderen die examens niet halen of
niet worden toegelaten op een goede school, hebben zo weinig emotioneel
evenwicht en zelfwaardering dat ze zich jarenlang in hun kamer kunnen opsluiten
uit schaamte of zelfmoord plegen. Maar ook voor degenen die wel hun plaats in
het arbeidsproces innemen is het leven niet altijd een feest.
De
hardwerkende, intelligente en effectieve Japanner is emotioneel op collectief
niveau volkomen onderontwikkeld, wat tot uiting komt in allerlei bizarre
modieuze uitingen van de jeugd (opvallend genoeg alleen in het weekend!) en een
merkwaardige fascinatie van de Japanse man voor seksstrips met veel te jonge
vrouwen/meisjes als onderwerp, wat ronduit pedofiel aandoet. De krachtige
economie van het land is een indrukwekkende prestatie en heeft andere economieën,
zoals de Amerikaanse en de Europese veel geleerd. Maar zoals Nederlandse
werknemers er niet op zitten te wachten dat ze net als in Japan door de
ploegbaas van de Toyota-fabriek worden ondervraagd over de kwaliteit van hun
huwelijk, omdat het bedrijf gebaat is bij stabiele en gelukkige werknemers, moeten
we misschien ook niet helemaal meegaan in de Aziatische gekte van het in een zo
vroeg mogelijk stadium programmeren van onze kinderen.
De terreur van de Participatiesamenleving
Ik
maak met opzet een vergelijking met Aziatische landen als het gaat om het
prestatie-onderwijs en het ondergeschikt maken van het kind aan de maatschappij
als één groot productieapparaat, omdat samen met het 'nieuwe leren' ook een
ontwikkeling te bespeuren valt van een toenemende gedwongen collectiviteit in
onze samenleving, zoals de Sociale Wijkteams en de participatiesamenleving. Want oh,
wat is het toch leuk om alles samen te doen!
Het is met name de combinatie van
prestatie-leren en gedwongen collectiviteit die mij angst inboezemt, omdat beide factoren de ontwikkeling van de eigen gedachtewereld van het kind, zowel
als van het persoonlijke gevoelsleven in de weg staan. Het argument om
kinderen zo vroeg mogelijk naar school te sturen (vanaf 2,5 jaar!) is niet
alleen dat ze daar slimmer van zouden worden, maar ook socialer, omdat ze al vroeg met andere kinderen leren omgaan. Ik heb me er
altijd over verbaasd hoe gemakkelijk mensen zich dit idee in de maag laten splitsen.
Het is om te beginnen niet zo, dat wanneer een kind tot zijn vierde of vijfde
jaar thuis blijft nooit met andere kinderen speelt, want de meeste vaders en
moeders nemen hun kind mee naar de speeltuin waar genoeg andere kinderen zijn.
Daarnaast is het pijnlijk om te zien dat veel ouders door de sociale druk om een ‘lief’ en ‘sociaal’ kind te creëren, hun jonge kind dwingen om speelgoed
met andere kinderen te delen op een leeftijd dat ze daar helemaal nog niet toe
in staat zijn. De terreur van het ‘samen doen’ begint al vroeg. Maar het gaat de
overheid nooit ver genoeg, want als een gestroomlijnde eenheid kunnen we samen meer
centjes verdienen (of besparen) dan ieder afzonderlijk.
RAAK en de Augeo-foundation
Hoogleraar
Goorhuis-Brouwer heeft haar
klachten over het pushen van kinderen door de jaren heen meerdere malen geuit,
maar zoals we ook in andere sectoren zien, bijvoorbeeld in de jeugdzorg, worden
de meningen van hoogleraren regelmatig ondergeschikt gemaakt aan de eigen
politieke agenda van de beleidsmakers. Die voelen zich onder druk staan van de
grootste belanghebbenden in een sector of door fanatieke lobby’s en
pressiegroepen. In het geval van jeugdzorg stichting RAAK of de Augeo-Foundation,
waardoor beslissingen worden genomen die vaak een effect hebben dat geheel
tegengesteld is aan het beoogde doel, omdat politici meer belang hechten aan de
publieke opinie dan aan goed beleid. Ze willen er niet van verdacht worden
onverschillig te staan tegenover schrijnend kinderleed, want ze voelen zich met
hun rede niet opgewassen tegen de schreeuwende krantenkoppen die al snel hun
conclusies hebben getrokken. Zelfs de inzichten van de deskundigen op het
gebied van opvoeding en ontwikkelingspsychologie kunnen hen daarbij kennelijk
niet voldoende ondersteunen. De minister of staatssecretaris als loopjongen van
grotere krachten die het veld al langere tijd bewerken, waardoor het weinig
verschil maakt van welke politiek signatuur de zittende bewindspersoon is. Ze
krijgen hun zin toch wel.
