"Laten we stoppen
met spreken over ‘onterechte meldingen’ bij kindermishandeling. Handelen moet
de norm zijn bij zorg over de veiligheid van kinderen. Melden is handelen. Ook
al blijkt die zorg later ongegrond, dan maakt dat de melding nog niet
onterecht.”(1)
-Vader: “Dan zeg ik vanaf 15 februari, het is er nooit geweest dus nu ziet u ook dat het niet zo is, dat is mijn interpretatie. Dat is een hele andere dan dat het gestopt is.”
Hier
lezen we in een notendop wat er niet deugt aan de werkwijze van
jeugdbeschermers, met name die van Veilig Thuis bij vermoeden van Mbp, maar we
komen het op allerlei plaatsen in verschillende varianten tegen in de
jeugdbescherming. Het vermoeden van kindermishandeling kan niet worden bevestigd,
maar daar wordt niet de conclusie aan verbonden dat het er ook nooit geweest
is. De vader in deze casus zou graag bevestiging krijgen van het feit dat hij
en zijn vrouw altijd het beste hebben gedaan in het belang van hun ernstig
zieke kind, maar krijgt niet meer dan een verklaring dat de ouders ‘op dit
moment geen ziekmakende dingen doen bij hun kind’ wat heel iets anders is dan
een onschuldverklaring. Een bewezen vals alarm. Heel slim (volgens de principes
van de provocatieve therapie) stelt vader dat hij niet kan uitsluiten zijn kind
in de toekomst te gaan mishandelen. “Ik kan niet in de toekomst kijken…” De onderzoeker
van Veilig Thuis tuint er volledig in, want zij beweert dat wel te kunnen. De
casemanager en vertrouwensarts van Veilig Thuis willen ervoor zorgen dat er in
de toekomst ‘nooit meer’ informanten kunnen zeggen dat ouders het niet goed
doen met hun kinderen, maar deze garantie kunnen ze helemaal niet geven.
Niemand kan uitsluiten dat er nogmaals een melding wordt gedaan tegen het gezin
en als niet wordt uitgesloten dat de kinderen de eerste keer werden mishandeld,
dan zal dit bij een tweede melding onmiddellijk als een verzwarende factor worden
gerekend. ‘Er is al eerder een melding gedaan tegen het gezin…’
[Update: 15 maart 2018: En dat is vier jaar later ook daadwerkelijk gebeurd bij dit gezin! Een ambulance-medewerker vond de interactie tussen kind en moeder onnatuurlijk (moeder hield de hand van het kind vast) en dit was reden voor een melding. De arts van de huisartsenpost die in diezelfde nacht voor Pasen als de ambulance was geweest heeft schriftelijk verklaard:
Wat
minister Hugo de Jonge van VWS met zijn woordspelletjes probeert te bereiken is
niet helemaal duidelijk, maar het gegeven dat ‘onterechte meldingen’ niet
bestaan doet niets af aan het feit dat er vaak meldingen van kindermishandeling
worden gedaan vanuit verkeerde motieven, die geen enkel gevolg hebben voor de
melders, maar die wel gezinnen compleet in het verderf kunnen storten. En dat
is wat bedoeld wordt met ‘onterechte meldingen’, als bijvoorbeeld een school
niet in staat is om het pesten van een autistisch kind tegen te houden en om dan
maar van het probleem af te zijn een melding doet bij Veilig Thuis, zodat zij
het probleem voor de school oplossen, door het gezin van het slachtoffertje
onder een vergrootglas te leggen en op allerlei gronden onder verdenking te
stellen, terwijl er daarvoor nooit iets aan de hand was. Of wanneer een school
geen zin meer heeft om te voorzien in Passend Onderwijs voor een langdurig ziek
kind, ook dan kan een VT-melding een hoop getouwtrek met de ouders van het
zieke kind overbodig maken. Je schakelt gewoon de bloedhonden van jeugdzorg in
en die vinden altijd wel wat.
Welke
rechtspositie?
En
dan zijn er de ouders die de strijd om de voogdij na een echtscheiding
al dan niet legitiem willen beslechten door middel van een melding bij de
jeugdbeschermers (valse meldingen bestaan niet, maar valse beschuldigingen wel!),
omdat ze weten dat er niet aan feitenonderzoek wordt gedaan door de sociaal
werkers van jeugdzorg. Op zijn best komen ze met een lijst van tegenstrijdige
meningen over de situatie en over de personen die in hun rapportages zijn
onderzocht. Met hun eigen professionele oordeel blijven ze echter leidend en
kunnen ze de rechter een kant op sturen waar ze zelf de voorkeur aan geven,
want het toetsend vermogen van rechters in jeugdzorgzaken is verwaarloosbaar.
De vage omschrijving in de jeugdwet art.3.3 geeft geen enkel houvast om te
bepalen of de jeugdbeschermers hun werk goed gedaan hebben en in de meeste
gevallen zijn rechters daar ook niet in geïnteresseerd.(2) De bedoeling van de
wetgever vanaf 1995 was om een groot deel van de verantwoordelijkheid bij
rechters weg te nemen en een ‘onafhankelijke instantie’ Bureau Jeugdzorg onderzoek
te laten doen naar gezinssituaties. Ter controle was er nog steeds de Raad voor
de Kinderbescherming, maar die schreef na verloop van tijd 80% van de
jeugdzorgrapportages gewoon over. Dit liep compleet uit de hand en jeugdzorg
werd bekend als de kinderdief, met het hoogste aantal ondertoezichtstellingen
en uithuisplaatsingen in vergelijking met andere landen. De Decentralisatie had
een einde moeten maken aan de overdaad aan gedwongen maatregelen in de jeugdhulpverlening
en moeten leiden tot meer cliënt-tevredenheid, maar omdat de rechtspositie van
ouders vanaf 2015 enkel verslechterde was de kans daarop natuurlijk nihil.
Wijkteams nog
erger
Bij
de wijkteams is de situatie voor gezinnen nog erger geworden door systematische
toepassing van ‘drang’, want er kan nu gedreigd worden met juridische maatregelen
zodat ouders de gang naar de rechter niet eens durven te maken, omdat ze toch
al het gevoel hebben kansloos te zijn. De minister was in zijn vorige functie als
wethouder van jeugdzaken in Rotterdam een groot voorstander van deze werkwijze en hij heeft nog niets bijgeleerd op dit punt. De kinderombudsman
van zijn stad heeft recent een vernietigend rapport uitgebracht over de handelswijze van de wijkteams aldaar, wat een goede indicatie is voor wat we
landelijk mogen verwachten met De Jonge aan het roer van VWS.(3) Ondanks dat er door
grote media regelmatig aandacht is besteed aan de onbarmhartige werkwijze van
Veilig Thuis en haar voortdurende beschuldigingen van Münchausen-by-proxy aan
het adres van ouders met langdurig zieke kinderen (4), blijft de minister
stellig in zijn bewering dat er geen gevolgschade is bij meldingen waar
achteraf niets aan de hand bleek. Alsof dat zo duidelijk blijkt uit een Veilig
Thuis-onderzoek, dat er niets aan de hand is. Om te beginnen worden door
meldende instanties vaak de stappen uit het meldprotocol niet gevolgd (zonder
gevolgen voor henzelf) en daarnaast verlopen de onderzoeken van Veilig Thuis op dubieuze wijze. Hieronder een stuk uit een uitgeschreven AMK/ Veilig
Thuis-gesprek van een vader die met zijn vrouw van Mbp wordt beschuldigd.
Veilig
Thuis-gesprek met vader
-Veilig
Thuis: “Wij willen heel graag, dat wij vanaf nu kunnen zeggen, hé op 15
februari is Münchausen gestopt, hoeven wij ons geen zorgen meer te maken.
-Vader: “Dan zeg ik vanaf 15 februari, het is er nooit geweest dus nu ziet u ook dat het niet zo is, dat is mijn interpretatie. Dat is een hele andere dan dat het gestopt is.”
-Veilig
Thuis: ”Dat de ouders geen ziekmakende dingen bij de kinderen doen.”
-Vader:
”Het resultaat is hetzelfde. Of hebben gedaan, zeg ik dan, maar natuurlijk ook
niet doen.”
-Veilig
Thuis: ”Doen en dat dat ook niet meer zal gebeuren. Dat wij ons daar geen
zorgen over hoeven maken.”
-Vader:
”Ja, ik kan natuurlijk niks garanderen voor de toekomst, ik kan niet in de
toekomst kijken.”