De grote Mammon
Goorhuis-Brouwer
spreekt behalve als pedagogisch deskundige heel terecht ook over de belangrijkste
factor die het pedagogische klimaat voor jonge kinderen op dit moment bedreigt;
de economie, waar de kleine hummels zo vroeg mogelijk voor moeten worden
klaargestoomd.
De economie, die grote Mammon, die bij gebrek aan een echte
levensbeschouwing als een nieuwe lotsbepalende kracht ons allen in de greep
houdt en dicteert hoe wij moeten leven. Een jaloerse god ook, die naast zich
geen andere goden duldt, omdat we anders door het noodlot zullen worden
getroffen. Alle politici, links of rechts, zijn allemaal bang voor een terugval
in de economische groei en met de ‘openbaringen’ van het Centraal Plan Bureau
in de hand (voorspellingen die haast nooit uitkomen) volgen ze allemaal dezelfde
heilsweg van bezuinigen en het zo vroeg mogelijk kinderen indoctrineren dat ze
hun leven in dienst moeten stellen van de economie die over ons waakt en die
ons beschermt.
http://m.trouw.nl/tr/m/nl/4556/Onderwijs/article/detail/3665994/2014/06/03/Kleuters-leren-meer-van-spel-dan-van-school.dhtml?originatingNavigationItemId=4328
Sven Snijer
Update: 11 december 2015: http://demonitor.ncrv.nl/onderwijs/kleuterjuf-de-koek-is-op-ik-stop-ermee
http://demonitor.ncrv.nl/onderwijs/kinderfysiotherapeut-kleuterbrein-volstoppen-met-lesstof-levert-stressklachten-op
Update: 11 december 2015: http://demonitor.ncrv.nl/onderwijs/kleuterjuf-de-koek-is-op-ik-stop-ermee
Update: 21 februari 2016:
https://www.youtube.com/watch?v=4vXuuexB-Mghttp://demonitor.ncrv.nl/onderwijs/kinderfysiotherapeut-kleuterbrein-volstoppen-met-lesstof-levert-stressklachten-op
De werkdruk onder
basisschooldocenten is alarmerend hoog, zo lieten we in onze vorige
uitzending over het Onderwijs zien. We toonden aan dat de vele administratie
die docenten bijhouden, een belangrijke veroorzaker is van die werkdruk.
Staatssecretaris Dekker heeft naar aanleiding van dit onderzoek laten weten dat
leraren niet hoeven te administreren als dat niet tot beter
onderwijs leidt.
Maar
leraren vragen zich af: Wat kan ik dan precies achterwege laten? Ondertussen
krijgen we tientallen tips van kleuterleerkrachten die zich zorgen maken over
het onderwijs aan jonge kinderen.
Rode
draad in de reacties: Kinderen moeten op te jonge leeftijd al te schools leren
en te veel kunnen. En dat kan volgens onze tipgevers tot stress en
gedragsproblematiek bij kinderen leiden. We krijgen meerdere tips van
kleuterjuffen die het zo oneens zijn met deze gang van zaken, dat ze afscheid
nemen van hun beroep.
Waar
veel leerkrachten moeite mee hebben, zijn de kleuterlesmethodes waar ze van het
schoolbestuur verplicht mee moeten werken. Het accent zou te veel liggen op
taal en rekenen en er zouden te veel testmomenten zijn waar de kinderen aan
moeten deelnemen. Wat betekent dat voor de kwaliteit van het onderwijs en
uiteindelijk voor de kleuters?
In
het curriculum van de toekomst, onderwijs 2032, speelt persoonsvorming een
grote rol. Noord-Korea aan de Noordzee http://tonvanhaperen.com/index.php?option=com_content&view=article&id=375:noord-korea-aan-de-noordzee&catid=36:actueel&Itemid=1
De Monitor april 2016: Nederlands
Jeugdinstituut: ‘Erkenning van lesmethodes betekent niet dat ze effectief
zijn.’
In ons dossier Onderwijs verdiepen
we ons in het voor- en vroegschoolse (VVE) beleid.
Peuters en kleuters met taalachterstanden worden met lesmethodes op de
voorschool extra gestimuleerd om de Nederlandse taal goed te leren. De VVE-methodes
die hiervoor worden gebruikt zijn opgenomen in een databank van het Nederlands
Jeugdinstituut. Voor subsidies worden kinderopvangcentra en peuterspeelzalen
door gemeentes verplicht om zo’n erkende methode te gebruiken. We gaan
langs bij het NJI dat deze
methodes erkent.
Lees verder..........