-Veilig
Thuis: “Maar dat is juist, wij willen graag juist naar de toekomst kijken, want
dat is… Wat geweest is, is geweest, dat kun je niet meer veranderen. Nu willen
we naar de toekomst kijken. Wat kunnen we doen zodat er nooit meer informanten
zullen zijn die tegen ons kunnen zeggen ‘deze mensen overdrijven’ of ‘deze
mensen komen onnodig met hun kind bij de dokter’ deze mensen volgen niet goed
de adviezen op’, ‘dit kind heeft onnodig schoolverzuim’. Dat dat nooit meer zal
gebeuren, dat is wat wij willen.”
De glazen bol van
Veilig Thuis…
[Update: 15 maart 2018: En dat is vier jaar later ook daadwerkelijk gebeurd bij dit gezin! Een ambulance-medewerker vond de interactie tussen kind en moeder onnatuurlijk (moeder hield de hand van het kind vast) en dit was reden voor een melding. De arts van de huisartsenpost die in diezelfde nacht voor Pasen als de ambulance was geweest heeft schriftelijk verklaard:
“Bij
het onderzoek ( waarbij moeder van tevoren had gevraagd om dit met tact te
verrichten en telkens voor de volgende stap aan dochter te vertellen wat ik
ging doen i.v.m. een getraumatiseerde VG) zijn mij geen bijzonderheden
opgevallen in de interactie tussen moeder en dochter. Dit heb ik desgevraagd
ook gemeld aan de ambulance-broeder die mij enkele uren daarna hierover belde.”
En
toch volhardde de ambulancebroeder in zijn melding. Vreemd? Niet als je meer
weet. Tijdens dossier onderzoek kwamen ouders erachter dat die ambulancebroeder net een paar weken daarvoor training had gekregen van Veilig
Thuis in het herkennen van kindermishandeling. En die training werd gegeven
door, jawel, dezelfde vertrouwensarts die destijds het gezin beschuldigde.
Diezelfde vertrouwensarts was ook weer dezelfde die de tweede melding in
behandeling had genomen. Na een klacht van ouders bij de directie van Veilig
Thuis over die partijdigheid, heeft de directie haar schielijk van de zaak
gehaald, maar de schade was al gedaan. En de rechter leest dit soort kleine
voetnoten in de zaak niet, want die verdwijnen in de bijlagen van de
rapportage. En rechters lezen hooguit die rapportage, maar vaak slechts de
samenvatting die ze overtypen in hun vonnis.
In
datzelfde jaar is trouwens de directeur van de school die ook een melding had
gedaan, directeur van jeugdzorg in die regio geworden.]
De PCF-leugen
Een
extra smerigheid bij het vermoeden van Münchausen-by-proxy is dat er wordt
gewerkt met een zelfverzonnen begrip ‘PCF’(Pediatric Condition Falsification)
dat is afgeleid van Mbp. Vertrouwensarts Patries Worm zou gaan promoveren op
dit onderwerp aan de Erasmus universiteit, maar dit onderzoek is stilgelegd
nadat er van verschillende kanten protest kwam van verontruste ouderorganisaties
die dit zagen als een nieuw melkkoetje voor jeugdbeschermers. Voornaamste reden
voor het stopzetten van het promotieonderzoek was vermoedelijk dat mevrouw Worm
(die samen met mevrouw Teeuw en mevrouw Raat de belangrijkste promotor is van
PCF) zichzelf en haar collega-vertrouwensartsen heeft tegengesproken omtrent de
definitie van PCf. Waar aanvankelijk PCF volgens Annemarie Raat door
psychiaters ‘noch bevestigd, noch weerlegd’ kan worden -zodat ouders zich met
geen mogelijkheid kunnen vrijpleiten van de beschuldiging van de ziekelijke
behoefte aan aandacht van artsen middels hun niet-zieke of juist opzettelijk
ziek gemaakte kind- beweerde Worm in het tijdschrift Nataal dat de PCF soms ook
al vastgesteld kan worden bij vrouwen nog voordat zij een kind hebben gekregen!(5)
En daarmee gaat de hele PCF-theorie op zijn gat, omdat de essentie van PCF nu
juist is dat het niet valt te constateren bij de ouders zelf (of te
weerleggen), maar dat het wordt vastgesteld bij het kind. Het is een
‘kind-diagnose’ in de vorm van een optelsom van allerlei verontrustende
medische zaken, waarbij er zoveel mogelijk artsen en verplegend personeel
gerekruteerd worden om de Veilig Thuis-vermoedens met hun eigen professionele vermoedens
te ondersteunen. Een gewoon informantenonderzoek, maar dan binnen de medische
wereld. Met dezelfde graad van speculaties, vermoedens, elkaar napraten,
eenzijdige interpretaties, sturende en gesloten vragen van de jeugdbeschermers,
zoals we dat van ze gewend zijn.(6)
‘Heilige Hugo’
De
grootste leugen in dit alles blijft de in slaap sussende geruststelling van de
jeugdbeschermers en hun patroonheilige Hugo de Jonge, dat wanneer er niets aan
de hand is in een gezin, er ook niemand iets hoeft te vrezen. Iedere ouder die
jeugdzorg of Veilig Thuis kent uit eigen ervaring weet wel beter. Er is anders
dan in het strafrecht geen onschuldpresumptie, maar sprake van een omgekeerde
bewijslast. De ouders mogen bewijzen dat ze hun kind nooit mishandeld hebben –
nee nog erger, ze kunnen door ‘samenwerking’ met de instanties aantonen dat ze op dit moment hun kind niet mishandelen.
Zo bezopen kan het alleen in Nederland. Wie zich afvraagt waarom ministers en
staatssecretarissen nooit zelf kunnen nadenken en alleen de foldertaal van
jeugdzorg blijven uitkramen, kan verwezen worden naar de belangrijkste personen
door wie ze zich laten informeren, zoals de Secretaris-Generaal van VWS
(hoogste ambtenaar) Erik Gerritsen, de voormalige bestuurder van Jeugdzorg
Amsterdam. Dit soort mensen zijn hun bronnen en dat is de reden waarom er zulke
ontwijkende en nutteloze antwoorden komen op Kamervragen die gesteld worden
over het functioneren van jeugdbeschermers, omdat ‘jeugdzorg’ zelf mag
antwoorden. Niemand heeft de Transitie vóór 2015 meer gepromoot dan Erik Gerritsen
en ‘drang & dwang’ daar was hij zelf ook niet vies van. Nee, wat dat
betreft heeft de sector haar poppetjes op de juiste plaats. Het gegeven van de
blinde politicus kan ook beargumenteerd worden vanuit de tegengestelde
richting. Toen Andre Rouvoet minister was van Jeugd & Gezin kregen ouders
bij hem geen enkel gehoor over misstanden in de jeugdzorg, zoals machtsmisbruik
en leugens. Maar sinds hij een aantal jaar uit de actieve politiek verdwenen is
(sinds 2011) kan hij wel kritisch naar de sector kijken. Hij stelt in zijn in 2018 verschenen rapport ‘Scheiden…en de kinderen dan?’ (7) voor om
omgangsfrustratie strafbaar te stellen (iets waar jeugdbeschermers ook in hoge
mate schuldig aan zijn).
Tekort aan
forensische expertise
Het
kan blijkbaar dus wel, maar niet zolang ze zelf aan de touwtjes trekken, want dan
laten ze hun oor hangen naar de jeugdzorglobby. Gelukkig zijn er voor ouders
altijd wel een paar troostprijzen te verdelen, zoals verbeteringsvoorstellen
die niet geborgd zijn in de wet, klachtenprocedures die van de
verantwoordelijke schouders afglijden als water van de veren van een eend en
dooddoeners die in de praktijk onhaalbaar blijken. Zo denkt de minister aan “het inschakelen van ‘tertiaire expertise’
bij ‘hele complexe casuïstiek’, zoals bij vermoedens van Münchhausen by Proxy.
Forensische experts, umc’s of het Landelijk Expertise Centrum
Kindermishandeling zouden dan door de vertrouwensartsen van Veilig Thuis in
moeten kunnen worden geschakeld voor ‘extra ruggenspraak, als extra paar ogen
die meekijken wat er speelt”. Dit zijn geruststellende woorden voor
iedereen die niet beter weet, maar het probleem met de huidige
Münchhausen-hysterie is nu juist dat er steeds meer ziekenhuizen bij betrokken
raken door toedoen het groepje PCF-evangelisten van Veilig Thuis. Juist in
ziekenhuizen proberen ze voet aan de grond te krijgen om meer meldingen te
genereren, waarbij de artsen zich juist dienen te laten leiden door de vage
PCF-probleemomschrijving die geen echte psychiatrische of medische diagnose is.
Ze gebruiken wel artsen voor hun sluwe doeleinden, maar geen enkele individuele
arts is in staat het Veilig Thuis-vermoeden van kindermishandeling te
weerleggen. En ‘meer forensische expertise’ zoals eerder voorgesteld door
voormalig VVD-Kamerlid Van der Burg is ook zo’n dood vogeltje. (8) Er is een
schreeuwend tekort aan forensische expertise bij kindermishandeling, dus de
kans dat de speculanten van Veilig Thuis een echt deskundig persoon zullen
inzetten bij hun onderzoek is verwaarloosbaar.
Kindermishandeling
is ‘bevestigd’
Dat
brengt ons tenslotte bij de uitvoerige kritiek die de minister om zijn oren
kreeg op twitter van talloze jeugdzorgouders, die aangaven dat het erom gaat
hoe er met ouders wordt omgesprongen indien de melding geen kindermishandeling
heeft opgeleverd (geen nazorg, maar wel enorm trauma). Daarbij komt nog het
permanente gevaar van kinderen die ten onrechte uit huis geplaatst worden, waarvan
een deel het ouderlijk huis nooit meer terug ziet, omdat ouders ‘de strijd
aangaan met jeugdzorg’. Let wel, de ouders hebben in die zaken het gelijk aan
hun kant, maar jeugdzorg heeft weinig op met het toegeven van het eigen falen
en verzint liever aanvullende redenen om haar initiële fout te verdoezelen met
een deken van rechtszaken, die de bedoeling hebben de ouders financieel en
emotioneel uit te putten en langzaam te doen verdwijnen uit het leven van het
kind. Voormalig Kinderombudsman Marc Dullaert heeft deze onterechte
uithuisplaatsingen benoemd in zijn rapport van 2013 ‘Is de zorg gegrond?’(9) Een
ander aspect van het jeugdzorgbedrog zijn de zogenaamde bevestigde meldingen,
waarbij er ‘iets aan de hand’ bleek te zijn volgens de jeugdbeschermers.(10) Dit
is geheel volgens de definitie die ze er zelf aan geven en is gekoppeld aan hun
machtspositie.
De wereld die niemand
kent
In
de cijfers van Veilig Thuis wordt iedere mishandeling bevestigd indien ouders
hebben meegewerkt (zich laten chanteren) met de hulpverlening om de
mishandeling te doen ophouden. Op dezelfde manier is ook destijds de
kindermishandeling (bewezen op vier gronden) in ons gezin ‘opgehouden’ en
konden we, nadat we een traject van maanden hadden doorlopen met flauwekul over
zaken die helemaal niet aan de orde waren, eindelijk zelf ons kind de hulp
bieden die wel nodig was. Dit was nadat de fröbelaars van het AMK (Veilig
Thuis) zich uit ons leven hadden teruggetrokken en de Raad voor de Kinderbescherming
in het daarop volgende onderzoek het spelletje doorzag, deels op grond van de
inmiddels gestarte traumabehandeling van ons kind. Het echte probleem hebben de
Veilig Thuis-onderzoekers nooit serieus genomen, maar hun eigen hersenschim werd
goed ingekleed met een mooi rapport en met een interventie van € 9.000,- aan
verspild belastinggeld ‘verholpen’. Wij hebben daarna nooit meer een
hulpverlener vertrouwd, maar wel een bijzonder genoegen mogen ervaren om het
amateuristische zootje dat ons gezin overhoop had gehaald jaren lang terug te
betalen met publicaties als deze. Wij zijn in ieder geval dankbaar dat zij ons
de ogen hebben geopend voor een werkelijkheid waarvan wij niet wisten dat ze in
onze democratische rechtsstaat bestond. Een werkelijkheid die voor minister
Hugo de Jonge ook nog steeds een terra
incognita is, getuige zijn recente uitlatingen ter verdediging van de
terreurbrigade van Veilig Thuis met haar PCF-nonsens. Zou het kunnen dat hij
zijn mooie schoenen daar niet aan durft te wagen?
(2)“De raad voor de kinderbescherming en
de gecertificeerde instelling zijn verplicht in rapportages of verzoekschriften
de van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.” [Dark
horse: Hoe weet de rechter of ze dit ook echt doen?]